Non-fictie

a

De jongeman remde af tot de kleine auto geheel stil stond voor hij het raam van het portier liet zakken. Wapperend met een zojuist afgedrukt papier en naar hem gebarend had Orlendr een vrouw het kantoor zien uitkomen. Hij herkende haar onmiddellijk aan het haar dat bijna elke maand wel een andere kleur of stijl had. Marinka werkte bij de loonadministratie en hij verwachtte weer vragen over de door hem ingediende overuren. Tot zijn verrassing bleek het papier een kort verhaal te bevatten dat hij kort geleden had ingestuurd en nu op het internet was te vinden. Het had bij haar talrijke vragen opgeroepen die de geverfde blondine het liefst allemaal beantwoord wilde hebben voor hij het bedrijfsterrein verliet om naar huis te gaan.


"Non-fictie betekend toch gebaseerd op de werkelijkheid? Het hoeft geen autobiografie te zijn."

Hij zag haar hier over nadenken alsof ze een valkuil achter deze woorden vermoedde.

"Ja", kwam het er tenslotte aarzelend uit.

"Er zijn dus twee mogelijkheden, Marinka, de kern van het verhaal maakt deel uit van mijn verleden of het is iemand anders overkomen."

Ze knikte begrijpend. Tot zover kon ze het allemaal nog volgen. Toch bleef het gevoel aan haar knagen dat hij zelf de hoofdpersoon in het verhaal was. Terwijl hij in het dagelijks leven weinig positiefs over kinderen leek te kunnen bedenken kon ze zich nu opeens, na het lezen van het stukje Gezinsgeluk, hem voorstellen met een baby in zijn armen.

"Maar het is zo echt geschreven. Ik zou me helemaal kunnen voorstellen dat je eerst echt zo over kinderen dacht."

"Heb ik nu een kind?", ging hij verder.

"Nee, tot zover ik weet."

Deze aanvulling amuseerde hem zonder dat hij het liet blijken, omdat het meteen duidelijk maakte hoe weinig Marinka met zekerheid over hem wist te vertellen. Daar zou ook in de toekomst weinig verandering in komen. Daarvoor was de in zijn onderbewustzijn opgetrokken muur om hem heen te sterk en te hoog. Ze hield het papier opnieuw omhoog alsof hij nog niet wist wat er getypt stond.

"Dus dit gaat over iemand anders?", vroeg Marinka met haar bruine ogen half dicht geknepen.

"Dat is één optie", zei hij zonder enige duidelijkheid te verschaffen, "tot morgen."


Marinka keek de geel gekleurde Toyota na voor ze hoofdschuddend naar haar kantoor terug keerde.

"Werkelijkheid. Verleden tijd. Nu een kind. Heb ik nu een kind?", herhaalde ze mijmerend tot ze halverwege de trap stil bleef staan. Een onaangenaam alternatief had zich van haar gedachten als moeder meester gemaakt als ze een onduidelijke link legde tussen het verhaal en zijn verleden waarin hij misschien wel een kind heeft gehad. Misschien had hij zich daarom zo afstandelijk gedragen toen hij met andere collega's bij haar thuis op kraamvisite kwamen. Het zou ook verklaren waarom hij geen kinderen wilde of beter gezegd geen kinderen meer wilde. Zelfs als ouder zijnde kon Marinka zich geen enkel voorstelling maken van zijn hartverscheurende verdriet als ze gelijk had.

"Tot morgen", zei ze zacht en kwam weer in beweging.