De boodschapper

a
Op een sierlijke manier bewoog de poes zich langs de bloempotten op de vensterbank. Hier en daar bewoog een blad en trilde nog even nadat ze gepasseerd was. De rood gekleurde halsband stak opvallend af tegen de gestreepte vacht van grijs en zwart. Vandaag was er iets dat de eigenaresse van Rosie daarbij opviel. Nieuwsgierig nam ze de poes op haar schoot om te zien wat er aan de halsband was bevestigd. Tot haar verbazing was het een kleine, vierkante envelop. Het was nauwelijks langer dan haar duim en net zo breed.
"Hebben ze een postbode van je gemaakt, Rosie?"
De poes negeerde de vraag met de eigenzinnigheid dat haar ras zo gewoon was. Moira verwijderde de envelop om deze te kunnen openen.
 
Gele ogen staren mij waakzaam aan
Conflicterend met haar behoefte
naar de aai die ze toch gekregen heeft
 
De aan een klein, groen papier toe vertrouwde woorden deden Moira fronsen. Geschreven in een duidelijk leesbaar handschrift. Vermoedelijk was het briefje in de vergetelheid beland als er in de weken erna geen envelopjes meer waren gevolgd, maar Rosie leek de rol van postbode serieus te nemen.
Zittend op haar bed keek Moira peinzend naar de voor haar liggende verzameling briefjes. Haar kin ruste bijna op een opgetrokken knie waar ze haar armen om had geslagen. Het bed begon steeds meer op een bureau van een detective te lijken, zoals zij deze zich in haar gedachten voorstelde. Na de derde bezorging was ze begonnen met op de envelopjes een datum te noteren. Eigenlijk kon ze geen reden bedenken waarom ze hiermee was begonnen, maar nu leverde het haar informatie op. Al wist ze nog niet goed wat ze hier mee wilde doen.
"Om de zes dagen", mompelde ze zacht. Op het beeldscherm van haar laptop was een kalender afgebeeld. Naast alle andere verjaardagen en afspraken had ze met een groene kleur de datums gemarkeerd waarop haar poes met een envelopje was thuisgekomen.
"Dus morgen komt er weer één." Ze dacht even na over wat ze zojuist had gezegd. Had ze nu vrolijker geklonken? Ze liet de blonde lok haar los die ze al ontelbare malen om haar vinger had gewonden. De vraag vergde enig zelfonderzoek en Moira betrapte er zich met enig ongenoegen op dat ze uit was gaan kijken naar de dagen dat er weer post voor haar was. Haar ogen dwaalden weer af naar de groene briefjes en de witte envelopjes om het uitgestrekte lichaam van Rosie heen. De poes lag zoals gebruikelijk dwars om zoveel mogelijk ruimte voor zichzelf op het tweepersoonsbed op te eisen en Moira liet haar daarbij ongemoeid. De enige persoon die hier een probleem van had gemaakt was al ruim een jaar geleden uit het leven van de jonge vrouw verdwenen. Ze begon na het slaken van een diepe zucht alle briefjes weer opnieuw in de envelopjes te steken voor deze uiteindelijk in een grote doos onder het bed zouden verdwijnen. De laptop liet Moira aanstaan. Ze had nog voorbereidend werk te doen voor de presentatie morgen.

Moira staarde roerloos vanuit haar fauteuil naar buiten. De halve dag had ze zich al onrustig gevoeld. De zesde dag was verstreken, maar de postbezorgster was niet teruggekeerd. Het was misschien ongebruikelijk voor Rosie, maar het had haar toen nog geen echte zorgen gebaard. Het was op onregelmatige momenten immers al vaker voorgekomen. Al had ze zich wel nijdig afgevraagd waarom Rosie nou speciaal deze dag daarvoor had uitgezocht. Pas nadat de jonge vrouw deze ochtend geen klagend miauwende poes bij de voordeur had aangetroffen was ze nerveus geworden. De middag bracht uitkomst. De telefoon lag al een uur onaangeroerd naast haar op de leuning voor Moira het eindelijk op kon brengen om op te staan. De tranen waren inmiddels opgedroogd. De troostende woorden van de vrijwilliger van Amivedi hadden haar zielenpijn niet kunnen verlichten. De aanwezigheid van een chip had uitgesloten dat er een fout was gemaakt bij de identificatie. Ook de kleur van de halsband klopte. Geschokt had Moira met grote moeite kunnen opbrengen om met een nauwelijks verstaanbare stem te vragen of er ook een envelop was gevonden. De verwonderd klinkende vrijwilliger had het ontkend. Rosie moest nog onderweg zijn geweest naar de onbekende schrijver voor ze werd aangereden.