Een verafschuwd presentje

a

Luisterend en met open ogen lag de jonge vrouw op bed. De armen roerloos langs haar lichaam en de handen tot vuisten gebald. Het enige wat Christine hoorde was haar eigen ademhaling en dat van haar vriend. Elke keer als hij zich bewoog dacht ze meer te horen dan de geluiden die het bed produceerde. Onrustig had ze zich deze nacht al ontelbare malen opgericht. Rustend op haar ellebogen. De ogen tot spleten dichtgeknepen. Het hoofd heen en weer bewegend om haar gehoor beter te kunnen benutten. Het bleef voor haar gevoel nog even donker als voorheen. De duisternis maakte het haar onmogelijk om iets in de slaapkamer te kunnen onderscheiden dat meer dan een halve meter van haar vandaan was en dan bleef het nog vaag. Ze vervloekte steeds opnieuw haar fantasie, die de leemten met angstaanjagende mogelijkheden opvulde. De vierde keer dat ze het gewaagd had om het lampje op haar nachtkastje aan te doen had haar een reprimande van de man naast haar opgeleverd. Hij wilde de rest van de nacht ongestoord verder kunnen slapen en was het inmiddels zat om haar gerust te blijven stellen. Het was voor haar onbegrijpelijk dat hij zonder moeite weer was ingeslapen. Ergens in het huis loerde het gevaar en deze maanloze nacht hield het voor haar verborgen. Het was voor Christine een onverdraaglijke gedachte en alleen haar vriend weerhield haar ervan om er nogmaals uit te gaan en een nieuw onderzoek te starten. Overdag hadden ze samen het hele huis doorzocht. Hij had op haar aandringen zelfs alle zware meubelstukken in zijn eentje moeten verplaatsen om er een blik achter te kunnen werpen. Soms zelfs meerdere malen. Tegen de avond had hij er hijgend de brui aangegeven, maar zij was onvermoeibaar doorgegaan. Bewapend met een golfstok en een metalen zaklamp had ze zich op zolder gewaagd. Waar haar zaklamp sneuvelde, toen ze het apparaat paniekerig in de richting gooide waar ze beweging dacht te bespeuren. Haar op het gegil afgekomen vriend was daarbij ternauwernood aan een klap van de golfstok ontkomen. Zelfs voor Sniffie, die haar nieuwsgierig naar zolder had vergezeld, was de nervositeit van haar baasje te veel geworden. Het bang geworden huisdier was snel door het kattenluik naar buiten verdwenen en niet meer teruggekeerd voor ze naar de slaapkamer waren vertrokken. De gedachte aan haar poes baarde Christine andere zorgen en verdreef voor verscheidene, heerlijke minuten de angst. Ze had haar vriend voor ze naar bed waren gegaan het kattenluik laten afsluiten. Nu moest Sniffie de nacht ergens anders doorbrengen. Iets wat nog nooit eerder was voorgekomen. Al vond Christine ook wel ergens dat de poes het meer dan verdiend had. Zij was de veroorzaker van de ellende, die zij momenteel ervaarde. De herinneringen aan de gebeurtenis waren nog zo levendig, dat het haar geen enkele moeite koste om deze op te roepen.
Eerder deze dag had ze zittend aan de eettafel haar blog bijgewerkt. Elke dag liet Christine er wel een bericht op achter en dagelijks reageerden haar tientallen volgers hier weer op. Ze had noodgedwongen een muis op haar laptop aangesloten. Iets in de compact gebouwde computer had het begeven, waardoor de cursor op het scherm nog weigerde te bewegen. Ongeacht hoeveel keer ze met een vinger over het touchpad bewoog. Een piepend geluid had haar naar de elektronische muis doen kijken. Het had bijna als een echte muis geklonken. Christine wist nog dat ze er om had moeten lachen. Toen wist ze nog wat lachen was. Een kirrend geluid had haar met deze lach nog op haar lippen doen omdraaien naar de binnen gekomen Sniffie. De poes had echter iets voor zijn bazin van buiten meegenomen en het leefde! De lach was op haar lippen gestorven en haar gezicht was in afgrijzen vertrokken bij het zien van de nog levende muis. De rest stond haar wat minder levendig bij.
Christine keek in het donker opzij. De ademhaling van haar vriend klonk op een bepaalde manier geruststellend. Hij zou vast ook zijn geschrokken, maar ze betwijfelde of hij net als zij naar buiten zou zijn gerend. Zij had het wel gedaan. Om na het dichtvallen van de deur er pas achter te komen dat ze geen sleutel op zak had. Zelfs geen telefoon, waarmee ze haar vriend kon bellen. Sniffie, die na een lange zwerftocht in de omgeving, haar aanwezigheid op prijs leek te stellen was eveneens naar buiten gekomen. Het dier had zich kirrend en met een gebogen rug langs haar benen bewogen. Verlangend naar een aai over haar kopje voor haar verleende dienst. In plaats daarvan had Christine geprobeerd de poes door het kattenluik weer binnen te duwen. Wanhopig proberend Sniffie op steeds luidere toon te bevelen de in de woonkamer rondlopende muis te vangen. Het verwarde dier had zich daarbij alles behalve behulpzaam opgesteld. Luid sissend had Sniffie met haar klauwen uitgehaald. Zelfs de buurman had vanwege de commotie een nieuwsgierige blik over de schutting geworpen. Op dat moment had ze hem als haar redder in nood beschouwd. Haar vriend onderhield echter geen nauwe contacten met zijn buren en een huissleutel gaf hij aan niemand in de buurt of zelfs geen familielid af. De buurman had slechts naast haar kunnen staan om mee te kijken naar de heen en weer lopende muis. Het enige wat hij kon doen en ook deed was pleisters te voorschijn halen, haar een kop koffie aanbieden en zijn telefoon beschikbaar stellen. Het laatste bleek echter niet de redding te betekenen, die Christine zich ervan had voorgesteld. Haar vriend bevond zich meer dan een uur rijden van haar vandaan en kon vanwege het werk onmogelijk meteen komen. Zelden had het voor haar gevoel zolang geduurd voor hij eindelijk was gearriveerd. Sniffie wachtte hen bij binnenkomst op en ontving uiteindelijk tegen de avond van haar vriend de reeds lang verwachtte aai. De zoektocht naar de muis had niets opgeleverd.