Iets gemeenschappelijks

"Uhm, buurman?"

De man op de stoel keek in de richting van het ondoorzichtige scherm van houten planken dat zijn balkon scheidde van het balkon van zijn jeugdige buurvrouw. Het enige wat hij van haar zag waren haar in open sandalen gestoken voeten. De rest van haar lichaam werd door het hout aan het zicht onttrokken. Verwonderd zag hij dat ze om haar rechter enkel een goudkleurig kettinkje droeg. Het was moeilijk voor te stellen dat vijf ochtenden in de week hij dezelfde jonge vrouw in een strak mantelpakje en op hoge hakken de deur uit zag lopen. Zo streng kijkend en zakelijk overkomende dat er nauwelijks meer dan een goedemorgen als begroeting over zijn lippen kwam. Tijdens het enige gesprek dat ze een maand of vier geleden hadden gevoerd had Agnetha zich laten ontvallen dat ze een secretaresse bij een internationaal was. De onuitgesproken vraag voor welk bedrijf de buurvrouw ook weer werkte verdween spoorloos zodra hij haar ongeduldig een keer hoorde kuchen.

"Goedemiddag, Agnetha", haastte hij zich te zeggen.

"Eh, ja, goedemiddag. Ik heb een vraagje, buurman."

Nieuwsgierig legde de man zijn laptop op de stoel naast de zijne. Hij zag haar tenen onrustig bewegen alsof deze een onafhankelijk leven van de rest van het lichaam leidde. "Stel maar."

"Heeft u recentelijk nog iets ongewoons gezien?"

Op het voorhoofd van de man verschenen diepe rimpels. Deze onduidelijke vraag zou bij ieder ander meer vragen hebben opgeroepen dan beantwoord, maar hij had wel een vermoeden waar het over ging. Een korte blik op de op zijn kop liggende wasmand deed hem glimlachen.

"Kan je iets duidelijker zijn?", vroeg hij onschuldig, kijkend naar de door de zon gebruinde voeten.

"Ik.. ehm.. Ik ben mijn huisdier kwijt. Het is een hagedis", zei ze, om er snel aan toe te voegen", maar totaal onschuldig. Niet giftig of zo. Hij bijt alleen wanneer hij word bedreigt."

De glimlach van de man had plaats gemaakt voor een brede grijns. "Wil je de Timon lepidus terug?"

"Ja!" Agnetha had het onmiddellijk en op luide toon bevestigd voor het tot haar doordrong dat hij de wetenschappelijke naam van haar huisdier had gebruikt.

"Jammer."

Even werd het helemaal stil. Agnetha knabbelde op haar onderlip. Ze was zich er niet van bewust dat van haar voeten geen enkele teen meer bewoog. Het enige wat de buurman van haar kon zien, terwijl zij naar de houtstructuur van de overlappende planken vlak voor haar gezicht keek.

De man probeerde zich in gedachten voor te stellen hoe verrast ze keek. Geamuseerd nam hij weer de laptop op schoot. Wachtend op haar reactie begon hij in te loggen op een forum waar hij met regelmaat actief was en zij dus tot zijn verrassing ook bleek te zijn. In haar laatste post was de paniek tussen de regels te lezen geweest.

"Hoe weet u eigenlijk dat het een parelhagedis is?"

"Deze hagedis dankt zijn naam aan de korrelige schubben op de rug. Het zijn net kleine parels."

"Ehm, ja, dat is mij bekend, maar hoe weet u dat?"

"Ik weet het een en ander van hagedissen. Mag ik aannemen dat je account luna heet?"

"Ja! Wacht. U zit ook op reptielenforum?"

"Hou maar op met dat ge-u. Ik voel me dan nog ouder dan ik in werkelijkheid al ben. Waarom heb je tijdens de kennismaking niet verteld dat je een terrarium hebt?" Vanuit zijn ooghoek zag hij haar voeten bewegen in de richting van de reling. Een paar tellen later verscheen haar hoofd naast het scherm. Heldere blauwe ogen keken hem aan.

Agnetha veegde een lok voor haar ogen weg weg. Haar blonde haren bewogen in de wind. Voor vertrek naar het werk bond ze het altijd tot een staart, maar eenmaal thuis ging als eerste het elastiek uit haar haar. Het voelde elke keer als een soort bevrijding. Nieuwsgierig keek ze naar de oudere man op de stoel. Hij had het zich zo makkelijk mogelijk gemaakt met een computer op schoot, maar vrijwel meteen ging haar aandacht uit naar de omgekeerde wasmand in de schaduw. Achter de plastic spijlen zag ze een groene hagedis bewegen. Vanwege de tijdelijke, donkere huisvesting waren de rijen van blauwe vlekken op zijn flank maar vaag te zien. Op de wasmand zag ze een stapel van dikke boeken liggen. De hagedis was groot en sterk genoeg om zich anders van de mand te kunnen ontdoen.

"Je hebt hem gevangen."

De man grinnikte. Hij zag zich in gedachten al achter een Timon lepidus aanrennen. Een wedstrijd die hij gegarandeerd zou verliezen. In werkelijkheid had hij weinig meer te hoeven doen dan roerloos te blijven zitten tot de hagedis vlak naast zijn stoel was. Daarna was het eenvoudig om de wasmand die zijn vrouw op haar stoel had laten staan om te gooien. "Was hij je soms te snel af?"

"Nee, niet echt. Ik had per ongeluk het deurtje van het terrarium open laten staan."

"En de deur naar het balkon" raadde hij.

Ze knikte met een spijtig gezicht.

Hij draaide de laptop tot ze het scherm kon zien.

"Je hebt een mooi terrarium."

Verrast dat haar buurman wist wie er achter het account luna verborgen ging keek ze naar de foto’s van een glazen bak die in haar woonkamer stond. "Helemaal zelf gemaakt."

"Helemaal zelf ingericht, bedoel je. Jij hebt je terrarium gekocht, zoals je zelf met iedereen op de site hebt gedeeld. Mijn terrarium heb ik wel helemaal zelf gemaakt."

Ze probeerde langs hem heen de woning in te kijken, maar het glas spiegelde te veel om meer dan het meubilair dichtbij het raam te kunnen zien.

"Om dat te kunnen zien moet je een account hebben."

Het amuseerde de man dat ze het niet rechtstreeks durfde te vragen. Blindelings bewogen zijn vingers zich over het toetsenbord. "Inderdaad."

De grijns op zijn gezicht voedde haar argwaan. "Wat doe je?"

Hij keek haar nog altijd grijnzend aan en drukte tegelijk op de enter toetsknop. "Ik laat een bericht bij je achter." Hij zag haar hoofd weer verdwijnen. De voeten bewogen zich met spoed richting haar appartement en verdwenen geheel uit het zicht. Kreunend stond hij op. Hij begon de geleefde jaren te voelen. Na nog een korte blik op de hagedis te hebben geworpen, die hem met zijn donkere ogen argwanend in de gaten hield, verliet ook hij het balkon. Hij had geen speciale gave, maar op het moment dat hij de deurbel hoorde trok hij vrijwel meteen de voordeur open.

"Jij bent tuc!" Enthousiast stak ze haar hand naar hem uit, alsof ze zich nooit eerder aan elkaar hadden voorgesteld.

Hij schudde hartelijk de uitgestoken hand. "En jij bent luna." Hij hield de deur voor haar open. Iets wat hij nooit verwacht had te doen voor zijn buurvrouw, de directiesecretaresse. "Kom binnen, dan kan jij je mooie beestje weer mee naar huis nemen."