hoofdstuk 5

a

Ergens in de Twaalf Koloniën

Ragnar was de plaats waar ze naar uit hadden gekeken. Althans, het ene bemanningslid wat met meer enthousiasme dan de andere. Het bleek een vergissing te zijn, die hen duur zou hebben komen te staan zonder snel ingrijpen van luitenant Veerle. De Cylons waren voor hen gearriveerd met een aantal basestars. Van verschillende kanten waren raketten op het vrachtschip afgeschoten. Zonder schade op te lopen waren ze aan de Cylons ontkomen.

Luitenant Diana betrad de brug. Ze zag dat boven de hoge tafel het plafond was dicht gemaakt. Het werk aan het schip was weer hervat. Wick had daarbij in eerste instantie het voorbeeld gegeven alsof geen enkele tegenslag hem ooit van koers zou kunnen brengen. Al spoedig gevolgd door de volgzame Hendrik, die al snel weer op gang was gekomen met het produceren van ideeën voor het aanbrengen van verbeteringen. Spoedig daarna was de rest op gang gekomen met een enkele uitzondering. Nieuwsgierige ogen keken vanaf de stoel van de piloot haar kant op. Ze behoorden toe aan Talitha.

"Hoe lang denk je dit vol te kunnen houden?"

De luitenant las de verwarring van het hoekige gezicht van Wick over deze vraag. Ze kwam bij hem aan de met tekeningen bezaaide tafel staan en besloot de vraag te laten rusten.

"Heb je tegen luitenant Stijn gezegd dat hij van jou een lange ruimtewandeling zonder een zuurstoftank mocht gaan maken?"

"Het waren niet exact de woorden die ik gebruikte", herinnerde Wick zich.

Ze begon te grinniken. De aanwezigheid van het jongste lid van wat ze als een bemanning was gaan beschouwen had haar ervan weerhouden om precies te herhalen wat hij wel tegen de officier had gezegd.

"Wat doet zij hier?"

"Ik leer Talitha vliegen terwijl haar moeder op zoek is naar een koolstofdioxidefilter in één van de containers. We hadden een vrachtbrief moeten bijhouden terwijl we begonnen met alles wat we konden gebruiken erin te proppen, maar dat besef ik nu pas."

"Wat is je plan?"

"Mijn plan is jouw plan geworden."

"Ik dacht dat jij juist je bedenkingen over het vinden van commandant Adama had?"

"Nog steeds, maar deze mensen hebben andere mensen om zich heen nodig. Hij zal ons kunnen vertellen waar de civiele schepen zich schuil houden voor de Cylons."

Ze boog zich licht naar hem toe.

"Mis jij de andere mensen ook?"

Hij aarzelde en ze zag het. Geduldig wachtte ze tot hij begon te praten. Hij deed het zacht om te voorkomen dat iemand anders dan deze officier het hoorde.

"Ik begin me steeds meer af te vragen of er nog wel andere mensen zijn."

Ze staarde hem enkele seconden lang aan. Ook zij was dit gaan vrezen, maar had er bewust over gezwegen om het moreel aan boord geen dodelijke klap toe te brengen.

"Ik neem het van je over."

"Is dat een bevel?"

"Je draait dubbele diensten en we hebben je uitgerust nodig, dus ja. Het is een bevel. Bovendien kan ik Talitha de juiste regels van het vliegen leren en niet jouw interpretatie ervan. Waar was je mee bezig?"

"Er zijn drie mensen buiten, waaronder jammer genoeg niet jouw luitenant."

Ze luisterde naar wat Wick verder te vertellen had en keek naar de verschillende tekeningen waar hij naar wees om het te verduidelijken waar hij het over had. De lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule werd van verschillende leidingen en koppelingen voorzien, die helemaal doorliepen tot aan de centrale brandstoftank. Als het werk was volbracht dan kon de lading van de tanker worden overgeheveld naar het schip. Het was een idee van Hendrik, waar de opportunistische shuttlepiloot wel wat in had gezien. Hij had daarnaast nog meer werk aan haar over te dragen. Tot Wick tenslotte met twee vingers tegen de zijkant van zijn hoofd tikte als iets dat voor een militaire groet moest doorgaan voor hij verdween. Ze keek hem hoofdschuddend na voor ze de tekeningen op de tafel begon te ordenen. Hoe de man in deze chaos kon werken was onbegrijpelijk voor haar.

 

licht vrachtschip Tormen

Een deel van het interne laadruim was al vrij spoedig bestemd om te worden verbouwd tot een ziekenboeg. Tot de aangename verrassing van de hospik kreeg hij daarbij van Wick, zolang hij maar binnen de afgesproken afmetingen bleef, vrij spel. Het was een uitdaging van formaat zoals hij al snel besefte. Toch was hij er met de nodige hulp van andere mensen erin geslaagd om binnen de benepen ruimte een ziekenboeg te creëren. Waar hij zich momenteel bekommerde om een paar vrouwelijke patiënten. Ze hadden diverse kneuzingen en builen opgelopen tijdens de ruw onderbroken vlucht, waarvan ze de bestemming ontkenden te weten. Michel verkeerde graag in het gezelschap van een mooie vrouw en had zich tijdens verlof vaak voorgedaan als arts, maar nu was het geluk aan zijn zijde en droeg hij de zorg over twee mooie vrouwen. Het waren evenbeelden van elkaar. Hij werd daarbij helaas gestoord door professor Loyd.

"Ik kom je aflossen."

Teleurgesteld keek de hospik de oudere man aan. Een patiënte draaide zich op elegante wijze om.

"Hoeveel doktoren zijn er hier aan boord?", vroeg Lisha verwonderd.

"Volgens de regels van het medisch tuchtcollege geen enkele", antwoordde de oudere man glimlachend, "sinds ik les ben gaan geven op de universiteit zijn de geldigheid van mijn certificaten voor onder andere chirurgie verlopen en deze man hier is een hospitaalsoldaat van de battlestar Athena. Daarnaast hebben we nog een bemanningslid van Cloud 3. Haar naam is Adanya. Ze werkte daar als een danseres, maar heeft van haar moeder op Gemenon alternatieve geneeskunde geleerd. Ze bleek echter meer van haar vader weg te hebben en is hem de ruimte in gevolgd. Fascinerend, nietwaar?"

Pas nu leek hem op te vallen hoe rood de hospik in zijn gezicht was geworden. De militair stamelde een excuus en bleek opeens bijzonder veel haast te hebben bij het verlaten van de ziekenboeg.

Stacey keek hem met een woedende blik na. Hij had haar voor de komst van deze oude man nog een lichamelijk onderzoek gegeven. Zogenaamd om letsel uit te kunnen sluiten, maar ze had een sterk vermoeden dat een andere reden niet uit te sluiten viel.

"Hoe bijzonder is het om twee tweelingen aan boord te hebben."

De modellen zes keken elkaar aan. Ze hadden al spoedig na hun komst kennis gemaakt met de mannelijke helft van deze tweeling, waar deze man op doelde. Hij bleek hen bijzonder behulpzaam te willen zijn tot hij op barse wijze was weggestuurd.

"We zijn geen tweeling, dokter", zei Stacey koel.

"O, de gelijkenis is bijzonder frappant."

Stacey draaide zich, na een elleboogstoot van haar zuster, met een gemaakte glimlach naar hem toe.

"We zijn met meer dan twee."

"Weten jullie hoe weinig statistiek gezien meerlingen voorkomen?"

Hij klonk enthousiast en de modellen zes keken elkaar geamuseerd aan. Ze hadden bij toeval een nieuwe en bruikbare bron van inlichtingen gevonden, die ze uitgebreid konden uithoren.

 

"Je hebt gedronken."

Luitenant Stijn keek minachtend naar de vrolijke, jonge vrouw in de deuropening. De officier keek met duidelijke afkeer op zijn gezicht om zich heen tot zijn ogen Wick vonden.

"Jij bent toch een beetje de leider hier? Doe er iets aan. Waar heeft ze de flessen aan boord van dit schip gevonden?"

Het gezicht van de jonge vrouw betrok. Net als luitenant Stijn had Patricia de shuttlepiloot leren kennen, al was het dan wel van zijn galantere kant, maar dat was nog aan boord van Cloud 3 geweest. Ze herinnerde het zich nog goed omdat ze hem er luidruchtig van had beticht zich niet als een echte heer te gedragen. Waarop hij vriendelijk lachend een stap opzij had gedaan om haar voor te laten gaan op de ladder. Pas nadat ze halverwege naar beneden had gekeken besefte ze waarom hij haar voor had willen gaan. Ze zag de shuttlepiloot traag overeind komen. Gesprekken aan andere tafels verstomden.

"Egoïst", zei Wick met een knipoog toen hij voor haar stond.

Voldaan keek luitenant Stijn hoe hij haar een fles afnam om vervolgens tot zijn verbazing haar de fles in de andere hand te laten behouden. Wick hief de fles op.

"Wie wil er een slok?", vroeg hij luidruchtig.

Er bleken genoeg dorstige gegadigden in de kantine te zijn. Onderweg naar zijn tafel de hem toe gereikte glazen en mokken vullend arriveerde Wick met een lege fles bij zijn stoel.

Patricia liep zacht heupwiegend op de marineofficier af.

"Waarom denk je dat ik de flessen aan boord van dit schip heb gevonden?", vroeg ze zacht in het voorbij lopen. Ze nam met een tevreden uitdrukking op haar gezicht plaats aan de tafel van Wick. Waar de shuttlepiloot, zoals gebruikelijk was geworden, alleen aan zat. De luitenant verdween, maar er was niemand in de kantine die hem miste.

"Ik kom je gezelschap houden."

Ze zette haar fles met een klap op tafel.

"Als je dorst hebt...", nodigde ze uit.

Grijnzend schudde hij het hoofd en sloeg het aanbod met een beleefd gebaar af.

"Je bent geen echte feestganger, hè?"

"Niet zoals jij en jouw broer. Waar is hij, eigenlijk? Ik dacht dat jullie zo onafscheidelijk van elkaar waren."

"Hij zal wel op ziekenbezoek zijn."

Wick besloot maar niet te vragen wat de studente daarmee bedoelde. Aan boord van Cloud 3 had de studente in ieder geval nog geen minuut van haar tijd gespendeerd aan leren. Ze had het samen met haar broer te druk gehad met feestvieren. Geld leek daarbij geen rol te spelen en de fooien waren altijd riant. Zoals hij tot vervelends toe moest aanhoren van de stewards met wie hij toen een dichtbevolkt vertrek deelde. Hij stond op.

"Ik heb iemand beloofd dat ik zou gaan rusten. Zorg dat je niet te veel drinkt, anders beland je nog met iemand in bed waar je morgen van schrikt en geen weet meer van hebt."

"Van jou zal ik niet schrikken."

Hij begon te lachen.

"Ik ben daar veel te moe voor."

"Het is het einde van de wereld. Ik heb geen tijd om moe te zijn."

Na er even over na te hebben gedacht haalde hij zijn schouders op.

"Ik ben ruim tien jaar ouder dan jij", zei hij nog bedenkelijk.

"Ja, dan gaat alles slapper hangen, heb ik wel eens gehoord."

Ze leek geen enkele schaamte te kennen en plotseling kon hij het haar niet kwalijk nemen ook. Als dit werkelijk het einde van de wereld was, voor wie waren de regels die aan boord van Cloud 3 hadden gegolden over verboden omgang tussen bemanningsleden en passagiers dan nog van belang?

"Laat de fles maar staan. Anders presteer ik helemaal niets en zoveel ervaring heb ik toch al niet waar ik op terug kan vallen."

Uitbundig lachend sloeg ze een arm om de man heen die ze onbewust een langdurige blik onder haar jurk had gegund door de ladder te beklimmen. Wat haar echter bij was gebleven was de man onderaan de ladder die bewust de andere kant op had gekeken. Al had haar twistzieke broer natuurlijk iets anders beweerd. Het had haar gegeneerd, maar dat was toen. Zonder meer terug kunnen vallen op haar familienaam of het fortuin en politieke macht dat haar voorouders in de loop der tijd hadden vergaard was ze op zich zelf aan gewezen. Het was bedroevend weinig voor een jonge vrouw die graag in het middelpunt van de belangstelling stond. Daarom had ze gedronken om te kunnen vergeten wat ze allemaal was kwijtgeraakt.