epiloog

2010, 19 augustus, Pretoria, Zuid-Afrika

De vrouw hoorde hem neuriën terwijl Sander bezig was in de keuken met het afwassen van de vuile borden, kopjes, glazen en bestek. Vreemd genoeg maakte haar vriend nooit gebruik van zijn vaatwasmachine. Hij leek het in tegenstelling tot haar wel een leuke bezigheid te vinden. Nu Akanke er over nadacht leek hij overal wel iets positiefs in te kunnen zien. Zelfs in de meest alledaagse activiteiten, die zo gewoon waren dat ze er nooit eerder bij stil had gestaan, tot hij er dan over begon. Hij stond met de rug naar haar toe. De veel te grote trui verborg zijn atletische bouw.

"Deze foto..."

Sander draaide zich glimlachend om. Akanke hield een fotolijst omhoog, dat van een ringband met meerdere foto's was voorzien. De foto waar hij nu naar keek had zich ergens onderop bevonden. Misschien zelfs wel helemaal achteraan. Hij zag zich zelf erop met nog een andere burger en drie geüniformeerde vrouwen. De wind had vrij spel gehad op de open vlakte van het vliegveld. De rode stropdas van de president was over zijn schouder geblazen. Ze zagen er zonder uitzondering moe uit, maar bijna allemaal lachten ze.

Het rakelde allerlei herinneringen bij hem op. Hij legde de theedoek over een schouder en nam voorzichtig de van zwart plastic gemaakte lijst van haar over.

"Je bent nieuwsgierig geweest."

De opmerking veroorzaakte bij Akanke een frons op haar voorhoofd. Hij had zo afstandelijk geklonken. Het was haar ook opgevallen dat zijn glimlach nu was verdwenen. Akanke zag hem met een intense blik in zijn grijsgroene ogen naar de foto kijken. Zoals altijd het geval was als hij zich ergens volledig op concentreerde en daarbij alles en iedereen om zich heen buitensloot, inclusief haar. Blijkbaar waren de herinneringen minder diep weg gestopt dan hij dacht en had verwacht.

Vier van de vijf op de foto vereeuwigde mensen lachten. Ze hadden hem met moeite kunnen overhalen om erbij te komen staan, maar om hem voor de camera te laten lachen was mislukt. De vrouw links van hem op de foto was Eveshka. De gedreven artilleriste was bij de gevechten op de vliegbasis Chernyakhovsk gesneuveld. De man rechts van hem was Shurik Vladimir Dostrovalyn. De vrouwen rechts van de president waren Angelika en Qiu. Angelika had als zijn chauffeuse de aan de gevolgen van aids overleden Nadenka opgevolgd. Beiden hadden net als hem de oorlog vrijwel ongeschonden doorstaan.

Deze kennis gaf hem een wrang gevoel. De Chinese vrouw was kort na de terugkeer naar haar moederland samen met haar man geschept door een dronken automobilist. In een plaatselijke krant waren een paar woorden aan het ongeluk gewijd. Hij had het inmiddels vergeelde artikel en de bijgesloten vertaling nog altijd bewaard. Net als een verkreukelde foto van een lachende Angelika, omringd door de jongens en meisjes uit haar klas. Hij beschouwde haar als de succesvolste van alle op de foto vast gelegde mensen. Ze had het uniform verruild voor een bestaan in de burgermaatschappij. Ze had de banden met haar familie hersteld en een opleiding gevolgd om les te mogen geven op een lagere school. Ze zag er gelukkig uit en hij gunde het haar van harte.

"Paintball", verklaarde hij kortaf, gaf de lijst aan haar terug en trok de geruite theedoek van de schouder af.

Moet ik haar de waarheid vertellen? Hij zag haar weer naar de foto kijken, voor hij verder ging met afwassen. Het hielp hem met het verzetten van zijn gedachten.

"Oh, het zag er allemaal zo echt uit. Waarom ken ik niemand van hen?"

"Ik heb het achter me gelaten."

Moet ik zeggen dat ik een stomme idealist ben geweest met te weinig fantasie om me voor te kunnen stellen wat een oorlog eigenlijk inhield?

"Goed voor je. Paintball is veel te gewelddadig. In dit land is al te veel bloed gevloeid."

"Hmn", liet hij horen, zonder eigenlijk te weten wat ze had gezegd.

De man in burgerkleding had het wel geweten. Net als Sander had Shurik met weinig meer dan wat kneuzingen, schrammen en reeds vervagende littekens de oorlog doorstaan. Hij had alles geriskeerd voor de provincie waarin hij was geboren en opgegroeid. Na de oorlog vonden de democratische verkiezingen plaats waar ze voor gestreden hadden en Shurik had deze met een kleine, maar wel alles bepalende, minderheid verloren. Het was iets dat Sander nog steeds ondankbaar vond van het land, maar dat was vermoedelijk het gevolg als je een groot land als Rusland zo openlijk had vernederd. Zelfs de overgave van de Republiek Kaliningrad had hier geen verandering in kunnen brengen. Daarvoor moest Shurik gedurende zijn verdere leven de onzichtbare littekens voor met zich mee dragen. Zoiets kwam in geen enkel geschiedenisboek naar voren, maar hij wist het.

Hij hoorde haar weglopen. Waarschijnlijk naar zijn werkkamer om de lijst op het bureau terug te zetten. Hij had het leven achter de camera altijd saai gevonden, maar er eenmaal ver vandaan had hij er regelmatig aan teruggedacht. Zelfs op sommige momenten er naar terug verlangt. Wat hij in Nederland als eentonig was gaan beschouwen had in de Republiek Kaliningrad weer aan glans gewonnen, zodra hij met het alternatief werd geconfronteerd. De voortdurende spanning, waar hij op sommige momenten wel eens van genoten had, en de onzekerheid of hij het zou overleven of sneuvelen of misschien wel erger. Was het maar zo makkelijk om bepaalde gebeurtenissen in je leven een vaste plek te geven, zoals de lijst op het bureau of beter nog als vuil afwaswater in het riool kwijt te raken. Zelfs na de vrijspraak in Den Haag vanwege een gebrek aan regelgeving voor private military companies had hij zijn oude leven niet kunnen hervatten. Het was moeilijk geweest om te accepteren dat na zijn terugkeer alles anders was.

"Het is nu wel droog, hoor."

Geschrokken van haar stem keek hij opzij. Hij had haar niet terug horen komen.

Lachend om zijn reactie nam Akanke het droog gewreven bord uit zijn handen.

"De foto..."

Ze wachtte, maar er leek niets meer te volgen.

Sander legde de theedoek neer. Leunde met zijn handen op het aanrecht en boog zijn hoofd. De meegedragen last was plotsklaps te zwaar geworden voor een man alleen om deze te kunnen blijven dragen.

"Wat is er met de foto?", vroeg Akanke. De vrouw was bezorgd geworden vanwege wat ze zag.

"Wil je echt weten waarom ik naar een land ben geëmigreerd, dat geen uitleveringsverdrag met Rusland heeft?"

De vraag riep zoveel nieuwe vragen bij haar op, dat ze slechts kon knikken. Tot het tot haar doordrong dat hij het niet kon zien wat ze deed. "Ja. Ja, ik wil het weten."

Akanke zag hem diep ademhalen voor hij begon te praten. Het gebeurde nog steeds zonder haar aan te kijken.

Hij was bang voor het oordeel, die Akanke over hem zou vellen, als de Afrikaner de waarheid kende. Misschien al voor hij zijn hele verhaal had kunnen vertellen van wat als een vakantie was begonnen. Het was een moment waarop Sander nu wenste dat het nooit was gebeurd, maar hij kon zich niet eens voorstellen hoe de geschiedenis er dan zou hebben uitgezien.