hoofdstuk 1 (Saskjezwaard)

a
Het was met iets onbenulligs begonnen, maar het lag niet in het karakter van de man om te vergeven en te vergeten. Het groeide met elke commentaar dat hij op zijn in het Engels geschreven gedichten ontving. Wie waren zij om kritiek op hem te leveren! Hij had genadeloos terug geslagen. Volgens zijn profiel was hij slechts een jongen, maar in werkelijkheid was hij tweemaal zo oud als de door hem opgegeven leeftijd. Hij had er dankbaar gebruik van gemaakt. De daders hadden er spoedig spijt van gekregen dat ze zijn creaties met commentaar hadden besmeurd. De beheerders hadden natuurlijk tegen hem partij gekozen omdat ze voor deze inferieure zwakkelingen wilden opkomen. Daarna waren de reacties op zijn gedichten achterwege bleven. Hij wilde echter niet genegeerd worden. Wat hij wilde was bewonderd worden om zijn originaliteit. De inspiratie zijn voor anderen met wie hij tot voor kort op Online Verhalen actief was geweest. Tot ze zich allemaal tegen hem keerden. Ieder ander zou in zijn plaats de nederlaag hebben erkend zodra hij na vele waarschuwingen te hebben genegeerd van de site werd gebannen. Voor hem was het onmogelijk. Het pseudoniem onder welke hij zijn werk instuurde was gewist alsof het nooit had bestaan. Ze hadden hem dood verklaard, maar hij zou herrijzen. Het gevoel dat hij zolang beteugeld had was in hem los gebroken. Uiterlijk was de schuchtere man voor de buitenwereld nog altijd dezelfde gebleven, maar inwendig had hij voorgoed met deze zwakke karikatuur gebroken. Het was de reden waarom hij nu in de slaapkamer stond van Saskjezwaard.

De jonge vrouw op de bureaustoel kneep haar blauwe ogen half dicht. De zwellingen rondom haar rechteroog, waar ze was geraakt, namen langzaam dezelfde kleur aan. Ze probeerde te bewegen, maar de duke tape maakte haar dit onmogelijk. De bezoeker had uitbundig van de rol gebruik gemaakt om haar benen, armen en bovenlichaam vast te plakken. Eerst was ze te bang geweest om zich te verroeren en daarom had ze hem laten begaan. In de hoop dat het spoedig voorbij zou zijn. Ze had het echter mis gehad. De man had de sieraden van haar moeder of waardevolle spullen van haar ouders ongemoeid gelaten. Hij was er zelfs niet naar op zoek gegaan. In plaats daarvan had hij met enig geweld haar gebruikersnaam en wachtwoord ontfutseld. Machteloos had ze moeten toekijken hoe hij onder haar naam was ingelogd op de site van Online Verhalen. Het had haar woedend gemaakt zodra het tot haar door was gedrongen hoe belachelijk het eigenlijk was voor wat hij haar had aangedaan. Het bleek echter te laat te zijn om zich nog van de tape te kunnen ontdoen.
"Rechtop zitten is goed voor je rug."
Saskjezwaard kneep haar ogen nog verder dicht en de man mocht blij zijn dat hij ook haar mond had afgeplakt.
 
In leren handschoenen gestoken vingers bewogen zich over het toetsenbord. De laptop produceerde een piepend geluid uit protest tegen de ruwe behandeling. Het bleek lastig te zijn om te typen met handschoenen aan. Het verliep veel moeizamer dan hij zich had kunnen voorstellen, met onnodig veel spelfouten. De man keek om zich heen. Het liefste werkte hij vanachter een bureau. Saskjezwaard bleek ook een bureau te hebben, maar de enige stoel in de slaapkamer was al bezet en daarom was hij met de laptop op haar bed gaan liggen. Het werkte comfortabeler dan achter het bureau te staan. Hij kon het trouwens niet begrijpen dat ze kon werken met zoveel rommel op het bureau.
"Ik werk altijd in stilte. jij ook?"
Hij zag haar knikken. Er klonk enig gemompel vanachter het grijze tape. Even speelde hij met de gedachte om met haar het gesprek aan te gaan, maar de man veranderde van gedachten zodra hij de blik in haar ogen zag. Het moest maar een eenzijdig gesprek worden waarbij hij aan het woord was.
"Zo, dat is gebeurd."
Voldaan over zich zelf keek hij knikkend naar het scherm.
"Online Verhalen is weer een gedicht rijker geworden."
Het enige wat hij jammer eraan was haar profiel bij het gedicht. Ze kon nu alle positieve reacties ervoor opeisen zonder dat iemand van de geregistreerde gebruikers of gasten wist dat hij het was die het in werkelijkheid bedacht had.
"Ik ben zo terug."
 
Saskjezwaard volgde hem met haar ogen tot hij de slaapkamer uit was. Ze vervloekte nogmaals het moment waarop ze de voordeur had open gedaan voor de onbekende man met de collectebus. Daarna was het allemaal zo snel gegaan, dat ze het nog nauwelijks kon bevatten. Ze had de voordeur dicht horen gaan voor het donker om haar heen was geworden terwijl het licht in de hal bleef branden. Zodra ze zich zelf of door haar ouders was bevrijd dan wilde Saskjezwaard meteen de politie bellen om het signalement van de dader door te geven. Nadat ze op de bureaustoel weer was bijgekomen had ze voldoende tijd gehad om de man tot in details in zich op te nemen. Hij had immers geen masker gebruikt. Ze wilde hem laten boeten voor wat hij met haar had gedaan en zodra de politie achter hem aan ging zou zij het gedicht van de site wissen. Ze hoorde hem al neuriën voor hij de deur van de slaapkamer open duwde. Midden in het vertrek bleef hij staan. Achterdochtig keek Saskjezwaard toe hoe hij om zich heen keek voor zijn ogen bleven rusten op haar bed. Een angstig vermoeden drong zich bij haar op en ze probeerde haar hoofd te schudden, maar zelfs deze had hij omwikkeld om vast te maken aan de hoofdleuning van de stoel.
 
Al neuriënd duwde de man de bureaustoel in de hal voor zich uit. Het had hem de nodige moeite gekost om haar de trap af te krijgen. Gelukkig had hij daarbij weinig om haar welzijn te hoeven bekommeren. Het over haar heen getrokken bloemrijke dekbedovertrek vertoonde hier en daar al vochtige, rode vlekken. Hij liet haar zitten om de voordeur open te maken. Blij dat het deze dagen steeds vroeger donker begon te worden, maar in zijn plan was hij vergeten de lantaarns mee te calculeren. Hij schrok er eerlijk gezegd van en bleef enige minuten aarzelend in de deuropening staan. Tot haar gekreun hem in beweging bracht. Haar machteloosheid haalde hem over om toch door te zetten. Ze had met de Zilveren Nacht al meer glorie bereikt dan hij vond dat besteed mocht worden aan De Poort naar de Andere Wereld. Fantasie was een genre dat hij altijd had verfoeid. Na een keer diep adem te hebben gehaald duwde hij haar voor zich, naar buiten. De kleine wielen van de bureaustoel bleken totaal ongeschikt te zijn om daarmee over het betegelde trottoir te rijden. Het had veel weg van een onwillige boodschappenwagen, waarmee hij in een supermarkt ook altijd liep te worstelen alsof het wagentje misschien geen eigen wil had, maar dan toch wel een eigen mening over waar de reis naartoe ging. Achter elk raam zag hij in het voorbij lopen wel licht branden, maar gelukkig zag hij niemand naar buiten komen. Bijna dacht hij geheel onopgemerkt het kruispunt te kunnen bereiken tot een oude vrouw het plan doorkruiste. Behulpzaam stapte ze van het trottoir de straat op om ruimte voor hem te maken en bleef daarbij vragend naar het vreemde tafereel kijken.
 
Bewegen was voor Saskjezwaard zo goed als onmogelijk, maar ze moest zich laten horen zodra ze de man iemand hoorde bedanken. Waarvoor hij iemand bedankte wist ze niet en het deed er ook voor haar niet toe. Ze wilde lawaai maken om de aandacht op haar te vestigen. Op de netelige positie waarin ze verkeerde. Tot haar opluchting herkende ze de stem, die vroeg wat dit eigenlijk moest voorstellen. Het was de nieuwsgierigheid in eigen persoon, haar bemoeizieke buurvrouw. Saskjezwaard kon zich niet herinneren ooit zo blij te zijn geweest om haar tegen te komen.

"Het is haar verlate ontgroening. Ze zal er spijt van krijgen dat ze ooit lid is geworden van OV", vertelde de man, met een voor Saskjezwaard verbijsterende openhartigheid.
Ze jammerde op een onverstaanbare manier nog luider. Het leverde haar een venijnige klap tegen haar achterhoofd op, die hij verdoezelde door met zijn andere hand over haar hoofd te strijken alsof hij een hond of kat aaide.
"O, wat leuk", zei de vrouw enigszins aarzelend.
Enthousiast zag ze de man knikken. De brede glimlach op het bijna ronde gezicht nam een deel van haar onrust weg, maar een beetje bezorgd bleef ze wel.
"Ja, maar ik denk dat ze er nu iets anders over denkt. Als ze het einde van de avond overleeft dan wordt ze vast erelid. Het spijt me, maar ik wil niet te veel gaan verraden. Misschien leest u het morgen wel in de krant. Het wordt vast een klapper. Ik wens u nog een prettige avond verder en tot ziens."
Zonder de vrouw de tijd te geven om hem nog langer op te houden liep hij met de stoel voor zich uit duwend verder. Hij hoorde de oudere vrouw nog bedanken en stak een arm als groet op zonder daarbij achterom te kijken.

Saskjezwaard voelde hoe hij het dekbedovertrek van haar aftrok en daarbij ook een pluk van haar hoofdhaar eruit werd getrokken. Het duurde enkele seconden voor ze met haar betraande ogen zag waar ze zich bevonden. In de verte verschenen de lichten van een naderend voertuig. Hij trok de stoel naar achteren en de lichten verdwenen achter een grote boom waar ze naast stonden. Het beperkte haar zicht tot minder dan een meter terwijl ze het geluid van de zware motor luider hoorde worden. Op het kruispunt bij haar ouderlijk huis werd altijd al hard gereden. De paniek nam bezit van haar. Ze kreeg het benauwd.
"O, mooi. Het is een vrachtwagen."
Haar ademhaling ging nu ongecontroleerd.
"Ik zal aan je denken, maar niet voor lang. Jij bent slechts de eerste op mijn lijst."
Een harde duw bracht haar vlak voor de verblindende lichten.