Beleid van de Russische Federatie

'

21 september, vliegbasis Chernyakhovsk

De militaire basis was vier kilometer ten zuidwesten van de gelijknamige stad Chernyakhovsk gelegen. De stad en het door de marineluchtvaartdienst gebruikte vliegveld waren als eerbetoon genoemd naar de jongste generaal die de Grote Vaderlandse Oorlog had voortgebracht: Ivan Danilovich Chernyakhovsky. Op een betreurwaardige leeftijd van negenendertig jaar was de jonge commandant in het laatste oorlogsjaar gesneuveld , terwijl hij de voorbereidingen voor een nieuw offensief gericht tegen Königsberg inspecteerde. De stad viel vijftig dagen later, op 9 april 1945, uiteindelijk in Russische handen.

Het 4e Garde jachtbommenwerper luchtregiment had nieuwe orders gekregen. Alles wat kon vliegen moest gereed worden gemaakt voor vertrek naar een veiligere locatie. De toegenomen activiteiten op de basis kon onmogelijk volkomen aan de plaatselijke bevolking zijn ontgaan. Alle verlof voor het militaire personeel was met onmiddellijke ingang ingetrokken. De militaire politie zocht de kroegen en eetgelegenheden in de stad af naar militairen die deze orders niet hadden ontvangen of zo stom waren geweest om deze te negeren. Op het vliegveld werkte het grondpersoneel letterlijk tot het er van vermoeidheid bij neer viel om de Su-24M grondaanvalsvliegtuigen en de ervan afgeleidde Su-24MR verkenningsvarianten deze reis te kunnen laten maken. De gevechtsvliegtuigen werden van afwerpbare brandstoftanks voorzien en dat deed velen zich afvragen of de veilig geachte plek zich buiten de grenzen van de 15.100 km² grootte Republiek Kaliningrad bevond.

Vermoeid, maar voldaan over wat ze tot zover hadden bereikt keek het grondpersoneel naar de eerste opstijgende gevechtsvliegtuigen. Het ging met het nodige gebulder van de straalmotoren gepaard. Veel tijd om ervan te genieten was hen echter niet gegund. Gespannen officieren verschenen ter plaatse en herinnerde iedereen aan de bevelen, die de eenheid had ontvangen. Ze toonden geen enkele mededogen. Er waren immers nog meer vliegtuigen waar dringend werk aan moest worden verricht. Op fluistertoon mokkend sleepten de technici zich naar de hangars.

Van de vertrokken marinevliegers wist iedereen op het vliegveld dat de bestemming zich daadwerkelijk over de grens bevond. Plotseling was de radio aan populariteit aan het winnen en niet vanwege de muziek, die uit de boxen in de hangars klonk. De militairen snakten naar informatie. Tussen de nieuwsberichten door bleef de stroom aan geruchten groeien. Geen enkele officier kwam met een verklaring voor de bevelen om de toenemende onrust de kop in te drukken. Al probeerde een aantal van hen wel de schijn op te houden dat ze meer wisten dan de rest.

Het harde werk loonde, maar vreemd genoeg werd niet van iedereen op de basis hetzelfde verlangt. De officieren ontzagen de autochtone Russen met hun tirades of scheepten hen af met onbelangrijke klussen. Het bleef niet lang onopgemerkt en spoedig begonnen ook uit Rusland afkomstige Russen met lagere rangen hen te mijden, alsof ze bang waren om te worden besmet met een ernstige ziekte. Het leek helemaal niets uit te maken dat ze allen over een Russisch paspoort beschikten. De Kaliningraders kregen het benauwende gevoel dat ze voortdurend in de gaten werden gehouden en hun woede en onbegrip daarover konden ze alleen bij elkaar kwijt. Ze voelden zich immers niet serieus genomen door de officieren, die op dit ogenblik andere prioriteiten hadden of althans zich daar achter probeerden te verschuilen. Mopperend vervulden de Kaliningraders hun werkzaamheden, maar zwegen plotsklaps als ze maar dachten dat een Rus hen kon horen klagen.

 

689e luchtregiment jagers

Het luchtregiment onderscheidde zich op geen enkele manier van andere met jachtvliegtuigen uitgeruste eenheden binnen de Russische marineluchtvaartdienst. Het vormde een homogene strijdmacht, die geheel uit vliegtuigen van hetzelfde type bestond. Al was in de loop der tijd het oorspronkelijke aantal squadrons wel terug gebracht van vier naar drie en telde elk van hen nog maar twaalf vliegtuigen, in plaats van de gebruikelijke vijftien. Waarvan er natuurlijk ook altijd weer een paar vliegtuigen in onderhoud waren. Nog altijd waren er meer piloten dan Sukhoi Su-27SM gevechtsvliegtuigen binnen het luchtregiment aanwezig.

Voor het eerst sinds vele jaren werd alles genegeerd waarop binnen het luchtregiment op bezuinigd kon worden. Het belangrijkste daarvan, vanuit het oogpunt van de vliegers, was het voor geschreven aantal vlieguren dat ze jaarlijks mochten maken. Vanwege bezuinigingen waren deze terug gebracht tot vijfentwintig uur in de cockpit en dit werd voldoende geacht om de geoefendheid van elke piloot op peil te houden. Het vormde een scherp contrast met de luchtmachten van de NAVO-lidstaten, waar een gevechtspiloot minimaal honderdtachtig vlieguren in dezelfde periode moest maken. De rest van de tijd moest opgevuld worden met het vergaren van theoretische kennis en een verblijf in de oude simulator, maar deze laatste had al maanden geleden opgehouden te functioneren, werkte daarvoor slechts sporadisch en bleek bovendien weinig overeenkomsten te vertonen met de cockpit van een Su-27SM. Sommige van de jeugdige vliegers hadden al hun voorkeur uitgesproken voor het spelen van computerspelletjes. De nieuwe bevelen werden door de jachtpiloten met gemengde gevoelens verwelkomd. Ze hadden er allemaal naar verlangd om dagelijks weer de lucht in te mogen, maar de reden was een dreigende crisis en dat hield ook gevaar in.

De Russische luchtmacht had na het uitbreken van conflicten met Tsjetsjenië en Georgië weinig moeite gehad met het behalen van luchtoverwicht, ondanks de onervarenheid van de vliegers. Er hadden daarbij geen luchtgevechten plaats gevonden, maar het gaf de marinevliegers in ieder geval wel wat vertrouwen. Wat misschien wel minder zou zijn geweest als de piloten hadden geweten dat het luchtoverwicht boven Georgië niet had kunnen voorkomen dat de vijandelijke luchtmacht tot de laatste dag van de oorlog luchtaanvallen kon blijven uitvoeren, ondanks de totale afwezigheid van escorterende jagers. Hier was weinig ruchtbaarheid aan gegeven door de Russische media.

Door de grondgebonden luchtverdediging van zowel de vijand als eigen troepen had de luchtmacht verscheidene toestellen verloren. Een meerderheid van de geleden verliezen, die vaak als ongelukken waren afgedaan, was echter veroorzaakt door een gebrek aan training en onderhoud. Het was iets waar dezelfde marinevliegers niet aan wilden denken. Het voelde beter om deze gedachten te verdringen. De jachtpiloten schoven het lacherig af op de organisatorische gebreken van de luchtmacht. Daar maakten de vliegers tenslotte geen deel vanuit, zij behoorden tot de marineluchtvaartdienst. Ze hadden bovendien hele belangrijke taken te vervullen. De oorlogsschepen van de Oostzeevloot hadden ondanks alle defensieve wapensystemen aan boord toch bescherming vanuit de lucht nodig om tijdens een oorlogssituatie succesvol te kunnen opereren. Het 689e luchtregiment moest ook in de Republiek kaliningrad aanwezige bases behoeden voor een luchtaanval. Deze aanvallen konden vanuit alle richtingen komen en dat bemoeilijkte de taak van de piloten ernstig. Bovendien werden ze omringd door leden van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, die de Russen vijandig waren gezind. Vechten tegen deze gecombineerde luchtmachten beloofde regelrechte zelfmoord te worden. Niemand bij zinnen verwachtte dat het luchtregiment lang stand zou houden, maar allen hoopten dat de piloten lang genoeg tijd kunnen winnen om vanuit Rusland versterkingen te sturen. Voor de Russische militairen in de regio bestond de enige bedreiging uit de NAVO. Niemand anders haalde het in hun hoofd om het tegen hen op te willen nemen. Het was ook gebleken tijdens de oorlog met Georgië. Oorlogsschepen van de NAVO waren de Zwarte Zee op gestoomd onder het mom van het verschaffen van humanitaire hulp, om vervolgens na het beëindigen van de oorlog niet meer te willen vertrekken.

 

5N64S radarinstallatie

De surveillance en detectie radar had van de NAVO de aanduiding Big Bird gekregen. Het was een naam waar de gebruikers wel enige herkenning in konden vinden. Er leek maar weinig aan de radaroperateurs te ontgaan. Naast vliegtuigen en ballistische raketten was de radar ook in staat om zwermen vogels waar te nemen. De 5N64S radar op de bijna vijfendertig meter hoge Wach-Berge was een mobiele installatie, maar bevond zich daar al zolang als de radaroperateurs zich het konden herinneren. Ze hadden ook niet het gevoel dat hier snel verandering in ging komen. Ook al was de paraatheid verhoogd en herinnerde de commandant hen hier tot vervelens aan toe. De huidige locatie stelde de Russen in staat om optimaal gebruik te kunnen maken van de apparatuur.

De draaiende radar had twaalf seconden nodig om een volledige rotatie te maken en detecteerde gedurende deze tijd elk vliegtuig boven de Republiek Kaliningrad, maar de radarstralen bestreken ook een groot gedeelte van het luchtruim van de buurlanden. De 5N64N kon tot een maximum van tweehonderd vliegtuigen detecteren. Het stelde de radaroperateurs in staat om de dicht langs de ruim vijfhonderd kilometer lange grens met Polen en Litouwen patrouillerende Su-27SM gevechtsvliegtuigen te onderscheiden van andere vliegtuigen. De transponders van de Russische toestellen reageerden op de uitgezonden, gecodeerde radarpulsen door het signaal te controleren en na herkenning informatie prijs te geven over de nationaliteit van het vliegtuig en het type.

Gevechtsvliegtuigen van de NAVO gaven geen enkele informatie prijs en werden als een ongeïdentificeerde radarecho op de monitoren afgebeeld. In oorlogstijd moesten deze als vijandelijk worden beschouwd. In dit geval zou het personeel de radar tijdelijk vast zetten om langdurig een sector met radarstralen af te tasten voor het vergaren van gedetailleerde inlichtingen over het betreffende vliegtuig of een meervoud hiervan. Deze informatie hadden andere eenheden nodig om de betreffende vliegtuigen neer te kunnen neerhalen. Voorlopig hadden de radaroperateurs geen enkele reden om zover te gaan. Al lieten de Amerikanen regelmatig merken ook in de regio aanwezig te zijn, al was de sterkte van het 493e expeditionaire squadron niet bepaald indrukwekkend te noemen. De eenheid was uitgerust met slechts vier F-15C gevechtsvliegtuigen en deze waren zelden allemaal tegelijk in de lucht. Bovendien bewaarden de Amerikaanse vliegers een veilige afstand tot de grens met de Russische Federatie.

Het 493e squadron zou tot 2 januari volgend jaar in de Baltische landen gestationeerd blijven. Daarna nam een andere lidstaat van de NAVO de beveiliging van het luchtruim van Litouwen, Estland en Letland tijdens de daarop volgende drie maanden op zich. Zoals de Luftwaffe voor de komst van de Amerikanen had gedaan met een viertal McDonnel Douglas F-4 onderscheppingsjagers. Het was de Russische radaroperateurs allemaal bekend, omdat deze informatie voor iedereen vrij toegankelijk was op het internet. Zij zouden zich pas bezorgd tonen als er versterkingen voor de Amerikanen arriveerden of het aantal ongeïdentificeerde vliegtuigen boven Litouwen en Polen zonder enige vooraf gegane aankondiging van de NAVO drastisch toenam. Tot zover was steeds tijdig bekend gemaakt wanneer een militaire oefening van start ging. Het gebeurde uit voorzorg om incidenten te vermijden die tot veel iets ergers konden gaan leiden als de situatie door een deelnemende partij verkeerd werd ingeschat.

 

Oostzeevloot

De Russische marine verkeerde in een vervallen staat. Voor het uit elkaar vallen van de Sovjet-Unie was het nog een imposante strijdmacht geweest. Kapitein Vladimir Trepichnikov beschouwde het als een treurig hoofdstuk uit een roemrijke geschiedenis. De marineofficier maakte helaas deel uit van deze geschiedenis, zoals hij ook deel probeerde uit te maken van de toekomst. De oorlogsschepen vervulden ook in het heden een belangrijke vol voor de supermacht, die het op ver weg gelegen plaatsen vertegenwoordigde. Al jarenlang was de  admiraliteit gedwongen om het onderhoud aan de schepen en trainingen van de bemanningen tot een minimum terug te brengen. Alles draaide om geld besparen. Een feit dat vele marineofficieren betreurden. Veel schepen waren ook uit de vaart genomen en lagen letterlijk weg te roesten, met schadelijke gevolgen voor het milieu. Ook het moreel van het marinepersoneel had er onder te lijden. Al bleek dit voor bezorgde officieren lastig te zijn om duidelijk te maken aan hun superieuren. De Russische marine was gereduceerd tot nog maar een schim van vroeger. Het was noodzakelijk geworden om schepen en wapens te verkopen aan iedereen die ze wilde hebben en over geld beschikte om de eigen rekeningen te kunnen betalen.

Alleen deze beslissingen leken het mogelijk te hebben gemaakt dat de Oostzeevloot nog uit ongeveer vijfenzeventig vaartuigen van verschillende klassen bestond. Deze waren verspreid over de bases Baltyisk, waar de hoofdmacht van de vloot was gestationeerd, en Kronstadt. Deze laatste vervulde een minder belangrijke rol voor de Oostzeevloot, omdat het honderdveertig tot honderdzestig dagen van het jaar veel last van het ijs ondervond. Het had dan ook niet de voorkeur van de officieren van de 12e divisie oppervlakteschepen, maar het in Kaliningrad gehuisveste hoofdkwartier was in rep en roer. Orders en tegenorders van de admiraliteit volgden elkaar in een hoog tempo op en gehoorzaam volgden de officieren deze allen dan ook op. Hoe tegenstrijdig of stompzinnig deze soms voor hun gevoel ook waren.

Bezorgd over deze gang van zaken keek kapitein Trepichnikov vanaf de brug van de destroyer Bespokyoni naar het zuiden, in de richting van het hen vijandig gezinde Polen. Het buurland was in 1999 deel uit gaan maken van de NAVO. De passerende destroyer Nastoychivy ontnam hem tijdelijk het zicht op Polen. Het vlaggenschip was onderweg naar de Oostzee met een escorte van het fregat Pylkiy en het korvet Steregushchiy. Verscheidene korvetten van de 64e brigade lagen reeds op hen te wachten. Iedereen had haast gekregen. Een hijgende officier die hij nooit eerder had gezien meldde zich stram in de houding op de brug. Hij bleek afkomstig te zijn van de Nastoychivy. Het schip was zonder hem vertrokken en hij bleek niet de enige achterblijver te zijn. Vladimir besloot geen tijd meer te verspillen met het wachten op de rest van de bemanning. De Bespokyoni verkeerde in groot gevaar, zolang ze hier verbleven. Op zee was er tenminste ruimte om te manoeuvreren.

"Roep iedereen aan boord die je op de kade ziet lopen. We vertrekken over een halfuur en geen minuut later." De kapitein zag de officier, na een snelle blik op zijn horloge te hebben geworpen, weg rennen en concentreerde zich op zijn werk. Hij had veel te doen en misschien heel weinig tijd.

Op de kade konden te laat gearriveerde bemanningsleden slechts in verbijstering kijken naar de plaats waar de destroyer tot voor zeer kort had gelegen. Een aantal onder invloed van alcohol verkerende matrozen bleek daarbij op slag nuchter te zijn geworden. Wanhopig zochten ze naar een manier om toch aan boord te proberen komen. Sommigen van hen probeerden een lift te regelen, want nog altijd voeren er schepen naar zee en dan waren er de over hen heen vliegende helikopters nog. Een geïmproviseerde luchtbrug begon zich te ontwikkelen, want tijdens de aan paniek grenzende gejakker bleek er door de admiraliteit beslissingen te zijn genomen die eenmaal op zee tot problemen begonnen te leiden.

 

Amsterdam, Nederland

Een nauwelijks onderdrukte zucht ontsnapte uit de mond van Sander, na het openen van de als voordeur functionerende garagedeur. Hij had al meteen spijt gekregen van het moment dat hij besloten had om gedienstig de deur open te maken nadat er werd aan gebeld. Het geld in de collectebus rinkelde zodra deze enthousiast werd opgeheven. Alsof hij ooit het fel gekleurde ding over het hoofd zou kunnen zien. Het was ditmaal geen glimlachende man of een kind dat door een volwassene naar voren werd geschoven, maar een vrouw. De gemaakte glimlach was in ieder geval hetzelfde. Het goede doel waarvoor ze geld ophaalde drong nauwelijks tot hem door. Sander beantwoordde haar glimlach, met een iets minder brede versie ervan. "Ik geef niet aan de deur. Tot ziens."

Kort en duidelijk. Hij had het al zovele malen verteld. De glimlach op het gezicht van de vrouw verdween spoorloos, alsof het haar nog nooit eerder was overkomen wat hier gebeurde. Er voltrok voor de grijsgroene ogen van de man een verbazingwekkende verandering. De korte, gezette vrouw in een jas die haar verscheidene maten te groot leek stond nog steeds op dezelfde plaats, maar haar hele houding was veranderd.

"We leven in een vrij land, maar het ontslaat ons niet van verplichtingen om te zorgen..."

Verwonderd keek Sander haar aan. Hij zou geamuseerd zijn geweest als het eten op de tafel niet stond koud te worden. Even vroeg hij zich af hoeveel de vrouw zelf eigenlijk per jaar aan goede doelen gaf, maar tot zijn verbijstering vertelde ze het zonder dat hij er hardop om had moeten vragen. Sander zag haar voldaan knikken. Trots op zichzelf en waarschijnlijk maakte ze daar dagelijks de hele wereld deelgenoot van. Het was juist dit gedrag dat hem altijd deed weigeren geld in een collectebus te stoppen. Het gevoel onder een microscoop te liggen als hij zijn portefeuille te voorschijn haalde. Nog erger was het als er een bekende aan de voordeur stond. Al lang geleden had Sander op dit gebied een beslissing genomen, nog voor hij op zichzelf ging wonen en sindsdien er zich altijd aan weten te houden. De reacties van de mensen waren verschillend als ze deze acht woorden hoorden. Hij gaf er geen verklaring voor, omdat hij eenvoudig vond deze mensen niets schuldig te zijn.

"Wacht even."

Woedend op zichzelf voor wat hij ging doen, maar deze vrouw was erin geslaagd het duistere deel van zijn persoonlijkheid in hem te doen ontwaken. Hij liep na haastig wat zoekwerk voor de tweede maal naar de voordeur waar de vrouw stond te wachten. Hij zag dat de glimlach op haar gezicht weer was terug gekeerd. Het was een vreemd gezicht alsof hij haar nooit meer met een glimlach kon vereenzelvigen. Ze hief de collectebus op. Overtuigd dat ze had gezegevierd. Sander had een papier bij zich en het was geen briefgeld. Hij had er nog nooit eerder de behoefte aan gehad om te laten zien of hij iets aan een goed doel gaf, hoe hoog het bedrag was en wat voor redenen hij daarvoor had. Hij had het altijd als iets heel persoonlijks beschouwd. Hij toonde haar het bankafschrift en tikte venijnig op een bedrag dat ruimschoots het dubbele bedroeg van wat zij jaarlijks over had voor goede doelen. Als je tenminste geloofde wat ze had gezegd. Waar hij het aan geschonken had stond er naast afgedrukt. De reden waarom hij het aan deze organisatie had geschonken hield hij nog steeds voor zich. Elk jaar koos hij een ander doel.

"En nu op gedonderd." Hij had het veel luider gezegd dan de bedoeling was geweest.

De zojuist thuis gekomen buurvrouw keek geshockeerd in hun richting. "Kom maar, hoor", zei Sevda vriendelijk, 'hier woont tenminste iemand die wel wat voor andere mensen over heeft."

Sander keek de gezette vrouw nog een seconde recht in de ogen voor ze haar blik neersloeg en hij met verachting de houten deur dicht duwde. Ze zou er met geen woord over reppen, besefte hij. Haar indrukwekkende woordenschat niet aanwenden om het beeld dat nu bij de Turkse buren moest zijn ontstaan weg te nemen. Vol walging keerde hij naar de etenstafel terug. Het werd tijd voor een bordje onder de deurbel met een collectebus erop afgebeeld en de tekst wist hij ook al: aan deze deur geen gezeur. Wat de wereld daar ook van mocht denken.

 

Doema

Het comité internationale en interregionale betrekkingen had voor het lokale parlement een belangrijke rol gespeeld bij het in contact komen met diverse landen en deze contacten ook te onderhouden. Het verraste niemand dat het werd omgevormd door de overgangsregering tot het ministerie van buitenlandse zaken. Zo waren er nog zeven andere comités. Voor de betrokken mensen veranderde weinig meer misschien dan de naam van hun functie.

Wat minder voor de hand lag was de aanwezigheid van Michail Tsjesalin, Ljoedmila Zelinskaja en Konstantin Dorosjok in een vergaderzaal van het regeringsgebouw. Deze mensen waren de initiatiefnemers van het toenemende burgerverzet. De bevolking had te lijden onder de veelal praktische problemen waarmee ze werden geconfronteerd en zij hadden zich geroepen gevoeld om er iets tegen te ondernemen. Het drietal wilde niet op dezelfde voet verder gaan, zoals de overgangsregering wel van plan leek te zijn. Onzeker over wat hen te wachten stond praatte ze fluisterend met elkaar. De deur ging open en verwonderd keken de Kaliningraders naar de binnen gestapte man. Ze zagen hem iets aan het fototoestel in zijn handen bijstellen. Achter hem verscheen een andere man, die hen wel bekend voor kwam. Automatisch kwamen Michail, Ljoedmila en Konstantin overeind om de uitgestoken hand van de president te schudden. Ze hadden gehoopt dat iemand bereid was om naar hen te luisteren, maar in plaats daarvan kregen ze meer dan ze op hadden gerekend. De fotograaf was slechts aanwezig om dit moment vast te leggen en vertrok meteen daarna weer.

Shurik had het druk en besloot dan ook om meteen ter zake te komen, nadat hij had plaats genomen. "Willen jullie blijven protesteren of gaan jullie helpen bij het zoeken naar structurele oplossingen voor onze problemen? Ik wil geen werkgroep vormen, maar ieder van jullie hier aan tafel een positie in mijn regering aanbieden."

Het was een opmerkelijk aanbod, dat de president hen persoonlijk deed. Verrast keken ze elkaar aan.

Shurik legde zijn handen op de leuning van de stoel. "Hebben jullie tijd nodig om te overleggen?", vroeg hij vriendelijk en toonde bereid te zijn daarvoor de zaal te verlaten.

"Nee, meneer de president", antwoordde Ljoedmila", dat is onnodig. We doen het."

Hier zichtbaar minder zeker van knikten de mannen instemmend. Nog steeds overrompeld door het feit dat de president het niet aan een lager geplaatste regeringsfunctionaris had overgelaten om deze boodschap over te brengen, maar zelf daarvoor was gekomen.

Het benadrukte voor Ljoedmila hoeveel waarde hij aan hun inbreng hechte. Het had haar helemaal enthousiast gemaakt. Binnenkort had ze een positie waarin ze daadwerkelijk veranderingen zou kunnen doorvoeren en wel van binnenuit.

"Ministers heb ik echter al genoeg."

Het was een grapje waar het drietal wel om kon lachen. Ze zagen de president overeind komen en volgden zijn voorbeeld.

"Ik zorg dat er morgen contact met jullie word opgenomen."

Een laatste uitwisseling van groeten en de vergaderzaal behoorde weer geheel de actievoerders toe. Opgewonden begonnen ze met elkaar toekomstige plannen uit te wisselen. Al snel ontstond er aan de tafel discussie over de prioriteit er aan welk plan moest worden gegeven.

"Dit belooft minder gemakkelijk te worden dan ik dacht", mompelde Ljoedmila.

Konstantin keek in de richting van de deur, waardoor hij Shurik de zaal had zien verlaten. "Welkom in zijn wereld", zei de man slechts.

Voor het eerst begon bij het drietal het besef te dagen dat het wel eens moeilijker zou worden dan ze enkele minuten geleden nog gedacht hadden.

"We gaan ons best doen", zei Michail. Het klonk bijna als een belofte. Het kon natuurlijk ook op instemming rekenen van de beide anderen.

 

regeringsgebouw

De gewelddadige ontgroeningen binnen de strijdkrachten, het lage salaris en mogelijke uitzendingen naar gevaarlijke gebieden als de Kaukasus hadden onder de bevolking voor weinig populariteit voor de strijdkrachten gezorgd. De aanwezige militairen zorgden ook voor overlast, maar het werd allemaal gelaten geaccepteerd. Veel mensen waren verstandig genoeg om er vanwege eigenbelang over te zwijgen. Het voormalige oblast was immers gestructureerd om te voldoen aan de behoeften van de strijdkrachten en veel Kaliningraders waren voor hun broodwinning van de militairen afhankelijk. Een situatie waar de afgelopen jaren maar weinig verandering in was gekomen.

De aanwezigheid van zoveel soldaten in het kleine land kwam elke keer weer ter sprake als Shurik toenadering zocht tot het buitenland. Al was hij blijkbaar ditmaal voor de politici in Moskou veel te ver gegaan. Hij werd geconfronteerd met de onverwachtse bereidheid van het Russische ministerie van defensie om alle in het land gestationeerde troepen op kort termijn terug te trekken. Het gebeurde zo massaal dat de president het gevoel had zijn greep op deze exodus te hebben verloren. Niemand kon de economische gevolgen voor het land overzien, maar de op televisie verschenen experts voorspelden zonder uitzondering een toenemende werkeloosheid en talrijke andere problemen. Shurik had tegen alle verwachtingen in zijn zin gekregen en moest nu de consequenties daarvan dragen. Buiten de Russen om had hij de Verenigde Naties benaderd voor waarnemers uit neutrale landen gevraagd om toezicht te houden tijdens de komende verkiezingen. Het waarborgen van de democratie was een krachtig argument dat hij daarbij herhaaldelijk had gebruikt. Hij had nog geen antwoord op zijn aanvraag ontvangen, maar het verzoek was wel uitgelekt en de reactie vanuit Moskou loog er niet om.

Hulpeloos keek de politicus in de lege werkkamer om zich heen. Het vertrek van zoveel Russische militairen scheepte de overgangsregering met talrijke problemen op, maar in geen enkele ervan toonden de Russen zich geïnteresseerd. Niemand toonde zich meer bereid om hem van advies te voorzien. Zelfs de jeugdige secretaresse liet zich alleen zien wanneer het nodig was. Om geen seconde langer met hem in dezelfde kamer te verblijven dan noodzakelijk was, voor ze weer snel terug liep naar haar bureau buiten zijn werkkamer. "Wat heb ik toch gedaan?", mompelde hij zacht.

Hij had meer redenen gehad om contact op te nemen met de Verenigde Naties. Misschien was het fout van hem geweest om deze voor zich zelf te houden. Al wist hij vrijwel zeker dat het plan op tegenstand van de Russische Federatie zou zijn gestoten, als hij het wel vooraf met hen had besproken. De Republiek Kaliningrad had erkenning van andere staten nodig om handel te kunnen drijven en verdragen af te sluiten die de economie ten goede zouden komen. Hij was bereid om bijna alles te doen om het land uit het politieke isolement te halen waarin het was beland. De banden met de Russische Federatie moesten losser worden als ze geloofwaardig wilden zijn voor het Westen. De president drukte op de intercom om zich in verbinding te stellen met de secretaresse. "Wil je voor mij een afspraak maken met de kolonel?"

"Wanneer komt u het beste uit, meneer?"

"Jij beheerd mijn agenda. Er moet daarin ruimte genoeg zijn."

"Ja, meneer. Wat kan ik hem zeggen dat het over gaat?"

"Ik ga de dienstplicht invoeren." Het was even stil, voor hij het de jonge vrouw hoorde bevestigen. Shurik had liever over een alternatief beschikt, maar wachten op vrijwilligers was geen optie. Zelfs als de militaire dienstplicht was ingevoerd zou het nog lastig worden om voldoende mensen op te trommelen, om alle lege plaatsen op te kunnen vullen.

"De pers zal hiervan smullen", mompelde hij zuchtend.

 

25 september, PVO-Strany

De tot bevelhebber gepromoveerde officier van het nieuw opgerichte Nationaal luchtverdedigingscommando in de Republiek Kaliningrad keek met een bedenkelijk gezicht om zich heen. Borya bevond zich in een ondergrondse bunker van de 790e commando- en controlecentrale. In het verleden hadden de werkzame mannen en vrouwen van het luchtverdedigingsdistrict zich ondergronds altijd veilig gewaand, tot 27 februari 1991 aanbrak. Voor vele mensen was deze woensdag een gewone werkdag, maar voor een aantal Irakezen was het tegelijk ook de laatste dag van hun hele leven geweest.

Op deze dag voerden Amerikaanse F-111F aanvalsvliegtuigen een geslaagd bombardement uit op een dertig meter onder de grond gelegen commandobunker ten noorden van Bagdad. Eerder al was de Irakese luchtverdediging verrassend kwetsbaar gebleken voor een aanval van buitenaf, dat als een ware schokgolf door alle gelederen binnen PVO-Strany was gegaan. Alle procedures en beschikbare middelen moesten opnieuw onder de loep worden genomen om zich te kunnen wapenen voor het moment dat zij aan de beurt kwamen.  

De zorgen van de kolonel waren terecht en veroorzaakten rimpels op zijn hoge voorhoofd. Waarschijnlijk werden ergens in de Russische Federatie de ontwerptekeningen van het commando- en controlecentrum bestudeerd. De  federale inlichtingendienst zou iedereen die met de bouw te maken heeft gehad of de militairen die er nadien hebben gewerkt ondervragen. De lange officier vroeg zich zwijgend af of er een Russische versie van de Guided Bomb Unit-28 met de bijnaam 'Deep Throat' bestond. Misschien was hij gewoon paranoïde, maar de houding van zijn Russische collega's tegenover hem was al voor de terugtrekking veranderd. Het had zelfs een punt bereikt waarop hij hen liever had zien gaan dan blijven. De reden voor dit alles lag volgens Borya bij het simpele feit dat hij in de voormalige Russische Federatieve Republiek Kaliningrad was geboren. Dezelfde reden was ook van belang geweest voor de president om de majoor te selecteren voor deze functie, maar dat zag hij over het hoofd. De in twee kleuren blauw uitgevoerde epauletten op zijn schouders bevatte nu drie sterren, in plaats van de enkele ster voor majoor. Deze nieuwe functie had een promotie vereist waarmee hij plotsklaps twee treden in de militaire hiërarchie was gestegen. Hij had het heuglijke feit kort met het gezin gevierd, voor hij nog dezelfde dag aan de slag was gegaan.

Op basis van militaire prioriteiten, tijdgebrek, gemakzucht van de vele dienstplichtigen, criminaliteit en interventie van politici was er veel Russisch materieel achtergebleven. De politieke redenen om hen de 183e brigade en het 22e regiment van de Zenitno Raketmje Voiska, het 149e squadron van het 689e luchtregiment en het 398e transportsquadron volledig intact te laten behouden interesseerde hem minder, dan hoe hij aan militairen moest komen om deze eenheden van personeel te voorzien. Al had Shurik hardop zijn vermoedens daarover met de kolonel uitgewisseld. De politicus dacht dat Moskou de grootste bevolkingsgroep van de in de Republiek Kaliningrad aanwezige etnische groeperingen op een positieve wijze wilde beïnvloeden. Misschien werd er door president Frademev en zijn naaste medewerkers eenvoudig van uit gegaan dat na de overwinning van een pro-Russische president tijdens de verkiezingen de militairen weer naar de Republiek Kaliningrad konden terug keren. Het had Borya ook aan het denken gezet. Wat waren de redenen geweest voor het Russische ministerie van defensie om hiermee in te stemmen? De positie van Anatoliy Serdyukov had waarschijnlijk al een gevoelige deuk opgelopen na door CNN uitgezonden beelden van op sleep genomen oorlogsschepen, die anders nooit zelfstandig de nieuwe thuishaven in Kronstadt hadden kunnen bereiken. De man moest snel een plan bedenken om de geschonden reputatie van de marine weer op te vijzelen of anders de juiste personen vinden om de schuld op af te schuiven. Er liepen vast genoeg Russen rond die op zijn baan aasden. Borya had tenslotte inwendig lachend de president alleen met diens mijmeringen gelaten. Het geestelijke uitstapje had hem hoofdpijn bezorgd. Het bedrijven van politiek liet hij liever aan een expert als Shurik over. Hij was hier gewoon om de bevelen van zijn opperbevelvoerder uit te voeren.

 

Amsterdam, Nederland

De mobiele telefoon was een uitkomst voor de tientallen kilometers die hen van elkaar scheidde. Sander vond het fijn om de stem van zijn stiefzus te horen. Zelfs al kwam het op een ongelegen moment als nu. Hij was bezig met het opruimen van de garage en dat verliep aanzienlijk moeizamer met de telefoon tussen zijn schouder en hoofd ingeklemd. Het was de enige manier die hij kon bedenken om zijn handen toch vrij te houden. Hij hield op met werken en pakte de telefoon vast, terwijl hij zich oprichtte.

"Daar komt ze weer", zei hij.

"Een zij?", klonk het nieuwsgierig. "Over wie heb je het?", hoorde hij Merel vragen.

Sander keek naar de in de deuropening verschenen herdershond. "Ik heb het over een teef. Ze komt zojuist binnen lopen."

"Noem haar alsjeblieft geen teef, maar zeg gewoon haar naam of noem haar in ieder geval vrouw. Het klinkt minder negatief en veel vriendelijker."

Een diepe zucht kwam over de lippen van Sander. Hij moest bij zich zelf bekennen dat hij zich weleens onaardig had uitgelaten over bepaalde vrouwen. Annelies was daar een goed voorbeeld van, maar hij had er geen behoefte aan om over zijn ex te praten. Ze maakte nu deel uit van zijn verleden. Zij had hem weer doen beseffen hoe fijn hij het alleen had. "Ik kijk op dit moment naar een Mechelse herder. Het is geen reu, maar een vrouwtjeshond."

"Jij hebt helemaal geen huisdier."

"Klopt, maar dat beest liep gisteren en eergisteren ook al bij mij naar binnen." Hij streek met een hand over de kop van de Mechelse herder. Het dier bleef even staan en leek van deze aandacht met gesloten ogen te genieten.

"Wat ga je met het dier doen?"

"De vorige keren ging ze onder de trap liggen." Hij wachtte enkele tellen. "Nu doet ze het ook weer."

"En jij laat het toe?"

"Ze ligt mij niet in de weg."

"Wat doet ze daar?"

"Slapen. Gisteren sliep ze een uur lang."

"En toen?"

Tot zijn verbazing klonk Merel gefascineerd. "Ze werd wakker en liep naar de deur."

"En toen?"

Geïrriteerd vanwege haar vragen vertrok zijn gezicht. "Ik heb de deur open gedaan en ze liep naar buiten. Wat had je dan verwacht?"

"Het klinkt niet als iets dat jij normaal doet."

"Nee, het is hier geen asiel."

"Waarom jaag je ze dan niet meteen naar buiten?"

"Ik wil eigenlijk wel weten van wie die hond is."

"Als ze een halsband om heeft kan je er een briefje aan hangen."

"Goed idee." Het was iets dat hij eigenlijk zelf ook wel had kunnen verzinnen. Sander hoorde haar nog wat zeggen, maar hij drukte het gesprek eenvoudig weg en legde de telefoon neer om te kijken of de hond een halsband droeg om vervolgens op zoek te gaan naar een pen en papier. Hij was nog bezig met het formuleren van een tekst toen de telefoon ging. "Ja?"

"Je kan me niet zomaar tijdens een gesprek wegdrukken."

"Ze heeft een witte halsband. Wie kiest er nu voor de kleur wit?", vroeg Sander verbaast.

"O, maar dat is waarschijnlijk een vlooienband."

Hij hield op met schrijven en keek naar de Mechelse herder. De bruine vacht van het dier glansde en het zag er wel doorvoed uit. De gedachte aan vlooien en ander ongedierte had het voor hem volledig bedorven.

"Je kan me niet opnieuw wegdrukken", zei Merel, toen het stil bleef en ze aan voelde wat er ging volgen.

Hij liet de telefoon met alle protesterende geluiden eruit komend zakken en bewees met een druk op een toets het tegendeel van haar eerdere bewering. Het papier in zijn hand verdween in de vuilnisbak.

"Jij zoekt maar een ander hotel, vlooienbaal."

Gevoelig voor de omslag in de stem van de mens liep de herder met haar oren naar beneden langs hem heen naar buiten.

 

26 september, regeringsgebouw 

De man had het gevoel dat hij zijn zakdoek kon uitwringen om er druppels zweet aan te onttrekken. Misschien zelfs voldoende om er een kopje half mee te kunnen vullen. Hij had het herhaalde malen over zijn voorhoofd gehaald, maar zonder veel resultaat. De zweetdruppels parelden al snel weer op het rimpelige gelaat. De wanhopige pogingen om de president over te halen om diens plan te laten varen, waren allen op mislukkingen uitgelopen. Voor de weigering om Zuid-Ossetië en Abchazië als onafhankelijke staten te erkennen, kon hij misschien wel begrip opbrengen. Als hij er tenminste al een eigen mening over op na had gehouden, maar om dit publiekelijk bekend te maken vond de man heel onverstandig.

Het was allemaal terug te leiden naar een opponent voor de komende verkiezingen. Deze burgemeester had glimlachend voor de camera verklaard bereid te zijn deze delen van Georgië als zelfstandige staten te aanvaarden, zodra hij de eerst gekozen president van de Republiek Kaliningrad werd. Het was een handreiking richting Moskou, waar de burgemeester waarschijnlijk steun van had ontvangen om zijn politieke ambities te kunnen realiseren. Anders was het twijfelachtig geweest of hij enige zendtijd in Rusland had gekregen. De burgemeester had echter verscheidene concurrenten om rekening mee te houden en dan was er de huidige president nog. Shurik Vladimir Dostrovalyn had hier weer een uitstekende gelegenheid in gezien om toenadering te zoeken tot president Mikheil Saakashvili. Hij was geen marionet van Moskou en dat wilde de gedreven politicus maar al te graag bewijzen. Eerder was hij misschien onbewust een weg ingeslagen waarvan geen terugkeer mogelijk bleek te zijn, maar nu moest hij er wel mee doorgaan. De man aan de andere kant van het bureau besloot over te gaan tot een andere aanpak. Misschien was hij overtuigender als hij voor de regeringsleider een zeer pessimistisch beeld van de toekomst afschilderde.

"In Grozny zijn gedurende de twee oorlogen daar in Tsjetjenië vele duizenden doden gevallen en deze stad telde minder inwoners dan Kaliningrad, meneer de president."

Hier schrok Shurik zichtbaar van, omdat het bij hem een gruwelijk beeld opriep van kapot geschoten en gebombardeerde gebouwen en straten. Lichamen van omgekomen burgers en militairen op de straten of verborgen onder hopen puin. Voor even had hij geen onmiddellijk weerwoord klaar. "Misschien moeten we voorbereidingen treffen voor als het werkelijk zover komt", zei hij somber.

De door hem geleidde overgangsregering kampte al met de eerste cyberaanvallen op sites van de overheid. Waarschijnlijk zou de man tegenover hem het haastig ontkennen, maar ze waren al in een nieuw stadium beland, waarin het conflict heel gemakkelijk kon escaleren naar een volledige oorlog. Hetzelfde was vooraf gegaan aan de tegenaanval op Georgië, wist Shurik. Het enige voordeel dat zij momenteel bezaten was dat de meeste inwoners nog steeds over een Russisch paspoort beschikten. Daarom betwijfelde hij of de politici in Moskou werkelijk bereid waren de volgende stap te zetten, als hij weigerde om deze nieuwe landen in de Kaukasus te erkennen. Shurik geloofde echter dat hij het meeste voordeel uit deze situatie halen alsof hij deed het wel te geloven. Bovendien kon het nooit kwaad om met het ergste rekening te houden. Het zou in ieder geval de militairen tevreden moeten stellen.

 

27 september, regeringsgebouw 

"God zij dank." Het was verrassend om dit uit de mond van een atheïst als Shurik te horen komen. De Kaliningrader was bereid om te bidden wanneer het hem uit kwam en dat moment was eerder op de dag aangebroken. Hij had niet de handen gevouwen of zijn ogen gesloten, maar wel een paar woorden richting de lucht gepreveld. Misschien kwam het omdat hij er weinig ervaring mee had. Het was heel goed mogelijk, want de communisten hadden in het verleden veel Lutherse en Katholieke kerken binnen de provinciale grenzen onherstelbare schade toe gebracht. Zelfs de Russisch Orthodoxe kerk had hier maar weinig voet aan de grond gekregen. Pas na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was de eerste kerk gebouwd met de typerende vormgegeven daken van de torens, die met goud waren bedekt. Tot zover hadden ze altijd gebruik moeten maken van Lutherse en Katholieke kerken die aan de sloophamer waren ontkomen. Het door de communisten geprefereerde atheïsme was hier sterker dan in welk deel van de Russische Federatie ook. Al hadden de vele migranten een verscheidenheid aan religies met zich mee gebracht. Shurik was bereid om zich tot elk van deze religies te keren als het hem politiek gezien goed uit kwam. Hij had geen bepaalde voorkeur en liet het afhangen van wat hem het beste uit kwam. Zuchtend keek hij naar de zojuist binnen gekomen landgenoot, die een ministerspost binnen de overgangsregering vervulde.

"Hoe vorderen de plannen voor de twee kernreactoren bij Neman?", vroeg hij zonder een inleidend gesprek. Het was hem bekend dat de eerste reactor in 2015 operationeel moest worden en de tweede in 2020. Onbewogen luisterde hij hoe alle plannen daarvoor waren stilgelegd. De minister was de redenen daarvoor nog aan het opsommen toen Shurik de hand op hief. "Ik heb genoeg gehoord. De rest heb ik al in uw rapport gelezen."

De kerncentrale van Ignalina in Litouwen had een belangrijk aandeel in de energielevering van het land. De Russische Federatie was bezig de druk op het buurland op te voeren om de Republiek Kaliningrad en vooral hem duidelijk te maken hoe kwetsbaar en afhankelijk het land eigenlijk wel was van de Russische Federatie voor bijvoorbeeld de levering van olie en gas. De Russen verkeerde in een sterke positie om vanuit te onderhandelen. De enige olieraffinaderij in de Baltische landen was gedeeltelijk afhankelijk van de aanvoer van ruwe olie uit de Russische Federatie, dat al sinds juli 2006 een tak van het Droezbja-pijpleiding op Russisch grondgebied had afgesloten, zogenaamd vanwege lekkage.

"U kunt gaan."

De minister van energie vertrok teleurgesteld. Het enige succes dat hij eerder nog via de telefoon had gemeld was niet aan hem of zijn ministerie te danken. De Europese Unie, onder leiding van Albertin Voleunje, had er zich op actieve wijze mee bemoeid. Een belangrijke handelspartner van de Russische Federatie en dat had de Fransman goed uitgespeeld. Al moest zijn eerdere rol als bemiddelaar tussen Georgië en Rusland de doorslag hebben gegeven.

"U bent snel terug."

Woedend keek de minister zijn assistent aan, terwijl hij de deur achter zich dicht duwde. Het klonk niet als een vraag, maar zo was het beslist wel bedoeld. Hij knikte richting de lift en de assistent volgde hem gehoorzaam. De minister wachtte met praten tot hij zeker wist dat ze buiten gehoorafstand van de secretaresse waren. "De president is bang dat de Russen zullen melden dat het lekprobleem is opgelost en Gazprom de Litouwers een aanbod laten doen dat ze niet af kunnen slaan."

De Mažeikiai raffinaderij in het buurland werd nu door het Būtingė terminal van ruwe olie voorzien, maar de Russen konden hier verandering in brengen, zodra ze dat wilden.

"Heeft hij dit gezegd?"

"Dat was niet nodig. Hij heeft mijn rapport gelezen en ik deel zijn zorgen."

Zwijgend volgde de assistent de minister de lift in. Hij kon helaas niets bedenken om het humeur van de man te verbeteren.

 

385e wapenopslagplaats, Lugovoe

De 1e tankdivisie bestond slechts alleen nog op papier. Wapens en materieel waren op een omvangrijk terrein opgeslagen. Als er door de politiek toe besloten werd dan zou de divisie weer geactiveerd kunnen worden. Het enige wat leek te ontbreken was personeel.

Voor een jeugdige soldaat had het iets spookachtigs. De eerste dagen had Gavrie op het terrein rond gezworven en met jongensachtige enthousiasme alles bekeken en niet alleen de buitenkant van de voertuigen. Hij was echter zijn interesse aan het verliezen naarmate het bewaken van het met roest overdekte materiaal steeds normaler en saaier werd. Tot de overgangsregering plotseling weer oog begon te krijgen voor de achtergebleven uitrusting.

De president had besloten aan bezorgde burgers gasmaskers uit te laten reiken, om iedereen duidelijk te maken hoe ernstig de overgangsregering, en daar bedoelde Shurik eigenlijk zich zelf mee, de situatie opnam.

Zuchtend schreef de soldaat de naam van een vrouw op een lijst aan wie zo juist een aantal gasmaskers was uitgereikt. Deze waren echter alleen geschikt voor volwassen. De kinderen uit haar gezin kon Gavrie helaas geen enkele bescherming tegen strijdgassen bieden. De soldaat noteerde met kleine letters op het formulier de protesten van de vrouw hierover en beloofde het door te geven aan zijn meerderen, voor hij op een verveelde toon uitleg begon te geven over het gebruik van het gasmasker. Er was bij het masker een handleiding gevoegd, maar zijn commandant had hier geen genoegen mee genomen. Gavrie moest daarom aan elke burger persoonlijk tekst en uitleg geven. Al luisterde voor zijn gevoel niemand naar hem. Veel vragen dwongen Gavrie om in herhaling te vervallen, zoals ook bij deze vrouw het geval was. Het enige goede dat hier uit voort kwam was dat haar stem een moment gedempter klonk toen ze het masker opzette en minder goed verstaanbaar was.

Het dragen van het knellende masker werd alles behalve als comfortabel door de vrouw beschouwd. Het beperkte zicht door de kleine, ronde glazen gaf haar een benauwd gevoel.

Geamuseerd keek de soldaat naar de wapperende handen. De vrouw probeerde in het masker te schreeuwen. Grijnzend hielp hij haar met het afzetten van het masker.

"Het is belangrijk dat u het op- en afzetten dagelijks oefent tot het routine voor u word."

"Hoe moeten mijn man en ik onze kinderen beschermen?"

Hij had verwacht dat ze het onderwerp zou laten rusten, nadat ze het al eerder ter sprake had gebracht. "Op internet zijn gasmaskers voor kinderen te koop." De soldaat luisterde al knikkende, terwijl de vrouw haar eerdere klachten nog eens herhaalde en Gavrie vroeg zich af wanneer ze zou vertrekken. Hij zag haar tenslotte een spiegel uit de handtas vandaan toveren en schrok toen ze een gil slaakte. Door het dragen van het masker en haar eigen zweet was de make-up uitgelopen. Ze begon dit weer meteen op orde te brengen. De soldaat keek haar hoofdschuddend na. De vrouw had hem bijna een hartaanval bezorgd met haar gegil. Gelukkig voor hem deelden slechts weinig burgers de zorgen van de overgangsregering en lieten de Kaliningraders de wapenopslagplaats vrijwel links liggen. De grote toeloop waar getracht was rekening mee te houden zou vandaag in ieder geval niet plaats vinden. Het was voor de soldaat twijfelachtig of het ooit ging gebeuren en hij vond het eigenlijk wel best. Gavrie keek naar de tientallen dranghekkens, die waren geplaatst om voor ordelijke rijen te zorgen, maar totaal geen nut bleken te hebben. De soldaat schudde glimlachend het hoofd en wachtte op een volgende klant.

De bevolking kon voor gasmaskers op nog vier andere locaties terecht, waarvan de als 3598e aangeduide opslagplaats zich ook in de omgeving van de hoofdstad bevond. De overige opslagplaatsen waren verspreid over Gusev, Sovetsk en Mamonovo.

De overgangsregering ging nog veel verder bij de bescherming van haar burgers. De in en rondom de hoofdstad gelegen schuilkelders werden weer van een dikke laag stof en verder alles wat er niet thuis hoorde ontdaan. Roestige veiligheidsdeuren werden gesmeerd en alle roest verdween weer onder een frisse laag verf. Borden verschenen in de straten om de bewoners naar de locaties ervan te verwijzen. De brandweer was begonnen met het verspreiden van folders onder de bevolking wat burgers moesten doen in geval van brand. Ziekenhuizen deden een oproep voor meer bloeddonoren en orgaandonors. Iedereen leek mee te werken om de bevolking op het ergste voor te bereiden. Ook Gavrie werd er door beïnvloed. Hij had al een aantal gasmaskers voor zijn vader, moeder en broers achtergehouden.

 

30 september, regeringsgebouw 

Aandachtig las de president het zo juist binnen gekomen rapport voor de tweede maal door. Marinevaartuigen van de Oostzeevloot hadden een teruggekeerd vissersschip in de internationaal erkende territoriale wateren van de Russische Federatieve Republiek Kaliningrad met een schot voor de boeg tot stoppen gedwongen. Shurik probeerde zich de verrassing van de bemanning voor te stellen. Het moest een ontstellende ervaring zijn geweest voor de mensen aan boord om onder vuur te worden genomen. Machteloos hadden ze moeten toe kijken hoe de oorlogsschepen snelle boten te water hadden gelaten om het schip te enteren. Een enkel bemanningslid raakte licht gewond toen hij op het dek werd getroffen door een vallende antenne. Het was eraf gevlogen door een laag overkomende helikopter, waarvan de piloot bijzonder veel risico had genomen. Het moest een intimiderende ervaring zijn geweest. Het schip en de lading vis waren in beslag genomen en de bemanning was onder dreiging van vuurwapens gedwongen van boord te gaan. Pas nadat ze de kust hadden bereikt in overvolle reddingsboten raakte bekend wat hen was overkomen.

"Het houd niet op, hè?" Het was geen vraag waar Shurik een antwoord op verwachtte en het bleef dan ook stil in de werkkamer. Al had de president geen moment het gevoel alleen te zijn. Daar ademde de man te zwaar voor. Het was een opeenstapeling van incidenten, waar Shurik meer dan genoeg van begon te krijgen. De overheid had geen toegang meer tot het internet vanwege de recente cyberaanvallen. Hij was dankbaar voor de onverwachts aangeboden hulp van de Poolse president Lech Kaczynski, Litouwse president Valdas Adamkus en de Georgische president Michail Saakasjvili, maar het zou tijd kosten voor deze hulp resultaat had. De Poolse president was nog niet bereid zo ver te gaan om zijn eigen website voor hen beschikbaar te stellen. Iets wat hij in het geval van de Georgiërs wel had gedaan. Misschien veranderde het zodra dit nieuws bekendheid vergaarde. Nu hadden de Russen immers bewezen dat ze bereid waren om nog verder te gaan. Hij kon slechts hopen dat alle nog buitengaande schepen naar een bevriende of in ieder geval neutrale haven konden uitwijken. Anders wachtte deze schepen en bemanningen hetzelfde lot

"Ik wil dat alles wat ik hier in mijn handen heb met de media word gedeeld."

"Weet u dit zeker, meneer de president?"

Shurik keek op met het rapport nog altijd in zijn handen. "Het is geen ruzie binnen een gezin, waar de buren niets van mogen weten. De Russen zijn nu te ver gegaan en de hele wereld mag het van mij te weten komen."

"De hele wereld?" De man was zichtbaar in verwarring gebracht.

"Ik begin te vrezen dat er geen onafhankelijke televisiestations meer zijn in het land. We zullen hen van hetzelfde nieuws voorzien als de media in landen die ons vriendelijker zijn gezind en dan afwachten."

"Ja, meneer de president."

Shurik wachtte tot de man weg was voor hij het rapport met kracht in de vuilnisbak naast het bureau gooide. Hij vloekte lang en krachtig tot zijn woordenschat uitgeput raakte. Het loste helemaal niets op, maar had hem wel een bevredigend gevoel gegeven. Al was het slechts tijdelijk.

 

1 oktober, U.A.V. Hermes 450

Onder dekking van de nacht werd vanaf de verduisterde kust een onbemande verkenningstoestel van Israëlische makelij gelanceerd. Het toestel behoorde tot een serie van tientallen Unmanned Aerial Vehicles, dat eerder door Georgië was aangeschaft. Het werd nu tegen een verrassend schappelijke prijs door de Kaliningraders geleast, omdat ze met de ontwikkeling van een eigen toestel op teveel problemen waren gestoten. Een groep van voornamelijk mannen en jongens hadden de kans gekregen om hun hobby op kosten van de regering te kunnen gaan uitoefenen. De modelbouwers waren meteen aan de slag gegaan met achtergebleven materiaal, waaronder een Yakovlev Pchela, en hun zelf vergaarde kennis. Alleen kon hun enthousiasme niet maskeren dat het Russische toestel kapot was en er geen onderdelen voor handen waren voor reparatie. Er moest naar een andere oplossing worden gezocht. De plannen van de hobbyisten om zelf een Unmanned Aerial Vehicle  voor observatie en doelaanwijziging voor de artillerie te ontwerpen en te bouwen waren door hun landgenoten in uniform met de nodig sceptisme verwelkomd. De Georgiërs bleken uitkomst te bieden met de Hermes 450. Het jaren oudere ontwerp van de Yakovlev Pchela of de verbeterde versie aangeduid als Shmel kon geen eerlijke vergelijking met  de Israëlische U.A.V. doorstaan en presteerde veel minder. De voorgestelde plannen van de hobbyisten verdwenen voorlopig van tafel om een voor de militairen heel wat overtuigendere samenwerking met de Georgiërs aan te gaan.

De aanwezigheid van de Russische marine had een negatieve invloed op de scheepvaart. Geen enkel koopvaardij- en vissersschip arriveerde meer of verliet nog de haven vanwege de effectieve blokkade en daardoor leed de economie van de kuststaat schade. De Georgiërs toonden uit eigen beweging bereid te zijn om hen te helpen bij het in de gaten houden van de Russische marine. Al had het voorstel daarbij zo aantrekkelijk geklonken, dat het ook de nodige argwaan bij de Kaliningraders had opgewekt. De Georgiërs hadden voor en tijdens de oorlog met Rusland verscheidene toestellen verloren. Het zou dan logisch zijn om zuinig te zijn op de overgebleven toestellen. Het was echter een aantrekkelijk alternatief voor zowel de militairen als de politici om met betrekkelijk weinig risico de oorlogsschepen voor de kust te schaduwen. Niemand tekende bezwaar aan tegen het voorstel van de Georgiërs. Als het kleine toestel toch werd ontdekt en neergehaald dan was het verlies ervan zonder zware politieke consequenties makkelijk te aanvaarden en maakte bovendien een reddingsoperatie overbodig.

Gelukkig voor de Kaliningraders ondervonden ook de Polen hinder van de aanwezige Russische oorlogsschepen. President Kaczynski had zich in een kleurrijke bewoording al bij de Verenigde Naties beklaagd over deze handelsblokkade, om het op een ander niveau ter sprake te brengen dan waartoe de Kaliningraders zelf in staat waren en hen op indirecte wijze tot steun te zijn.

In afwachting wat deze overleggen zouden opleveren waren de Kaliningraders begonnen gebruik te maken van onbemande verkenningsvliegtuigjes en plannen voor de toekomst gaan beramen. Waarbij ook een aantal naar de Republiek Kaliningrad afgereisde Georgiërs waren gevraagd mee te denken en daar waren deze militairen wel toe bereid. Al waren ze eigenlijk alleen hier naar toe gekomen voor een demonstratievlucht van de Hermes 450. Alle voorbereidingen tussen de duinen waren met argusogen door de Kaliningraders in hun nabijheid gevolgd. Allen keken gefascineerd naar de snel hoogte winnende toestel, voor het werd opgeslokt door de omringende duisternis. Het geluid van de aandrijving stierf langzaam weg. De Georgiërs konden hen echter zonder problemen vertellen waar de U.A.V. zich bevond en toonden beelden die de camera onder de romp van het toestel hen verschafte. De zoektocht naar de voor de kust patrouillerende oorlogsschepen was begonnen.

 

PVO-Strany   

De vroegere thuishaven van de Oostzeevloot, een meerderheid van de militaire voorzieningen voor de grondstrijdkrachten en de hoofdstad waren in het westelijke deel van het land gevestigd. Om deze vanaf de grond tegen luchtaanvallen te kunnen beschermen waren er in de loop der tijd zestien verharde locaties geschikt gemaakt voor de elkaar opvolgende typen S-75, S-125, S-200, 2K12 en S-300 lanceerinstallaties en ondersteunende systemen. Alleen raketlanceerinstallaties voor de verouderde S-200 en de moderne S-300 waren daarvan overgebleven om te worden gebruikt door militair personeel van de 183e luchtverdedigingsbrigade voor de grond gebonden luchtverdediging. Onafhankelijk van deze verharde locaties opereerde het 22e luchtverdedigingsregiment.  De vier, mobiele batterijen van de eenheid waren met de 9K331M1 uitgerust, om geheel zelfstandig doelen op de korte afstand te bestrijden.

Om deze eenheden van de benodigde informatie te voorzien beschikte de Radioteknitsjeskie Voiska over verschillende radarsystemen, met een elkaar overlappend bereik. Regelmatig wierp de kolonel een blik op het grote scherm. Alle vliegende objecten binnen radarbereik waren daarop afgebeeld in bewegende en kleurige pictogrammen boven de digitale landkaart. Het had veel weg van een alles ziend oog, maar Borya wist hoe misleidend het was. Hij was zich er vanwege zijn nieuwe functie meer in gaan verdiepen.

Op de grond geïnstalleerde 5N64S en 36D6 radarapparatuur konden slechts heel beperkt doelen op lage hoogte waarnemen, vanwege de grondstoring en buiging van de aarde. Als de Russen werkelijk een aanval op de Republiek Kaliningrad overwogen dan stond bij de Russische luchtmacht het Nationaal luchtverdedigingscommando bovenaan de lijst van doelwitten. Het zou allemaal deel uit moeten maken van de lessen die zij boven Georgië hadden geleerd. De vijf dagen durende oorlog had vele tekortkomingen aan het licht doen komen. Borya vroeg zich af of de verstreken tijd lang genoeg was voor de Russen om hier verandering in te hebben gebracht, hij betwijfelde het. Een financiële injectie alleen zou daarvoor onvoldoende zijn. In Georgië waren het de Russische infanteristen en parachutisten die de oorlog in het voordeel van de Russische Federatie wisten te beslechten.

Hier zouden de rollen omgekeerd zijn. De kolonel glimlachte bij deze grimmige gedachte, ondanks de zwaarte van de taak die op hem ruste. Hij was zelfs terug gevallen op oude plannen die deel hadden uitgemaakt van de militaire oefening Zapad-99. Deze bleken bijzonder leerzaam te zijn, omdat hierin de provincie theoretisch gezien werd aangevallen door de NAVO. Op zijn bevel waren er zoveel veranderingen in het op Russische technologie gebaseerde netwerk aangebracht als mogelijk was. Waarbij hij het gebruik van commerciële technologie, vooral vanwege de lagere kosten ervan niet had geschuwd. Het moest er bovendien voor zorgen dat het geïntegreerde netwerk flexibel was, makkelijk te upgraden en voor de vijand moeilijk te exploiteren. Een groot voordeel lag bij de mobiliteit van de batterijen uitgerust met grond-luchtraketten. Het maakte onregelmatige verplaatsingen mogelijk, waardoor deze eenheden moeilijk traceerbaar zijn. Borya was vastbesloten om hier goed gebruik van te maken. Al was het maar om de problemen te maskeren, waarmee hij was geconfronteerd.

"Koffie?"

De kolonel keek op. "Zie ik er zo moe uit?", vroeg hij grijnzend.

"We hebben u na vandaag nog langer nodig, meneer", antwoordde een majoor en schonk de koffie in. Zonder het te vragen gooide de stafofficier een klontje suiker in het kopje en reikte deze zijn meerdere aan na het ook nog even te hebben voorzien van een lepeltje.

"Denk je dat we er klaar voor zijn?"

"We hebben ons best gedaan, meneer."

"Als inzet voldoende compensatie bied voor ons gebrek aan paraatheid, dan kunnen we zelfs winnen als er echt een oorlog uitbreekt."

De majoor zweeg. Hij vond dat de kolonel onnodig hard was voor zich zelf.

"Ik wil dat je een paar mensen naar Dunayevka stuurt om het vliegveld te inspecteren."

Verrast keek de majoor op. Het militaire vliegveld was in de jaren vijftig van de vorige eeuw in gebruik genomen door een eenheid van de luchtverdediging en jaren later weer verlaten. Geen enkele militair had zich er sindsdien om bekommerd. Hij vertelde het, maar Borya wist het allemaal al.

"Onze vliegtuigen kunnen vanaf geïmproviseerde bases opereren." Het was iets dat voor vrijwel alle Russische gevechtsvliegtuigen gold, maar het was onnodig om dit aan de majoor te vertellen.

"Voor het geval onze vliegvelden worden aangevallen, meneer?"

De kolonel knikte bevestigend. Zelfs een recht stuk weg kon onder de juiste omstandigheden voldoen, al hoopte hij niet dat het zover zou komen.

"In burgerkleding zullen ze minder opvallen."

Borya knikte opnieuw, maar betwijfelde tegelijk of ze het verborgen konden houden voor de op grote hoogten passerende verkenningssatellieten en op een lager niveau overkomende verkenningsvliegtuigen van de Russische luchtmacht. Al was het even goed mogelijk dat iemand met een mobiele telefoon in de hand de activiteiten gade zou slaan en alles meteen door gaf wat hij of zij kon zien. De kolonel liet zijn blik door de ruimte dwalen voor zijn ogen bleven rusten op het in goudkleurige letters uitgevoerde motto Sami ne letaem – drugim ne dadim dat op de muur was verschenen. Voorheen was dit het onofficiële moto van de organisatie geweest, voor het in 1998 was samen gevoegd met de luchtmacht, maar nu hij in de positie verkeerde daar verandering in brengen had hij dit ook gedaan.

"Als wij niet kunnen vliegen dan laten we dat anderen ook niet doen", vertaalde hij fluisterend.

"Zei u iets, meneer?"

"Laat maar."

De majoor fronste een keer, maar besloot zijn meerdere met rust te laten. Hoeveel werk de kolonel ook verzette, het leek zich alleen maar meer op te stapelen.

'