Vakantie

a

Het zonlicht drong tussen de gordijnen door de slaapkamer binnen en joeg het restant van het nachtelijk donker terug naar de schaduwen. Cynthia hoorde vanuit het bed de deur open gaan, maar hield haar ogen gesloten. Ze had besloten om nog wat langer te blijven liggen, terwijl haar man het ontbijt klaar maakte.

"Ik wilde bijna naar de slaapkamers van de jongens gaan."

Ze glimlachte omdat hun drie zonen op het moment bij oma logeerden en pas overmorgen opgehaald zouden worden. De laatste paar dagen van de vakantie wilden ze graag samen doorbrengen. Het was opmerkelijk stil zonder de kinderen. Daarom had hij waarschijnlijk de televisie in de woonkamer aangezet. Iets wat normaal zo ongebruikelijk voor zijn doen was.

"Waar verblijft Frank?"

Deze vraag verstoorde het goede humeur van Cynthia. Ze opende haar ogen en draaide zich om. Het onverwachte telefoontje vannacht had hen beiden wakker gemaakt. Waarna het lang had geduurd voor ze uiteindelijk weer in slaap was gevallen.

"Ergens in Verweggistan."

De irritatie was in haar stem te horen.

"Klinkt het als Adzjarië?"

Nieuwsgierig keek ze naar Barend, die in de deuropening was blijven staan.

"Zoiets. Ja, volgens mij wel. Waarom?"

"Je had het over vuurwerk", vroeg Barend, waarbij hij bewust haar vraag negeerde.

Het verbaasde haar dat hij het nog wist. Hij had een paar keer instemmend gemompeld nadat ze hem had verteld wat ze door de telefoon had gehoord voor hij zonder problemen weer in slaap was gevallen. Iets waar ze elke keer opnieuw jaloers op kon zijn.

"Ja, ik hoorde vuurwerk en gejuich op de achtergrond. Waarom?", vroeg ze nogmaals.

"Kunnen het ook geweerschoten en geschreeuw zijn geweest?"

Cynthia staarde hem aan. Het behaaglijke gevoel was nu helemaal verdwenen en een angstig vermoeden drong zich aan haar op.

"Waarom?"

Haar mond voelde plotseling droog aan. Ze zag hem naar de woonkamer gebaren waar de televisie nog steeds aan stond.

"Het was op het nieuws."

Het was meer dan ze verdragen kon. Cynthia gooide het dekbed van zich af en rende naar de woonkamer, waarbij ze tegen haar man zou zijn opgebotst als hij niet snel een stap opzij had gedaan. Rustig kwam Barend achter haar aan. Hij had weinig zin om met een dergelijke snelheid naar beneden te rennen.

"Ze hebben het over het weer", hoorde hij haar roepen.

"Dan zullen ze het zo wel herhalen."

Ze keek op en zag hem bovenaan de steile trap staan.

"Wat herhalen? Wat was er dan op het nieuws?", drong ze gejaagd aan.

"Er is daar een burgeroorlog uitgebroken."

Ze sloeg de hand voor haar mond. Wat vannacht zo onsamenhangend door de telefoon had geklonken kreeg nu pas betekenis. Ze had hem herhaaldelijk onderbroken en zelfs gevraagd of hij gedronken had nadat hij had gezegd altijd met plezier met haar samen te hebben gewerkt en ze een leuke collega was. Frank was er normaal heel de persoon niet naar om zoiets te zeggen. Wel vriendelijk, maar hij bewaarde altijd afstand tot de mensen om hem heen. Tot plotseling de verbinding was verbroken. Halverwege een zin. Het had haar opgelucht. Cynthia voelde zich nu plotseling schuldig. Hij had afscheid genomen of was daar bezig mee geweest. Ze had zich vannacht voorgenomen om te gaan schelden als hij het gewaagd had om terug te bellen. Wat zou hij allemaal hebben gezegd als ze gewoon had geluisterd in plaats van zijn kostbare tijd te verspillen?

"We weten niet of hij wel wat mankeert", probeerde Barend nog.

"Ik moest iets doorgeven. Wat had hij ook weer gezegd?"

Barend zweeg terwijl hij de trap afdaalde. Zijn vrouw was hardop aan het nadenken en dan was het beter om haar ongestoord te laten ijsberen. Hij liep met een wijde boog om haar heen richting de keuken. Hij had het weekend zich in ieder geval anders voorgesteld. Geschrokken maakte hij bijna een sprongetje toen de telefoon begon te rinkelen. Het gebeurde vlak naast hem. Hij nam op en zag Cynthia midden in de kamer stil staan met haar handen gevouwen. Haar lippen vormden woorden die hij niet verstond, maar heel goed een gebed konden zijn.

"Barend Zuiddijk."

Even luisterde hij terwijl Cynthia hem gespannen aankeek voor hij begon te glimlachen.

"Hallo, Frank."

Barend liet de hoorn zakken, die ze uit zijn hand griste. Glimlachend zette hij zijn tocht naar de keuken voort. Het weekend zag er al weer wat beter uit.