Slet van het internet

a
Een jonge vrouw opende haar ogen. Ze had na het nuttigen van een broodje genoten van de zonnestralen, tot het moment dat er iemand tussen haar en de zon was komen staan. "Ik ga niet met je naar bed." Ze zag de man van haar naar zijn bord kijken, voor uiteindelijk de grijze ogen opnieuw op haar bleven rusten.
Günther was enigszins overrompeld door de woorden waarmee hij was ontvangen, maar hij wist zich te herstellen. "Vind je het dan wel goed als ik aan deze tafel mijn broodjes opeet?", vroeg hij droogjes.
Ze keek om zich heen, maar tot zover ze kon zien waren er geen lege stoelen aan de andere tafels. Beschaamd vanwege haar reactie op zijn verschijning keek ze hem aan. "Het spijt me." Uitnodigend wees ze naar de stoel tegenover haar. "Ga zitten. Ik dacht dat je op iets anders uit was."
Tot haar verrassing reageerde hij niet direct, maar keek in plaats daarvan zoekend om zich heen. Zoals Günther eerder had geconstateerd waren alle andere stoelen bezet. Hij leek zelfs nu iets met tegenzin bij haar te gaan zitten. Het was een geheel nieuwe ervaring voor haar en nieuwsgierig nam ze hem wat beter in zich op. Hij zag er niet bepaald uit dat hij was gekomen om indruk op haar te maken. De coltrui was een paar maten te groot, maar het zag er in ieder geval warmer uit, dan wat zij had aangetrokken. Een weinig sportief uitziende spijkerbroek met hier en daar een rafelig gat en versleten sneakers maakten het geheel compleet. Hij droeg een bord met daarop gestapeld vijf of zes broodjes.
"Ik heb honger en deze broodjes worden anders toch weggegooid." Günther had de jonge vrouw naar zijn bord zien kijken. De verklaring klonk wat stuntelig in zijn eigen oren. "Op wat zou ik eigenlijk uit moeten zijn?"
Argwanend keek ze hem aan. Het was een verkeerde beslissing van haar geweest om zich voor de zeiltocht op te geven. Alleen had ze dit veel te laat beseft. Iemand uit de groep van vrijgezellen had haar van het internet herkend. Waarschijnlijk had ze zelfs geld aan hem verdiend, omdat hij haar website had bezocht om aan zijn gerief te komen. "Laat maar. Ik had me deze zeilreis gewoon anders voorgesteld."
"Ben je misselijk van de golfslag? We hebben daar namelijk pillen voor aan boord."
Ze schudde het hoofd en zag hem een grote hap uit het rijkelijk belegde broodje nemen.
"Valt de groep je soms tegen?"
Ze keek hem bedenkelijk aan. Het was niet bepaald netjes om met een volle mond te praten. "Het is niet leuk als ze denken te weten wat voor iemand je bent."
Het was iets dat Günther zich moeiteloos voor kon stellen. "En daarom snauw je mij af?"
"Het spijt me."
"Bied jij altijd zo vaak je excuses aan?"
"Het spijt me." Hier moest ze om lachen en schudde het hoofd. "Soms, maar ditmaal meen ik het."
Het had hem niet overtuigd, maar Günther was bereid er genoegen mee te nemen. Hij zou haar na deze reis toch nooit meer terug zien. "Wat voor iemand ben je dan?"
"Waarom heb ik jou niet in de haven gezien?", vroeg ze, bewust zijn vraag negerend.
"Misschien heb je een bril nodig, want ik zag jou wel op de kade staan. Jij stapte aan boord van het jacht 'de Roos'."
Het klonk niet bepaald uitnodigend om verder te vragen, maar er was meer nodig om haar hiervan te weerhouden. "Kwam je soms later?"
Günther schudde resoluut het hoofd. "Ik was ruim op tijd. Een paar van jullie vrijgezellen waren te laat. Zoals altijd wel het geval is."
Ze knikte begrijpend. "Jij behoort tot de bemanning", constateerde ze.
"Voor vandaag wel, maar dan aan boord van de 'Zelia'. Ik ben ingevallen voor iemand die zich ziek had gemeld. Het was blijkbaar te moeilijk om nog iemand anders te krijgen."
"Het klinkt niet bepaald of je er veel zin in hebt."
"Ach, ik heb ook mijn lasten."
"Je bent hier alleen vanwege het geld?" Ze klonk sceptisch.
"En de broodjes."
Dat was ze wel meteen bereid om van hem aan te nemen. "Welke man wil er nou niet op een jacht vol vrijgezellen zitten?", vroeg ze spottend.
Hij stak hoofdschuddend zijn hand op. Ditmaal zat zijn mond zo vol dat praten momenteel onmogelijk was. Na een paar keer moeizaam slikken was er voldoende ruimte ontstaan om te kunnen praten. "De helft van deze vrijgezellen bestaat uit mannen. Ik weet niet waar je me precies voor aan ziet, maar ik heb echt een andere smaak."
"Dan heb je de rest nog."
"Ik heb te weinig geduld om aan iemand uit te leggen wat we aan het doen zijn als ze al bang zijn om hun handen vuil te maken door een touw aan te raken. Het irriteert me als ze beginnen te gillen als we ook maar iets overhellen. Ze kijken meer op hun klote telefoons, dan dat ze genieten van wat we aan het doen zijn." Even aarzelde hij. Geschrokken dat hij zich zo had laten gaan. "Het spijt me."
Geamuseerd keek ze hem aan.
"Maar jij hebt me nog steeds niet verteld wat voor iemand je bent."
Haar gezicht betrok. Ze keek naar het leeg gedronken glas en begon er afwezig mee te spelen. "Je zal vast wel over de slet van het internet hebben gehoord."
"Je vergeet dat ik aan boord van het andere jacht werk."
"Daar werd ook vast over me gepraat."
Onverschillig haalde Günther zijn schouders op. "Moet ik naar hen gaan luisteren of vertel jij zelf wie je bent?"
Ze hief het hoofd op. Opeens niet meer betreurend dat ze zich hiervoor had opgegeven. "Ik wil terug aan boord van de 'Zelia' meevaren."
"Waarom?"
"Ik beloof je een voorbeeldige leerlinge te zijn." Om deze woorden te bekrachtigen pakte ze haar mobiele telefoon en zette deze duidelijk zichtbaar voor hem uit, voor het weer werd opgeborgen. "En ik zal niet gillen, tenzij we kapseizen."
Grinnikend pakte hij zijn laatste broodje. "Je moet het met de kapitein overleggen. Ik mag daar geen toestemming voor geven."
Ze boog zich naar hem toe. "Waar kan ik hem vinden? Ik kan heel overtuigend zijn als het moet", fluisterde ze.
Als hij daar ooit aan had getwijfeld, dan was er nu geen spoor meer bij Günther van te bekennen. Hij wees met een duim over zijn schouder naar achteren. "Hij zit aan de grote tafel. Het is de man met de baard en hij heet Bert." Bewonderend keek hij haar na hoe ze naar deze tafel liep, en hij was niet de enige. "Godallemachtig." Günther begon te vermoeden dat deze reis hem meer zou bijblijven dan alle voorgaande bij elkaar.