Transformatie
Zuchtend liet de wethouder in een moedeloos gebaar haar handen zakken. Ze had zich gewonnen gegeven en voor een moment deed de rest er niet meer toe. “We hadden eenvoudig niet voorzien dat iemand daadwerkelijk de goederenlift in het gemeentehuis zou kopen om een maisonnette van de liftschacht te maken. Het voldoet aan alle voorwaarden die we als gemeente hebben gesteld aan wat als een tiny house kan worden beschouwd. Op dit moment worden de voorwaarden daarvan herzien.”
De reporter liet zijn microfoon zakken. Ditmaal geen ontwijkende of diplomatieke woorden waarop de situatie werd beschreven, maar gewoon een opsomming van gemaakte fouten waarvan de gemeente bezig was te leren. Het was voor de man een verfrissende reactie.
“Deze ambtenaar..”
Ze hief een hand op om de man te onderbreken. De gelakte nagels glinsterden onder de verlichting. “Inwoner van deze gemeente”, corrigeerde Annette hem kalm, maar het kostte haar zichtbaar moeite.
“Niemand zal geloven dat deze ambtenaar geen voorkennis had.”
“Iedereen woonachtig binnen de grenzen van deze gemeente heeft de kans gekregen om te reageren. We hebben het zelfs geadverteerd in de krant en op het internet. Weet je hoeveel van onze vierenzestigduizend inwoners een bod hebben uitgebracht?”
“Één?”, raadde de reporter.
Ze stak twee vingers op voor ze de hand door haar blonde haren haalde. “Ik mag vanwege privacy geen namen noemen, maar iemand heeft een symbolisch bod uitgebracht van € 1,- en dan is er een man met meer fantasie dan wij allemaal bij elkaar.”
“Ben je al bij hem binnen geweest?”
Knipperend met haar ogen keek ze de reporter aan. “Ik betwijfel of wij uitgenodigd gaan worden voor een open dag”, zei ze voorzichtig.
Het was eerst een tijdelijke beslissing geweest de lift, vanwege veiligheidsoverwegingen, te sluiten. Het was een drastische wijze om inzichtelijk te maken hoeveel goederen er eigenlijk via deze lift werden verplaatst, die niet verder ging dan de eerste etage en wat de kosten voor reparatie zouden zijn. Het was aan de lange lijst van voorgestelde bezuinigingsmaatregelen toegevoegd. De gemeenteraad had er niet alleen een permanent besluit van gemaakt, maar was daarbij veel verder gegaan dan de betrokken ambtenaren oorspronkelijk hadden bedoeld. Annette kon nog altijd niet met zekerheid zeggen of het een publiciteitsstunt was geweest om de goederenlift te koop te zetten met de verwachting dat niemand erop zou reageren of echt gemeend. Het was echter te laat voor de gemeenteraad om het in te trekken. Veel te laat om het bestemmingsplan aan te passen, waarin een lijn door het gemeentehuis was gezet en sinds de bouw in 1997 niet was gecorrigeerd. Het trappenhuis met de lift viel buiten de bestemming die het gemeentehuis had gekregen en stond beschreven als onroerend goed zonder functionele bestemming.
“Ik heb een volgend overleg.” De wethouder hield haar telefoon met een kleurrijke beschermhoes omhoog. Op het kleine scherm was een volle agenda voor vandaag te zien.
“Bedankt voor je tijd.”
Glimlachend draaide de vrouw zich om, maar zodra de reporter haar gezicht niet langer meer zag was de glimlach verdwenen. De afgelopen weken leek voor haar gevoel geheel om de op non-actief gezette ambtenaar, zijn woning in het gemeentehuis en de ingewilligde aanvraag voor subsidie van een Tiny House te draaien. De man had tijdens de verbouwing kranten tegen de ramen bevestigd en sindsdien wist niemand wat er binnen gebeurde. Zelfs aannemers die werden ingezet toonden zich bijzonder zwijgzaam zodra ze aan het einde van de werkdag de liftschacht verlieten. De nieuwsgierigheid van veel ambtenaren bleef onbevredigd en een journaliste die hardnekkig minutenlang vanaf de buitenkant op het glas had staan kloppen was vriendelijk verzocht door de beveiliging daarmee te stoppen.
Ze legde de hand op de deurklink en bleef een moment zo staan. Zonder erbij na te denken was ze naar het dichtstbijzijnde trappenhuis gelopen, dat ze de afgelopen maand juist had ontlopen. Annette keek om en zag de reporter nog altijd staan waar ze uit elkaar waren gegaan. Hij knikte haar glimlachend toe alsof ze de aanmoediging nodig had om verder te lopen en in zekere zin was dat ook het geval. De wethouder duwde met waarneembare tegenzin de deur open en verstijfde bij het zien van de zojuist via de personeelstoegang binnengekomen man met een boodschappentas.
De geschrokken uitdrukking op het gezicht van de wethouder amuseerde Loïc. Al hoopte hij dat het niet van zijn gelaat was te lezen. De afgelopen weken was hij steeds beter geworden in het verbergen van zijn gevoelens voor de ambtelijke organisatie en de buitenwereld. Hij zag de deur achter haar dicht vallen.
“Goedemorgen”, groette hij.
“Hallo.” Onzeker hoe haar houding tegenover hem moest zijn, verschoof Annette een voet. Twijfelend tussen de betonnen trap op rennen of een gesprek aanknopen dat ze op aandringen van de advocaten bewust zo lang had vermeden.
Hij liep naar de voordeur en haalde een omvangrijke sleutelbos tevoorschijn. Minder mensen zouden zich waarschijnlijk om de vrijgekomen ruimte achter deze eikenhouten deur hebben bekommerd als de koper geen ambtenaar was geweest met een ambitieus plan. Het had tot zijn schorsing geleid, nadat beschuldigende woorden als corruptie en vriendjespolitiek waren geuit en niet alleen op social media. De subsidie die hij had gekregen voor de realisatie van een tiny house bleek meer dan het dubbele te zijn dan het aankoopbedrag van de liftschacht en dat nieuws was uitgelekt.
“Hoe gaat het met je?”
“Ik heb nog steeds geen overtreding begaan van artikel 174a van de gemeentewet”, zei hij, zonder haar aan te kijken en stak een sleutel in het sleutelgat.
“Nee, nee, nee, ik ben hier niet om je uit je woning te laten zetten.”
Ze zag hem vanuit zijn ooghoek een moment naar haar kijken voor zijn aandacht weer werd verlegd naar de ontgrendelde deur. Het zou hem geen moeite kosten om te herinneren hoe ze hadden getracht hem toegang tot het gebouw te verhinderen of al de keren dat er een inspecteur was gestuurd om de bouw stil te kunnen leggen als de omgevingsvergunning werd overtreden. Het had tot zover al een loslippige bouwinspecteur een reprimande opgeleverd en hij had zijn werk aan een collega moeten overdragen.
“In dat geval heb ik mijn tijd sinds de schorsing goed benut en ben je te vroeg. Morgen is pas de open dag.”
Ze kwam een stap dichterbij. De donkere ogen wijder open gesperd dan normaal. “Open dag?”
“Ik moet nog schoonmaken, het krantenpapier nog verwijderen en de ramen wassen.” Hij duwde de deur open en hield met zijn andere hand de boodschappentas omhoog. “Ik heb alle ingrediënten voor appelgebak gekocht. Kom je ook?”, vroeg hij weinig gemeend.
Haar nieuwsgierigheid won het en ze begon te knikken, maar veranderde halverwege al van gedachten. “Nee.. Nee, het lijkt me beter van niet.”
De blauwe ogen observeerden haar. Koel en afstandelijk.
“Je wilt eerst de uitspraak van de rechter afwachten?”
Hij zag Annette op haar onderlip bijten en besefte dat het verkeerd was om zich op de wethouder af te reageren. Ze moest al genoeg aan haar hoofd hebben met de situatie. Loïc aarzelde een moment voor hij met zijn hoofd opzij knikte om haar uit te nodigen binnen te komen. Een antwoord op zijn eerdere vraag was plotseling onbelangrijk voor hem geworden.
“Kom binnen voor iemand anders je hier ziet staan. Pas op voor de afstap.”
Luisterend keek Annette omhoog naar de eerste etage. Ze kon niemand horen lopen op de betonnen treden van de trappen. Opgelucht keek ze naar hem, maar hij was al naar binnen gestapt en ze moest zich haasten om te voorkomen dat de deur vlak voor haar zou dichtvallen.
De secretaresse wierp een verwonderde blik op haar horloge.
“Het is bijna half negen. Waar kom je vandaan? Ik zag je auto al op het parkeerterrein staan, maar je was nergens te bekennen.”
Annette boog zich naar haar toe. “Ik was appeltaart aan het bakken”, fluisterde ze.
De secretaresse wierp nogmaals een blik op haar horloge. “Zo vroeg op de ochtend?”, vroeg de vrouw, zonder te beseffen dat ze ook zacht was gaan praten.
Glimlachend liep de wethouder naar haar kantoor. De kort geknipte lokken bewogen met elke stap op en neer. Deze ochtend was ze voor iedereen bij het gemeentehuis gearriveerd. Tegen haar zin had ze bij de maisonnette aangebeld. Annette had al spijt dat ze gisteren had toegezegd hem te helpen met de appeltaart, omdat ze het gevoel had er toe gedwongen te zijn. Tijdens het verlaten van zijn woning de vorige dag had ze zich op de enige trede van de korte trap onmiddellijk weer omgedraaid bij het zien van het groepje ambtenaren in het trappenhuis. In haar haast waren ze samen gevallen. Op haar aandringen had hij de deur dicht getrapt, zonder te weten wat er precies gaande was. Slechts afgaand op haar bruine ogen, wijd open van schrik. Loïc had voorzichtig zijn hoofd betast en bloed op zijn vingertoppen gezien. In paniek had ze aangeboden hem te helpen en met een van pijn vertrokken grijns had hij het geaccepteerd. Om op een fijne manier door de kalende man te worden verrast waar hij hulp bij wilde hebben.
“Heb je geen stuk voor mij meegenomen?”
De secretaresse was haar naar het kantoor gevolgd. Teleurstellend kijkend naar de lege handen met een plotseling verlangen naar een stuk van de taart waar ze enige minuten geleden nog het bestaan niet van had geweten.
“Loïc is bezig de kranten te verwijderen en de ramen te wassen”, vervolgde ze enthousiast, zonder een antwoord op haar eerdere vraag af te wachten.
“Vandaag is het open huizen dag.”
“Doet hij mee aan deze open dag? Vandaag?” De secretaresse keek verrast op bij het nieuws. Ze hield haar hoofd schuin om de vrouw voor haar argwanend in zich op te nemen voor ze naar haar werkplek terug keerde. Wat ze de wethouder eerder had horen zeggen werd een paar seconden later bevestigd door arriverende collega’s. Loïc had blijkbaar een papier in het trappenhuis opgehangen. Iedereen om haar heen praatte er op fluistertoon over en zwegen plots als iemand van het bestuur of de directie verscheen.
De secretaresse had Loïc herhaalde malen in het gebouw gezien. Meestal als hij gehaast het gemeentehuis binnen kwam voor een overleg om daarna weer spoorloos te verdwijnen. Tot voor kort had ze zijn naam niet geweten. Hij was voor haar één van de anonieme ambtenaren die zijn werk vast goed deed, maar waar ze verder niets van wist.
Ze was zich pas voor hem gaan interesseren, net als zoveel andere mensen, sinds hij het onderwerp van gesprek was geworden. Deze man die de afgelopen jaren zo moeiteloos in een menigte leek te kunnen opgaan stond opeens midden in het punt van belangstelling. Hij was iemand die iedereen had onderschat en dat bleek een kostbare vergissing te zijn. Het werd al snel duidelijk na zijn schorsing. Loïc had kort na de suspensie de politie gebeld, nadat hem eerder toegang tot het gemeentehuis was ontzegd. Een uur later arriveerde hij met een escorte van de politie en nieuwsgierige ambtenaren bij de liftschacht. De gemeenteraad en het bestuur beschouwde het als een regelrechte oorlogsverklaring. Alle pogingen daarop om hem uit de liftschacht te zetten waren op mislukkingen uitgelopen. Vaak tot hilariteit van zowel de inwoners als een toenemend aantal ambtenaren.
Na een paar uur kwam ze verveeld overeind en klopte op de half openstaande deur van het kantoor.
“Wanneer gaan wij kijken?”
“Wat wil je zien?”
“Oh, houd je niet van het domme. Ik heb gecontroleerd of hij zich heeft opgegeven bij vereniging eigen huis en ik weet niet veel van hem, maar zoals ik hem nu inschat krijgen wij maar één kans om te zien wat hij ervan heeft weten te maken.”
“Ik ga niet.”
“Ben je niet nieuwsgierig?”
Pas nu keek Annette op en schudde het hoofd. Ze haalde verontschuldigend de schouders op, zonder er iets van te menen. “Kijk uit met de afstap.”
“Jij...”
Verrast hief Annette het hoofd op en begon te glimlachen zodra ze de verontwaardiging van het gezicht van haar secretaresse las.
“Hoe wist jij van de afstap achter de voordeur? En dat was jouw appeltaart.”
“Ik kan me niet herinneren dat ik appeltaart voor jou heb gebakken.”
Ze wees in de richting waar de maisonnette zich bevond. “Zijn hele woning had de geur van appeltaart.”
“Zo moeilijk is dat niet als het zo klein is.”
Hier dacht de secretaresse even over na voor ze begon te knikken en toen plots het hoofd schudde. “Je verandert niet van onderwerp.” Het was een tactiek die ze de wethouder meerdere malen had zien toepassen en nu was ze zelf aan de beurt. “Jij kwam vanochtend van hem vandaan.”
Geschrokken keek Annette of iemand hen kon horen en gebaarde haar binnen te komen en de deur tot het kantoor achter zich te sluiten.
“Je gaat geen geruchten starten.”
“Jij was vanochtend bij hem.”
“Ik heb hem geholpen met de appeltaart, maar dat is alles.”
De secretaresse knikte langzaam, voor de uitdrukking op haar gezicht veranderde. “Het is zo klein! Ik stond in de hal en het duurde even voor ik besefte dat het ook een douche was.”
Luisterend knikte Annette bevestigend. Ook zij had zich laten verrassen hoe Loïc de liftschacht had ingericht als woning. Hij had op een bijzonder creatieve wijze van het gebruik aan ruimte gebruikgemaakt om zich te concentreren op het hoognodige, zonder in te leveren op de kwaliteit ervan.
“Waarom maken we er eigenlijk een probleem van dat hij daar woont? Hij werkt normaal vanuit één van onze gemeentewerven voor onze buitendienst en komt hier alleen voor vergaderingen en bijeenkomsten.”
Annette ontweek de doordringende blik van haar secretaresse. Ze had zich, tijdens het samen met hem maken van de taart, dezelfde vraag in stilte gesteld. “Zo makkelijk is het niet.”
“Hmnn, voor mij wel en voor Loïc ook.”
“Er zijn meerdere zienswijzen.”
“Huhemn.”
Annette keek gefrustreerd op. “Luister, ik heb met de gemeenteraad, de rest van het bestuur te maken en mijn partijgenoten te maken.”
“En natuurlijk met onze inwoners”, vulde de secretaresse aan, onschuldig kijkend.
Na een paar tellen knikte Annette langzaam, onzeker waar dit gesprek naar toe ging. Nerveus keek ze de jongere vrouw aan. De secretaresse had al reeds bewezen niet bang te zijn om haar ongevraagd een spiegel voor te houden.
“Loïc is hier geboren.”
De wethouder voelde zich ongemakkelijk.
“Wat stel jij voor als je mij was?”, vroeg ze geïrriteerd.
“Niets, want we hebben ons al in een hoek gemanoeuvreerd. Weet je nog toen een raadslid hem tijdens een openbare raadsvergadering voor een raamambtenaar had uitgemaakt en Loïc van zichzelf een foto maakte bij het raam met een glas wijn in de ene hand en zijn uitgeprinte beoordelingsgesprekken in de andere hand?”
“Ja, het werd een meme op social media.”
De secretaresse knikte langzaam. “Je moet hier een einde aan maken voor de rechter met zijn uitspraak komt.”
“Het is politiek zelfmoord als ik dat doe.”
“Je zou hem juist moeten inzetten om deze mazen in ons beleid te dichten.”
Langzaam schudde de jongere vrouw het hoofd met een trieste uitdrukking op haar gezicht en keerde terug naar haar werkplek. Overtuigd dat niets doen juist het einde van haar carrière zou betekenen.
“En nu?”
De burgemeester aan het hoofd van de tafel keek naar de aanwezige mannen en vrouwen. Het volledige bestuur van de gemeente had zich hier verzameld. Sinds de uitspraak van de rechter waren ze bijzonder zwijgzaam geworden.
Annette schraapte haar keel en voelde onmiddellijk alle ogen op haar gericht.
“Ik denk dat wij de uitkomst allemaal betreuren. Verwonderd niemand zich over het feit dat Loïc zijn overwinning niet uitbundig heeft gevierd of zelfs in het openbaar heeft erkend?”
“Iedereen praat hierover. Ik wil hem weg hebben.”
“Loïc maakt ons het leven niet moeilijk en houd zich zelfs op de achtergrond.”
“Hij woont in het gemeentehuis.”
“Loïc woont in zijn huis. Hij heeft geen toegang tot het gemeentehuis na werktijd. We kunnen om een eerste optierecht vragen in het geval hij het wil verkopen.”
“Verdedig je hem? Sta je soms aan zijn kant?”
Het was een moment stil. Annette voelde het bloed naar haar hoofd stromen. Ze hoefde niet voor hulp om haar heen te kijken. Zelfs haar partijgenoten zwegen. De enige persoon op wie ze kon vertrouwen bevond zich buiten deze vergaderruimte achter haar bureau. Ze herinnerde zich plots iets wat ze de secretaresse eerder had horen zeggen.
“Wat ik wilde gaan voorstellen was of we hem kunnen inschakelen om deze gaten in ons beleid te vinden en voorgoed te dichten voor andere fraudeurs er misbruik van kunnen maken.”
Een wethouder schoot in de lach tot hij besefte dat niemand aan de tafel mee lachte. Zelfs de burgemeester had een peinzende uitdrukking op zijn gezicht gekregen alsof hij er serieus over nadacht. Annette hield haar adem in.
“Je wilt boeven vangen met een andere boef?”, vroeg de wethouder hoofdschuddend. Het gezicht was in afkeer vertrokken nadat hij opgehouden had met lachen.
“Nee, ik wil een vrijgesproken ambtenaar inzetten om misbruik te voorkomen van middelen en geld die we beschikbaar stellen voor onze inwoners door een verkeerde interpretatie van de regels”, corrigeerde ze hem, terwijl ze de burgemeester bleef aankijken.
“Hier gaat de gemeenteraad nooit mee akkoord”, wierp de wethouder tegen.
“Wil je liever als gemeente achter een ambtenaar aangaan, die zich keurig aan de regels heeft gehouden en de publieke opinie aan je laars lappen? Je mag blij zijn dat de verkiezingen afgelopen jaar waren, want anders zou je dit nooit hebben voorgesteld.”
“Daar gaat het nu niet om.”
“Nee, inderdaad, je had het over onze gemeenteraad. Een ruime meerderheid van de raadsleden wil nu al vergeten dat zij op de verkoop van de liftschacht hebben aangestuurd. Ze zoeken naar iemand die hen hieruit kan leiden, zonder hun eigen handen vuil te maken.”
De burgemeester ging verzitten. Hij streefde naar een herbenoeming en over vier maanden zouden de zes jaar van zijn termijn voorbij zijn. Een zachte grom kwam over zijn lippen voor hij op stond om naar de deur te lopen.
“Ik wil Michael hier hebben. Onmiddellijk.”
Hij zag zijn secretaresse naar haar telefoon grijpen, sloot de deur en keerde tevreden terug naar zijn stoel. “Onze gemeentesecretaris gaat over de ambtelijke organisatie en niet de raad”, vervolgde hij, waarbij alle aanwezigen kort aan keek voor zijn blik tenslotte op Annette bleef rusten.
Annette knikte instemmend en keek triomfantelijk om zich heen. De stemming in het vertrek was compleet veranderd nu er een uitvlucht was gevonden voor het politieke fiasco waarin ze waren beland. In de deuropening verscheen de gemeentesecretaris.
“Je had om me gevraagd?”
“Ja, Michael. Ga zitten, alsjeblieft.”
Tevreden over wat ze tot zover had bereikt leunde Annette naar achteren. Loïc kon blijven wonen in zijn liftschacht en zijn werk zou aanmerkelijk uitdagender gaan worden.