De tegenslagen volgen elkaar op

'

18 februari, ziekenhuis

"Gisteren al en nu weer op bezoek? Hebben ze de oorlog soms een moment voor jou onderbroken of ben je er nu pas achter gekomen dat je toch niet zo onmisbaar bent?"

Sander keek Nadenka onderzoekend aan. Ze had verheugd geklonken, ondanks haar ziektebed. Hij schudde in plaats daarvan zijn hoofd. Het was een vraag waar hij liever geen antwoord op gaf. Ze was afgevallen, maar hij betwijfelde of dit aan het smaakloze eten van het ziekenhuis was te wijten. Ze begon te hoesten. Hij zag haar tengere lichaam schokken, alsof ze brute vuistslagen kreeg te verwerken. Het gaf hem een machteloos gevoel om aan haar bed te staan en niets voor haar te kunnen betekenen. Hij kon de strijd die ze voerde niet voor haar uitvechten. De hoestbui hield  wel een halve minuut aan. Tot het eindelijk op hield en ze de zakdoek kon laten zakken. Ze zag er moe uit. Hij aarzelde dan ook, omdat hij wist dat hij haar verder uit zou putten als hij het zei. Een snelle afweging makend, terwijl hij zijn adem in hield en nu weer langzaam liet ontsnappen.

"Werk", corrigeerde hij haar en overhandigde een lijst met namen, "zoek iemand die je op kan volgen. Ik heb dringend een chauffeur of een chauffeuse nodig."

Ze keek hem hoofdschuddend aan. Hij zou nooit veranderen en ze was er eerlijk gezegd blij mee. Als hij er was dan werd er maar weinig gepraat over wat ze mankeerde. Het had voor hem nooit enig verschil gemaakt. Het waren juist familieleden en vrienden die haar en het retrovirus  vereenzelvigden. Velen van hen hadden zelfs helemaal niets meer van zich laten horen. Anderen bewaarden juist afstand, letterlijk, als ze na binnenkomst in de buurt van de deur bleven staan. Zonder haar zelfs de hand te willen schudden.

"Je laat hem of haar hier naar toe komen voor de sollicitatiegesprekken."

"Er zijn hier bezoekuren."

"Wanneer het jou uitkomt", vervolgde Sander, alsof er geen woord van wat ze had gezegd tot hem was door gedrongen. Nadenka knikte als een gehoorzame soldaat. Voor hem bestonden alleen regels die hem uitkwamen. De rest beschouwde hij als obstakels en deze overwon de Dutchman met opvallend gemak. Een verpleegster die haar hoofd in de deuropening liet zien verdween opvallend snel, zonder een woord te zeggen over het feit dat hij hier langer was dan volgens de regels was toegestaan. Ze had het onverklaarbare vermoeden dat de vrouw al op een onplezierige wijze kennis had gemaakt met haar bezoeker.

"Moet deze persoon wel een rijbewijs hebben of is rijervaring alleen voor jou al voldoende?"

"Als hij of zij maar op tijd komt, overal de weg kan vinden en in staat is om het met mij uit te houden."

Nadenka achtte vooral het laatste van belang. Ze zag hem een blik op zijn horloge werpen. Een gebaar waar ze inmiddels aan gewend was geraakt. De enkele keer dat hij zijn horloge was vergeten, had ze bijna bij haar bestemming gearriveerd rechtsomkeert van hem moeten maken. De tijd was bijna een levensbehoefte voor hem, zoals zuurstof voor ieder ander mens het geval was.

"Ik had vijf minuten geleden al bij de generaal moeten zijn." Hij tikte met twee vingers tegen de zijkant van het hoofd, aarzelde even voor hij zich naar haar toe boog en op het voorhoofd een kus achterliet. "Je kan me nu toch moeilijk gaan beschuldigen van ongewenste intimiteiten."

Haar glimlach werd zo breed dat hij even bang werd dat haar mondhoeken zouden uit scheuren.

 

790e commando- en controlecentrale

Sander verfrommelde de krant en wierp deze met verachting van zich af. In de Kaliningradskaya Pravda was een heel artikel aan hem gewijd. Hij had geen interview gegeven, maar alles leek al te zijn gezegd. Het was ronduit verbijsterend en had zijn vertrouwen in de media behoorlijk doen slinken. De meeste woorden waren aan zijn achtergrond besteed. Iedereen vroeg zich blijkbaar af waarom een gewone cameraman bereid was zijn leven te riskeren voor een ander land. Idealisme en geld werden aan gedragen als de belangrijkste motieven. Hij werd nog net geen huurling genoemd, maar iedereen begreep de strekking van de woorden. Wie ze daarvoor hadden geraadpleegd was hem onbekend. Zijn recente uitstapje naar Polen vulde de overgebleven ruimte van het artikel op. Hij besefte dat er nu, na zijn brandmerk als huurling, geen weg meer terug was en eigenlijk was hij er wel blij mee. Geen uitvluchten meer om zich achter te kunnen verschuilen. Alleen de wijze waarop het plaats vond stond hem in het geheel niet aan. Op zoek naar de nodige afleiding besloot Sander zich op de Antonov An-71 te concentreren. Ongevraagd was hij zich tussen de bezoeken aan het ziekenhuis door met beide toestellen blijven bemoeien. Het verdreef de tijd beter dan het lezen van een krant.  

"Wanneer worden de datalinks geïnstalleerd, meneer?"

De laatste aanwinsten van KD Avia moesten van een radioverbinding worden voorzien voor de elektronische uitwisseling van informatie. SMS was hier een welbekend voorbeeld van. De laatste generatie gevechtsvliegtuigen van Sukhoi waren al met tactische datalinks uitgerust, met uitzondering van de naar het buitenland geëxporteerde toestellen.

Geamuseerd had de majoor-generaal toe gekeken hoe de krant in de prullenbak was beland. Voor hem op het bureau lag een krant van de Yantarnyi Kray met op de voorpagina een foto van de Dutchman op het vliegveld in Polen. De jongere man was regionaal een bekendheid geworden en dat had hij te danken aan een overijverige journaliste. Het was merkwaardig hoe sommige zaken toch konden lopen.

"De Chinezen zijn er mee bezig, maar het staat me niet aan dat we volledig afhankelijk van hen zijn geworden."

Sander kende de bezwaren van zijn meerdere en kon er zelfs begrip voor opbrengen. Alleen was hij daarvoor helemaal niet in de stemming. Hoe graag hij het ook ontkende, ze hadden de Chinezen nodig. Om een datalink met de Shaanxi Y-8CE te bewerkstelligen hadden ze iets met meer capaciteit nodig dan het TKS-2 systeem van de Su-27 hen kon verschaffen. De Chinezen beschikten over de oplossing en als hij hen moest geloven dan was het gelijk aan link 11 van de NAVO. Sander was niet de enige persoon die deze bewering in twijfel trok, maar zonder over een alternatief te beschikken was er ook geen andere keuze mogelijk. Ze konden slechts hopen dat de Chinezen gelijk hadden en bereid waren deze technologie met hen te delen.

"Ik kan de vliegers ook een verrekijker meegeven."

De lange man stond op. Borya wist precies waar de Nederlander op doelde en had geen zin om hierover opnieuw een discussie met hem aan te gaan. Hij was al gedwongen meer van zijn budget beschikbaar te stellen voor de Antonovs dan oorspronkelijk de bedoeling was geweest en nu hadden ook de Chinezen plotsklaps interesse voor de toestellen gekregen. "Ik zal je boodschap zo meteen aan de president overbrengen."

Een ieder ander zou de eerder uitgesproken woorden proberen af te zwakken voor deze bij de opperbevelhebber terecht zouden komen, maar de majoor-generaal verwachtte niet dat dit het geval zou zijn bij de Dutchman. Hij kreeg gelijk en zag de jongere man onverschillig de schouders ophalen. Het was alsof er geen hiërarchie voor de Nederlander bestond. Je won eerder zijn respect met deskundigheid, dan met een hogere rang. Zoals al vele officieren tot hun ergernis hadden ondervonden. Een grotere categorie militairen, die bestond uit soldaten, korporaals, sergeanten en sergeant-majoors, had hier aanzienlijk minder moeite mee.

 

20 februari, Kaliningrad

Sander zag de directeur het podium opstappen. Hij stond in een kleine zaal, waar de persconferentie was georganiseerd. De armen over elkaar en de aanwezige mensen in zich opnemend. Eerder was hij achter de directeur de zaal binnen gestapt, om vrijwel meteen zich een plek bij de toegang toe te eigenen. Hier was het tenminste rustig, terwijl de directeur was verder gelopen. Gade geslagen door tientallen journalisten, fotografen en cameramensen. Slechts weinigen toonden enige belangstelling voor de met de directeur mee gekomen man in maatpak.

"Dames en heren", groette de directeur met een  knik in de richting van de mannen en vrouwen voor hem. "Ik zal graag al uw vragen beantwoorden, als u mij van mijn beste kant laat zien." Om aan te geven welke zijde van zijn gezicht hij graag gefotografeerd wilde hebben, wees de directeur het aan. Hier en daar werd er hartelijk om gelachen. Misschien niet door iedereen echt gemeend, maar het kwam hoe dan ook de sfeer ten goede. Al weerhield het er een journaliste van RIA Novosti er niet van om meteen ter zake te komen.

"Wat denkt u over de speculaties in de Russische media over de Antonovs?", vroeg de vrouw.

Het was de vraag die de man had verwacht, maar tegelijk ook gevreesd. "Ik zou graag willen weten wie deze welingelichte bronnen van de Russen zijn."

"Youtube", riep iemand.

Hij zag de journaliste glimlachend haar schouders ophalen. De directeur pakte eveneens glimlachend het speciaal voor hem neer gezette glas water. Hij had geen last van een droge mond, maar hij won er wel tijd mee. "Ik moet bekennen dat de Russische media ditmaal wel de waarheid heeft gepubliceerd."

Het was voor de aanwezigen een verrassende mededeling. Zelfs de journaliste van het grootste persbureau van Rusland was zo verbaasd, dat ze geen eens notities maakte. Niemand had verwacht dat de directeur in eigen persoon de Russen eens een keer gelijk zou geven.

"De gevolgen van de luchtaanvallen op ons land zijn u allen bekend, maar misschien minder roemrijk is het feit dat een burgervliegtuigmaatschappij als KD Avia er ook onder te lijden heeft. De nood voor onze vliegers is hoog en om de veiligheid van onze passagiers te kunnen garanderen, hebben we een paar AEW-vliegtuigen aangeschaft."

Een heftig gebarende journalist slaagde erin de aandacht van de directeur te trekken voor het stellen van de volgende vraag. "Horen deze vliegtuigen volgens het met de Oekraïners afgesloten contract niet in een museum te staan?"

"U heeft helemaal gelijk."

Stomverbaast keek de journalist de directeur aan. Vandaag leek de directeur in een bijzonder toegeeflijke bui te verkeren.

"Zodra de directie heeft beoordeeld dat ze overbodig zijn geworden, dan krijgen de vliegtuigen een laatste plek toegewezen. Waar de Antonovs, naar ik hoop, de nodige bezoekers naar onze prachtige museums zullen trekken."

De directeur gaf snel de beurt aan een volgende vraagsteller.

Sander kreeg echter niet de kans om te horen wat de man wilde weten. Hij had een eigen vraag gekregen: "Waarom krijg ik het gevoel dat jij hier achter zit?"

Zodra Svetlana hem had opgemerkt, had hij de vrouw op zich af zien komen om naast hem te komen staan. "Ik heb slechts wat ideeën gespuid."

Het klonk neutraler dan waar Svetlana hem van verdacht. "Je Russisch gaat goed vooruit."

"Dankje, maar het antwoord is nee."

"Het was geen vraag."

"Nee, maar het beantwoord wel de vragen die je mij wilt stellen."

"Is het zo duidelijk?" Svetlana toverde op een geoefende en veel gebruikte wijze een teleurgesteld gezicht te voorschijn. Ze werd het pas echt toen hij knikte en zijn aandacht weer verlegde naar de man op het podium.

 

regeringsgebouw

De presentatie van de majoor-generaal stond Shurik nog helder voor ogen. Het stond hem tegen dat de logistieke diensten van het Nationaal  luchtverdedigingcommando gebruik moesten maken van de contacten van Boris Berezovski in de Oekraïne, maar zoals de majoor-generaal had uitgelegd bood het ook onverwachtse mogelijkheden. De president had aandachtig naar de toelichting geluisterd, die hierop was gevolgd. Zijn persoonlijke afkeer van de banneling, die hij medeverantwoordelijk hield voor de economische instorting van Rusland, had hij gemakkelijk overwonnen. Als president kon hij het zich eenvoudig niet permitteren om kieskeurig te zijn wat bondgenoten betrof. De majoor-generaal had met enige hulp van leden van de staf zijn oog laten vallen op een paar prototypen van het civiele ontwerpbureau Antonov. Dat deze nog uit de tijd van de Sovjet-Unie stamden had de officier niet als een probleem beschouwd, maar dat waren de vliegtuigen inmiddels wel geworden. De president had om opheldering gevraagd en daarom was een gespannen Borya in de werkkamer van de opperbevelhebber verschenen.

"Op YouTube heb ik jouw eerdere beweringen over de An-71 zien weerlegd."

De majoor-generaal onderdrukte een diepe zucht. Wat zo simpel had geleken was door de Dutchman meer leven ingeblazen dan hij ooit voor mogelijk had gehouden. De Nederlander had de hem gegeven vrijheid optimaal uitgebuit en zelfs decorbouwers ingezet in een voormalige hangar van de Luftwaffe van het in zeer slechte staat verkerende vliegveld Pionerskiy. Daar was de ruimte die nodig was om de romp van het vliegtuig na te bouwen in overvloed aanwezig. Enthousiast was een klein team van Kaliningraders aan de slag gegaan. Budget was er nauwelijks voor en het tijdschema van de Dutchman waarin het werk geklaard moest zijn was ongelooflijk krap. Weggegooide monitors, panelen met knoppen en schakelaars, alles wat bruikbaar was had na enige aanpassingen een onverwachts tweede leven gekregen. Toch hadden ze het gered en Borya daarmee het nodige werk bezorgd. Oorspronkelijk slechts bedoeld om de Russen te misleiden waren nu ook de Kaliningraders overtuigd dat de Antonov An-71 actief in de luchtoorlog werd gebruikt. Zo realistisch had het decor op het zogenaamd uitgelekte filmpje eruit gezien.

"Meneer de president, de Antonov voldoet op geen enkele manier als een AEW vliegtuig. Een verrekijker voor onze piloten is nog nuttiger."

"Als ik een sarcastisch antwoord op mijn vragen wil horen dan had ik de Dutchman wel hier naar toe gehaald, begrepen?"

Borya bevestigde het haastig, om met een onvergelijkt gezicht zich af te vragen waarom de Nederlander zich zoveel kon permitteren en dat was niet alleen bij de opperbevelhebber.

"Ik was ervan overtuigd..."

"De Russen hopelijk ook, meneer de president."

"Dit blijft tussen ons. Hij mag van niemand horen dat ik dit heb gezegd."

De majoor-generaal knikte begrijpend. Blijkbaar gunde zelfs de president Sander zijn pleziertjes niet altijd.

"Nu zijn naam toch is gevallen, wil ik u vragen wat er met hem gaat gebeuren?"

De president haalde zijn schouders op. "Het zal van de uitslag van deze oorlog afhangen."

Het was een eerlijker antwoord, dan van een politicus verwacht mocht worden.

"Tenzij hij eerder sneuvelt."

Verrast door deze reactie knipperde de president met zijn ogen. Na enkele seconden van stilte knikte hij. Deze mogelijkheid was ook aanwezig en de majoor-generaal had hem hier even fijntjes op gewezen.

"Zijn dood zal ons imago in het buitenland niet negatief beïnvloeden", reageerde Shurik.

Het was een kille conclusie, waar de majoor-generaal zich niet aan kon onttrekken. "Hij heeft geen echte gevechtstaak toegewezen gekregen, maar hij riskeert wel zijn leven", voegde Borya er ongevraagd aan toe.

"Net als vele van onze landgenoten."

"De meesten van hen bevinden zich op de grond. Nu we besloten hebben meer geld in de Antonovs te investeren zal de Dutchman spoedig aan boord van een onbewapend vliegtuig mee gaan vliegen."

Nu zag de president er toch enigszins bezorgd uit. "Is hij daar wel geschikt voor?"

"Wat oorlogvoering betreft is hij een amateur", bevestigde Borya het bange vermoeden van zijn meerdere, "maar hij compenseert alle tekortkomingen op militair gebied ruimschoots met zijn vastberadenheid, energie en leidinggevende capaciteiten. Bovendien kan ik eigenlijk geen reden bedenken die geloofwaardig genoeg zal zijn om hem bij deze vliegtuigen vandaan te houden."

"En als hij echt sneuveld?"

Borya bestudeerde een moment intensief zijn vingernagels.

"U zei het al eerder, meneer de president. Zelfs dood levert hij zijn bijdrage aan de oorlog."

Na enige aarzeling knikte de president instemmend en besloot tot opluchting van de majoor-generaal van onderwerp te veranderen.

"Als ik de Russische pers moet geloven hebben we geen enkele grond-luchtraket meer over om het land te verdedigen. Hebben ze ongelijk?"

"Ze hebben herhaaldelijk onze vaste locaties voor de lanceerinrichtingen gebombardeerd en de meesten ervan ook getroffen."

"Hebben ze ook iets geraakt dat van belang is?"

"Onze soldaten hebben onze opblaasbare decoys al vele malen moeten oplappen, maar onze mobiele lanceerinrichtingen zijn grotendeels intact gebleven."

De glimlach op het gezicht van de majoor-generaal zag er voor de president overtuigend genoeg uit.

 

ziekenhuis

Sander bestudeerde de foto in zijn hand. Er stond een jonge vrouw op afgebeeld. Het lange, blonde haar droeg ze in een staart. Hij zag een bleek gezicht dat haar kinderjaren nog maar nauwelijks was ontgroeid. "Angelika." Hij had de voornaam van de negentienjarige al voor de vierde keer uitgesproken. Het dunne dossier lag onaangeroerd voor hem. Hij had het geheel aan Nadenka overgelaten om voor hem een keuze uit het ruime aanbod te maken. "Wat kan je mij over haar vertellen?"

"Ze praat onder andere Plautdietsch."

Verrast keek hij Nadenka aan. "Ik heb nog steeds moeite met Russisch", protesteerde hij, "en nou moet ik nog een taal erbij gaan leren?" Hij zag haar tot zijn opluchting het hoofd schudden.

"Het heeft meer met Nederlands gemeen dan met Russisch." Het vrolijkte hem enigszins op, zoals Nadenka ook had verwacht. "Het is de taal van de mennonieten, heb ik me laten vertellen", vervolgde ze met een onschuldig gezicht en zag nu weer een diepe frons op zijn voorhoofd verschijnen. Blijkbaar zei het hem meer dan het bij haar had gedaan, maar Angelika was zo vriendelijk geweest om het haar toe te lichten in het Russisch. Beide talen beheerste ze uitstekend.

"Ze komt met haar ouders oorspronkelijk van de Wolga vandaan, voor ze naar de Bondsrepubliek Duitsland emigreerden, maar daar niet..."

"Wacht eens even", onderbrak Sander haar, "ze is een mennoniet?" Hij zag Nadenka bevestigend knikken. "Volgende."

De foto van het meisje belandde op het dossiermap, alsof hij er alle interesse voor had verloren. Tot zijn verrassing leek Nadenka zich hier minder snel bij neer te leggen. Ze pakte de foto en hield hem deze voor. Misschien had ze gedurende haar tijd als zijn chauffeuse wel meer van hem overgenomen dan hij voor mogelijk had gehouden.

"Je moet haar een eerlijke kans geven. Ze heeft problemen thuis."

"Wil jij dat ik haar een kans geef, omdat jij medelijden met haar hebt?"

Het was heel makkelijk om hier ja op te zeggen, maar Nadenka schudde in plaats daarvan het hoofd. Over straat slenterend was ze door de politie als een willekeurig zwerfkind behandeld en opgepakt. Enkele dagen later had ze een uniform aan moeten trekken, ondanks dat ze een opvoeding had genoten waarin geweld werd verafschuwd. Het was een vergissing. Eentje die met gemak door haar ouders rechtgezet had kunnen worden als haar vader er daadwerkelijk moeite voor had willen doen. Nadenka had echter andere argumenten nodig om hem te kunnen overtuigen. Ze legde de foto weer neer.

"Het is een pientere meid. Ze spreekt naast Plautdietsch ook Russisch en kent de stad."

"Hoe lang heeft ze haar rijbewijs?"

"Maak jij je opeens zorgen daarover?"

"Hoe lang?", hield Sander vol.

"Een maand, maar dat zijn slechts details waar jij je toch nooit om bekommerd." Ze had hem nog meer hierover kunnen vertellen, alleen zou het niets uithalen. Zolang Angelika een vreemde voor hem was, en op het moment was ze niets meer dan een gezicht op een foto, boeide het hem niet hoeveel moeite het haar had gekost om het rijbewijs te bemachtigen. Hoe haar moeder moeizaam het geld bij elkaar had gesprokkeld en in het geheim aan haar kind had gegeven om te voorkomen dat haar vader het weer aan drank zou uitgeven.

"Wie is de volgende?"

"Ik heb tegen haar gezegd dat je het met haar als chauffeuse zou proberen. Een soort van proeftijd. Wil jij soms dat ik mijn woord breek?"

Ze hoorde een diepe zucht aan zijn mond ontsnappen. Uit ervaring wist ze dat hij veel waarde hechtte aan het nakomen van afspraken. Het was echter een risico om via deze weg haar zin te krijgen en hoe langer de stilte duurde hoe meer de twijfel haar onzeker maakte over de afloop.

"Als ze me probeert te bekeren dan stap ik meteen uit", waarschuwde Sander haar tenslotte.

Ze had goed gegokt. "Dat weet ze al", zei Nadenka met glinsterende ogen, "en ze staat beneden op je te wachten. Ik heb het gevoel dat ze jou harder nodig heeft dan lucht."

Sander keek haar twijfelend aan. "Je vertelde me toch eerder nog dat ze astma had?"

"Precies."

Hij wilde het niet, maar moest toch grijnzen. Steeds wist Nadenka de juiste snaar bij hem te raken. Hoofdschuddend stond Sander op. Het werd de hoogste tijd om te vertrekken voor Nadenka hem een volgende verrassing ging bezorgen.

"Dus ik krijg een Duitse chauffeuse, hè?"

"Een Wolga-Duitse", corrigeerde ze hem.

Zonder naar het verschil te vragen trok hij zijn jas aan. Sander maakte zich meer zorgen dat ze uit een streng gelovig gezin kwam dan over haar nationaliteit of achtergrond. Gedurende zijn kinderjaren had het hem met terugkerende regelmaat verbaasd hoe verschillend de mensen het Christendom interpreteerden. Het was verbijsterend hoe vroom sommige Christenen zich op zondag gedroegen als ze naar de kerk gingen. Het was bijna alsof het de misdragingen tijdens de zes resterende dagen van de week goed kon maken. Misschien was hij in dit geval bevooroordeeld en moest hij deze Angelika een kans geven.

"Wat voor problemen?", vroeg hij vanuit de deuropening.

"Haar vader is een alcoholist en sloeg haar moeder. Waarschijnlijk haar ook, maar daar heeft ze niets over gezegd."

"En de mensen blijven in een god geloven", mompelde Sander hoofdschuddend. Hij trok de deur achter zich dicht.

 

Jägerbataillon 291

De infanteristen hadden het zich zo makkelijk mogelijk gemaakt in de zelf gegraven schuttersput. Afgebroken takken waren er om heen in de grond gestoken en werden dagelijks vervangen, voor de bladeren ervan slap begonnen te hangen. De tot de jägers behorende Duitse militairen bewaakten een klein deel van de grens tussen Litouwen en de Republiek Kaliningrad. Wat voor de Duitsers in het begin zo spannend was geweest begon steeds saaier te worden naarmate de tijd verstreek en gebeurtenissen in deze sector uitbleven. Günther wreef eens in zijn ogen. Hij had een hekel aan het gebruik van de nachtkijker. Vooral bij langdurig gebruik kreeg hij er pijnlijke en vermoeide ogen van. Na het slaken van een diepe zucht zette hij de kijker weer op zijn hoofd. De helm had hij uit gemakzucht naast zich neergelegd. De donkere wereld om hem heen werd opeens weer zichtbaar. Niet zo helder als overdag het geval was, maar nog altijd beter dan zonder nachtkijker. De bomen, struiken en kruidachtige gewassen hadden een groene waas gekregen, maar waren goed herkenbaar. Langzaam draaide de jäger het hoofd. Stukje voor stukje zocht hij de hem toegewezen sector af. Plotseling verstijfde hij en de naast hem zittende Carl merkte het onmiddellijk op.

"Smokkelaars", siste Günther.

Vloekend zocht Carl naar zijn eigen nachtkijker. Hij had deze nog maar net opgezet of wendde met een luidde vloek het gezicht al af. Zonder een waarschuwing richting zijn collega had Günther een lichtkogel afgevuurd. Het felle licht was door de nachtkijker nog eens versterkt en had Carl tijdelijk verblind.

"Stoj", hoorde Carl hem nog schreeuwen.

De van hen vandaan in ganzenpas bewegende mensen waren gaan rennen. Zigzaggend om geen gemakkelijk doel te vormen. Het verbaasde Günther enigszins.

"Stoj", schreeuwde nu ook Carl en vuurde als waarschuwing een kort salvo met het aanvalsgeweer af. Het lokte een reactie uit waar geen van beide jägers op was bedacht. Enkele seconden later lagen ze diep weg gedoken in de schuttersput. Kogels vlogen over hen heen. Anderen sloegen rondom hem in de grond. Carl had door te schieten de positie van de schuttersput aan de schimmen in de nacht prijs gegeven.

"Dat zijn geen smokkelaars", schreeuwde Günther, terwijl hij haastig zijn helm opzette.

"Denk je dat?", schreeuwde Carl boos terug, vanwege het zo voor de hand liggende en haalde de trekker van zijn Heckler & Koch G36 aanvalsgeweer over. Hij vuurde in wilde weg, zonder een blik over de voor hen opgehoopte grond te werpen. Günther probeerde via de portofoon verslag uit te brengen. Het geratel overstemde hem.

"Ze kunnen niets horen."

"Praat dan harder", schreeuwde Carl. Hij had zojuist het lege magazijn voor een volle vervangen en leegde deze al weer binnen enkele seconden. Oververhitting van de loop van het aanvalsgeweer riskerend, maar dat baarde hem momenteel geen enkele zorg. Hij ramde de ene magazijn na het andere magazijn in het wapen. De aangestampte bodem van de schuttersput raakte langzaam aan bedekt met hulzen. De scherpe geur van cordiet werd door hen ingeademd.

"Waar schieten jullie op?"

"Spetsnaz", brulde Carl, voor hij zich met een ruk omdraaide. Verrast om zijn neer geknielde pelotonscommandant te zien.

"Hou op met schieten, idioot. Ze zijn allang weg."

De luitenant mompelde een binnenmondse vloek. Twijfelend of hij het onmiddellijk aan zijn meerderen moest rapporteren of eerst met een sectie van het peloton een onderzoek zou instellen om zich zelf meer duidelijkheid te verschaffen. Een antwoord werd hem door de omstandigheden uit handen genomen. De compagniecommandant vroeg al om opheldering. Al het lawaai had natuurlijk de aandacht van de kapitein getrokken, zoals bij hem ook het geval was geweest. Zuchtend bracht de pelotonscommandant de portofoon naar zijn gezicht.

 

21 februari, NAVO hoofdkwartier, Brussel, België

Een volledige terugkeer van Frankrijk binnen de commandostructuur van de NAVO was een aanbod dat voor vele Europese lidstaten aantrekkelijk in de oren klonk. Sinds Frankrijk in 1966, onder het bewind van president Charles de Gaulle, zich uit het militaire bondgenootschap had teruggetrokken, nam het land een uitzonderingspositie in binnen de NAVO. De Franse delegatie hield het voorstel de aanwezige mensen voor, alsof ze daarmee hen over de streep konden krijgen om meer troepen naar de Baltische landen te sturen. Zelfs zinspelend op artikel 4. Gesteund door de regerende partijen in Polen, Litouwen, Estland en Letland, die ervan overtuigd waren dat haar territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en veiligheid in gevaar werden gebracht door activiteiten van de Russen. Zij bejubelden de Franse initiatieven. Toch stuitte deze minderheid op een muur van onbegrip bij de overige leden van de NAVO, die steeds maar op meer overleg aandrongen. Zelfs de normaal zo dominant aanwezige Amerikanen hielden zich nog altijd op de achtergrond en daar leek voorlopig geen verandering in te komen. De Nederlaag van Georgië had de Amerikanen in de politieke arena ook gezichtsverlies opgeleverd en nu leken ze in Washington overdreven huiverig te zijn voor het begaan van nieuwe flaters.

In Parijs bleef de president via het internet voortdurend op de hoogte van alle gemaakte  vorderingen en tegenslagen die de Franse delegatie ondervond. Albertin kampte in eigen land met de vele politieke tegenstanders van zijn plannen. Volgens hen verkwanselde hij bewust de Gaullistische erfenis. Zelfs binnen zijn eigen partij was er verdeeldheid ontstaan. Slechts weinigen leken zijn visie op de rol van het land binnen Europa te delen. Wat hij nodig had waren successen en gelukkig voor hem begonnen deze mondjesmaat te arriveren. De Baltische landen en Polen toonden steeds meer interesse in producten van de Franse wapenindustrie. De Amerikaanse terughoudendheid op het gebied van defensie kon misschien wel tot verkoop van Franse producten leiden. Zelfs de Kaliningraders hadden toenadering gezocht, maar dat lag voor Frankrijk nog als te politiek gevoelig.

De brigade Franco-Allemande aan de grens had ook effect. Al was het spijtig dat het de Duitsers waren en geen Fransen die in een vuurgevecht verwikkeld geraakt met wat vermoedelijk Russische commando's waren. Al presteerde de Franse media dit laatste als een vaststaand feit. De president bemerkte dit, terwijl hij de krant opensloeg. Goedkeurend knikkend las Nicolas het betreffende artikel. Misschien dat dit de Litouwers kon overhalen om zich dezelfde agressieve houding als de Polen ten opzichte van de Russen aan te meten.

De laptop produceerde een piepend geluid, waarop de man zijn mail opnieuw controleerde. Het gezicht van Voleunje betrok. Zuchtend leunde hij naar achteren. Het overleg had niets opgeleverd. Al waren de leden van de delegatie nog altijd gematigd positief. De imbecielen dachten dat een nieuw overleg tot andere resultaten zou leiden. De president klapte de laptop dicht. Misschien had een persoonlijke benadering meer effect. Misschien wel met zijn knappe vrouw aan zijn zijde. Onopgemerkt door hem zelf begon Albertin te knikken. Hij moest de mensen die zijn landgenoten in Brussel tegenover zich hadden gevonden proberen met de nodige charme aan zijn kant te krijgen.

 

Sviatoshyn vliegveld, Oekraïne

Voor een industrieel vliegveld was het vandaag ongewoon druk. Op het geasfalteerde baan waren een aantal militaire vliegtuigen te bewonderen. Alleen bereidde het staatsbedrijf Antonov geen show voor. De bewaking verkeerde in een verhoogde staat van paraatheid en diende nieuwsgierige medewerkers en burgers juist op afstand te houden van alle op het vliegveld ontplooide activiteiten.

De voorgangers van deze vliegtuigen maakten oorspronkelijk deel uit van een deal tussen de Russen en Chinezen uit 1996, waarmee een bedrag van 2.500.000.000 dollar gemoeid was. Het jaar waarin China de rechten verkreeg om de Su-27SK in licentie te bouwen. Aangeduid in de Volksrepubliek China als de Shenyang J-11. De Chinezen waren hard aan het werk om deze gevechtsvliegtuigen te verbeteren. De huidige versies hadden in een gedeeltelijk gedemonteerde toestand de lange reis aan boord van enorme vrachtvliegtuigen van Antonov Airlines gemaakt, om in de enorme hangars van het Oekrainse staatsbedrijf weer in elkaar te worden gezet. Wat er aan logistieke planning allemaal vooraf was gegaan was de piloten onbekend en zou streng geheim blijven. De Chinezen wachtte al dagen om de hangars te verlaten en nu hadden ze vanuit Polen eindelijk toestemming ontvangen. Er werd hen weinig tijd gegund om van de omgeving te genieten. De binnen gekomen bevelen voor de piloten waren kort en duidelijk. Ze dienden zich zo snel mogelijk richting het oorlogsgebied te begeven. Laag vliegend om aan de gevoelige sensoren van boven Wit-Rusland opererende vliegtuigen van de Russische luchtmacht te ontsnappen. Helemaal niets mocht naar de betrokkenheid van zowel de Oekraïners als de Chinezen leiden. Wat hen in de Republiek Kaliningrad te wachten zou staan hadden de Chinezen pas in de Oekraïne vernomen. Toch keken veel piloten er opgewonden naar uit. Ze wisten dat al meer piloten uit verschillende eenheden van zowel de luchtmacht als marineluchtvaartdienst met onbekende bestemming waren vertrokken. Het zorgwekkende daarbij was dat niemand meer iets van deze mensen had vernomen. Af en toe wierpen zij ook een blik op Zhu Jia-Xun. De piloot had al kort na aankomst zich een bijzondere positie in de groep verworven. Hij behoorde tot de overlevenden van de eerste lichting en dat gaf hem een merkbaar overwicht op de nieuwkomers.

De grote afstand tussen hen en het hoofdkwartier verschafte de Chinezen meer vrijheid dan de piloten in eigen land waren gewend. Zhu Jia-Xun besefte dit terdege en deelde met iedereen die het wilde horen zijn ervaringen. Boven Kaliningrad kon hij tussen de gevechten door vliegmanoeuvres oefenen, tot hij deze in de perfectie beheerste. Hij was een veteraan en had zich inmiddels een wat onverschillige houding aangemeten, die hem van zijn gespannen landgenoten onderscheidde.

"Kaliningraders zijn toch ook Russen?", vroeg een piloot, die naast hem was komen lopen.

Zhu Jia-Xun knikte kort. "Mijn ervaring is dat Kaliningraders eerst schieten en pas dan vragen  beginnen te stellen. Als je het schieten tenminste hebt overleeft."

Geïntimideerd door het antwoord begon Syaoran wat langzamer te lopen in de richting van het hem toegewezen vliegtuig. Zhu Jia-Xun merkte het en grijnsde hem toe.

"Ik overdrijf", stelde hij de ander gerust, maar de grijns verdween zodra Zhu Jia-Xun weer voor zich uit keek. De Kaliningraders waren misschien wel meer Europees gericht, maar de Russische paranoia waren ze niet kwijt geraakt. Zijn collega's zouden spoedig gaan ervaren dat de Chinese hulp minder met open armen werd ontvangen dan waarschijnlijk door hen werd verwacht. Al werden de Chinezen als kanonnenvoer wel zeer gewaardeerd. De Kaliningraders zouden hem en zijn landgenoten zonder aarzeling op de vijand afsturen. Zelfs onder de aanwezige buitenlanders leken de Chinezen een bijzonder lage positie in te nemen. Toch leed het moreel van Zhu Jia-Xun hier niet onder. Hij zag immers een droom bewaarheid worden.

 

22 februari, Kaliningrad

Sander pakte de handen van Angelika vast en voelde deze beven. Misschien waren het zijn eigen handen wel die zo trilden. Ze waren omgeven door glas van de versplinterde autoruiten. Hij zag een aantal van deze glinsterende blokjes op zijn mouw. Tot zijn opluchting had hij geen geur van diesel ingeademd, de brandstoftank van de auto was nog altijd intact. Iets wat op het moment veel weg had van een wonder.

"Ik heb gezondigd, maar ik ben altijd in God blijven geloven", hoorde hij haar fluisteren.

De grijsgroene ogen van de Nederlander vernauwden zich. Het eerste wat bij Sander op kwam slikte hij met de nodige moeite in. De chauffeuse zag er zo kwetsbaar uit dat hij zich in hield. Even had hij gevreesd dat ze gewond was geraakt, voor het tot hem door was gedrongen dat deze mogelijkheid ook op hem van toepassing kon zijn. Een snelle lichamelijke inspectie overtuigde hem van het tegendeel en dat bleek ook bij Angelika het geval te zijn. Hij wilde haar niet meer van streek maken dan ze al reeds was. Het beloofde deze ochtend een dag te worden die hij liever uit zijn herinneringen wiste en nu de middag was aangebroken wist hij het zeker.

Na een telefoontje van de dokter had het tweetal zich eerder op de dag al naar het ziekenhuis gehaast. De hele rit door de stad had hij Angelika aangespoord meer gas te geven tot ze slechts een paar meter van de toegang tot het ziekenhuis de wagen stil zette. Hijgend was hij het trappenhuis uit komen rennen, omdat de lift te traag naar zijn zin ging. Het was allemaal voor niets geweest. De altijd vrolijke Nadenka was er niet meer. Op het einde was er tot zijn spijt alleen een dokter geweest om haar gedurende het laatste stadium gezelschap te houden.

Zwijgend was hij weer in de auto gestapt. De tranen had hij ruw met de mouw van zijn jas weg geveegt, maar de achtergelaten sporen waren nog altijd te zien.

"God heeft haar bij zich geroepen."

"Hij had van haar af moeten blijven."

Verrast vanwege de woede in zijn stem keek ze hem aan. "Ze was zwaar ziek", zei ze zacht.

"En jouw gebeden hebben blijkbaar ook niet veel geholpen."

"Het zou een wonder zijn geweest als..."

"Hij verricht toch wonderen?"

Angelika had geen woord meer durven zeggen. Ze startte de motor, schakelde en liet de koppeling rustig opkomen. Zonder bestemming was ze doelloos door de stad gaan rijden. De man achter haar rouwde in stilte, maar spoedig bleek dat de wereld of beter gezegd een aantal mensen hem zelfs deze tijd niet gunde. Het heden had hen op meedogenloze wijze achterhaald met een kogelregen. Ze besefte het pas toen de portierramen versplinterden. Voor het besef tot haar door was gedrongen dat ze dekking moest zoeken waren sommige van de kogels haar al rakelings gepasseerd.

"God is jou nooit vergeten, Nadenka evenmin."

Verrast keek Angelika hem met betraande ogen aan. Nadenka had haar slechts weinig kunnen vertellen over wat voor man deze Dutchman was, die ze zolang had gediend. Ze vermoedde dat hij een atheïst was, want Nadenka had erop aangedrongen alle gesprekken over het geloof met hem te vermijden. Al hadden deze uitgesproken woorden Angelika weer aan het piekeren gebracht. Het was alsof hij er volkomen zeker van was geweest. Een zekerheid waar zij tot voor kort nooit aan had getwijfeld, maar uiteindelijk wel was gebeurd. "Gelooft u in God?", vroeg ze hoopvol.

Ze zag hem om zich heen kijken. De vanuit een passerende auto afgevuurde kogelregen had de auto grondig geruïneerd, maar de beide inzittenden ongedeerd gelaten. Misschien zag hij hier een bevestiging in dat er een hogere macht bestond?

"Jij hebt je geloof in God", hoorde ze hem op norse toon zeggen. Een echt antwoord op de vraag ontwijkend.

"En u?", drong ze met een zachte stem aan.

Hij keek haar verrast aan, voor iets achter haar zijn aandacht trok. Een poging om het portier te openen mislukte, maar het portier aan de andere kant ging wel open. Angelika zag hem uitstappen en het glas van zijn uniform kloppen. Nieuwsgierige burgers waren dichterbij gekomen. Een aantal van hen legden de kogelgaten in de auto vast met de camera van de mobiele telefoons. Zelfs van de gaten in de muur, waar een jongen met een zakmes een kogel uit wist te peuteren en deze triomfantelijk aan zijn vrienden toonde. Niemand informeerde hoe het met hen ging. Sander schudde zijn hoofd. Hij kon zich er boos over gaan maken, maar hij besefte ook dat het compleet zinloos was. Opnieuw keek hij in de richting van de winkel aan de andere kant van de straat. Het bord over de toegangsdeur had zijn aandacht getrokken. Misschien was het toeval, maar dan wel een opmerkelijke.

"Ik geloof in mij zelf."

Angelika had zijn voorbeeld gevolgd en was nu ook uitgestapt. Onzeker om zich heen kijkend, alsof ze bang was dat de schutters nog terug zouden komen. Hij verwachtte daarintegen dat de gemaskerde mensen al de stad uit waren. Zich baserend op de snelheid, waarmee de partizanen na het plegen van de aanslag waren weg reden. Op het wegdek waren over meters lengte nog de hulzen te zien. De chauffeur had het gaspedaal nog verder ingetrapt, nadat zijn passagiers waren begonnen met schieten, en bijna de controle over het voertuig verloren.

"Je kan me daar vinden."

Ze volgde hem met haar ogen tot hij een pand binnen ging.

"Professionele tattoo en piercing studio Master & Tattoo," las Angelika hardop, haar ogen werden groot van verbazing. Wat een moment om een tatoeage te laten zetten!

Qiu trof hem aan op een stoel. Een rechercheur was nog bezig met het uithoren van Sander. Af en toe zag ze zijn gezicht betrekken, terwijl een tatoeëerder onverstoorbaar verder werkte aan zijn creatie. Ongerust na het vernemen van het nieuws en omdat haar telefoontjes onbeantwoord bleven was ze in Kaliningrad naar hem op zoek gegaan. Het was zeer ongebruikelijk voor Sander om zijn telefoon uit te zetten. Het geluid van politie sirenes had Qiu hier naar toe geleid. Waar de nog altijd geschokte Angelika haar vervolgens hier naar had doorverwezen.

"Vind je het hier nu de juiste tijd voor?"

"Ik kan me eigenlijk geen beter moment bedenken."

De Chinese knikte, maar begrijpen deed ze het niet. "Gecondoleerd." Qiu zag hem knikken.

"Ik zal Nadenka missen."

De rechercheur kuchte in zijn hand om de aandacht van de ondervraagde Nederlander te trekken. Hij had nog heel veel vragen om aan de ander te stellen en gebaarde naar de Aziatische vrouw om plaats te nemen op een stoel. Zij mocht met hem praten zodra hij klaar was met het onderzoek.

 

67e jachtbommenwerper luchtregiment

Het luchtregiment was verspreid geraakt. In kleine groepjes of alleen vlogen de piloten richting de Oostzee. Het was het einde van een slecht verlopen aanval op de Republiek Kaliningrad. De toegezegde jagers waren nooit verschenen en zonder escorte hadden de dappere vliegers de aanval volgens plan voort gezet.

"Ik dacht dat het voorbij was", jammerde de navigator.

De piloot knikte. Hij vond dat de naast hem zittende vlieger elke reden had om te mogen klagen. De missie had ook voor hen over moeten zijn. In de verte was de op het luchtregiment wachtende tanker in een geweldige vuurbal uit elkaar gespat. Het was een spectaculair gezicht geweest. Bepaald geen gepaste tekst voor op de grafstenen van de zes gesneuvelde bemanningsleden. De achtervolgende jagers hadden een salvo R-77 raketten gelanceerd, maar niet in de richting van de voor hen uit vluchtende jachtbommenwerpers en ze hadden daarbij succes gehad. Een enkele lucht-luchtraket had de Il-78 getroffen. Een tweede projectiel was de uitdeinende vuurbal binnen gevlogen en door het vuur verzwolgen. Kleine, brandende stukjes vielen naar beneden. De bemanning van de Su-24 hoorden de paniekerige stemmen van andere vliegers over de radio, terwijl de piloot een bezorgde blik op de eigen brandstofmeters wierp.

"We gaan zwemmen, hè?" Het was geen vraag die de navigator bevestigd wilde horen. Hij wilde een wonder horen, die de piloot mocht bewerkstelligen, want in zijn ogen zag de situatie er hopeloos voor hen uit. Een snelle berekening, waarbij hij de decimalen voor het gemak achterwege had gelaten, leerde hem dat de dichtstbijzijnde tanker buiten hun bereik was. Zelfs als deze wel binnen hun bereik zou zijn geweest, was het twijfelachtig of alle vliegtuigen de gelegenheid zouden hebben gekregen om te tanken. Zoiets koste nu eenmaal tijd, en dit begon snel schaarser te worden.

Een piloot met een inspirerende kalmte meldde dat de brandstof was opgeraakt. De vliegers konden slechts toekijken hoe de bemanning gebruik maakte van de schietstoelen. Het nu onbemande toestel vloog nog een paar honderd meter, voor de motoren er voorgoed mee stopten. De navigator keek op de kleurrijke parachutes neer. Over een paar minuten zouden de vliegers in het koude zeewater belanden. Een lot dat hen ook stond te wachten. In het begin had hij zich iets dergelijks nauwelijks voor kunnen stellen. Het overkwam anderen, maar zou hen nooit gebeuren. De oorlog had hier al snel verandering in gebracht. Het werd steeds waarschijnlijker dat ook zij eens aan de beurt zouden komen. Vandaag was deze dag aangebroken.

"Ze bekijken het maar." De piloot gooide het toestel in een scherpe bocht. "Litouwen kunnen we nog halen."

"De jagers zijn te dichtbij. We halen het nooit."

Een zucht van berusting. "Roep dan de Kaliningraders maar op. Donskoye kunnen we nog halen."

Ontsteld over het feit dat ze nu recht op de vijand afvlogen gehoorzaamde de navigator. Tot zijn verrassing liet de piloot het landingsgestel al zakken. "Wat moet ik tegen hen zeggen?"

"We geven ons over."

De navigator staarde de piloot aan. "Dat is desertie!"

"Wil je blijven leven? De oorlog is voor ons afgelopen. Wil je soms een duik in de Oostzee nemen? Hopen dat je niet verdrinkt en bidden dat onze kameraden van de marine een helikopter sturen."

Het was het minst aanlokkelijke vooruitzicht, dat de navigator kon bedenken. "Als we tenminste niet uit de lucht worden geschoten", mompelde hij zacht.

De piloot wilde reageren, maar een hen onbekende vlieger beantwoordde de oproep. Het waren instructies, die ze moesten opvolgen. Gehoorzaam deed de piloot dit, terwijl hij en de navigator luisterden hoe steeds meer van hun landgenoten meldden dat ze hun toestel moesten verlaten. Het was het roemloos einde van een luchtregiment. Vliegtuig na vliegtuig verdween onder de golven van de Oostzee.

Eenmaal boven de kustlijn hadden de door de KD Avia gedetacheerde jagers de achtervolging gestaakt. Opgewonden keken de jachtpiloten naar de naderende jachtbommenwerper. Een Su-27 nam positie in achter de Su-24 en nog twee jagers vlogen aan weerszijden van de jachtbommenwerper. Mochten de Russen zich nog bedenken, dan zouden ze meteen worden neergeschoten.

 

23 februari, Staatsuniversiteit Immanuel Kant

De assistente van de projectleider stak glimlachend haar duim op in de richting van de Dutchman. De laatste jachtpiloot was zojuist uit de simulator gestapt en had zijn goedkeuring er over uitgesproken. Natuurlijk zou er nog een uitgebreide vragenlijst komen, waar de man zich door heen moest worstelen, maar Sofiya kon de uitslag daarvan wel voorspellen. De afgelopen weken was de machine keer op keer beproeft en de opmerkingen van de piloten hadden tot vele verbeteringen geleid. Studenten die aan het project meewerkten brachten zelfs een deel van de vrije tijd in de cockpit door. Zij beschouwden het als een realistisch computerspel en hielden elkaars scores bij. Een enkeling was er zelfs zo enthousiast over dat hij na zijn studie van plan was om gevechtspiloot te worden. De assistente zag de Nederlander voor het scorebord staan. Het was voor zijn komst door de studenten snel omgedraaid. Op de achterzijde was een grafiek aangebracht, waar de Dutchman geen enkele interesse voor toonde. Sofiya betwijfelde of hij het kon waarderen, als hij dit wist. Het had haar in ieder geval beter geleken om er over te zwijgen, alsof ze van niets wist.

"De Chinezen waren ook zeer geïnteresseerd."

De Chinezen hadden overal belangstelling voor. Zodra er een Russisch vliegtuig boven de Republiek Kaliningrad werd neergeschoten, trok er al een technisch team op uit om de wrakstukken te onderzoeken. Vooral in het begin leidde dit tot de nodige frictie, omdat er problemen ontstonden bij het delen van de informatie. Waar de Chinezen steeds het stempel geheim op drukten, wilde de Dutchman juist delen en niet alleen met de generale staf. De jachtpiloten hadden er direct belang bij als ze de sterke en zwakke punten van de tegenstanders kenden. De Chinezen gingen er vaak onterecht vanuit dat de Kaliningraders alles wisten over de sterke en zwakke punten van de Russische technologie.

"Vraag hen dan eerst waar we het factuur naar toe mogen sturen, voor ze alles gaan kopiëren en nog verder verbeteren."

Het laatste baseerde hij op zijn eigen kennis, maar had ook te maken met vooroordelen. De Volksrepubliek China was inmiddels de belangrijkste leverancier voor reserveonderdelen geworden voor de Russische gevechtsvliegtuigen van KD Avia.

"In dit geval waren zij ons zeer behulpzaam", corrigeerde ze hem, in een poging om hem te confronteren met feiten. "Alleen hebben wij er echte opnamen van onze jagers aan toegevoegd om het nog realistischer te maken."

De welwillendheid van de Chinezen was hem zorgen gaan baren en hij begon zich steeds meer af te vragen wat ze er in ruil voor terug kregen. Hij wilde de assistente echter hier geen deelgenoot van maken. In plaats daarvan veranderde Sander van onderwerp.

"Heb je zin in het leiden van een eigen project?", informeerde hij.

"Denk je dat ik daar klaar voor ben?"

Hij knikte. "Ja, dat ben je. Alleen zal je nu veel meer geheim moeten houden, dan je nu al gewend bent. Het is moeilijk, maar ik heb vertrouwen in je."

Sofiya keek hem verwachtingsvol aan. Het gaf haar een goed gevoel om te weten dat hij in haar kwaliteiten geloofde.

"Het betreft de Antonovs. De generaal heeft in zijn wijsheid besloten om er eindelijk geld en middelen voor te reserveren. De radar Vega-M bezorgde de Oekraïners jaren geleden de nodige kopzorgen. Jij gaat met de kennis van nu in kaart brengen wat er allemaal moet gebeuren om de vliegtuigen als vliegende radarplatformen in gebruik te kunnen nemen. We gaan ze voorzien van een radar van een Sukhoi. De An-71 zal dan weer eindelijk kunnen gaan fungeren als een AEW-platform." Hij bespeurde haar verwarring, voor ze het leek te begrepen.

"En jij hebt het allemaal met theatertechniek gemaskeerd?", informeerde ze.

Hij knipoogde. "Geloof niet alles wat je ziet en hoort", verklaarde hij eenvoudig.

"Oh." Zelfs in dit ene woord klonk haar teleurstelling door. "Waarom gebruiken we eigenlijk de radar van een jager en niet iets groters?"

"Heb jij iets beters hier liggen en dat ook meteen voor handen is?" Hij zag haar zoals verwacht het hoofd schudden. "Het bereik van de Phazotron N001 Myech radar volstaat om het hele luchtruim boven de Republiek Kaliningrad te bestrijken. Het heeft zijn beperkingen, waar je mij binnenkort ongetwijfeld op zal gaan wijzen, maar kom alsjeblieft meteen met een betere optie zodra je deze voor me hebt. We hebben een EAW-vliegtuig hard nodig en snel."

"We staan er slechter voor dan veel mensen denken, hè?"

Glimlachend knikte hij ondanks haar deprimerende conclusie. "En jij gaat daar verandering in brengen. Je krijgt toegang tot een Antonov en de Oekraïners zijn bereid om alle testgegevens en verdere informatie van het oude project met ons te delen", beloofde hij. "Het kan misschien nog van nut blijken te zijn voor jou."

"Hoeveel van deze toestellen hebben we eigenlijk in werkelijkheid? In de krant las ik twee."

De Dutchman keek haar strak in de ogen. Ze nam het wel heel letterlijk door direct niet alles meer te geloven, maar hij nam het haar niet kwalijk. Hij had inmiddels wel geleerd dat zelfs de waarheid meerdere gezichten had in de media. "Als je deze vragen aan de verkeerde persoon stelt, dan kan de nationale veiligheid van het land wel eens in het geding komen."

En haar eigen veiligheid. Ze had het hem niet horen zeggen, maar besefte wel de betekenis ervan. De glimlach vervaagde en zwijgend knikte Sofiya. De ingenieur in opleiding had talrijke nieuwe uitdagingen in het vooruitzicht gekregen, maar ze mocht er helaas tegen niemand over opscheppen.

"Wanneer begin ik?"

"Jij bent vijf minuten geleden al begonnen."

"Maar ik moet mijn werk overdragen. Het kost tijd..."

"Stuur je projectleider maar een mailtje en maak hem duidelijk dat hij contact op kan nemen met mij persoonlijk als er iets is waar het jou betreft."

Ze keek hem bedenkelijk aan en schudde na enig peinzen het hoofd. "Ik denk niet dat hij contact met je op zal nemen."

Sander rolde met zijn ogen, terwijl hij zich omdraaide. Ze was bijzonder intelligent en haalde de hoogste cijfers van haar klas, maar blijkbaar was ze niet in staat te begrijpen dat het ook zijn bedoeling was om nooit meer iets van deze man te vernemen.

 

25 februari, 790e commando- en controlecentrale

"Hoe had ik het verschil moeten zien?" De verontwaardiging van de man was in zijn stem te horen en van zijn houding af te lezen. Sander wierp een verwachtingsvolle blik naar boven, maar daar vandaan kwam geen enkele uitleg waarom er zoveel mensen op deze planeet rond liepen met de intelligentie van een garnaal. Zonder deze smakelijke diersoort opzettelijk te willen beledigen.

"Misschien had zijn paspoort uitsluitsel kunnen geven", zei Sander kalm, nadat zijn blik weer op de officier was blijven rusten.

De Kaliningrader zweeg en de boosheid liep uit hem weg als de lucht uit een losgelaten ballon. Beschaamd dat hij hier zelf niet aan had gedacht staarde de officier naar de grond.

"Kan je de Vietnamees overplaatsen en uit de buurt van de Chinezen houden of moet ik iemand gaan zoeken die hier wel toe in staat is?"

Sander stuurde de mokkende officier, die zijn tijd had verspild, weg met een gebaar van zijn hand. De Vietnamese vrijwilliger had al bijna direct na aankomst voor conflicten gezorgd binnen het squadron van Chinese jachtpiloten. Aan wie het precies lag kon Sander slechts naar raden, maar hij wilde hoe dan ook geen problemen met de Chinezen. De Vietnamees zou overgeplaatst worden naar het internationale squadron. Al maakte hij zich wel zorgen over dit bondgenootschap. Hoe moesten zij zich zien te redden als de Chinezen de logistieke aanvoerlijnen sloten? Deze Vietnamese piloot kon wel eens voor een lange tijd de laatste aanwinst van KD Avia zijn. Zelfs als de Chinezen zouden aandringen, dan was het ontslaan van de vrijwilliger nog geen optie voor hem. Hoeveel vijandigheid er ook tussen deze Aziaten bestond. Er werd op de openstaande deur geklopt.

"Stoor ik?", informeerde Eveshka.

De gezichtsuitdrukking van de Nederlander beloofde weinig goeds, maar ze zag deze veranderen, zodra hij haar opmerkte. Misschien had de eerdere grimas iets te maken met de vloeken mompelende officier die ze op de gang was tegengekomen.

"Ik begin me af te vragen wie ooit heeft bedacht dat die idioot een goede officier zou zijn", zei Sander. "Ik ga denk ik maar eens voorstellen om officieren binnen een eenheid in het geheim te laten stemmen, als iemand van hen voor promotie in aanmerking komt." Na nog een keer het hoofd te hebben geschud begon hij te glimlachen. "Wat kan ik voor je doen?"

"Het is eerder andersom", zei Eveshka. "Hoe gaat het met jou?"

De nadruk die ze op het laatste woord legde kon hem onmogelijk ontgaan. De glimlach was snel verdwenen. "Ik heb geen behoefte aan een luisterend oor."

"Angelika is nog steeds ontdaan van wat er is gebeurd. Jullie zijn bijna omgekomen."

"Bijna is een juiste omschrijving. Zij leeft nog en is ongedeerd, net als ik."

Hij zag Eveshka aarzelen. Ze had hem wel begrepen, maar de behoefte om er dieper op in te gaan was bij haar niet verdwenen. Misschien zou ze er toch van afzien, maar hij zag haar lippen van een gaan en besefte dat er toch meer zou volgen.

"En Nadenka?"

Ze zag hem zo plotseling overeind komen dat de jonge vrouw ervan schrok.

"Ik vertrek zo naar het vliegveld. Heb je mij nog ergens voor nodig?"

Eveshka weifelde opnieuw even, maar schudde toch het hoofd voor ze zwijgend toe keek hoe hij zijn jas pakte om zich gereed te maken voor vertrek. Ze vond het maar beter om te verzwijgen dat ze overplaatsing had aangevraagd. Over een paar dagen moest ze haar karige bezittingen gaan inpakken voor vertrek naar het vliegveld Chernyakhovsk, waar haar training voor stukscommandant zou aanvangen. De Dutchman had al genoeg aan zijn hoofd om zich ook nog druk over haar te moeten maken.

 

vliegveld Khabrovo

Een olijfgroen gespoten UAZ-3151 was voor de hangar tot stilstand gekomen. Koppig had de Dutchman geweigerd een ander type wagen te kiezen die de inzittenden een betere bescherming kon bieden. Op een bepaalde manier was hij gehecht geraakt aan de kleine terreinwagen. In plaats van meteen uit te stappen, bleef Sander ditmaal zitten. "Wat gaan we nou krijgen?"

De Nederlander verwoordde precies wat er ook bij Angelika was opgekomen, zodra ze de groep van jonge vrouwen buiten de terminal zag. Ondanks de koude, droeg niemand van hen een jas.

"Ik ben al jarig geweest", hoorde Angelika hem nog mompelen, voor ze uitstapte en om de wagen heen liep. De deur voor haar meerdere open houdend, keek ze belangstellend naar de jonge vrouwen, die inmiddels op een rij waren gaan staan. Het waren zonder uitzondering stewardessen. Een breed grijnzende man, kwam in zijn handen wrijvend hen tegemoet. Angelika kon van het laatste niet zeggen of dit vanwege de koude gebeurde.

Sander herkende hem als de directeur van KD Avia.

"Ik heb een verrassing voor u."

Angelika zag Vitali naar de meisjes wijzen, maar zowel tot haar als ook de directeurs verrassing bleef de Dutchman de man aankijken. Hij had behoefte aan enige uitleg.

"Kunt u iets duidelijker zijn?"

"U kunt een stewardess uitkiezen."

"Waarvoor?", vroeg Sander. Hij was zichtbaar in verwarring gebracht.

"Voor aan boord van de Antonov."

"Ik denk dat er een communicatiestoornis is ontstaan." Sander wees naar de deuren van de hangar waarachter een Antonov schuil ging. "Het zijn geen passagiersvliegtuigen."

De directeur knikte begrijpend. De Nederlander had hem iets verteld dat hij al wist. "Ze kan u en uw bemanning tijdens de vlucht bedienen."

Deze Oekraïense toestellen hadden een geheel andere taak dan de overige vliegtuigen binnen de luchtvloot van KD Avia. Voor de persvoorlichting had de Nederlander op een spaarzame wijze hem er immers nog over verteld en de rest had hij uit de krant vernomen. Hoe belangrijk deze toestellen waren kon hij wel uit de strenge beveiliging afleiden.

"Meent u dit werkelijk?" Sander zag de man knikken en keek nu hoofdschuddend naar de vrouwen. "Het lijkt wel een missverkiezing."

Deze woorden leken de directeur bijzonder gelukkig te maken, maar het riep bij Angelika slechts walging op. Daarom stonden deze vrouwen en meisjes dus bibberend in de koude en zij moest getuige zijn van deze ordinaire vleeskeuring.

"Hoe had u dit in gedachten?"

"Kies gewoon de stewardess die u bevalt."

Peinzend deed Sander enkele stappen in de richting van de vrouwen. De directeur volgde hem, maar Angelika was blijven staan. De armen over elkaar, alsof ze nog duidelijker wilde maken dat ze hier geen enkel deel van wenste uit te maken.

"Wie is er verloofd, getrouwd of samenwonend?"

Een aantal vrouwen staken een hand op.

"Zij kunnen gaan." Sander wachtte tot ze uit de rij waren gestapt. "Iedereen die rookt en er niet meteen mee kan stoppen mogen hen achterna gaan."

De rij van overgebleven kanshebbers vertoonde inmiddels al grote openingen.

"Wie zal naar het buitenland willen verhuizen, bijvoorbeeld Nederland? Zij mogen blijven."

Angelika sloot een moment haar ogen. Er stonden jonge vrouwen tussen waarvan ze vermoedde dat deze de leeftijd van volwassenheid nog maar zeer recent hadden bereikt.

"Ook als het betekend dat je geen enkel contact meer met je familie of vrienden hebt?"

Een vrouw met een omvangrijke boezem aarzelde nog even en liep weg. De directeur keek haar na. De man had verwacht dat de Dutchman haar wel zou kiezen. In plaats daarvan bleef de Nederlander maar vragen stellen en mensen schrappen. In dit tempo zou er straks geen kandidaat meer overblijven.

Sander was door zijn vragen heen geraakt. Tot zijn verrassing waren er nog altijd vrouwen blijven staan.

"Begrijpen jullie waar je aan begint?"

Angelika betwijfelde het toen ze de beide vrouwen zag knikken. Deze scepsis had ze met Sander gemeen.

"Jullie zijn tot zover overgebleven, omdat slechts weinig mensen jullie zullen gaan missen als het vliegtuig wordt neergeschoten."

Vitali stopte met grijnzen en ook de beide vrouwen was het lachen nu vergaan. Angelika staarde de Dutchman aan. Ze had verwacht dat hij een stewardess puur op het uiterlijk zou selecteren, maar in plaats daarvan had hij hen met vragen bestookt. Het werd haar echter nu pas duidelijk vanuit welke lugubere gedachtegang hij deze vragen had gesteld.

"Geen enkele jachtpiloot in de Russische luchtmacht zal een seconde aarzelen om deze vliegtuigen uit de lucht te schieten. We hebben geen wapens om ons te verdedigen, snelheid om te ontsnappen of wendbaarheid om hen af te schudden."

Hij spiegelde het hen bijzonder negatief voor, alsof het een regelrechte zelfmoordvlucht was als je toch besloot aan boord van een Antonov te stappen. Een jonge vrouw begon te huilen en het hoofd te schudden, maar de ander hield zich met moeite kranig. Zij had op een creatieve manier haar rode haar in een vlecht verwerkt. Naar haar ging dan ook de belangstelling van Sander uit. "Als jij het echt wilt, dan kies ik jou."

De standvastig gebleken jonge vrouw knikte. Al gaf ze iets van haar nervositeit prijs toen ze de vlecht aanraakte en weer snel los liet. Bijna alsof ze geen raad wist met haar handen.

"Hoe heet je?"

"Oxana, meneer."

"Ga snel aan boord voor je nog kou vat, Oxana. We vinden daar wel wat voor je te doen."

"Ja, meneer."

 

Antonov An-71 780361

Een merkwaardig duo bevond zich duizenden meters boven Chernyakhovsk. Een Antonov An-71 vloog in nauw formatie met een sportvliegtuigje. De piloten van beide toestellen onderhielden contact met elkaar via de VHF-radio, zodra ze van hoogte, koers of snelheid veranderden.

"Heb je al genoeg opnamen?"

Svetlana draaide zich in de cockpit om en zag Sander in de deuropening staan. Ze had zich zelf uitgenodigd en tot haar verwondering had Sander toegestemd. Hij vond nog steeds dat hij haar een interview schuldig was en de Nederlander had er een hekel aan om bij iemand in de schuld te staan. De verrassing werd nog groter toen hij haar toe stond om aan boord van de Antonov mee te vliegen. Al was het wel onder een aantal strenge voorwaarden, die ze met de nodige tegenzin had geaccepteerd.

"Ik heb genoeg materiaal voor een paar uitzendingen. Onderschat nooit de kracht van herhaling."

"Ook als het een verhaal met onwaarheden betreft?"

Ze knikte en de luitenant was bereid het van haar aan te nemen. Commerciële bedrijven maakten er met behulp van reclame immers ook gebruik van om hun producten aan te prijzen. Sander keek hoofdschuddend voor zich uit. Hij bewaarde een gepaste afstand tot wat hij als propaganda beschouwde. Al bekende Sander tegen over zich zelf dat hij er ook gebruik van maakte, maar alleen wanneer het hem uit kwam. Te veel mensen moesten echter al de waarheid over de An-71 weten. Waar zowel militairen, burgers als buitenlanders onder gerekend konden worden. Al waren de beste studenten van de Staatsuniversiteit Immanuel Kant en werktuigkundigen juist aan het werk om van de op de grond achtergebleven An-71 een echt functionerend AEW-vliegtuig te maken. Het bleek echter minder makkelijk te zijn dan verwacht. Gelukkig voor hen konden ze gebruik maken van een reeds beproefde radar, antennes en computers. Niets van dit alles hoefden ze zelf te ontwikkelen. De Dutchman had geen geldverslindend project op het oog met een product dat pas over jaren zichtbaar zou zijn. Hij wilde zoals altijd de situatie overzichtelijk houden en snel resultaat boeken. Zelfs als het betekende dat er in een drie ploegendienst moest worden gewerkt om het gerealiseerd te krijgen. De Chinezen hadden dezelfde inzet getoond om de Antonovs als tussenstations te laten fungeren voor de stroom informatie die afkomstig was van de Shaanxi Y-8CE en hij verlangde van de Kaliningraders niets minder.

"Het ziet er echt genoeg uit."

"Het kan moeilijker nog slechter zijn dan in Polen het geval was", beaamde Sander.

De werkstations waren weer van functionerende beeldschermen en toetsenborden voorzien, waarvan de toetsen zowel Cyrillische letters als Chinese tekens bevatte. Hij zweeg tegenover de journaliste over de problemen die ze hadden ervaren door de soms heftige trillingen van het vliegtuig en de uitgestraalde warmte van de computerapparatuur. Deze waren nu grotendeels overwonnen en gingen schuil achter strak afgewerkte panelen.

"Ik zou nu weer porno op het internet kunnen bekijken, als ik beter Russisch leer typen", voegde hij er grijnzend aan toe. De hoofdschuddende journaliste hoorde de piloot grinniken en gunde de mannen hun lolletje. Ze keek op bij het horen overgaan van de satelliettelefoon. Al na slechts enkele woorden te hebben gewisseld overhandigde de vrouwelijke co-piloot deze opvallend snel aan Sander.

"Het hoofdkwartier", hoorde ze Sascha de Nederlander toe fluisteren. Nieuwsgierig keek de journaliste naar Sander. De grijns was van zijn gezicht verdwenen. Hij haalde de satelliettelefoon even bij zijn gezicht vandaan om een door iedereen in de cockpit gehoorde zucht te slaken.

"Waar is de generaal?" Hij merkte dat Svetlana dichterbij hem was komen staan. Haar nieuwsgierigheid leek geen grenzen te kennen.

"Als de generaal afwezig is, bent u de volgende in de hiërarchie, kolonel. Wie heeft u daar bij u?"

Het klonk Svetlana en de vliegers door de gebruikte toon eerder als een eis van antwoord, dan als een werkelijke vraag in de oren. De journaliste stopte een nieuwe accu in de door haar mee gebrachte camera. Het was veel kleiner dan waar haar cameraman in het sportvliegtuigje over beschikte, maar voldeed aan haar eisen. Ze had het gevoel dat er iets stond te gebeuren en haar instinct had het zelden fout.

"Hier bent u voor opgeleid. Gedraag u eens als een echte officier en neem toch een beslissing over wat er moet gebeuren."

De vliegers van KD Avia keken elkaar kortstondig aan. Ze waren weliswaar geen militairen, maar de Kaliningraders begrepen wel dat het geen gewone omgang was tussen een luitenant en zijn meerdere.

"Het is heel simpel", concludeerde Sander, na aandachtig te hebben geluisterd. "We laten het vliegtuig ongemoeid of we halen het neer."

Tot zijn frustratie kwam de plaatsvervanger van de majoor-generaal met een derde optie, waar hij geen redelijk argument tegenin kon brengen. Er werd echter meer verwacht dan hij mogelijk achtte.

"Dit vliegtuig is slecht voorzien om als C2 te fungeren. Zelfs niet als C1, als zoiets al bestaat in de militaire wereld van afkortingen. Hoe kunnen jullie van mij verwachten dat ik iets oplos wat de Chinezen met de beide handen op de rug kunnen doen?"

Het antwoord zou ieder ander hebben gevleid, maar Sander was te geïirriteerd om er positief door beïnvloed te worden. Het was een feit dat zij de instructies van de Chinezen herhaalden, die voor de jachtpiloten was bestemd, alsof de bevelen van hen zelf afkomstig waren. Het was tot zover allemaal bijzonder leerzaam gebleken, maar dachten ze daar op de grond nu werkelijk dat hij in dezelfde positie verkeerde als de Chinese commandant aan boord van de T0518? Een officier die geweigerd had hierin betrokken te raken en hij had daar goede redenen voor, bedacht Sander.

"En als we daarin falen? Welke optie blijft er dan voor ons over?", bracht hij er uiteindelijk uit. Sander slaakte nog net geen nieuwe zucht.

Hij wist de vliegers nog meer te verbazen door boos te worden op diegene met wie hij sprak, toen deze geen antwoord gaf. Het deed bij hen het besef groeien dat de Nederlander belangrijker moest zijn dan zijn lage officiersrang deed vermoeden. Svetlana zag hem de microfoon van de satelliettelefoon met zijn hand afdekken, alsof hij niet wilde dat iemand kon horen wat hij te zeggen had.

"Stuur hen weg", beval hij de vliegers met een knik in de richting van het sportvliegtuigje.

"Waarom?", vroeg Svetlana.

"Ik ben jou geen enkele verklaring schuldig."

Het was een reactie waar de journaliste totaal niet op bedacht was. De hartelijkheid waarmee hij haar eerder nog op het vliegveld ontving had in nog geen minuut plaats gemaakt voor een koude afstandelijkheid. Verbijsterd keek ze hem na, terwijl de Dutchman de cockpit verliet om zich naar een ander deel van het vliegtuig te begeven. Na enige aarzeling volgde ze hem met de camera in de aanslag.

"Ze heeft wel ballen", zei de co-pilote bewonderend.

De Dutchman betrad het verbouwde laadruim, waar de beeldschermen een spookachtig licht wierp over de aanwezige mensen. "Dames en heren, we gaan de data links aan een nieuwe test onderwerpen. Is het gelukt om de problemen te verhelpen?"

De aanwezige Kaliningraders en Chinezen schudde gezamenlijk in ontkenning het hoofd. Sofiya haalde daarbij verontschuldigend haar schouders op. De link met de Shaanxi Yun-8F400 AEW&C stuitte weer eens op problemen met de software. Ze zouden dus geen duplicaat beelden ontvangen van de radarschermen aan boord van de Shaanxi Y-8CE om te kunnen zien zien wat de Chinezen zagen. Het maakte deel uit van het pakket aan maatregelen die de Chinezen hadden genomen om hun betrokkenheid in deze regio voor de buitenwereld verborgen te houden.

"De gecodeerde link met onze jagers functioneert wel?"

Ditmaal zag hij knikkende gezichten.

"Neem contact op met jagers die zich momenteel in de lucht bevinden." Hij bracht de telefoon weer naar zijn gezicht. "Hoe kom ik met de Chinezen in contact?"

In de cockpit had het aangehoorde telefoongesprek de co-pilote aan het denken gezet. "Het zou toch niet gevaarlijk worden?", vroeg de onrustig geworden vrouw.

"Wat kan jij toch naïef zijn", snauwde de piloot, maar kreeg onmiddellijk spijt van zijn harde woorden toen hij Sascha ineen zag krimpen. Hij had zijn eigen angsten op de verkeerde persoon afgereageerd. Voor hij zich echter kon excuseren voor zijn gedrag kwamen er over de intercom instructies binnen. De Antonov van KD Avia veranderde van koers.

 

Shenyang J-11B jager

Leonty deelde de gemengde gevoelens die de Dutchman had over de officieren in de ondergrondse commandobunker. Het 689e luchtregiment had vanwege de verouderde denkwijze van deze officieren over de luchtoorlog gevoelige verliezen geleden, die het land zich eenvoudig niet kon permitteren. De Sukhoi Su-27SM was bijna al geheel uit de inventarisatie van het luchtregiment verdwenen. Pas na de komst van buitenlandse piloten had Leonty het gevoel gekregen dat er meer en beter naar hen werd geluisterd. Deze vrijwilligers wilden zich niet laten gebruiken als kanonnenvoer, zoals de Chinezen, en durfden daarover hun mond open te trekken. Een aantal had zelfs al gedreigd om te vertrekken. Zelfs als het betekende dat ze daarvoor een aantrekkelijk honorarium kwijt raakten. Al mocht hij zich ook gelukkig prijzen dat de majoor-generaal open voor suggesties bleek te staan. In tegenstelling tot een aantal officieren met wie hij zich omringde. De Kaliningrader onderwierp de instrumenten aan een snelle controle voor zijn ogen weer het luchtruim afzochten. Wie als jachtpiloot te veel op de sensoren van het vliegtuig vertrouwde en te weinig om zich heen keek kwam vaak voor onplezierige verrassingen te staan.

"Wat willen ze nu eigenlijk van ons?", hoorde hij over de radio vragen.

"Ik heb geen idee", bekende Leonty. Hij en zijn vleugelman waren naar de grens met Litouwen gedirigeerd. Daarna was het opmerkelijk stil geworden. Er kwamen geen orders meer binnen en zijn vragen bleven onbeantwoord. Tot een nog niet eerder gehoorde vrouwelijke stem van zich liet horen.

"Met wie spreek ik?"

Het bleef een moment stil. "Ik werk voor de Dutchman", luidde het ontwijkende antwoord.

"Ik heb deze naam wel eens horen vallen", reageerde Leonty voorzichtig.

"Het spijt me, maar we hebben geen tijd voor een uitgebreide kennismaking", brak een zware stem in. Het bevestigde wat de jachtpiloot over deze officier had vernomen. De Nederlander nam blijkbaar echt nergens rustig de tijd voor. "Er bevind zich boven Litouwen een uit Wit-Rusland afkomstig vliegtuig dat op geen enkele oproep van de NAVO reageert. Als zijn huidige koers ongewijzigd blijft dan is het toestel onderweg naar onze hoofdstad. Wij gaan dat vliegtuig tegenhouden. We sturen je alle informatie die ons bekend is."

"Ja, meneer", hoorde Leonty zich zelf zeggen. De zelfverzekerde manier waarop de officier met het vreemde Russische accent hem te woord had gestaan gaf hem een goed gevoel. Hij had geen spoor van twijfel in de stem van de man gehoord.

Via de tactische datalink kwam de toegezegde informatie bij de jachtpiloten terecht. De reden waarom de Dutchman haast had werd de vliegers ook heel snel duidelijk. Het ongeïdentificeerde vliegtuig kon elk moment de grens passeren en dan was het niet langer meer het probleem van de NAVO. De Sukhoi gevechtsvliegtuigen versnelden, nadat een onderscheppingskoers was uitgezet. De escorterende Deense F-16 jachtvliegtuigen van het Russische toestel werden al snel zichtbaar op radar. Zich hiervan onbewust begon Leonty te vertellen wat hij met behulp van de sensoren waarnam, voor er minuten later een visueel verslag van de piloot volgde over het ongeïdentificeerde vliegtuig. De Deense jachtpiloten draaiden gevaarlijk dicht langs de grens weg om de uit Wit-Rusland afkomstige indringer ongemoeid de grens te laten passeren. Alle pogingen van de NAVO om de bemanning rechtsomkeert te laten maken waren op een mislukking uitgelopen. Ze hadden echter geen internationaal incident willen riskeren door een toestel van de civiele luchtvaartmaatschappij Aeroflot neer te halen.

 

T0518, Shaanxi Y-8CE, China Electronics Technology Group Corporation

Het had voor de Chinese bemanning veel weg van een sportverslag. Ze luisterden mee via de satelliettelefoon, die de Dutchman aan liet staan, om in contact met hen te blijven. De Kaliningraders slaagden er evenmin als de NAVO in om contact te leggen met de bemanning van het vermoedelijk Russische toestel. Nadat de piloten verscheidene waarschuwingsschoten hadden gelost zonder enig resultaat te boeken leek er een patstelling te zijn bereikt. Deze bleek echter van korte duur te zijn. De Dutchman toonde zich bereid om nog verder te gaan. Hij liet informeren waar een Ilyushin Il-76 geraakt kon worden zonder zware schade aan te richten, maar deze informatie liet echter op zich wachten. Het geduld van de Nederlander raakte op, net als de tijd als ze werkelijk het vliegtuig wilden tegenhouden voor het de hoofdstad Kaliningrad zou bereiken. Hij gaf instructies aan de stewardesse, die het contact met de piloten weer had hervat, maar ditmaal via het noodcommunicatie kanaal. Het was een ongebruikelijke stap. Iedereen zou kunnen meeluisteren, inclusief de bemanning van de Il-76.

"Vuur met het boordkanon op de bakboordvleugel."

"Het is een civiel passagiersvliegtuig", wierp Leonty tegen.

"Het is een bevel."

"Er zijn mensen aan boord."

De Chinezen leefden met de jachtpiloot mee. Ze konden de wanhoop in de stem van de jongeman horen. Ook de Dutchman was hier niet doof voor. De Chinezen konden hem horen informeren of er nog meer jagers in de lucht waren. Het bleek niet het geval te zijn. Hij nam het van de vrouw over, die ze eerder hadden horen praten.

"Het zal de laatste waarschuwing zijn."

Wang keek gespannen naar de monitor voor hem. De signalen van de twee gevechtsvliegtuigen en het passagiersvliegtuig waren op de radar versmolten geraakt. De toestellen bevonden zich nu zo dicht bij elkaar dat de AESA hen niet meer van elkaar kon onderscheiden.

"Heb je me begrepen?

Kong, de luchtverkeersleider, speelde voor tolk van het gesprek tussen de onverzoenlijke commandant aan boord van de Antonov en de jachtpiloot. Ze konden de piloot moeizaam het bevel horen bevestigen. Wang probeerde zich geestelijk schrap te zetten voor de komende tragedie. Niemand had hem hier op voorbereid. Hij was een burger, in dienst van de 38e instituut van de coöperatie Zhong Dian Ke. Ruim de helft van de bemanning bestond uit civiele technici. Ze hadden zich allen vrijwillig gemeld om het prototype onder operationele omstandigheden te testen. Alleen had niemand verwacht dat ze daarvoor ver hadden moeten reizen. Een enkeling had nog gezinspeeld op Pakistan, maar zelfs hij had er ver naast gezeten. De rest van hen bestond uit militairen, afkomstig van het 76e regiment, dat uitgerust was met de KJ-200 en KJ-2000 AWACS. Wang was één van de operators aan boord, die de Kaliningraders van informatie had voorzien. Het mechanisch roterende radarsysteem in de rotodome had de onderschepping mogelijk gemaakt en hij zou medeverantwoordelijk zijn voor de gevolgen ervan. Hij was net zo gehoorzaam geweest als de jachtpiloten zich tot zover hadden gedragen. Als het werkelijk voor de Russen in een catastrofe eindigde, zou het zijn geweten niet sussen als hij de verantwoordelijkheid geheel afschoof op zijn meerdere. Het signaal op het scherm begon van koers te veranderen en korte tijd later pikte de radar weer meerdere signalen op. Wang slaakte een zucht van opluchting. De vrouwelijke stem nam het gesprek opnieuw over.

"Begeleid het vliegtuig naar de grens."

"Begrepen, meneer", antwoordde Leonty, alsof hij nog steeds met de Dutchman contact had.

Vrijwel tegelijk had de Dutchman de satelliettelefoon weer naar zijn gezicht gebracht.

"Bedankt voor jullie hulp", hoorde Kong hem zeggen. Voor de Chinees hierop kon reageren werd de verbinding al verbroken. De grijnzende verkeersleider wees naar de satelliettelefoon in zijn hand. "Dat was nou de Dutchman."

"We zullen nooit met zekerheid weten of hij daadwerkelijk het bevel zou hebben gegeven."

De operator en de luchtverkeersleider keken de politieke officier met het bleke gelaat verbaast aan. Had de man soms liggen slapen?

"Ik wel", zei Wang.

"Wij weten het zeker", zei Kong. Uitdagend bijna, alsof hij de uit Beijing afkomstige officier wilde testen. Het was zijn commandant die voorkwam dat het uit de hand liep. Onder druk van de politieke officier had deze man de Kaliningraders voor zijn gevoel in de steek moeten laten en vanaf de zijlijn toekijken hoe ze op een eigen wijze met de indringer waren omgegaan. Het had hem versteld doen staan.

"Hij zou dat vliegtuig hebben laten neerhalen."

Wang beet op zijn onderlip. En wij zouden daaraan medeplichtig zijn. Hij was blij dat de Russen net zo overtuigd waren van de bedoelingen van de Kaliningraders als hij, Kong en hun commandant. De politieke officier draaide zich om en keerde terug naar zijn stoel.

 

26 februari, 790e commando- en controlecentrale

Vanuit de deuropening keek de Qiu op de man neer, voor ze langzaam dichterbij kwam. Het licht vanuit de gang bescheen de slapende gedaante op het veldbed gedeeltelijk. Voorzichtig kwam ze op de rand van het veldbed zitten. Ze liet haar vingers over zijn getekende gelaat glijden. Alleen in deze uren leek de Dutchman rust te kennen. Hij zag er ontspannen uit. Het zou veranderen als hij wakker was. Grijsgroene ogen die haar en de wereld om hem heen op een doordringende manier onderzoekend en taxerend opnamen als er een beslissing moest worden genomen. Zelfs gebrek aan informatie weerhield hem daar niet van. Het was nauwelijks te bevatten onder welke druk hij leefde. Peinzend liet ze haar hand over zijn hals naar zijn borst glijden. Ze kon zijn hart het bloed in het lichaam voelen rond pompen. Het klopte in een rustig en gelijkmatig tempo. Een bewijs voor het tegendeel van wat sommige mensen over hem beweerden. Hij had wel degelijk een hart en deze niet vroegtijdig afgestaan, omdat hij in het bezit was van een donorcodicil. Ze hoorde hem smakken met zijn lippen voor hij enigszins ging verliggen waarbij een hand van hem op haar terecht kwam. Qiu verstijfde en luisterde enkele seconden om opgelucht verder te blijven ademen. Voorzichtig taste ze naar zijn hand, die op haar dij lag. Ze voelde de rafelige uiteinde van een nagel. Bijt hij op zijn nagels? Ze bracht de hand iets omhoog om deze beter te kunnen bekijken. Zonder op te merken dat zijn ogen open gingen.

"Wat doe je met..." Hij zweeg plotseling, omdat ze zijn hand had losgelaten.

"Ik dacht dat je sliep", reageerde ze geschrokken en ontspande zich weer.

"Hm", was het enige dat Sander uitbracht.

"Wat is er?"

"Wat deed je eigenlijk met mijn hand?"

"Hij lag...", ze pakte zijn hand om deze weer op haar dij te leggen, "daar en ik wilde het op een andere plek neerleggen."

"Hummnn", klonk het bedenkelijk. "Wel eens van ongewenste intimiteiten gehoord?"

Boos geworden kwam ze overeind om nauwelijks een meter verder al bijna over een rugzak te struikelen. Hij had zijn spaarzame bezittingen ingepakt omdat het te gevaarlijk werd beschouwd om terug naar het hotel te keren, zolang hij een lijfwacht weigerde. Een reeks van obsceniteiten ontsnapten uit haar mond. Ze had opeens weinig meer weg van de generaals adjudant.

"Waarom ben je eigenlijk hier?"

"De generaal wil je spreken."

Kreunend richte Sander zich op. "Het zal vast een gezellig gesprek worden."

"Jij hebt het uit laten lekken naar de media."

"Beschuldig je mij soms ergens van?", vroeg Sander met een onschuldig gezicht.

Ze liet zich er echter niet door misleiden. Op de voorpagina van vele kranten was te lezen wat er was gebeurd. Bovendien stond de Dutchman erop afgebeeld in de deuropening van de Antonov An-71, met een knappe, roodharige stewardess van KD Avia aan zijn zijde. "De generaal is beslist niet geamuseerd."

"Dat zou ik in zijn geval ook niet zijn als mijn plaatsvervanger volkomen faalt."

"Het betekend het einde van de carrière van deze officier."

"Verwacht je nu dat ik spijt betuig? Hij was een lafaard en verdient het om voor de krijgsraad te verschijnen. Officieren vervullen een hele belangrijke rol en als ze daar niet aan kunnen voldoen, om wat voor reden dan ook, dan moeten zij vervangen worden voor er slachtoffers te betreuren zijn."

Ze besefte dat hij het meende en eigenlijk kon ze hem ook geen ongelijk geven. "Wat had je gedaan als de Russen de laatste waarschuwing ook hadden genegeerd?"

De Dutchman keek haar slechts aan en Qiu knikte. Ze begreep hem ook zonder dat hij een woord had gezegd. "Jij hoort naast hem te staan voor de krijgsraad."

Hij kwam overeind. "Je hebt gelijk. Alleen je vergeet iets belangrijks."

"En dat is?"

"De Ilyushin Il-76 maakt al sinds 2004 geen deel meer uit van de luchtvloot van Aeroflot."

Verrast keek ze hem aan en voelde haar boosheid verdwijnen. "Hoe lang wist je dat al?"

"Oxana vertelde het mij toen we wachten tot ze hadden uitgezocht waar we het vliegtuig met geringe schade konden raken."

Ze keek naar de zich rustig aankledende Nederlander, wiens ster zo onverwachts rijzende was. Op het gebied van besluitvaardigheid hoefde hij voor niemand onder te doen en dat besefte Qiu maar al te goed. Net zo goed als dat het hele gebeuren in een tragedie had kunnen eindigen. Hij had gewoon heel veel geluk gehad.

"Ben jij ook verantwoordelijk voor de schildering op de rotodome?" Hij zag haar een foto pakken en deze in de lucht houden, alsof het een speelkaart was. Waarschijnlijk een aas, naar haar gezicht te beoordelen.

Sander kwam de slaap uit zijn ogen wrijvend dichterbij om de foto te bestuderen. Er was een met slangen omgeven hoofd van een vrouw op te zien. Het beeldde de godin Medusa uit en had de oorspronkelijke achtpuntige, gele ster vervangen.

"Medusa?"

Blijkbaar was Qiu ook bekend met de Griekse mythologie.

"Haar blik bleef zelfs na haar dood dodelijk", bracht de Dutchman hier op onverstoorbare wijze tegenin. Het idee was afkomstig van een technicus van de grondploeg en dat had hij ook onder de aandacht van diens meerdere gebracht. De man verdiende in zijn ogen een beloning voor het aangedragen idee. Het zou immers ook het moreel ten goede komen als dit bekend werd. Enthousiast was de man blijkbaar meteen met schuurpapier en spuitbussen aan de slag gegaan om het idee in de praktijk uit te voeren.  

 

Kaliningrad

Peinzend en volledig in zich zelf verkeerd liep Sander over het trottoir. Voor deze keer had hij de auto laten staan en de chauffeuse had hem ongevraagd vergezeld. Keer op keer liet hij het moeizaam verlopen conversatie met de generaal in zijn hoofd afspelen. Na het gesprek met Qiu had hij zich er al geestelijk op proberen voor te bereiden, maar zoiets was bijna onmogelijk. Halverwege had hij zijn ontslag aangeboden, maar Borya had geweigerd deze te accepteren. De motieven van de Kaliningrader hiervoor waren hem duidelijk. Ditmaal kon de Nederlander van zijn eerder nog verafschuwde bekendheid in de media profiteren. Wat hem echter het meest dwars zat was de door de generaal uitgesproken twijfel over de Antonovs. De man overwoog werkelijk om het hele project stop te zetten. Het maakte Sander nog vastberadener om de wereld te laten zien wat hij en de Oekraïense vliegtuigen waard waren.

Alleen de technologische problemen speelden hem daarbij parten.

"Kom mee." Het klonk al dringend genoeg uit de mond van de jonge vrouw, maar de kracht waarmee ze hem vast greep benadrukte dat nog eens. Verbaasd wierp Sander een snelle blik naar achteren, terwijl hij ook begon te rennen, zonder te weten waarom hij het deed. De haveloze, ongeschoren man stond nog steeds op dezelfde plaats waar hij hem eerder had zien staan, maar deze zwaaide met een gebalde vuist in hun richting. Hij ontdekte geen wapens in de hand van de man.

Nog geen minuut er voor had Sander zijn chauffeuse vol medelijden naar de zwerver zien kijken. Het was een categorie mensen waar hij zich nooit om bekommerde. Zoals je van haar kon verwachten wilde zij wel iets voor hem betekenen.

Hij kon de zwerver ook nog allerlei verwensingen horen brullen en vroeg zich af wat er toch aan de hand was. Hij keek weer voor zich. Alle gedachten die door Sander heen gingen maakten even plaats voor de grijze lantaarnpaal vlak voor hem. Hij kon het obstakel nog net ontwijken. Om de hoek zag hij Angelika hijgend en licht transpirerend tegen een muur leunen. Eveneens hijgend kwam hij bij haar staan. "Wat was dat nou?"

"Ik gaf hem wat geld", verklaarde ze.

Sander keek haar doordringend aan. De frons op zijn voorhoofd zou pas verdwijnen als hij de details had vernomen. "Was het te weinig?", vroeg Sander ongelovig. Hij zag haar het hoofd schudden. Haar kort geknipte, blonde lokken dansten met elke beweging mee.

"De beker in zijn handen..."

Sander knikte. Hij had de fel gekleurde beker van de zwerver ook gezien. De man had het met beide handen vastgehouden.

"Ik had niet gezien dat er koffie in zat."

Hij haalde niet begrijpend zijn schouders op, voor het plotseling tot hem door drong. Angelika knikte, zodra hij begon te lachen en ze werd boos toen hij niet meer op hield.

"Dit zou me met Nadenka nooit zijn overkomen." Lachend wreef hij het begin van een traan weg. Hij zou er bijna van zijn gaan huilen.

"Ik mis haar."

Hij knikte. "Ik ook."

"Ik kan haar niet vervangen", zei ze met een serieus gezicht. "Ik ben niet zoals zij was."

Het verraste hem dat zij er zo diep op door ging. Hij keek haar aandachtig aan. "Ik heb ook nooit van je verlangt dat je haar zou vervangen. Het spijt me als ik je dit gevoel heb gegeven. Je hebt alleen haar functie overgenomen."

"Gaat u mij vervangen, meneer?"

Het was opvallend voor Sander hoe netjes ze opeens begon te praten. "Waarom zou ik dat doen of wil je juist over geplaatst worden?"

"Nee, maar het is zoals u zelf eerder zei. Wat er zojuist gebeurde zou u met Nadenka nooit zijn overkomen. Ze wist altijd raad. Net als u."

"En jij niet?"

"Nee."

"Je wist net dat het beter was om te rennen dan te blijven staan."

"Ik was in paniek", bekende ze.

Hij legde een hand op haar schouder en kneep er zacht in. "Je nam een besluit en het was de juiste."

Onzeker haalde ze haar schouders op. "In het ziekenhuis had Nadenka overal een antwoord op. Als ik u aan het werk zie, dan is dat ook het geval, maar ik..." Ze haalde opnieuw haar schouders op. "Ik weet soms niet wat ik moet zeggen of doen."

Hij liet haar schouder los. "Net als ik."

"Daar merk ik dan weinig van, meneer."

Sander begon te grijnzen, voor hij weer ernstig werd. Ze moest eens weten dat hij bijna aan boord van de Antonov was terug gekrabbeld, om zijn eerder genomen beslissing daadwerkelijk uit te voeren. Lang had zijn besluiteloosheid echter niet geduurd, omdat het hem aan tijd had ontbroken om te kunnen blijven treuzelen. "Je bent de beste chauffeuse, die een officier als ik me kan wensen. Zonder jou zou ik mijn menselijkheid verliezen. Verander alsjeblieft nooit. Beloof me dat, Angelika."

Angelika voelde zich kleuren. Stamelend stemde ze ermee in.

 

27 februari, Kremlin, Moskou

De premier had de sterke behoefte om alle opgekropte frustraties op iemand, wie dan ook, af te reageren. De binnenlandse onrust had tot steeds fellere protesten tegen de oorlog geleid in diverse steden van het land. Sommige landgenoten eisten zelfs al het aftreden van de volledige regering. De politie sloeg met steeds hardere hand deze marsen van de oppositie uiteen. Het waren problemen die hij nog lange tijd het hoofd zou kunnen bieden, maar nu werd de premier ook thuis belaagd en wel door zijn uit Kaliningrad afkomstige vrouw. Ze had zich altijd op de achtergrond gehouden, maar daar dreigde een einde aan te gaan komen.

De zwetende minister van defensie zat stijf op zijn stoel en probeerde roerloos te blijven zitten om geen ongewenste aandacht te trekken. Hij streefde er naar de eerder voorgestelde hervormingen steeds sneller door te voeren om zijn competentie te bewijzen. Iedere officier die hem hier bij tegen werkte werd vervangen. Het had een onbedoeld neveneffect waar de premier zich langzaam van bewust begon te worden. Officieren die bedreven waren in het afschuiven van verantwoordelijkheden hoefden immers minder bang te zijn dat ze hun baan verloren. De ook in de werkkamer van de premier aanwezige luitenant-generaal bleek niet tot deze categorie te behoren, maar de getergde man was er zichtbaar klaar mee.

"Deze Antonovs waren toch volgens jullie onbruikbaar?", snauwde Egor.

De premier keek naar de minister voor een antwoord.

"De Oekraïense vliegtuigen bevatte alleen radarapparatuur dat noodzakelijk was voor het maken van veilige vluchten. Ik heb een rapport van de inlichtingendienst daarover gelezen en de betreffende agent leek kennis van zaken te hebben, excellentie. Ook de Poolse douane heeft geen enkele reden gevonden om de vliegtuigen langer aan de grond te houden dan ze hebben gedaan."

Woedend wees de luitenant-generaal, naar de premier aannam, naar het westen.

"Die idioten zochten naar contrabande. Denk je nu werkelijk dat de Kaliningraders deze vliegtuigen gebruiken om drugs of wapens te smokkelen?" De luitenant-generaal ging onverwachts weer rustig op de stoel naar achteren leunen, als een storm die plotsklaps was gaan liggen. Egor wendde zich weer tot de premier. "Ik heb geen enkel direct bewijs, excellentie. Slechts vermoedens, maar een ander rapport dat de minister ook in zijn bezit moet hebben zal bevestigen dat de Kaliningraders nu ook trachten om de enige geproduceerde An-72R van de Oekraïners te kopen. Als ze over een trio van deze vliegende radarplatforms beschikken dan zijn de Kaliningraders in staat vierentwintig uur per dag voor een permanente radardekking boven land en zee te zorgen. Deze vliegtuigen nemen onze toestellen op een veel grotere afstand waar dan met grondradar mogelijk is, excellentie."

"Wat is hier van waar?", vroeg de premier zacht.

"Ik weet niet zeker op welk rapport de luitenant-generaal doelt, excellentie."

De premier nam tandenknarsend genoegen met deze magere verklaring. "Laat het dan uitzoeken of vertrek naar de Oekraïne om met eigen ogen te zien of het waar is, als deze post je lief is."

Het duurde een paar tellen voor de minister besefte dat de starende blik van de premier onmiddellijk bedoelde. Weinig onder de indruk keek de luitenant-generaal hem na. Egor was geen voorstander van de voorgestelde hervormingen en hij was blij om de minister te zien vertrekken.

"Deze oorlog mag niet eindeloos blijven voortduren. Heb je me begrepen, generaal?"

Het was een onaangename ervaring voor de officier om zo te worden toe gesproken door de moe uitziende premier. De luitenant-generaal bevestigde het haastig. Onzeker hoe hij dit precies moest gaan bewerkstelligen. "De kosten ervan kunnen hoog zijn, excellentie."

"Het is niet uw taak om zich daar zorgen over te maken."

De luitenant-generaal voelde een rilling over zijn rug lopen. Egor doelde niet alleen op de financiële kosten, die toch al het bijna wekelijks herziene budget voor de strijdkrachten periodiek overschreed. Hij stond op, salueerde stram en marcheerde de werkkamer uit.

 

school, Kaliningrad

Angelika keek met een bedenkelijk gezicht om. Ze zag de Dutchman hand in hand met een meisje lopen. Deze achtjarige was haar nichtje. Het zou er zelfs vertederend hebben kunnen uitzien, als hij er niet zo nors bij had gekeken. "Het spijt me."

"Dat is je geraden ook."

Hij zag Angelika in elkaar krimpen en voelde zich beschaamd over zijn reactie. Zuchtend keek Sander neer op het meisje, die zijn hand vast hield. Na het uitstappen had het meisje onverwachts zijn hand vast gegrepen en tot zijn ergernis ook niet meer los gelaten. Het had hem bepaald een ongemakkelijk gevoel gegeven, omdat hij in het algemeen geen goed raad met jonge kinderen wist.

Eigenlijk had hij slechts even zijn benen willen strekken, maar nu liep hij met haar aan zijn zijde door de gang van een lagere school, waar hij ook helemaal niet wilde zijn.

"Hier moet ze zijn." Angelika bleef bij een rood gekleurde deur staan. Ze durfde eigenlijk niet eens meer naar hen te kijken. Geroerd door het aanblik van de grimmig kijkende militair en het onschuldig lachende meisje.

"Je kan me nu wel los laten." Het meisje liet hem inderdaad los en rende het klaslokaal in. Opgetogen dat ze weer was omringd door haar vriendjes en vriendinnetjes. Hij was blij voor haar, maar met name voor zich zelf. Eindelijk was hij van haar verlost. "Ik hoop dat jij wel een bedankje van je zus hebt gekregen."

"Ze is nog maar een kind", zei Angelika begripvol. "Zij kan er toch niets aan doen dat haar vader is opgeroepen voor militaire dienst en haar moeder zo lang moet werken in de fabriek?"

"Daarom had ik het over je zus en niet over je nichtje."

De chauffeuse had weer contact opgenomen met haar familie. Al haar spullen bleken inmiddels bij haar zus te zijn opgeslagen. Haar moeder had het nog willen goed praten, maar het was Angelika duidelijk dat ze thuis niet langer meer welkom was. Gelukkig bleek haar zus hier anders over te denken.

"Ze was blij dat ik.. we haar wilden helpen", corrigeerde Angelika zich snel.

"Hou maar op met slijmen."

Zwijgend begon ze achter hem aan te lopen. Nadenka had het haar al eens gezegd dat je weinig bij de Nederlander bereikte met vleien. Helaas moest ze de vrouw gelijk geven. Hij was daar veel te direct voor.

"Angelika?"

De chauffeuse stopte met lopen en keek een bijna voorbij gelopen klaslokaal in. Een vrouw die ze herkende uit het ziekenhuis stond bij het krijtbord. "Ayn?" Angelika liep het klaslokaal binnen. Op de voet gevolgd door de nu humeurig geworden Sander. Om het nichtje van de chauffeuse naar de school te brengen hadden ze al een omweg door de stad moeten maken. Hij had ook nee kunnen zeggen, maar haar toch graag een plezier willen doen. Nu beloofde het nog langer te gaan duren dan hij had verwacht. Ongeduldig wierp hij een blik op zijn horloge.

"De kleuren van de Russische vlag zitten verkeerd om."

Hij keek opzij en zag verscheidene jongens en meisjes aandachtig naar zijn uniform kijken. Het op zijn linkerarm aangebrachte embleem van de Nederlandse vlag had dezelfde kleuren als de Russische, maar zoals goed was opgemerkt hadden de kleuren een andere volgorde. Ditmaal zagen ze geen witte, horizontale baan bovenaan, maar een rode. Hij zag de twee vrouwen nog altijd met elkaar praten.

"Ik ben geen Rus, maar kom uit Nederland."

"Waar ligt dat?", hoorde Sander een andere jongen vragen en besefte meteen dat hij een grote fout had gemaakt. Hij had beter op de gang kunnen blijven wachten of anders gewoon zijn mond moeten houden. Tot zijn opluchting gaf een klasgenote van de jongen al antwoord op deze vraag en wees daarbij op de aan de muur hangende wereldkaart, maar de jongen had al weer een nieuwe vraag.

"Heeft u weleens geschoten?"

"Je wilt weten of ik mensen heb doodgeschoten?"

Deze vraag leek de schooljongen in verlegenheid te brengen. Angelika en Ayn waren opgehouden met praten en hadden zijn vraag ook gehoord.

"Weten jullie wat het betekend als er bloed aan je handen kleeft?"

Het in aardrijkskunde uitblinkende meisje stak haar hand op. Eigenlijk had Sander haar willen negeren, maar de haast die de lerares plotsklaps ontplooide om hem haar klaslokaal uit te krijgen deed hem van gedachten veranderen. Hij ging wat minder stijf staan en gebaarde naar de aandachtig kijkende jongens en meisjes. "Deel je antwoord maar met de hele klas."

"Er is dan iemand dood gegaan, toch?"

Sander knikte bevestigend. "Elke dag sterven er mensen, maar hoeveel van hen blijven ons ook bij?"

Het was ditmaal een andere jongen achterin de klas die zijn hand op stak.

"Nog nooit van een retorische vraag gehoord? Je juffrouw zal het na mijn vertrek wel uitleggen." Hij liet zijn blik over de overige klasgenoten van de jongen glijden. "De mensen die je ziet sterven blijven je langer bij, maar het zijn de mensen die je zelf dood die je nooit zal vergeten."

Het was zo stil in de klas, als de lerares nog maar zelden had meegemaakt. Ayn sloot de deur. De militair die Angelika was gevolgd leek het niet te hebben begrepen toen ze de deur naar de gang voor hem open hield.

"Ik maak deel uit van een team die informatie aan jachtpiloten verstrekt over de locatie, hoogte en snelheid van ongeïdentificeerde vliegtuigen in ons luchtruim. Het maakt de oorlog een stuk schoner."

Hij zag het meisje weer haar hand opsteken. Een knik was voldoende om haar te laten praten. "Krijgt u dan geen bloed meer aan uw handen?"

Angelika durfde niet van de vloer op te kijken. Ze voelde de hulpzoekende ogen van de lerares op haar rusten.

"Jawel, maar deze mensen blijven me niet bij en ik slaap er beter door." Hij keek rond, maar niemand stak meer zijn of haar hand op. Zonder vragen om te beantwoorden of de behoefte te voelen om meer te vertellen liep hij richting de deur. Hij zag de beide vrouwen haastig naar de deurknop grijpen. De lerares was zijn chauffeuse voor.

"Hij heeft nu eenmaal dat effect op mensen", fluisterde Angelika schouderophalend tegen Ayn. Ze zag de Dutchman opnieuw een blik op zijn horloge werpen. De man had merkbaar haast gekregen en er aardig de vaart in gezet. In dit tempo zou hij nog eerder bij de auto zijn dan haar en daar zou geen lerares zijn om de deur voor hem open te houden.

"Ga maar", zei Ayn begrijpend.

Ze begon te rennen. Een kleine jongen die net een klaslokaal uitstapte wees hoofdschuddend naar een bord waarop Angelika kon lezen dat er niet gerend mocht worden op de gang. Toch hield de chauffeuse het nog een tiental meters vol voor ze vlakbij Sander was en zijn tred overnam, zoals militairen automatisch deden.

'