hoofdstuk 8

a

Diep in de ruimte

Het had een gedenkwaardig moment moeten zijn voor de bemanningsleden van de Tormen. Deze meevaller waar niemand van hen nog meer op had gerekend terwijl ze op zoek waren naar het mystieke Kobol. Bij toeval hadden ze een konvooi schepen van de Twaalf Koloniën ontdekt. Van de vreugdevolle stemming waar iedereen aan boord in verkeerde was echter spoedig geen enkel spoor meer te bekennen. Iemand was hen voor geweest. Er wachtte hen geen hartelijk welkom. In plaats daarvan durfde geen enkele militair een stap aan boord van één van deze vijftien schepen te zetten. Twijfelden de burgers gevolg te geven aan de vele smeekbedes die hen bereikten en durfden eveneens het schip niet te verlaten.

Luitenant Stijn en Wick liepen door de gang op zoek naar luitenant Diana. Ze troffen haar aan in een personeelsverblijf waar luitenant Stijn met zijn gebruikelijke hartelijkheid iedereen met een snauw weg stuurde, voor hij de deur dicht deed en vergrendelde. Bezorgd gade geslagen door luitenant Diana. Ze had nog niet eerder mee gemaakt dat deze twee mannen langdurig met elkaar konden samenwerken.

"Ben je het met me eens dat we deze mensen nul komma nul te bieden hebben als we onze eigen bemanning niets te kort willen doen?", vroeg Wick. Hij was altijd iemand die meteen ter zake kwam.

"Ik weet het", antwoordde ze met haar ogen op de vloer gericht en spijt in haar zachte stem. Het schrijnende verhaal van de overlevenden had de spanning aan boord tussen de militairen en burgers tot een absoluut hoogtepunt gebracht. De bemanning van de battlestar Pegasus had de schepen gestript voor onderdelen, de voorraden geplunderd en tenslotte zelfs mensen geronseld, waarbij tot haar afschuw geen geweld was geschuwd.

Wick wisselde een snelle blik met luitenant Stijn en zag deze knikken.

"Het waterrecyclingsysteem van de Pegasus functioneert zo goed dat admiraal Caïn de scheepsbemanningen en passagiers hun water heeft laten behouden."

Diana hief het hoofd op.

"Waarom vertel je me dit?"

Wick beet op zijn onderlip.

"Laten we hen het water behouden, Artemis?", vroeg luitenant Stijn, bang dat de shuttlepiloot toch was gaan twijfelen waarom ze waren gekomen en daarom nu zweeg.

Ze staarde de officier onthutst aan.

"Jullie willen hen ook nog het water afpakken?"

Zuchtend hief Wick een hand op om iedereen tot zwijgen te brengen. Hij had naar de juiste woorden gezocht toen hij de marineofficier de vraag hoorde stellen die hij nog bezig was in zijn hoofd te formuleren.

"Niet alles, maar we weten niet hoelang het zal duren voor een makkelijke gelegenheid als deze zich weer voort doet. Als het ooit nog gebeurd."

"Een makkelijke gelegenheid? Is dat jullie rechtvaardiging voor het stelen van hun water?"

"Een watertank aftappen verloopt makkelijker dan dat we het ergens van een planeet moeten halen," mompelde luitenant Stijn met zijn armen over elkaar.

Ontzet klopte Diana zich op de borst.

"Ik ben geen admiraal Caïn."

"Zij zullen hier sterven, maar ons leven kan van dat water afhangen", zei Wick.

"Jij weet dat niet zeker."

"Ja, dat weet ik wel", antwoordde de shuttlepiloot kalm.

Ze schudde heftig het hoofd. "Ik ben geen admiraal Caïn. Hier werk ik niet aan mee."

Teleurgesteld draaide luitenant Stijn zich om en liep naar de deur. Wick maakte echter geen aanstalten om hem te volgen.

"Werk je ons tegen als we dit doorzetten?"

Luitenant Stijn draaide zich met een ruk om. Na een voor zijn gevoel eeuwig durend moment zag hij Artemis haar ogen neerslaan en op het dichtstbijzijnde bed neer ploffen. Langzaam draaide Wick zich om en begaf zich naar de deur waar hij bleef staan.

"Zodra we deze deur uitlopen is er geen weg meer terug. Ik zal het je niet kwalijk nemen als je blijft. Bij haar."

Het verwonderde luitenant Stijn hoe vastbesloten deze burger was om te doen wat nodig was, maar toch nog bereid was om hem een uitweg te bieden. Hij ontgrendelde de deur en hield deze open.

"Na jou, Wick."

Het was de eerste maal dat hij de shuttlepiloot enige hoffelijkheid toonde. De ECO wierp nog een blik op luitenant Diana voor hij resoluut de gang op stapte. Zonder te zien dat ze weer het hoofd had opgeheven. Diana keek de beide mannen na. De twee hadden hetzelfde doel voor ogen en daarvoor waren ze bereid alle grenzen te overschrijden waarvoor ze in het verleden ongetwijfeld zouden zijn terug gedeinsd. Samen vormden ze een formidabel team en ze wist het. De watertanks van het vrachtschip Tormen zouden spoedig weer tot de rand zijn gevuld. Alleen zouden ze dan moeten leven met de prijs die hieraan verbonden was.

 

licht vrachtschip Tormen

Luitenant Veerle keek geschrokken naar het scherm. Aan de rand ervan was een bewegend object waar te nemen. De uitgezonden gecodeerde stralen van de DRADIS bleven onbeantwoord. Het betekende dat het onbekende of vijandelijke objecten waren. Onder de huidige omstandigheden gingen ze eenvoudig van het laatste uit.

"DRADIS."

Het ene ongeïdentificeerde contact waar ze naar keek kreeg al heel snel gezelschap en in grote getallen koersten de raiders op het konvooi af.

"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."

Luitenant Diana keek eveneens geschrokken, maar hervond bijna direct weer haar kalmte terwijl ze de stoel voor de piloot bemande. Overal aan boord haastte bemanningsleden zich naar hun posten. Weinigen van hen hadden ook daadwerkelijk een taak, maar ze moesten klaar staan voor het geval dat het werkelijk nodig werd.

"Start de FTL op en waarschuw de tanker."

Ze had onbewogen toegekeken hoe de tanker de buitenste rij schepen was genaderd om zonder toestemming vast te koppelen aan de romp van het vrachtschip Scylla. De kapitein had eerst nog enkele dreigementen geuit voor hij hen was gaan smeken om het water te mogen behouden voor de mensen die nog aan boord verbleven. Na een zwak excuus te hebben gemompeld had ze de brug verlaten. Wick en Nitro waren doof voor de smeekbede gebleven en spoedig met de eerste lading water teruggekeerd. Luitenant Diana was onderweg Nadia met een volle wasmand tegen gekomen. De vrouw had van de gelegenheid gebruik gemaakt om alle kleren te wassen. Ze had Marlieke en Patricia opgetogen horen praten dat ze voor het eerst lang onder de douche konden blijven staan zonder zich om de rantsoenering te hoeven bekommeren. Tot haar opluchting had ze in de ziekenboeg wel een gelijkgestemde aan getroffen. De professor had haar treurig aan gekeken.

"Ik haat me zelf", had Loyd tegen haar gezegd.

"Waarom?"

"Ik keurde het plan af, heb er tegen geprotesteerd toen ze het met ons deelden, maar ik heb wel mijn kleren aan Nadia mee gegeven om uit te laten wassen."

Ze had ook de grote bak gezien die hij en Adanya bezig waren met warm water te vullen toen ze binnen stapte. Waarschijnlijk om een bad te kunnen nemen. Daarna was ze weer naar de brug terug gelopen, waar luitenant Veerle stilletjes bleek te huilen. Zwijgend was ze aan de tafel gaan staan om naar de rij monitoren te kijken. Op de DRADIS waren de vluchten van de tanker gemakkelijk te volgen. Na de Scylla was Wick op een ander schip af gevlogen. Bijna alsof hij deze nieuwe te dragen last voor de overlevenden eerlijk over het hele konvooi wilde verdelen. Hij nam de vluchtelingen meer af dan nodig was om alleen de watertanks aan te vullen. Luitenant Diana was zich er bewust van, maar deed er niets tegen. Na haar dienst zou ze zich tussen schone en fris ruikende beddenlakens te rusten kunnen leggen, zodra deze droog waren.

"Als ze niet opschieten worden ze achtergelaten", snauwde Diana.

Het was een aantrekkelijk idee om de tanker achter te laten en de inzittenden het lot van de vluchtelingen in het konvooi te laten delen, maar ze verwierp het weer even snel als het bij haar was opgekomen.

 

raptor 431

Vanuit de cockpit van de vast gekoppelde raptor keken de modellen zes naar de schepen in de verte.

"Mensen zijn tot alles in staat."

Lisha keek snel om zich heen, voor ze beaamde wat haar zuster had gezegd.

"Waarom kunnen ze niet gewoon ophouden me bestaan? Ze weten dat ze verloren hebben, maar toch klampen ze zich aan het leven vast."

"Zouden wij het zo makkelijk opgeven?", vroeg Lisha zich hardop af.

Stacey snoof minachtend.

"Je moet weten wanneer het voorbij is en voor de mensheid is het definitief voorbij."

Zwijgend keek Lisa voor zich uit. Ze hadden nog geen contact met de Cylons kunnen opnemen zonder hun dekmantel in gevaar te brengen. Al hadden ze met de uit de raider meegenomen transponder wel hun soortgenoten kunnen helpen bij het vinden van deze voor hen onbekend gebleven groep overlevenden. Met een beetje geluk kruisten ze ook het pad van de battlestar Pegasus, waarvan ze inmiddels tot hun schade hadden ondervonden dat deze nog steeds intact was. De bevelvoerende admiraal voerde korte en heftige aanvallen uit op de Cylon vloot, die steeds werden gevolgd door een snelle aftocht. Het bemoeilijkte de taak van de basestars om de grootste groep vluchtelingen met de escorterende battlestar Galactica uit te schakelen in ernstige mate.

"Daar heb je ze", zei Stacey.

Lisha zocht de ruimte af, maar ontdekte de naderende tanker pas nadat de raiders het vuur hadden geopend. Tegen de achtergrond van exploderende schepen stak de tanker als een duistere stip af, die snel in omvang toenam. Gespannen keken ze toe en wachtte af.

"Hij is een goede piloot", merkte Lisha op.

"Jammer dat hij het gaat redden."

De tanker minderde vaart, draaide scherp voor het toestel boven de lege lanceerbuis van de ontsnappingcapsule begon te dalen. Ze konden de concentratie van het gezicht van de piloot aflezen. Hij zou zich pas kunnen ontspannen na de landing. De raiders lanceerden een volgend salvo raketten. Een aantal daarvan waren op het vrachtschip Tormen gericht.

"We springen", mompelde Lisha.

"Ik ga hen vertellen hoe het navigatiesysteem werkt."

"Waarom?", vroeg Lisha verbaast.

"Als we ze niet helpen dan duurt het een eeuwigheid voor ze het gaan begrijpen en zolang wil ik niet aan boord van dit schip blijven. Over een paar weken begint het hier weer te stinken en loop ik rond met een droge mond."

Na enige aarzeling knikte Lisha instemmend. Om tegenstrijdige redenen besloten de Cylons de mensen bij hun zoektocht te gaan helpen.

 

licht vrachtschip Tormen

Er was geen heldenontvangst en dat verwachtte Wick ook niet. De dood zoveel mensen, zelfs deze onbekenden, overschaduwde elke geslaagde bevoorrading. Hij was dan ook blij toen luitenant Diana direct over ging tot de orde van de dag, met twee wijzigingen. Ze zouden nu ook uitkijken naar de Pegasus en proberen deze battlestar te vermijden terwijl de zoektocht naar Kobol werd voort gezet. De tweede en belangrijkere wijziging bestond uit de geplande testvlucht met de zware raider. Verscheidene mensen hadden verschillende van elkaar afwijkende theorieën ontwikkeld over de capaciteiten van de Cylon technologie. De militairen leken ze op gelijke waarde in te schatten en Hendrik bijvoorbeeld achtte ze superieur aan alles waar de koloniale marine over beschikte. Het werd tijd om deze in de praktijk te gaan toetsen. Als ze werkelijk zo veelbelovend waren als sommigen dachten dan zou de zware raider actief in gebruik worden genomen.

"Alleen militair personeel, voorlopig."

Uit de mond van de shuttlepiloot rolde geen enkel protest.