Havenstraat nr 97

a

Nummer 97 aan de havenstraat was een hoog en smal gebouw. De eerste eigenaar had het vermoedelijk laten bouwen om de tussen een paar pakhuizen ontstane ruimte op te vullen en op goedkope wijze aan opslagruimte te komen. Decennia later had de huidige eigenaar er hele andere plannen mee en deze inmiddels grotendeels ook al verwezenlijkt. Van dit alles had de taxichauffeur geen weet. De kans was ook gering dat het de man zou hebben geïnteresseerd. Hij incasseerde zelfs het geld met een onverschillig gezicht. De deur was nauwelijks dicht of hij reed al weg om de volgende passagiers naar hun bestemming te brengen. De zojuist uitgestapte vrouw keek hem na tot de wagen uit het zicht was verdwenen en hield daarbij het handje van haar dochter stevig vast. Aarzelend of het wel de juiste beslissing was geweest om zonder aankondiging aan te komen.

"Mama, er groeit een boom door het dak."

Gefascineerd keek het meisje met een open mond naar boven. De vreemd gevormde bladeren op de klinkers hadden al meteen na het uitstappen haar aandacht getrokken. In de hele straat kon Nisha geen boom ontdekken tot ze een geel gekleurd blad als een losgelaten waaier naar beneden zag dwarrelen. De herfst had voor deze heldere verkleuring gezorgd. Ze had een nieuwsgierige blik omhoog geworpen om daarna zo te blijven staan. Haar moeder hief haar hoofd op en besefte dat zij werden gade geslagen door een gedaante in het glasloze venster op de tweede verdieping. De man had het zich makkelijk gemaakt. Een been bungelde lui naar beneden. Het andere been had hij enigszins opgetrokken om dwars op de brede onderdorpel plaats te kunnen nemen. Genietend van de mok thee in zijn handen tot zijn blauwgrijze ogen de naderende taxi hadden opgemerkt.

"Ik kom", hoorde Adaja hem met een zware stem roepen voor ze in staat was een woord uit te brengen. Het duurde even voor hij de trappen was afgelopen en deze tijd probeerde de vrouw te benutten om zich voor te bereiden op wat zou komen. Één van de grote met graffiti besmeurde houten garagedeuren zwaaide open en Alexander verscheen in de deuropening.

"Ik zie dat de vandalen weer bezig zijn geweest."

Ze gebaarde met ingestudeerde achteloosheid naar de andere nog gesloten deur waarop nu nog slechts de helft van het door graffitispuiters achtergelaten kunstwerk was te zien. Even bleef zijn blik op het meisje rusten voor hij in de richting keek waar Adaja naar wees. Ze zag hem bevestigend knikken.

"Het koste weinig."

"Je hebt ze ervoor betaald?", vroeg ze op een ongelovige toon.

Haar verbazing versterkte het accent waarmee ze sprak en hem net zo exotisch in de oren klonk als ze er uit zag. Hij haalde zijn schouders op.

"Een experiment van mij. De politie doet er toch niets aan. Sindsdien heeft niemand het in zijn hoofd gehaald om er over heen te spuiten of de muren nog te bekladden."

Deze onconventionele aanpak van hem verbaasde haar eerlijk gezegd weinig. Alexander deed immers alles op zijn eigen manier.

"Het werkt dus."

"Jullie zijn vast niet gekomen om over graffiti te praten."

Hij zag Adaja diep adem halen.

"Deze grote meid heet Nisha."

"Hallo, Nisha."

Het meisje stak glimlachend een hand naar hem op.

"Ze is mijn dochter."

Het hoge woord was er eindelijk uit. Gespannen keek ze hem aan. Nieuwsgierig, maar tegelijk ook bang voor wat hij nu zou gaan zeggen. In haar profiel had ze er niets over geschreven en de keren dat ze uit waren geweest had ze er over gezwegen.

"Ik dacht al enige gelijkenis te zien."

Even bespeurde ze nog zijn aarzeling voor hij een stap opzij deed.

"Kom verder. We kunnen het er beter binnen over hebben."

De angst om de deur voor haar ogen te zien dichtgaan was daarmee grotendeels verdwenen. Bij binnenkomst werd iedere bezoeker de geringe breedte en de behoorlijke diepte van het gebouw nog beter gewaar. Ze liepen langs de auto naar de trap. De ruimte op de begane grond werd ingenomen door een gestalde auto, een werkbank en een rommelige opslagruimte. De tot woonruimte bestempelde verdieping lag een etage hoger. Bovenaan de trap liepen ze langs het aan de wand opgehangen televisiescherm. Het had de nodige fantasie van Alexander gevergd om alles in het huis een plaats te geven, maar het was hem toch gelukt. Zelfs tot verbazing van het erbij betrokken bouwbedrijf. Hij hield echter geen halt om de bezoekers de kans te gunnen om dit alles in zich op te nemen.

"Loop maar verder, schat", spoorde Adaja haar dochter met een voorzichtige duw aan.

Door de woonkamer, langs de gecamoufleerde douche, door de eetkamer en de keuken, waar ze hem snel enkele kastdeuren zag open trekken, naar de volgende trap. Waarna ze uitkwamen op de laatste etage die de woning telde. Hij bevatte onder andere de slaapkamer. De verdieping was voor de helft overkapt. De rest ervan werd ingenomen door een weelderig begroeide tuin. Waar de Japanse notenboom een prominente plaats innam. Vlakbij het venster waar hij zo graag zat weg te dromen. Alexander draaide zich op het gedeeltelijk overdekte terras om.

"Voor jou heb ik limonade meegenomen, maar je mag ook met ons thee drinken."

Hij glimlachte bij het zien van de verbazing op het gezicht van het meisje. Slechts weinig anderen zouden bereid zijn geweest om woonruimte op te offeren voor een tuin, maar hij had er geen moment spijt van gehad. Verschillende soorten klimmende planten trokken zich omhoog aan de omringende muren. In vormen gesnoeide Buxus torende boven de omringende vaste planten uit, waarvan een aantal, ondanks dat het al ver in het jaar was, nog steeds in bloei stonden. De woekerende boskamperfoelie verspreidde een zoete geur. Het was een oase waar zelfs een koppel koolmezen hun toevlucht hadden gezocht en ook gevonden, maar boven alles was het een plek waar Alexander zich thuis voelde en hij hoopte Adaja met hem. Daar was nu onverwachts Nisha bij gekomen. Al lopende had hij voldoende tijd gehad om er over na te denken en zich af te vragen of hij zijn plannen moest bijstellen. Hij herinnerde zich vaag dat ze wel eens voorzichtig kinderen als onderwerp had aangeroerd, maar na zijn reactie er geen enkele keer meer op terug was gekomen.

"Ik had je volgende week willen vragen om bij me in te trekken, maar we zullen het waarschijnlijk eerst kindveilig moeten maken, nietwaar?"

Adaja staarde hem bewegingloos aan voor ze na een seconde of drie zich van de verrassing had hersteld en haar verstarring had verbroken. Alexander protesteerde toen ze hem om de hals vloog. Hij had zijn handen immers vol met glazen, een plastic fles limonade en een kleine koffer gevuld met zakjes gedroogde theebladeren in talrijke verschillende smaken. Behalve de fles dan, want deze liet hij al spoedig vallen. Net als het koffertje om eveneens de armen om zijn geliefde te kunnen slaan. De kleine koffer klapte open en kleurrijke theezakjes verspreidde zich over de tegels. Nisha klapte lachend in haar handjes. Al was het geheel aan haar voorbij gegaan dat er grote veranderingen in het leven van alle aanwezigen zouden plaats vinden.