Ken je me werkelijk?

a

De vingers gleden over het paneel terwijl de blauwgrijze ogen van de man naar de juiste knoppen zochten om gebruik te kunnen maken van de vele mogelijkheden die het kopieerapparaat hem boden. Het gebeurde allemaal terwijl hij luisterde naar een vrouwelijke collega. Ze was hem de kopieerruimte in gevolgd.

"Iedereen kan mensen bespelen door zich anders voor te doen", zei Tom afwezig en drukte een laatste knop in. De machine begon allerlei geluiden te produceren terwijl de eerder door hem neer gelegde stapel papier zichtbaar begon te slinken. Tijdelijk opgeslokt door het apparaat om even later weer in tweevoud uitgespuwd te worden.

"Niemand houdt dat eeuwig vol", beweerde ze.

"Je hebt gelijk, maar een levenlang is ook voldoende."

Ze zag hem zoekend om zich heen kijken alsof hij slechts een deel van zijn aandacht voor haar vrij hield en de rest aan het werk opging.

"Ik zou het niet kunnen", ze zag hem opkijken, "mezelf anders voordoen, bedoel ik."

Tom knikte. Ze had eigenlijk verwacht dat hij hetzelfde zou zeggen, maar in plaats daarvan begon hij de gekopieerde formulieren van gaten te voorzien.

"En jij?"

"Ik wel."

Na er even over na te hebben gedacht schudde ze het hoofd. Hij zag het niet omdat hij bezig was een witte map uit een doos te halen.

"Ik ken jou. Jij doet je niet anders voor dan je echt bent."

"Volgens mij heb ik dat mezelf ook niet horen zeggen", zei Tom en vulde de map met papier. Zwijgend wachtte ze tot hij klaar was de kleurrijke grafieken en hele pagina's met tekst te bundelen in de map. Het gaf haar de tijd om na te denken over wat hij nu wel had gezegd.

"Ik ken jou", herhaalde ze, "je bent niet zo hard als je denkt te zijn."

Ze zag dat ze nu zijn volledige aandacht had.

"Het zou je nog verbazen waar ik allemaal toe in staat ben", zei hij somber.

"Je zou me nooit pijn doen."

Deze woorden wekten bij hem de nodige verbazing op. Het was misschien wel beter voor hem als ze bleef geloven in wat ze had gezegd.

"Ik vind dat je teveel praat."

Ze lachte, ondanks dat hij het op een norse toon had gezegd.

"Zie je wel", zei ze triomfantelijk.

Tom kneep zijn ogen half dicht. Aan de andere kant... Ze zag hem zijn arm uitstrekken en zonder dat hij haar uit het oog verloor langzaam de deur dicht duwen.

"Fysiek of mentaal?"

Een ongemakkelijk gevoel maakte zich van haar meester. Onwillekeurig deed ze een stap naar achteren. Hij bleef staan waar hij reeds stond zonder dat er iets in zijn houding veranderde, maar voor haar was alles anders geworden. De glimlach op zijn gelaat was verdwenen en plotseling was ze er niet meer zeker van of hij eigenlijk ooit wel had gelachen. De smalle lippen vertrokken meestal tot een glimlach waarbij ze nooit zijn tanden had gezien.

"Ik kan mensen pijn doen" bevestigde Tom, alsof hij haar gedachten kon lezen.

Ze knikte. Huiverig voor wat er onder het oppervlak bij hem verscholen lag. Hij is gevaarlijk. Het was plotseling tot haar door gedrongen. Volkomen onverwachts als een zojuist afgevuurde kogel. Ploegend door haar vlees, spieren en botten om zonder een zichtbare wond achter te laten haar lichaam te verlaten, maar het maakte het niet minder pijnlijk. Elk woord, dat hij had gezegd, was gemeend. Wat nog het meeste indruk op haar maakte was de kalmte waarmee Tom had gesproken. Op een kille, zakelijke toon waarin elke emotie had ontbroken.

"Ik moet gaan."

Haar mond voelde droog aan. Ze taste naar de hendel van de deur achter haar. Gaf er een ruk aan zodra haar vingers er om heen sloten. Ze wilde hier weg en wel meteen.