Een boom die vele mensen tot de verbeelding van velen zal spreken is de knotwilg. Deze karakteristieke bomen worden, afhankelijk van de locatie, om de twee tot drie jaar gesnoeid. De takken hebben dan een gemiddelde lengte van vijf meter en zijn dan hanteerbaar. Als we het snoeien van knotwilgen achterwege laten zullen de takken te zwaar worden en kan de wilg inscheuren. Om deze reden is het noodzakelijk om een knotboom te blijven knotten. De takken worden gedurende het najaar en winter zo dicht mogelijk bij de knot afgezaagd zonder de knot te raken en de bomen behouden daarmee hun compacte vorm. Hier groeien al snel na herstel weer nieuwe takken uit. De bomen worden gedurende de winter geknot omdat met weinig bladeren aan de takken er goed zicht is op het werk, er minder groenafval is en er minder andere werkzaamheden zijn. Door de bomen om en om te snoeien houden we ook rekening met insecten voor de bestuiving en dieren waarvoor deze insecten weer als voedsel dienen. Daarnaast bieden de knotbomen ook bescherming aan dieren die erin bescherming vinden of nestelen.  

 

Eigenlijk kan elke boom worden geknot, maar slechts weinig soorten zullen dit vele jaren overleven of snel gaan inrotten. De snelgroeiende wilg (Salix alba) is een soort die heel geschikt is om als knotwilg te dienen. Gemiddeld kan twee jaar na aanplant de wilg op een hoogte van ongeveer twee meter worden geknot. Het vormen van de knot heeft echter tijd nodig en de eerste drie jaren zullen de takken alle kanten opgroeien. Knip of zaag de takken weg die voor overlast zorgen. De rest behoud je tot het tijd wordt om te knotten. 

 

Binnen de gemeente Altena worden veel van deze werkzaamheden verricht door medewerkers van Midzuid. Een deel van de afgezaagde takken kunnen gebruikt worden om open gevallen plekken in rijen van knotwilgen op te vullen of nieuwe bomen aan te planten. De rest van de takken zal worden versnipperd.