De door Kaliningrad erkende nederlaag

'

4 maart, 790e commando- en controlecentrale

"Kan je nog langzamer lopen?" De vraag was met een zeker sarcasme en een diepe frons gepaard gegaan. Sander was al uit het zicht verdwenen voor de chauffeuse in staat was een reactie uit te brengen. Een paar uur later dook hij weer op, ditmaal was hij in het gezelschap van de Chinese adjudant.

"We gaan."

Angelika excuseerde zich bij de vrouwelijke militair met wie ze stond te praten toen de Nederlander verscheen en vrijwel onmiddellijk begon met het geven van bevelen. De militaire stijl van leidinggeven paste hem steeds beter.

"Kan je niet sneller lopen?"

Qiu keek verbaast over deze vraag naar de jeugdige chauffeuse.

"Waarom zou ik?", vroeg Sander. "Jullie kunnen me nu al niet bijhouden."

Angelika vertraagde haar pas. Ze wilde zo graag tegen de Nederlander opgewassen zijn, maar steeds opnieuw moest ze het tegen hem afleggen. Wachtend op het ene moment waarop ze zou slagen om hem de mond te snoeren. Sander en Qiu liepen haar voorbij.

"Aaghh."

Qiu keek om. "Waar ging dat over?", vroeg ze fluisterend.

"Vraag het aan haar."

Qiu wierp opnieuw een blik op de chauffeuse. Anders dan haar naam deed vermoeden zag het meisje er uit als een engel der wrake of in ieder geval was ze belust op vergelding. "Laat maar." Het was het enige dat ze zei. Als ze al nieuwsgierig was dan leek het haar in ieder geval voor nu verstandiger om te zwijgen.

Breed grijnzend stapte Sander de lift in, maar toen hij zich omdraaide was de grijns verdwenen. Op het paneel lichte de knop op, die hij had ingedrukt. Hij staarde met een uitdrukkingloos gezicht recht voor zich uit, terwijl Angelika nu ook de lift in stapte. De deuren sloten zich en de lift kwam in beweging.

"Heb je de krant gelezen?", vroeg Qiu om de stilte te verbreken.

"Zo goed is mijn Russisch nog niet."

Glimlachend haalde ze een krant uit haar aktetas en hield hem deze voor. "Wij laten onze eigen kranten overvliegen."

"Denk je soms dat ik wel Chinees ken?"

Zuchtend keek ze hem aan. "Kijk eens naar de foto."

"Ik zie een vliegtuig."

Nieuwsgierig geworden gluurde Angelika naar de krant. Het was niet zomaar een vliegtuig dat in de krant stond afgedrukt, maar de Antonov An-71. Het was omringd door reeksen van Chinese karakters waar ze evenmin in staat was iets uit wijs te worden.

"Volgens dit artikel ben je lid van de mile high club."

"Wil je soms grappig zijn?"

De eerste reactie van Qiu was om de krant nog dichter bij zijn gezicht te houden.

"Ook zonder bril kan ik het niet lezen."

Snel liet de Chinese de krant zakken. Het sarcasme waarop hij haar had getrakteerd was welverdiend. "Het staat er echt."

"Hm." Het was het enige dat over zijn lippen kwam.

"En wat wil je daarmee zeggen?"

Sander haalde de schouders op. "Geen commentaar."

Qiu en Angelika keken hem aan, maar hij leek niet van plan iets vrij te geven over een eventueel lidmaatschap.

De chauffeuse schraapte haar keel. "Mag ik vragen wat dat voor club is?"

Lachend keek Qiu het meisje aan. "Meen je dit nou echt?"

"Ja, zij is altijd serieus", antwoordde Sander voor haar. "Ze is totaal humorloos, alsof er helemaal niets in het leven om te lachen is. Het leven kan en mag niet leuk zijn."

Verward keek Angelika van de één naar de ander. "Ik wil gewoon weten wat voor club dat is." Ze begon weer geïrriteerd te raken.

"Qiu praat je graag over de mile high club bij."

"Waarom ik?"

"Jij roerde het onderwerp aan."

"En jij hebt blijkbaar seks in een vliegtuig gehad."

"Dat is jouw mening." Sander keek Angelika aan. "Is het nu duidelijk?"

Het meisje knikte. Ze had er geen behoefte aan om wat verdiepende vragen hier over te stellen. Al dacht Qiu hier anders over.

"Wat bedoel je met dat is mijn mening?"

"Was jij er soms bij?"

Angelika trok een vies gezicht, terwijl de Chinese ontkennend het hoofd schudde.

"Je kan dus niet met zekerheid weten of er in de lucht iets is gebeurd waar jij me van verdenkt."

"Is er iets gebeurd?"

"Er gebeurd van alles in de lucht."

Qiu zuchtte. "Heb je seks met een vrouw gehad in een vliegtuig dat zich in de lucht bevond?"

"Geen commentaar."

Angelika en Qiu keken elkaar aan. Het was echter de Chinese die hardop de conclusie trok, die de chauffeuse met haar deelde: "Het is dus waar wat er in de krant staat."

Geamuseerd keek Sander met half dicht geknepen ogen naar de opengaande liftdeuren. Het zou hen waarschijnlijk teleurstellen als ze de waarheid kenden. Over een paar uur zou hij zich weer in de lucht bevinden, waar hij het eenvoudig te druk zou hebben om zelfs maar te proberen lid te worden van de mile high club.

 

Antonov An-71M 780361

De luchtverkeersleider was de enige persoon, die de Dutchman hoorde praten. Hij luisterde met een afwezige blik in zijn ogen mee. Een An-124 was onderweg naar het vliegveld bij de stad Chernyakhovsk. Het formidabele transportvliegtuig arriveerde voor op schema, maar dat deerde de Nederlander weinig. Alleen de Chinezen leken zich hier veel zorgen over te maken, omdat ze de duisternis als dekmantel voor hun activiteiten hadden willen benutten. De Dutchman glimlachte weer als hij aan de getergd klinkende Qiu terug dacht. Ze leek nu al weinig te spreken te zijn over de Oekraïners. Door haar toedoen had het viermotorige vrachtvliegtuig boven Polen bijna een halfuur lang  rondjes gevlogen, voor de vliegers toestemming hadden gekregen om verder te mogen vliegen. De reden hiervoor bevond zich hoog boven hen in de lucht, de Kosmos 2441. De Chinezen vreesden een luchtaanval als de op 26 juli 2008 gelanceerde satelliet een groot vliegtuig op het vliegveld zou waarnemen. De baan die de satelliet om de aarde beschreef was hen bekend en daar hielden ze ook rekening mee in hun plannen. Alleen dreigden de Oekraïners deze zorgvuldig opgestelde plannen te doen mislukken door tijdens de schemering te arriveren.

De grijsgroene ogen bleven op een Chinese operator rusten en de glimlach vervaagde. De man had eigenlijk dood moeten zijn. Kort voor de Shaanxi Y-8CE was opgestegen, had de Chinees zich ziek gemeld. De heftige maagkrampen, waar niemand hem toen om benijdde, hadden de operator voor iets behoed, waar hij niet met een paar pilletjes van zou kunnen herstellen. Nu wendde hij zijn expertise aan om de Kaliningraders te helpen. De Dutchman wist dat zij in de ogen van deze man een stelletje klunzige amateurs waren. Toch hadden de Chinezen een beroep op hen gedaan om het luchtruim te monitoren. Iets beters dan dit vliegtuig hadden ze momenteel niet tot hun beschikking staan en het was opmerkelijk veranderd sinds hij de laatste maal aan boord was geweest. Zelfs de buitenkant van het vliegtuig was onder handen genomen. De heldere kleuren van KD Avia waren vervangen door een digitaal camouflage patroon van pixels, dat rechtstreeks uit de computer leek te komen. Hij had bij het zien ervan de wenkbrauwen gefronst, maar er geen woord over gezegd. Soms moest je het eenvoudig aan de experts over laten. De nu statisch geworden rodome had drie diëlektrische panelen gekregen en dat was de eerste hint voor de Dutchman dat ook de binnenkant onder handen was genomen. De Chinezen hadden hun expertise met de veel grotere KJ-2000 aangewend om technische assistentie aan de Kaliningraders te verlenen. Het was op een veel grotere schaal gebeurd, dan de Nederlander voor mogelijk had gehouden en eigenlijk ook had gewenst. Het had er in ieder geval toe geleid tot dat de aanduiding voor het vliegtuig met de letter M was uitgebreid. Modernizirovannyy stond in dit geval voor gemoderniseerd. Het geluid van de overgaande telefoon deed de Dutchman uit zijn gedachten opschrikken. Tot zijn verrassing was het Qiu.

"Ik weet nu waarom de Oekraïners eerder zijn gearriveerd dan was afgesproken."

Hij wachtte, maar de daarop volgende stilte duurde voor zijn gevoel eindeloos voort.

"Ben je nou echt niet nieuwsgierig geworden?", klonk het klagend.

"Ik ben aan het werk." Misschien hoorde hij haar zuchten, maar helemaal zeker was hij er niet van.

"Ik kijk op dit moment naar een presentje van president Yushchenko voor jullie. Blijkbaar op onze kosten hier naar toe gebracht."

Misschien probeerde ze hem een schuldgevoel aan te praten. Hij zag de Chinese operator gebaren en keek nu naar zijn eigen scherm. "Kan je het kort houden?"

"Ben je bekend met de An-72R?"

Afgeleid keek de Dutchman naar de elektronische signalen op het scherm. Deze waren reeds de hoofdstad gepasseerd voor ze werden waargenomen. De Dutchman concludeerde hieruit dat de piloten op lage hoogte het luchtruim waren binnen gedrongen en nu bezig waren te klimmen. De drie aan de Antonov toe behorende antennes, afkomstig van evenveel MiG-31's, waren binnen de koepel in een driehoekige configuratie geplaatst om een volledige dekking van 360° te bereiken. Hierdoor waren ze in staat om de snel bewegende, ongeïdentificeerde toestellen constant te volgen. Het bezorgde de Nederlander echter geen ontspannen gevoel om voortdurend te weten waar de vijand zich bevond. De Russen kwamen snel dichterbij. Naar het aantal signalen te beoordelen schatte hij de sterkte van de vijand op een volledig squadron en misschien wel meer.

"Ja", zei hij afwezig, "Izdeliye 88."

"Precies, ja. De Oekraïners hebben er eentje voor jullie meegenomen. "

"Qiu?"

Het was de manier waarop hij haar naam had gezegd, die de Chinese deed verstijven. "Ja?" Zelfs in dit ene woord slaagde Qiu erin om haar onzekerheid kenbaar te maken.

"Schiet op met waar jullie allemaal mee bezig zijn. We krijgen bezoek."

"Hoe lang nog?" Het leek de Chinese te lang te duren voor het antwoord kwam, want al snel was haar stem opnieuw over de telefoon te horen. "Sander?"

De Dutchman staarde naar het scherm. Hij had de telefoon inmiddels laten zakken.

"Klopt het wat ik zie?"

Het werd van verscheidene kanten bevestigd. De elektronische signalen op de monitor waren abrupt van koers veranderd en bewogen nu naar het zuiden, richting Polen. Hij bracht de telefoon weer naar zijn oor.

"Zet er vaart achter, begrepen?"

Hij hoorde het haar bevestigen en drukte de telefoon uit. Onzeker over wat de Russen nu van plan waren. Toch had hij weinig tijd om hier over te gaan filosoferen. Er werd momenteel al contact gelegd met patrouillerende jagers om deze naar de indringers te dirigeren.

 

4 flottille, Franse marineluchtvaartdienst

De E-2C Hawkeye had zich dicht bij de grens gewaagd, om met behulp van de APS-145 radar een groot deel van de Republiek Kaliningrad, de Oostzee en zelfs Litouwen te kunnen bestrijken. De bemanning was niet alleen geïnteresseerd in wat de Russen deden, maar ook naar het materiaal van de overige NAVO-lidstaten en de mogelijkheden ervan. Argwanend hielden ze iedereen in de gaten en vergaarden daarmee veel gedetailleerde informatie voor de eigen strijdkrachten. Welke selectief werd gedeeld met andere landen. Ze wilden graag beter overal van op de hoogte zijn dan de rest. De aanwezigheid van de escorterende jagers maakte het de bemanning mogelijk om nog dichter bij de grens te opereren, zoals de Polen ook wel eens deden, maar dan sporadisch. Het had de Fransen een vals gevoel van veiligheid gegeven. Ze namen er grotere risico's door, maar het gebeurde allemaal zo geleidelijk en de werkdruk was zo hoog dat de bemanning het gevaar uit het oog begon te verliezen. Alleen beseften de Fransen het te laat. Veel te laat, bleek achteraf.

De naderende toestellen aan de andere kant van de grens kwamen gevaarlijk dichtbij en er werden meteen overeenkomstige maatregelen genomen. De piloot draaide weg van de grens, met de bedoeling om de patrouille op een grotere afstand van de Republiek Kaliningrad te hervatten. Egare voerde deze manoeuvre rustig uit, alsof hij alle tijd van de wereld had. De escorterende Dassault Rafale gevechtsvliegtuigen volgden op enige afstand om een barrière te vormen tussen de E-2C en de intimiderend dichtbij gekomen vliegtuigen boven de Republiek Kaliningrad. Het maakte allemaal deel uit van het spel dat al maanden langs de grens werd gespeeld. Alleen golden er voor vandaag andere regels en helaas voor de Fransen waren zij daarover niet tijdig geïnformeerd.

Even kwam de gedachte bij de Fransen op dat de Russen een navigatiefout hadden gemaakt. Het was al eens eerder voor gekomen, omdat het Russische alternatief voor de Amerikaanse Global Positioning System over minder dan de benodigde achttien satellieten beschikten om geheel Rusland te kunnen bestrijken. Voor een wereldwijde dekking waren er nog zes meer nodig. Zelfs de recent voor het programma vrij gemaakte zevenenzestig miljard roebel had hier nog geen verandering in weten te brengen.

De herhaalde oproepen van de Fransen bleven onbeantwoord en de koers van de Russen ongewijzigd. De gespannen piloten van de escorterende jagers vlogen het 279e luchtregiment onverschrokken tegemoet. Bereid om de naderende zwerm Su-33 jagers te trotseren als het nodig bleek te zijn om het leven van vijf landgenoten en een vele miljoenen kostend vliegtuig te redden. Wachten op de opgetrommelde Poolse versterkingen van F-16 en MiG-29 gevechtsvliegtuigen was geen optie voor de Fransen. Alleen een daadkrachtig optreden kon de Russen afschrikken, dacht men.

Egare voerde de snelheid van de motoren nog verder op tot de piloot van de E-2C een topsnelheid van bijna zeshonderd en vijftig kilometer had bereikt. Om de piloten van de Dassault Rafale gevechtsvliegtuigen van informatie te voorzien, bleven de operators de radar gebruiken. De spanning begon aan boord van het AEW-vliegtuig weg te ebben, toen de versterkingen hun tijd van aankomst meldde.

 

Antonov An-71M 780361

De Dutchman was overeind gekomen en niet alleen om zijn benen te kunnen strekken. Hij had tot verbazing van de Chinese operator zijn gedachten over het gebeuren met zijn ondergeschikten gedeeld.

"Iemand nog andere ideeën waarom de Russen dit doen?"

De verrassing van de Chinees was pas compleet toen er ook werkelijk een reactie hierop kwam. De luchtverkeersleider suggereerde in tegenstelling tot de Dutchman dat het geen ongeluk was, maar de Russen via het luchtruim van Polen een aanval op hen wilden uitvoeren. Zelfs de stewardess mengde zich erin met een voor de Chinees nog absurdere theorie.

"En jij?", vroeg de Dutchman.

Alle ogen waren nu op de Chinees gericht. De man schudde het hoofd en haalde de schouders op. De Nederlander wendde zich van hem af. Wat Sander nodig had was informatie om het beeld compleet te maken, maar wat hij kreeg was iets heel anders. De aanwezigheid van zoveel communicatieapparatuur bracht hier geen enkele verandering in.

"We nemen nu ook vliegtuigen waar boven Chernyakhovsk."

Geschrokken keek de Dutchman naar de nieuw verschenen signalen. Mocht de Chinees hebben gedacht dat de Nederlander niet in staat was om zelfstandig beslissingen te nemen, dan kwam daar de komende minuten verandering in. Een stroom orders kwam uit de mond van de Dutchman. In een soort automatisme ging hij van het ergste uit om tijd te winnen voor de bemanning om de identiteit van deze vliegtuigen te achterhalen.

"De Chinezen sturen hun vliegtuigen de lucht in. Ze hebben het bevestigd."

"Breng het 149e squadron hiervan op de hoogte", beval de Dutchman. Hij klonk geïrriteerd en voor zijn gevoel was het ook volledig gerechtvaardigd. "Al kunnen we hun hulp goed gebruiken."

Pogingen om contact te leggen met boven het vliegveld cirkelde jachtpiloten strandde echter spoedig op de orders, die de Chinezen voor vertrek hadden ontvangen en waar zij zich ook aan gehouden voelden.

"Ik dacht dat Beijing hier ver vandaan was", mompelde de Dutchman, voor hij bedacht dat er mensen waren die meeluisterden. "Als we dit gaan overleven, dan zal ik eens hier een paar woorden met jouw superieuren over gaan uitwisselen", beloofde hij de Chinees. En met Qiu ook. Toch werd hem weinig tijd gegund om hier over na te denken.

De stewardess zag de Aziatische operator kijken alsof hij wenste dat het toekomstige gesprek nooit zou gaan plaats vinden, ongeacht wat dit zou betekenen voor hem en de andere mensen aan boord. "Ik had gelijk", stamelde Oxana, maar in haar stem ontbrak alle vreugde hier over.

De lancering van een salvo lucht-luchtraketten maakte voor de aanwezigen duidelijk dat het opzet van de Russen was en geen sprake van verkeerd navigeren. De Dutchman keek naar het scherm, waarop een krioelende massa van elektronische signalen zichtbaar was geworden. Het waren meer ongeïdentificeerde vliegtuigen dan hij eerder nog naar Polen had zien vliegen. Duizenden meters boven Pools grondgebied werd er gedurende de snel ingevallen duisternis een strijd op leven en dood in de lucht uitgevochten. Al deze informatie werd naar de te hulp schietende jagers van het 149e squadron gezonden.

"Houd hen met uitzondering van onze escorte op een veilige afstand van de grens."

Hoofdschuddend keek de Nederlander gebiologeerd naar de monitor.

"De piloten vragen om instructies, meneer."

"Ze mogen op iedereen schieten die de grens passeert. We zullen later wel uitzoeken op wie ze hebben geschoten, maar in geen geval mogen ze Polen binnen vliegen. Ik wil geen derde wereldoorlog op mijn geweten hebben, begrepen?"

Het was voor iedereen aan boord duidelijk.

 

Zware luchtvaart kruiser 113 Admiral Flota Sovetskogo Soyuza Kuznetsov

Trouw aan zijn piloten had de commandant van de Admiral Flota Sovetskogo Soyuza Kuznetsov de vijandelijke kust dicht doen naderen. Naar de zin van zijn nerveuze officieren te dichtbij, maar het was een beslissing die de man voor zich zelf kon verantwoorden. Het 279e luchtregiment was met een belangrijke en tegelijk ook gevaarlijke missie belast. Hij had geluisterd naar de stemmen van zijn piloten op de radio. Zijn mensen verkeerden in grote problemen, nadat ze eerst nog triomfantelijk hadden gemeld de missie te hebben voltooid. De piloten moesten zich letterlijk een weg terug naar de Oostzee vechten, waar het moederschip op hen lag te wachten, de zware kruiser Admiral Flota Sovetskogo Soyuza Kuznetsov. Het enige schip van haar klasse. Door de NAVO vaak als een vliegkampschip omschreven, maar de Russen hadden het schip een andere rol toebedeeld.

Al was daar momenteel weinig van te merken. Haar volledige strijdmacht van Su-33 gevechtsvliegtuigen was in de strijd geworpen. De commandant had vanaf het 'eiland' gespannen het vertrek van het squadron gade geslagen. Minstens zo nerveus wachtte hij in het boven het vliegdek uit rijzende commandocentrum op de terugkeer van het 279e luchtregiment.

De bemanning verkeerde in de hoogste staat van paraatheid. De wapens voor de verdediging van het schip, die uit een combinatie van 30-mm kanonnen en raketten bestond, waren permanent bemand. Zoals ook het geval was aan boord van de omringende escorteschepen. Voor bescherming vanuit de lucht was het vlaggenschip van de Russische marine momenteel afhankelijk was geworden van de luchtmacht.

Tot zover had de bemanning sinds hun vertrek weinig van de actie meegemaakt. Al was zeven januari wel een betreurenswaardige dag geweest, omdat ze op deze dag een bemanningslid hadden verloren. Een technisch mankement had aan boord van het oorlogsschip tot brand geleid en daarbij was een man door koolmonoxidevergiftiging om het leven gekomen. Het was in de ogen van de bevelvoerende officier bepaald geen heldhaftige wijze waarop iemand kon sneuvelen, maar het verlies had het moraal aan boord zeker geen goed gedaan. De Rus wilde niet nog meer mensen kwijt raken. Daarom had hij koers laten zetten naar de kust van de afvallige republiek. Wat de admiraliteit hier ook van mocht gaan vinden. Deze stafofficieren zouden vanuit hun luxueuze kwartieren vast en zeker zijn bevelen betwisten, zodra het nieuws hen bereikte.

Een luitenant kwam naast zijn superieur aan de reling staan. De temperatuur buiten maakte het zelfs aangenaam om binnen te zijn, waar zelfs daar iedereen zijn jas aanhield. Het ontbrak het schip namelijk aan een verwarming. Al ging de bemanning hier vaak op een creatieve wijze mee om.

De jonge marineofficier had slecht nieuws mee te delen en er was geen makkelijke manier waarop hij de boodschap kon overbrengen. "Meneer, we hebben het contact verloren." Enkele seconden gebeurde er niets. De luitenant was even bang dat de man geen woord gehoord had van wat hij had gezegd. "Meneer?"

"Ik heb je gehoord."

De luitenant volgde zijn commandant naar binnen, waar nieuwe orders werden uitgedeeld die de zware kruiser en haar escorte van de kust vandaan stuurden. Geen enkele piloot was erin geslaagd om terug te keren naar de Admiral Flota Sovetskogo Soyuza Kuznetsov. Het deed de reeds slechte reputatie van het schip bepaald geen goed.

Een Kamov Ka-31 helikopter vloog een rondje om het schip, terwijl de E-801M radar onder de romp zich langzaam opvouwde om de piloot een landing op het uitgestrekte dekoppervlak mogelijk te maken. De bemanning had het schip de benodigde informatie verschaft, voor de afnemende voorraad brandstof de piloot en navigator dwong om naar het moederschip terug te keren. Waar al een andere helikopter gereed werd gemaakt om op te stijgen. Gedurende de verdere reis zouden de aan boord gestationeerde toestellen alle ruimte in de hangar tot hun beschikking hebben.

De commandant kon slechts hopen dat dit alles voldoende opwoog tegen het neerhalen van een Northrop Grumman E-2 Hawkeye, maar hij betwijfelde het. Al was niemand in zijn directe omgeving in staat om dit van het gezicht van de marineofficier af te lezen.

 

790e commando- en controlecentrale

Het werd de majoor-generaal al vanaf het begin duidelijk dat de Dutchman slechts een mager rapport uit kon brengen. Toch voelde hij een zekere bewondering voor de Nederlander opkomen. Op zijn eigen manier vertelde de jongere man alles wat hij wist. De leegten in zijn eigen verhaal vulde hij op met vermoedens, om met enige fantasie toch invulling te geven aan wat er volgens hem gaande was. Het was beter dan waar het Poolse consulaat tot zover toe in staat was gebleken. Het was frustrerend om te luisteren naar de stem uit de satelliettelefoon, die zich zelf regelmatig onderbrak om instructies aan voor hen onzichtbare mensen te geven, voor hij zijn verslag hervatte. Ook zonder het mee te delen, begrepen de aanwezige mensen dat de Dutchman het druk had. De strijd was misschien wel verflauwd, maar vliegers die gebruik hadden moeten maken van de schietstoelen moesten wel gered of gevangen worden genomen en het materiaal geborgen. Dit alles werd grotendeels vanuit de lucht gecoördineerd, in ieder geval tot er voldoende mensen op de grond aanwezig waren om het over te nemen.

"Zijn jullie daar veilig?"

"Zolang iedere piloot met zijn vingers uit de buurt blijft van de vuurknoppen is er niets aan de hand, meneer."

Het klonk nogal luchtig, maar Borya liet zich er niet door misleiden. De Nederlander had een enorm risico genomen door het 149e squadron terug te trekken en met een minimale escorte koers te laten zetten naar de grens. Al had de majoor-generaal wel de indruk dat de Dutchman controle over de situatie had. Toch kon niemand aan boord van de Antonov ontspannen werken. De NAVO verkeerde in de hoogste staat van paraatheid en de Poolse en Franse piloten maakten hun aanwezigheid kenbaar door veelvuldig gebruik te maken van de vuurleidingradar van hun toestellen. Iets wat vaak vooraf ging aan de lancering van een lucht-luchtraket.

"Zodra jullie zijn geland, blijf jij voortaan met beide benen op de grond." Borya was nog rechter gaan staan, alsof de man nog langer wilde lijken dan hij al was. "Ik wil dat je permanent deel uit gaat maken van mijn staf."

De stilte uit de satelliettelefoon overtuigde de majoor-generaal dat het nieuws als een volledige verrassing voor de Nederlander kwam. Ook de leden van zijn eigen staf zag hij elkaar korte blikken toewerpen voor ze hun aandacht verlegden naar hem. Wachtend op een verklaring, waar ook de Dutchman nieuwsgierig naar moest zijn.

"Wat voor reden heeft u hiervoor, meneer?"

"Het fijne aan je meerdere zijn is dat ik niet verplicht ben om iets te verklaren." In zijn gedachten zag Borya het gezicht van de Nederlander betrekken. Zwijgend wachtte hij op een reactie van de ander, want zo was de Dutchman nu eenmaal. Zelfs de staf leek hier nerveus op te wachten, alsof een verkeerde beweging of zelfs een te luidruchtige ademhaling al een explosieve reactie bij de Nederlander te weeg kon brengen.

"Ik weet niet of dit nu een promotie of een degradatie is, meneer."

Borya glimlachte breed. De Dutchman nam het veel beter op dan hij had verwacht. "Sander, je hebt heel goed werk verricht. Ik bevorder je met onmiddellijke ingang tot kapitein, gefeliciteerd." Het was zijn manier om de Nederlander erkenning te geven voor wat hij had gedaan en respect te betuigen.

"Ik wil niet ondankbaar klinken, meneer, maar ik zal tijd nodig hebben om mijn werk over te kunnen dragen."

Het was Borya maar al te goed bekend dat de Nederlander de Antonovs een warm hart toe droeg. Misschien had het meer te maken met de merkwaardige vorm van de vliegtuigen, dan aan de bijdrage die de toestellen aan de luchtoorlog leverden. Een diplomatiek begaafde studente van de staatsuniversiteit Immanuel Kant had mensen van het Antonov Design Bureau en het China Electronics Technology Group Corporation bij elkaar weten te brengen. Door gebruik te maken van reeds door de Russen beproefde apparatuur en de aanwezige kennis bij de Oekraïners en de Chinezen had de studente in belangrijke mate bijgedragen aan een vliegtuig met een rudimentair AEW-vermogen. Het was bepaald geen technisch hoogstandje, zoals de studente openhartig aan de majoor-generaal had verklaard, maar slechts een tussentijds ontwerp. In ieder geval tot er meer tijd en geld werd vrij gemaakt voor de creatie van een echte AEW&C of het aanschaffen ervan.

De affiniteit, die de Dutchman met deze Antonovs had, bleef er echter onveranderd door.

"Je krijgt een week de tijd."

"Dank u, meneer. Ik moet nu echt ophangen."

"Ja, we zullen je niet langer van het werk afhouden."

De majoor-generaal griste de satelliettelefoon van de tafel. Het was voor hem tijd om de president op de hoogte te brengen. Ook al was hij weinig wijzer geworden.

"Meneer?"

"Wat is er?"

Een officier wees naar de televisie. "Het is op CNN, meneer. De Russen hebben een Franse Hawkeye neergehaald. Ze tonen er opnamen van."

Borya slikte iets weg. Het nieuws was nog veel erger dan wat de Dutchman dacht, dat er aan de hand was. Hoofdschuddend staarde hij naar de beelden van het wrak.

 

6 maart, 150e firma voor revisie van vliegtuigen en helikopters

Angelika keek de man voor haar aan. In haar armen droeg ze een uniform dat eerder in haar handen was gedrukt. Ze was te jong gebleken om voor de camera voor een geloofwaardige pilote te kunnen doorgaan, maar ze was desondanks verrukt zodra ze ontdekte dat deze kleding werd gedragen door stewardessen van KD Avia. "Waar kan ik mij verkleden?"

"Denk je soms dat je een grote ster bent en recht hebt op een eigen kamer?" De fotograaf wees hoofdschuddend naar de ruimte waar de vrouwen en meisjes bezig waren zich te verkleden. Beledigd door de aangeslagen toon van de man liep Angelika boos weg. Achter haar hoorde ze hem iedereen aansporen om zich te haasten. "Dit is de laatste keer dat ik iets voor de Dutchman doe", mompelde ze, maar besefte tegelijk hoe loos deze woorden in betekenis waren. Hij had haar zonder enig overleg eenvoudig naar voren geschoven. De fotograaf zocht meer vrouwen en meisjes die aan zijn hoge eisen voldeden dan hij op de vliegbasis had aangetroffen en de Nederlander was, nadat hij het probleem had vernomen, hier op ingesprongen. Na een korte kritische blik van de fotograaf waarbij ze een keer moest ronddraaien en heen en weer lopen was ze goedgekeurd. Meer tijd besteedde de man niet aan het voor hem onbekende meisje. Zijn zoektocht ging verder naar mensen die als bemanning voor een An-71 moesten gaan fungeren, maar alleen voor de camera. Voor de komende internationale vrouwendag moest de indruk worden gewekt dat er een geheel vrouwelijke bemanning bestond voor één van de twee Antonov vliegtuigen.

Aarzelend betrad de chauffeuse de kantine. De ramen waren met vuilniszakken afgeplakt om de aanwezige vrouwen en meisjes enige privacy te bieden, maar toen ze de deur wilde dicht trekken kwam er massaal protest. Het was er warm. Nog voor ze een plekje had weten te bemachtigen, ver van de deur vandaan, liep het zweet al over het gezicht van Angelika. Ze begon zich uit te kleden om enkele tellen later geschrokken met de armen om haar bovenlichaam geslagen naar de fotograaf te kijken. Hij was de kantine binnen gestapt om bij iedereen aan te dringen haast te maken. De aanwezigheid van half naakte vrouwen leek hem daarbij weinig te doen en toen was hij weer verdwenen. Angelika liet haar armen zakken. "Ik dacht dat mannen hier niet mochten komen."

"Je hoeft voor hem echt niet bang te zijn. Hij heeft voor niemand van ons belangstelling."

Onzeker over wat dit betekende keek Angelika naar de vrouw. Het was de secretaresse van de commandant van de vliegbasis. De enige reden waarom de keus van de fotograaf op haar was gevallen had geheel te maken met haar Aziatische uiterlijk. Bijna tweehonderd etnische groeperingen woonden binnen de grenzen van de Russische Federatie en de fotograaf wilde deze verscheidenheid vastleggen met behulp van acht vrouwen en meisjes voor de camera. Angelika vermoedde dat de bloedlijn van de vrouw ergens achter de Oeral was ontsproten. Een heel verschil met de roodharige stewardess die hun kant op kwam lopen en vlak bij haar kwam staan.

"Halo, Angelika."

"Oh, hallo."

Oxana zette haar handtas neer en begon er van alles uit te halen. Tot verbazing van Angelika leek de tas wel een onuitputtelijke bron aan make-up spullen te bevatten.

"De Dutchman heeft me gevraagd je te helpen."

"Was het een echte vraag of een bevel?"

Glimlachend haalde Oxana de schouders op. "Maakt het iets uit als het uit zijn mond komt?"

Angelika schudde het hoofd. "Nee, niet echt."

"Ik zag mijn commandant een paar aspirines slikken toen hij vernam dat de Dutchman onderweg was", vertelde de secretaresse.

"Volgens mij bezorgd hij wel meer mensen hoofdpijn", verklaarde Oxana onverschillig en bekeek zich zelf in de spiegel, terwijl de vrouw en het meisje nog bezig waren zich aan te kleden. Na een goedkeurende knik besloot dat ze dat er niets bijgewerkt hoefde te worden en wachtte geduldig tot Angelika klaar was.

"Ik gebruik eigenlijk nooit veel make-up."

"Ik zie het", zei Oxana, "maar je maakt het ruimschoots goed met je onschuld."

De secretaresse begon te lachen en onzeker hoe ze hier op moest reageren keek Angelika naar de uitgestalde doosjes voor de spiegel. Ze voelde hoe Oxana haar bij de kin pakte om haar opnieuw naar de stewardess te laten kijken.

"Wat is de Dutchman eigenlijk voor iemand?", vroeg de secretaresse.

"Waarschijnlijk kan Angelika je meer over hem vertellen want zij rijd hem dagelijks rond."

Verrast keek de secretaresse naar het meisje.

"Het is mijn werk", verklaarde Angelika.

"Bofkont."

De verlegen geworden Angelika haalde haar schouders op.

"Nou, wat is hij voor iemand?", drong de vrouw aan.

Oxana zag haar hier enkele seconden over nadenken.

"Als alle Nederlanders zijn zoals hem dan is het wel een direct volkje en erg organisatorisch. Hij lacht ook tegen onbekende mensen. Hij stelt vragen aan vreemden die geen moment bij mij zouden opkomen om te stellen. Hij is wel vriendelijk, maar tegelijk ook gesloten."

"Hij komt toch uit het land waar alles kan en alles mag?"

"Ik weet niet zo veel van Nederland", bekende Angelika schouderophalend.

Voor de andere vrouwen gold hetzelfde, maar dat weerhield de secretaresse er niet van om er wel een mening over te hebben en die ze bereid was met iedereen te delen.

"De fotograaf wacht op ons", zei Oxana en knikte kort richting de deuropening. Ze zag daar Sascha al wachten.

Angelika volgde haar. "Dankje", zei ze zacht.

De stewardess wisselde een korte blik met het meisje. Ze vroeg zich af of Angelika werkelijk wist wat voor man Sander was. Aan boord van de Antonov hadden zij diverse hachelijke momenten meegemaakt. Het had in korte tijd een band geschept. "Graag gedaan", zei ze slechts. "Angelika, dit is Sascha. Sascha, Angelika. Ze is zijn chauffeuse."

Het was voor Sasch geen verrassing om te vernemen. Ze had het meisje al vaker gezien, maar het was er nooit eerder van gekomen om een praatje met haar aan te knopen. "En je kan mij als zijn pilote beschouwen."

De vrouw en het meisje schudde elkaar de hand, maar de fotograaf kwam de kennismaking met zijn hoge stem verstoren. Klappend in zijn handen spoorde hij iedereen luidkeels aan haar plaats bij het vliegtuig in te nemen. Het was het begin van een lange en uitputtende fotosessie. Gade geslagen van een veilige afstand door de Dutchman. Hij had het zich daarbij zo makkelijk mogelijk gemaakt met een laptop op zijn schoot. Vanuit zijn ooghoek zag hij iemand naderen, maar typte verder.

Qiu stootte de Nederlander voor haar aan. "We hebben een probleem nu we zonder de Shaanxi moeten opereren."

"Ik heb negenennegentig problemen, zo niet meer, maar dat is er geen van."

De Chinese glimlachte en porde hem nog een keer in de zij, maar ditmaal wat harder. Pas nu maakte Sander genoeg ruimte voor haar op de werkbank om naast hem te kunnen zitten. Ze keek naar het vliegtuig, de vrouwen en de fotograaf. Er waren nog meer mensen en apparatuur bij betrokken, maar deze gunde ze nauwelijks een blik waardig. "En dat is wel één van je problemen?", informeerde ze.

"Als ze klaar zijn krijg ik mijn chauffeuse weer terug."

"Werkt ze mee aan deze propaganda?"

"Ze hebben een voorkeur om het psychologische oorlogvoering te noemen. Ik heb me laten vertellen dat propaganda een negatieve klank heeft."

"En hoe noem jij het?"

Ze keken elkaar aan. "Propaganda", zeiden ze vrijwel tegelijk.

Lachend leunde Qiu naar achteren en wiegde een aantal keek heen en weer voor ze weer stil zat om hem met een serieus gezicht aan te kijken. "De Shaanxi word niet vervangen."

"Moet ik nu verbaast zijn?"

Qiu haalde de schouders op. De op haar gerichte grijsgroene ogen hadden misschien al te veel hebt gezien om nog ergens verbaast over te kunnen. "De reden hiervoor zal je wel verbazen."

Hij zag Qiu op haar onderlip bijten alsof ze al te veel had gezegd. "Ik luister", zei hij en probeerde zo onverschillig mogelijk te klinken.

"Mijn vader vermoord me."

"Van wie moet hij het horen wat je mij verteld?"

"Borya."

"Het kan ons geheim blijven."

Hij zag haar nog altijd twijfelen, maar toen ze diep adem haalde wist hij dat het pleit in zijn voordeel was beslecht.

"De Pakistaanse luchtmacht heeft de T0518 in 2006 uitgebreid geëvalueerd en na lange onderhandelingen heel kort geleden een order voor vier toestellen van een verbeterde versie geplaatst. Het gaat om honderden miljoenen dollars. De vrees bestaat dat zodra de Pakistani vernemen dat de Shaanxi Y-8CE uit de lucht is gehaald zij de opdracht zullen intrekken."

"Wat is er dan mee gebeurd?"

Qiu keek hem nijdig aan en opende haar mond om te vertellen wat ze van deze stomme vraag vond, maar slikte het meteen weer in. De knipoog en de onmisbare grijns op zijn gelaat vertelden haar genoeg. Het was gewoon zijn ingewikkelde manier om duidelijk te maken dat hij in staat was te verdringen dat hij ooit van de Chinese AEW&C had gehoord als iemand er naar mocht vragen. Ze keek naar de Antonov. Konden twee van deze vliegtuigen het verlies van de Shaanxi Y-8CE compenseren? Waarschijnlijk rekende de Dutchman deze onuitgesproken maar belangrijke vraag ook tot zijn negenennegentig dilemma's, ondanks wat ze hem eerder zo luchtig had horen beweren.

"Succes met de propaganda."

"Psychologische oorlogvoering!"

Hoofdschuddend verliet Qiu in een opmerkelijk betere gemoedstoestand de hangar.

 

Kaliningrad

De gil had haar eerste waarschuwing moeten zijn. Dat was het op een bepaalde manier ook, want Angelika vertraagde haar pas. Onrustig geworden keek ze om en zag dat de Dutchman nog bezig was met het strikken van zijn veters. Het was moeilijk te bepalen waar de schreeuw vandaan was gekomen, daar was het te kort voor geweest. De gebouwen op de kazerne leken 's nachts veelal op elkaar. Het geluid van snel naderende voetstappen deed haar verstijven. Zo dicht bij de hoek was ze stil blijven staan en boog zich naar voren toe om een blik te werpen op wat er aan kwam. Voor ze deze handeling kon voltooien kwam ze oog in oog te staan met wat de eerdere kreet had veroorzaakt. Een ijselijke gil ontsnapte aan haar mond op het moment dat ze het monsterlijke gezicht van veel dichterbij zag dan ze wilde.

De Dutchman zag de soldaat en zijn chauffeuse over de grond rollen. Angelika kroop zo snel ze kon van de ander weg. Hijgend ontwaarde ze een paar schoenen vlak voor zich. Hij stapte over haar heen. Het kon niemand anders dan de Dutchman zijn.

"Overeind, soldaat", snauwde Sander.

Angelika wreef met een pijnlijk gezicht over haar elleboog. Ze was er hard op terecht gekomen. Beschaamd keek ze in de richting van degene die zo hard en onbezonnen de hoek om was komen rennen. Ook hij was gevallen en de ongelukkige soldaat lag nu aan de voeten van de Dutchman. Ze sloeg snel de hand voor haar mond. Het masker onder de te grote helm van de soldaat zag er werkelijk afschrikwekkend uit, zelfs nu ze wist dat het slechts een masker was.

De soldaat krabbelde overeind onder de toornige blik van de officier en sprong in de houding. Het voorbeeld kreeg navolging van Angelika. Nieuwsgierig, maar toch ook nog een beetje bang kwam ze dichterbij en keek vanachter de rug van de Nederlander naar de nu stijf aandoende soldaat.

"Je masker."

Haastig trok de soldaat het masker af. De helm kletterde met veel lawaai op de verharding. Beschaamd zette de soldaat deze weer op om nog een keer in de houding te springen. De officier kwam dichterbij. De soldaat probeerde de officier met zijn ogen te volgen, tot deze uit zijn blik was verdwenen, maar hij voelde diens aanwezigheid nog altijd. Hoorde de ademhaling van de man achter hem. Langzaam verscheen de officier weer in zijn gezichtsveld tot hij zijn eerdere positie weer had ingenomen, maar ditmaal met de handen op zijn rug.

"Naam en nummer", werd hem toe geblaft.

Zelfs Angelika begon medelijden te krijgen met de stamelende jongen. Het masker lag verloren aan zijn voeten. Hij had ergens op de basis een meisje en waarschijnlijk ieder ander die hij tegen kwam er angst mee aangejaagd, maar nu zag ze het zweet over zijn gezicht stromen.

"Noteer het."

Haastig pakte ze haar kladblok en een potlood en schreef de naam op.

"Het nummer?", vroeg ze zacht.

"Je nummer", schreeuwde de Dutchman voor de soldaat in staat was een woord uit te brengen.

De jongen probeerde te antwoorden zoals hem was geleerd, maar begon vrijwel meteen te stotteren. Hij herhaalde het nummer nog twee keer voor hij eindelijk zijn stem enigszins onder controle had.

Zorgvuldig noteerde Angelika het. Onzeker wat de soldaat stond te wachten keek ze van hem naar de Dutchman. Ze hield onbewust haar adem in.

"Wij", zei Sander en laste een bewuste pauze in, "spreken elkaar nog."

De Dutchman liep langs de soldaat heen.

Angelika ademde weer uit, borg het kladblok op en rende achter de Nederlander aan. Ze keek om, maar de soldaat stond nog altijd in de houding. "Dat was griezelig."

Er klonk een gegrom uit de mond van de man naast haar, maar een uitgebreidere reactie bleef van zijn kant uit.

"Schrok u ook?" Ze was formeel gaan praten zonder zich ervan bewust te zijn.

"Hoorde je mij soms gillen als een schoolmeisje?"

Beschaamd herinnerde ze zich de kreet die ze had geslaakt. "Ik had hem niet aan horen komen", verdedigde Angelika zich en hoorde hem plotseling grinniken.

"Wat gaat u met hem doen?", vroeg ze uiteindelijk.

"Ik heb geen tijd om me met hem bezig te houden, tenzij jij er op staat."

Ze had het gevoel alsof hij haar een beslissing over leven en dood gaf. Ze keek om. De soldaat was verdwenen. Ze betwijfelde of hij kon genieten van een goede nachtrust. "Volgens mij heeft u hem al bang genoeg gemaakt, meneer."

"In dat geval heeft hij geluk."

Angelika keek hem aan. Het klonk uit de mond van de Nederlander alsof de soldaat zich inderdaad gelukkig kon prijzen.

 

11 maart, regeringsgebouw, Kaliningrad

Gebruik makend van de door de secretaresse achtergelaten koffiekan, zette de majoor-generaal voorzichtig het kopje neer, voor hij weer plaats nam. De president had de melk en suiker, waar Borya wel gebruik van maakte, afgeslagen en in plaats daarvan zijn heupflacon te voorschijn gehaald. Hiermee bracht hij het zwarte brouwsel op smaak.

"Laten we hopen dat de NAVO de lidstaten binnen het gareel kan houden. Als ik de Fransen goed inschat, dan zullen ze de rekening in bloed willen presenteren. Op CNN heb ik zojuist een E-3F zien opstijgen vanaf Avord. De Fransen hebben de hele media daarbij uitgenodigd en doen niet bepaald geheimzinnig over hun bedoelingen."

"We hebben het aantal jagers in de lucht tot een minimum terug gebracht, meneer de president. Alleen nog patrouilles langs de kust."

"En de Russen?"

Borya haalde de schouders op. "Ze laten ons nog regelmatig weten dat ze er nog altijd zijn, maar doen voor de rest precies hetzelfde als wij."

De president knikte begrijpend. Geschrokken van de politieke consequenties, hadden de machthebbers in Moskou de teugels van de strijdkrachten weer strak aangetrokken. De toenmalige voorzitter van de Europese Raad bleek niet meer dezelfde naar vrede strevende onderhandelaar te zijn, die een belangrijke bijdrage aan een wapenstilstand tussen Rusland en Georgië had geleverd. Publiekelijk had Albertin Voleunje de volledige zelfstandigheid van de Republiek Kaliningrad erkend, maar het gebeurde overduidelijk alleen vanwege zijn eigen, nog onduidelijke doeleinden en beslist niet om toenadering te zoeken tot Rusland. De Fransman ontwikkelde zich met een verontrustende snelheid tot een agressieve oorlogsophitser. Hij kon daarbij op de groeiende steun rekenen van diverse lidstaten binnen de NAVO. Onzeker over hoe zich dit verder zou gaan ontwikkelen, laste de Russen een onverwachtse pauze tussen de gevechten in. Het was niet ingeluid met allerlei officiële verklaringen van Russische regeringsfunctionarissen, maar het gebeurde gewoon. Daarna werd het angstvallig rustig.

De majoor-generaal maakte hier dankbaar gebruik van. De mannen en vrouwen onder zijn commando benutte deze opschorting om onderhoud aan het materiaal te plegen, de uitgeputte voorraden aan te vullen, alle aangerichte schade te herstellen en waar het mogelijk was verbeteringen aan te brengen op basis van wat ze tot zover hadden geleerd.

"Ik heb een bericht uit Parijs ontvangen", begon de president, "en het betreft KD Avia."

Weinig geïnteresseerd knikte Borya een keer. Waarschijnlijk ging het weer over de passagiersvliegtuigen, die de Fransen hen zo graag wilden verkopen.

"Ze willen een bemande Sukhoi Su-27 huren. De directie van KD Avia wil mijn toestemming hebben, voor ze serieus het voorstel in overweging nemen."

De majoor-generaal sperde zijn ogen wijd open. Hij begreep de door de president geuite zorgen nu veel beter. "Wat gaat u doen?"

"Ik weet het nog niet. Het betreft een zakelijke transactie tussen het gemilitariseerde deel van de burgerluchtvaartmaatschappij, waar wij groot aandeelhouder van zijn, en de regering van Frankrijk. Net als eigenlijk het contract, dat ik eerder met hen heb getekend."

"Beginnen we nu in onze eigen maskirovka te geloven, meneer de president?"

"Uit wat ik heb begrepen heeft de directie het idee zelf gepromoot. Ze bieden iedere regering met voldoende geld een geavanceerde training aan, met als tegenstander een Sukhoi. Ik had nooit voor mogelijk gehouden dat iemand het werkelijk zou geloven."

Shurik aarzelde even. Voor zij het verzoek van de Fransen hadden ontvangen had nog een ander land interesse getoond. De Israëli's waren niet van plan om deze unieke kans aan zich voorbij te laten gaan. De Israëlische luchtmacht wilde het gevechtsvliegtuig uitgebreid testen, voor één of meerdere buurtlanden zouden besluiten de Sukhoi Su-27 aan te schaffen. De president besloot deze informatie voor zich te houden.

"Het klinkt als nog een andere enthousiasteling, die wij kennen", mompelde Borya.

Peinzend keek Shurik naar de deur. "Waar hangt Sander eigenlijk uit?", vroeg hij met een afwezige stem.

"Ik heb hem bevolen om te gaan slapen. De afgelopen dagen waren nogal hectisch."

De president begon onverwachts te grinniken. Het klonk alsof de majoor-generaal betwijfelde of de Nederlander het bevel had opgevolgd. "Denk je echt dat hij als kapitein beter naar je gaat luisteren, dan als luitenant?"

"We werken al een paar dagen nauw samen."

De president keek Borya peinzend aan. "Hoe nauw?", vroeg hij nieuwsgierig.

"Hij zit in mijn staf. Al laat hij geen gelegenheid voorbij gaan om me duidelijk te maken dat dit niet is wat hij wenst."

Shurik haalde met een brede grijns opnieuw de metalen heupflacon te voorschijn en hield deze de majoor-generaal uitnodigend voor. "Volgens mij heb jij het straks nog harder nodig dan ik."

"Denk je dat ik er fout aan heb gedaan om hem in mijn staf te plaatsen?"

"Je hebt het je in ieder geval veel moeilijker gemaakt."

Het was iets dat de bezorgde Borya al reeds kon beamen.

 

150e firma voor revisie van vliegtuigen en helikopters

Angelika keek nieuwsgierig langs de Dutchman heen. De Nederlander was al kort na het betreden van de hangar stil gaan staan. Ze konden een radio horen waarvan de volumeknop helemaal was open gedraaid. Mannen en vrouwen die luidkeels met de muziek meezongen. Nu ze hen daadwerkelijk kon zien zag Angelika dat deze ook op de muziek probeerden mee te dansen. Al waren sommigen hier zichtbaar beter in dan anderen.

Oxana hield abrupt op met zingen, streek de plooien in haar kleding glad en probeerde enigszins in de houding te gaan staan. Meer mensen hadden de Nederlander zien arriveren. De stewardess probeerde zo onopvallend mogelijk ook Sascha te waarschuwen. De pilote stond echter met de rug naar de deur toe en had nog helemaal niets in de gaten.

Het drong pas tot Sascha door dat er iets aan de hand was toen iemand de radio uitzette. Haastig draaide ze zich om. Het flesje water dat ze als een geïmproviseerde microfoon had gebruikt liet ze geschrokken vallen. Het rolde naar de Nederlander toe en hij hield het tegen met zijn voet. Ze zag dat Angelika aanstalten maakte om te applaudiseren, maar op het laatste moment er toch van af zag; in afwachting van de reactie van de Dutchman.

"Het was verschrikkelijk om te zien. Jullie kunnen totaal geen maat houden en neem alsjeblieft een paar zanglessen."

Het was het enige wat de Dutchman zei, voor hij zich hoofdschuddend omdraaide met een stil lachende Angelika achter zich aan. Niemand wist wat hij kwam doen, maar hij verdween weer door dezelfde deur als hij eerder was binnen gekomen.

"Ik heb het allemaal op camera staan." Enthousiast hield de tot cameraman benoemde technicus het apparaat in zijn hand omhoog. Iedereen kwam om hem heen staan om op het kleine scherm te kunnen zien wat hij tot zover had opgenomen. Vooral het moment waarop de Dutchman de hangar betrad en wat daarop volgde kon nu op gelach rekenen.

"Dit moeten we op Youtube zetten."

Sascha keek met een bedenkelijk gezicht naar de aanwezige mensen. "Wij moeten met die man nog de lucht in." Het laatste waar zij behoefte aan had was een kwade Dutchman.

"Hij gaat nooit meer met ons de lucht in. Hij is nu een stafofficier", wierp een ander tegen.

"Ik heb op Youtube weleens een filmpje gezien van Amerikaanse militairen aan boord van een vliegdekschip die aan het zingen en dansen waren. Wij kunnen ook zoiets doen."

Sascha rolde met haar ogen. Het zag er naar uit dat niemand bereid was haar waarschuwing ter harte te nemen. "Als we het doen dan moeten we het meteen goed doen. Je hebt het commentaar van de Dutchman gehoord."

Het was een aanstekelijk plan, dat meteen op ieders bijval kon rekenen.

"Als je iemand vind die in de opnamen kan knippen en plakken dan voegen we ook de Dutchman aan het filmpje toe. Ik vond zijn commentaar hilarious."

De pilote vond het meteen een slecht idee, maar zodra ze op grote voorzichtigheid aandrong werd ze massaal weg gestemd en legde zich maar zuchtend bij de beslissing van de meerderheid neer. Het idee en de uitvoering ervan drong een heerlijke tijd lang de hele oorlog met alles wat erbij hoorde naar de achtergrond.

 

16 maart, Moskou, Russische Federatie

Voor Jelena Nevavarina was het horen van de muzikale beltoon al voldoende om te weten dat haar zus contact zocht. In een soort automatisme keek de jonge vrouw om zich heen, terwijl ze de kleurrijke telefoon pakte. Haar voorkeur voor het voeren van een telefoongesprek ging altijd uit naar een rustige plek. Al was de drukke winkelstraat bepaald geen makkelijke locatie daarvoor. Geen enkele steeg in de nabijheid, maar wel een kledingwinkel waar ze slechts een paar mensen ontdekte.

"Hé, Lena."

"Hé, zus", antwoordde Jelena glimlachend. Ze was het gewend dat haar naam werd afgekort en ze deed hetzelfde bij haar zus.

"Stoor ik?"

De verleiding was groot om het te bevestigen, maar voor ze iets kon zeggen hoorde ze Natalya al verder praten.

"Ik heb de Vliegende Hollander ontmoet."

"Echt? Wat is het voor iemand, Natal?"

"Ik mocht hem niet."

Er verstreken verscheidene seconden van stilte voor Jelena besefte dat ze blijkbaar met deze weinig zeggende verklaring genoegen moest nemen, als het aan haar zus lag. Jammer voor haar nam zij er echter geen genoegen mee. "Waarom niet?"

Jelena zag een vrouw bij de kassa een afkeurende blik in haar richting werpen en snel liep ze naar het dichtstbijzijnde kledingrek. Haar bedoeling maskerend door wat uit het rek te pakken en vervolgens weer terug te hangen, voor ze naar een volgend rek liep. Om niet al te opvallend verder naar achteren te lopen, steeds verder bij de kassa en de vrouwelijke bewaker ervan uit de buurt.

"Hij noemde me een kind. Ik ben vierentwintig jaar!" Alle verontwaardiging die Natalya met zich mee droeg, wist ze in deze woorden te leggen. Ze hoorde Jelena gniffelen. "Dat is niet leuk." Waarop tot haar frustratie haar zusje zich niet langer meer in hield en hardop begon te lachen.

"Natal, wist hij wel wie je was?"

"Onze moeder heeft me nog aan hem voorgesteld, Lena. Hij praat met een verschrikkelijk accent. Hij is stug. Hij is afstandelijk."

Zwijgend luisterde Jelena naar de opsomming van slechte eigenschappen die haar zus deze man allemaal toekende. Verveeld keek ze daarbij om zich heen.

"Het is een moordenaar in uniform", eindigde Natalya tenslotte. "Lena?", vroeg ze toen de stilte tussen hen voortduurde.

"Er zijn mensen die onze vader ook als een moordenaar beschouwen."

"Zij kennen hem niet zoals wij hem kennen."

Jelena glimlachte. Ze kende haar zus lang genoeg om te weten dat Natalya hun vader altijd zou verdedigen, ongeacht wat hij deed of gedaan had.

"Hoe lang heb je met de Vliegende Hollander gesproken?"

"Uhm. Nou, ik denk een minuut of tien."

"Jij kent hem dus nauwelijks."

"Als jij hem ontmoet, dan zal je hem ook niet snel kunnen vergeten", protesteerde Natalya.

"Anders dan jouw Nederlander dus."

Het was misschien grappig bedoeld, maar Natalya zag er in geen geval de humor van in toen haar verloofde bij het gesprek werd betrokken. De verbinding werd daarop verbroken. Verrast hield Jelena de mobiele telefoon voor zich, maar op het kleine scherm was de verkleinnaam van haar oudere zus werkelijk verdwenen. Zuchtend borg ze het toestel op. Overtuigd dat hun moeder spoedig zou bellen. De vrouw had nu eenmaal een hekel aan ruzie tussen haar dochters.

 

790e commando- en controlecentrale

Qiu was blijven staan. De donkere ogen op de bij het veldbed geknield persoon voor haar gericht. "Wat doe je?"

Angelika hief haar armen tot boven haar hoofd tot de Chinese haar gevouwen handen kon zien. "Ik bid", antwoordde ze met haar ogen nog altijd gesloten. Ze liet haar armen weer zakken. Haar lippen vormden weer woorden die alleen zij verstond.

"Vind je het goed als ik blijf?"

Angelika voelde zich even verstrakken. "Ja", zei ze kortaf. Ze voelde hoe de Chinese naast haar plaats nam aan het bed.

"Soms maakt hij me zo kwaad..."

"Ssst", siste Angelika, "ik ben aan het bidden." Het was even stil, maar het meisje voelde gewoon dat het slechts van korte duur zou zijn.

"Nou begin jij ook al als hem te klinken." Qiu nam haar aandachtig in zich op, maar een onmiddellijke reactie bleef tot haar teleurstelling achterwege.

In plaats daarvan opende Angelika een paar seconden later een oog. "Dankje." Ze sloot het oog weer.

Na enkele seconden begon ze weer te praten. "Gisteren was er weer luchtalarm. Ik zag mensen naar de schuilkelders lopen, maar onder hen was een jongen met Down syndroom. Hij keek om zich heen en zag er bang uit."

"Heb je hem gerustgesteld?"

"Nee, hij kwam naar ons toe lopen en vroeg aan de Dutchman of hij zijn hand mocht vasthouden. De soldaten lachten en maakten er grapjes over. Het was zo zielig om te zien, maar de Dutchman greep zijn hand. We liepen gezamenlijk naar de dichtstbijzijnde schuilkelder en hij hield de hele tijd de hand van de jongen vast tot het sein voor veilig weer werd gegeven. Daarna gingen we op zoek naar zijn ouders. Ze bedankten ons uitvoerig en het was de eerste keer dat ik hem in verlegenheid zag gebracht. Soms maakt hij me heel erg kwaad, maar nu bid ik voor de Nederlander."

Qiu slikte. Ze dacht over waarom ze boos was geworden op de eigenzinnige Dutchman en bekende aan haar zelf hoe belachelijk het eigenlijk was. Hij had haar eerder via de telefoon een bericht verstuurd en zoals wel meer gebeurde zonder enige inleiding een plaatsnaam genoemd. Ze had fronsend de vraag getypt of hij wilde weten hoe hij daar moest komen, maar hij had slechts de plaats herhaald. Vinnig had ze toen gevraagd of hij dacht dat ze alles wist omdat ze een Aziaat was. De naam van het dorpje aan de grens was opnieuw op het kleine beeldscherm verdwenen, maar ditmaal met een uitroepteken er achter. Wrevelig had ze de locatie getypt en verzonden. Er was wel een bedankje voor terug gekomen, maar deze had haar eerdere nog vrolijke stemming niet weten te herstellen. Ze wist nog precies wat ze daarop had geantwoord, maar dat maakte haar nu beschaamd.

"Mag ik met je meedoen?", vroeg Qiu.

"Er is plaats genoeg aan het bed."

"Denk je dat hij het zal kunnen waarderen?"

"Als je het hem verteld dan moet ik helaas voor jou het zesde gebod overtreden."

Verrast keek Qiu opzij terwijl ze neerknielde. "Gij zult geen overspel plegen?", vroeg ze fluisterend om uitleg. Ze was bekend met de tien geboden en dacht dat de ander zich vergiste.

"De indeling verschild per godsdienst", verklaarde Angelika met een zucht en opende haar ogen weer. Blijkbaar kwam er van bidden toch weinig terecht. "Voor de Rooms-Katholieken en de Lutheranen is het vijfde gebod: gij zult niet doden. Dit is echter voor de Joodse, Orthodoxe, protestantse en gereformeerden het zesde gebod. Kunnen we nu dan eindelijk verder gaan? Ik heb nog meer te doen."

Bijna had Qiu het opnieuw gezegd dat het meisje sterker op de Nederlander begon te lijken naarmate ze meer tijd met elkaar doorbrachten, maar ze wist zich tijdig in te houden.

 

150e firma voor revisie van vliegtuigen en helikopters

De werkplaats had enorme afmetingen om in het verleden vliegtuigen als de Tu-22M3 onder te brengen. Hierdoor zag de Antonov An-71 er toch enigszins klein uit, al kwam de spanwijdte en hoogte aardig overeen met die van de strategische bommenwerper. Tijdens zijn eerste bezoek was Sander er net zo onder de indruk van geweest, als de drie luitenants, die hem momenteel vergezelden. Twee van hen waren afkomstig van het 689e luchtregiment en de laatste had tot voor kort bij de grond gebonden luchtverdediging gediend. Sander was echter niet van plan om zich als een soort reisleider te gaan gedragen voor deze jeugdige officieren. De rest moesten ze maar in hun eigen tijd ontdekken. Hij haalde een papiertje te voorschijn. Het gebeurde zonder dat hij een poging deed om het verborgen te houden voor de officieren.

"Tot voor kort werd er hier samengewerkt met Helisota in Litouwen, LOM Prahain Tsjechië, Wojskowe Zaklady Lotnicze in Polen en nog wat bedrijven in Rusland." Opgelucht dat hij de namen zonder te hakkelen had uitgesproken, liet Sander het papiertje weer in een jaszak verdwijnen. "Ik weet niet of deze samenwerking na de oorlog zal worden voort gezet, maar deze en ook een aantal nieuwe contacten zijn ons tot zover heel goed van pas gekomen."

Hij gebaarde naar een plek in de werkplaats, waar tientallen mensen druk bezig waren met een grote verscheidenheid aan herstellingswerkzaamheden.

"Hier kan je een deel van de schade zien, die door luchtaanvallen is veroorzaakt. Betreden van de werkplaats is dus op eigen risico."

De officieren lachten gelijktijdig, alsof hij hen er een bevel voor had gegeven. Waarbij een roodharige luitenant het bijzonder leuk leek te vinden, wat hij de kapitein had horen zeggen.

"Zo grappig vond ik het nou ook weer niet", mompelde Sander, voor hij naar het vliegtuig gebaarde, waar ze voor waren gekomen. Hij wilde nog wat zeggen, maar kreeg geen kans daar toe.

"Cheburashka met een hoed."

Sander keek de luitenant aan. Hij had al eerder van deze bijnaam voor de Antonov An-72 en An-74 gehoord. Van voren gezien vertoonde het vliegtuig zeker enige gelijkenis met een klassiek, animatiefilm personage uit Rusland. Misschien had het wat voor Sander uitgemaakt als een andere officier het had gezegd, maar hij begon zich te irriteren aan deze luitenant. Eerst was er diens schelle lach geweest en nu deze onderbreking.

"Ik prefereer Madcap, zo word het door de NAVO aangeduid." Sander had een zakelijkere toon aangeslagen en tevreden constateerde de Nederlander dat hij ieders volledige aandacht had. "Het gebrek aan gekwalificeerd personeel heeft er toe geleid dat we gebruik maken van een civiele bemanning en deels ook civiele operators van KD Avia. Het zijn dus burgers, waar jullie mee te maken krijgen. Onbekend met de militaire hiërarchie en in sommige gevallen zelfs onbemind door hen." Hij las de verrassing van de gezichten en had er ook begrip voor. "Er bestaat altijd verschil tussen propaganda en wat jullie met je eigen ogen om je heen zien."

Een luitenant in een vliegersoverall knikte instemmend. Het met een glimlach verhulde cynisme waarmee de Nederlander had gesproken was Leonty niet ontgaan. Hij was de enige piloot in het gezelschap. De andere officier uit zijn eenheid maakte deel uit van de luchtverkeersleiding.

"Deze mensen wagen net als jullie hun leven en krijgen daarvoor een schamel loon uitbetaald. De jachtpiloten krijgen tenminste nog een bonus, voor elk vijandelijk vliegtuig dat zij neerhalen."

Het laatste was niet door het ministerie van defensie zelf bedacht, maar afgekeken van de Tweede Spaanse Republiek. Gedurende de Spaanse burgeroorlog arriveerden er duizenden vrijwilligers om in de internationale brigades tegen de fascisten te vechten. Er bleek echter meer nodig te zijn om voldoende piloten uit het buitenland aan te trekken. KD Avia adverteerde er nu openlijk mee, nadat de Russische Federatie de aandacht van de hele wereld erop had gevestigd, door er fel tegen te protesteren. De Russen hadden met hun reactie slechts het tegenovergestelde bereikt.

Sander zag de uitdrukking op het gezicht van de jongeman in een vliegersoverall veranderen. "Heb je er iets aan toe te voegen?"

Even dacht hij dat de luitenant zich bedacht, maar tenslotte knikte Leonty. Het kwam voort uit een persoonlijke frustratie, dat de Kaliningrader hier kwijt wilde. "Ik begrijp het volkomen dat een luchtoverwinning eerst bevestigd moet worden, voor een bonus wordt uitbetaald, maar KD Avia hanteerd een.. een.." Even zocht Leonty naar een neutraler klinkend alternatief, voor wat hij eerst van plan was te zeggen. "Een discutabel systeem."

Het was iets waar Sander geen weet van had. "Na afloop kunnen we het hier wel eens met elkaar over hebben", stelde hij voor en zag de jachtpiloot opnieuw knikken. Blijkbaar was de Kaliningrader al tevreden dat hij er zich in zou gaan verdiepen. "De vliegers en operators willen ongedeerd thuis komen en stellen dan ook geen prijs op heldendaden van onze kant. Rondvliegen met een actieve radar in oorlogstijd is de meest snelle manier om de aandacht op je te vestigen en zeer recent hebben de Fransen daar de gevolgen van ondervonden. De Antonov is onbewapend en traag, een gemakkelijk doelwit voor elke rondvliegende MiG en Sukhoi." Hij liet deze woorden even bij het kleine groepje toehoorders bezinken, voor hij zijn verhaal hervatte. "We verzamelen op verschillende manieren gegevens en gebruiken daar onze radarsystemen, data links en radioapparatuur voor. Het 689e luchtregiment en de luchtvloot van KD Avia gebruikt deze door ons doorgegeven informatie om de vijand aan te vallen of te ontwijken. Voor ons geld alleen de laatste optie. Ik heb tijdens mijn uren in de lucht al veelvuldig het bevel gegeven tot een terugtocht."

De roodharige luitenant stak zijn hand op. "Waar naar toe, meneer?"

"Ergens waar het veilig is." De blik die Sander hierbij op de ongelukkig kijkende officier had geworpen, vertelde de luisteraars genoeg. Leonty bleek daarbij niet in staat te zijn om een grijns te onderdrukken.

 

vliegveld Chernyakhovsk

"Het is nu al de tweede keer dat de Chinezen een wapen op me richten." Hier bijzonder weinig van gecharmeerd, keek Sander woedend in het onbewogen gezicht van de soldaat. Tot zijn frustratie maakte het totaal geen enkele indruk op de Chinees. In gedachten tot tien tellend liet de Nederlander het hoofd zakken. De loop van het aanvalsgeweer bevond zich slechts enkele centimeters van zijn maag. Hij hief het hoofd weer op, maar ditmaal met de satelliettelefoon in de hand. Een enkele druk op de toets moest hem met iemand verbinden, maar hij hoorde slechts de wachttoon. "Kom op, Qiu. Neem nou eens op." De aansporende woorden boekten echter weinig effect. Zuchtend draaide Sander de Chinese soldaat de rug toe om naar de auto terug te keren. Ondertussen de volgende sneltoets indrukkend, in een poging om zijn meerdere te bereiken.

Het was Leonty, die zijn aandacht op de Chinese activiteiten had gevestigd. Ze waren nog maar nauwelijks op het vliegveld aangekomen, of Sander stelde zwijgend zijn plannen al weer bij. Eigenlijk waren ze gekomen voor een trainingsvlucht met de Antonov 71M. Hij verwachtte niet dat één van de drie mee gereden luitenants hierover zou gaan protesteren, zodra het moment aanbrak om het hen mede te delen. In plaats daarvan zag hij de Kaliningradse officieren nieuwsgierig naar de Chinese gevechtsvliegtuigen kijken. Behalve de Shenyang J-11, waren er ook nog een paar andere varianten van de Sukhoi te bewonderen, waar met name de aandacht van Leonty naar uitging. De Su-30MKK's en Su-30MK2's hadden tot vandaag nog geen enkele maal bij daglicht boven de Republiek Kaliningrad gevlogen. Zodra de zon was onder gegaan, dan vormden de Chinese gevechtspiloten de belangrijkste tegenstanders van de Russen. Nu stonden de Aziaten op het punt om opnieuw de confrontatie op te zoeken.

"Neemt tegenwoordig helemaal niemand meer zijn telefoon op", mopperde Sander voor zich uit. Hij borg de telefoon op. "Leonty, dragen de toestellen naast lucht-luchtraketten nog andere wapens met zich mee?"

De jachtpiloot keek met samen geknepen ogen naar de ophangpunten van de gevechtsvliegtuigen. "Ja, meneer, ik herkend de Kh-31P, of het is de gelicenseerde kopie YL-91."

"Nog meer?", vroeg de omkijkende Sander. Hij zag naast de Antonov personeel van KD Avia bij elkaar staan. Genietend van een sigaret en de laatste roddels met elkaar uitwisselend. Iemand anders liep om het vliegtuig heen. Hij hoopte dat het de pilote was, die een laatste controle uitvoerde. Het was in ieder geval een vrouw. Ze had hem nu ook gezien en stak haar hand op.  "Nou", drong hij aan bij Leonty, terwijl hij terug zwaaide.

"Ik ben slecht bekend met Chinese wapens, meneer", bekende de piloot, "maar ik denk dat ik naar een YJ-82 kijk."

"Wat is dat?"

"Een anti-scheepsraket, meneer. Al ben ik er niet honderd procent zeker van."

"Angelika?" Hij zag de chauffeuse hem vragend aankijken. "Pak mijn kogelvrije vest uit de kofferbak."

Verbaasd voldeed ze aan het verzoek en pakte voor de zekerheid ook haar eigen vest.

Sander keek de piloot weer aan. "Zekerheid in een oorlog is een zeldzaam gegeven. Wat zie je nog meer?" Luisterend naar de Kaliningrader knikte hij een paar keer. "Hebben jullie hier iets op aan te vullen?" De overige officieren ontkenden het.

Gespannen hadden ze toegekeken hoe de Dutchman zijn jas uittrok en de chauffeuse hem behulpzaam was bij het omdoen van het kogelwerende vest. Het was aanzienlijk dunner en veel comfortabeler om te dragen dan de Russische exemplaren. Sander had deze via het internet voor zich zelf en zijn chauffeuse besteld, omdat hij ontevreden was over de van de Kaliningraders gekregen beschermingsmiddelen. De luitenants moesten deze bescherming ontberen, maar dat leek hem te ontgaan.

"Hou je hand bij het holster vandaan."

Onrustig liet Leonty zijn hand zakken. "Meneer?"

"Angelika rijd jou naar het dichtstbijzijnde vliegveld. Zorg dat je in de lucht komt. Wij lopen naar de Antonov."

"Wat gaan wij doen, meneer?", vroeg de roodharige luitenant.

Sander keek de jongeman aan. Ben ik soms niet duidelijk genoeg geweest? "Waar we voor gekomen zijn", antwoordde de Nederlander laconiek, terwijl hij zijn jas weer aan trok. Het camoufleerde het kogelvrije vest voldoende. "Ik heb vanochtend toch al verteld dat het vandaag een lange dag zou worden?"

Op het voorhoofd van Leonty verscheen een frons. Hij zag Sander zwijgend zijn PP-91 aan de luitenant overhandigen, die naast de roodharige officier stond.

"Ik hoor van jou snel genoeg", zei Sander naar Leonty wijzend, "en jij wacht ergens waar het veilig is tot ik bel."

Angelika knikte en keek het van hen vandaan lopende drietal na. "We gaan."

"Je begint een beetje als de Dutchman te klinken."

Ze keek de piloot aan. "Blijf toch van je wapen af", snauwde ze fluisterend en hield tegelijk het portier voor hem open.

"Ja, je klinkt nu echt als de Dutchman."

Boos op de piloot gooide ze de deur dicht. Leonty kon maar ternauwernood zijn benen tijdig intrekken. Het was niet het gebruikelijke gedrag dat een ondergeschikte hoorde te tonen. Er rolden een paar onaardige opmerkingen over zijn lippen, die aan de chauffeuse waren geadresseerd, maar hij zweeg op het moment dat Angelika het portier aan haar kant open trok. Ze zag dat hij nu toch zijn wapen had getrokken. Het was uit het zicht van de Chinezen gebeurd. Angelika had er ditmaal geen commentaar op. Ze keek in haar binnenspiegel.

"Rijd rustig om geen aandacht op ons te vestigen."

"Ik ben rustig", beet ze hem venijnig toe.

Leonty fronste een keer, maar deed er verder het zwijgen toe.

De luitenants liepen elk een stap achter de kapitein. Nerveus wierpen ze elkaar regelmatig een blik toe. Dichterbij de Antonov An-71M zag de roodharige luitenant een groepje mensen bij elkaar staan, waaronder iemand met een Aziatisch uiterlijk.

"O, mijn God. Is dat een Chinees?"

"Heb je er soms nog nooit één van dichtbij gezien? Voor als je het nog niet mocht weten, we werken al enige tijd met hen samen."

De luitenants stelden de ironie van de Nederlander beslist niet op prijs. De resterende meters werd in stilte overbrugd.

De pilote ontving de Dutchman en de passagiers met een spijtig gezicht. "Onze vlucht heeft vertraging opgelopen."

"Voor hoelang?"

Sascha haalde haar schouders op en knikte naar de voorbij taxiënde gevechtsvliegtuigen. "Ik begrijp het", zei Sander slechts en stelde de beide officieren voor aan de rest van de bemanning. De introductie was kort, maar niet verwonderlijk voor diegenen die al eerder met de Dutchman hadden samen gewerkt. De man leek altijd haast te hebben, maar ditmaal bleken ook de passagiers bijzonder stil te zijn en niet bereid om op vragen een uitgebreid antwoord te geven.

De pilote had haar aandacht naar de startbaan verlegd. Ze vond het een imponerend gezicht om de zwaar beladen toestellen te zien opstijgen. "Ik had je in uniform verwacht of wegen de gouden sterren op je schouders te veel?"

"Als ze echt van goud zijn, dan verkoop ik ze meteen bij thuiskomst."

Verrast, omdat hij het woord thuis in de mond had genomen, keek Sascha hem aan. Hij bood haar echter geen enkele ruimte om hier dieper op in te gaan en ging aan boord van de Antonov. Op korte afstand gevolgd door de officieren, die hem hier naar toe hadden vergezeld. De pilote had aanzienlijk minder haast. Toch kreeg het voorbeeld van de Nederlander al snel navolging van de overige bemanningsleden en de jonge vrouw sloot de rij.

 

Antonov An-71M 780361

"Op het moment, meneer de president, kan ik u helemaal niets met zekerheid vertellen. Het is een feit dat bewapende, Chinese gevechtsvliegtuigen zijn opgestegen, in de richting van de kust zijn vertrokken en sindsdien radiostilte handhaven. De rest is speculatie." Sander onderdrukte met moeite een zucht en wiste tegelijk het zweet van het voorhoofd. Eigenlijk had hij de hysterisch klinkende politicus helemaal niet willen spreken, maar de mee luisterende Shurik had de telefoon van Borya opgeëist. "De generaal kan voor u en mij achterhalen wat de missie van deze piloten is, als u hem de telefoon terug geeft, meneer." Enkele tellen later kreeg hij de majoor-generaal daadwerkelijk weer aan de telefoon. Het was meer dan hij verwacht had. Hij luisterde en knikte een paar keer instemmend. "Ja, meneer." Voor de eerste maal was de majoor-generaal hem voor met het verbreken van de verbinding. Sander liet de telefoon zakken, maar bleef het toestel vast houden. Hij wilde meteen kunnen opnemen als hij werd terug gebeld.

"Wat is er aan de hand, meneer?", vroeg Oxana nerveus.

Sander keek de stewardess aan, voor hij zijn aandacht verlegde naar de Chinese operator. Hij zag de man stijf rechtop achter het werkstation zitten. De ogen strak op het scherm gericht. Al moest de Chinees elk woord van het telefoongesprek hebben opgevangen. "Ik denk niet dat iemand hier het kan of wil zeggen." Een verbale reactie van de kant van de operator bleef uit, maar voor even bespeurde Sander een verandering in de uitdrukking op het gezicht. Hij wendde zich van de man af. Om de Chinees in de gaten te houden had hij de roodharige officier hier gehouden. De andere luitenant had hij voor de zekerheid naar de cockpit gestuurd. Het overgaan van de telefoon deed hem schrikken, en voelde alle ogen op zich gericht toen hij de telefoon naar zijn gezicht bracht.

De stewardess zag de Dutchman naar haar gebaren om dichterbij te komen. Luisterend naar de stem uit de telefoon, had hij al instructies voor de vliegers en zij moest deze naar de cockpit overbrengen. Het vliegtuig moest het voor het moment veilig geachte achterland van de Republiek Kaliningrad gaan verlaten en koers zetten naar Mamonovo.

In het verleden had de Pruisische nederzetting de naam Heiligenbeil gedragen, voor het was vernoemd naar Nikolai Vasilyevich Mamonov. Een commandant, die op 26 oktober 1944 sneuvelde aan het front bij Pultusk. Postuum was hem vervolgens de titel Held van de Sovjet-Unie verleend.

Deze geschiedenis was de stewardess bekend en ze stelde weinig op prijs om na haar dood een dergelijke onderscheiding van de regering te krijgen. Vroeger had Oxana altijd vol ontzag naar militairen gekeken, die tientallen decoraties op de borst met zich mee torsten. Russen leken graag met hun medailles te willen pronken. Nu wilde ze als Kaliningrader slechts deze oorlog ongedeerd overleven. In de cockpit aangekomen zag ze een tot het uiterste gespannen luitenant opgelucht adem halen. Verwachtte hij soms iemand anders? Onzeker over wat dit te betekenen had liep ze langs hem heen om de instructie aan de pilote over te brengen.

"Zo dicht bij de kust? Krijgen we een escorte mee?"

De stewardess bevestigde het knikkend. Vlak voor het verlaten van de cabine had ze nog vernomen dat een paar jagers van het 689e luchtregiment op patrouille, eveneens naar Mamonovo waren gedirigeerd. De aanwezigheid van de officier voorkwam dat ze haar eigen zorgen met de pilote deelde en ze keerde al snel terug naar de cabine. Waar de Dutchman inmiddels het telefoongesprek had beëindigd en in een peinzend stilzwijgen was vervallen.

 

destroyer Nastoychivy, Sovremenny-klasse

De Yingji-82 anti-scheepsraket vertoonde uiterlijk veel overeenkomsten met zijn voorganger de YJ-8. Het projectiel was langer, vanwege de extra brandstof dat het vervoerde. De booster met een vaste raketbrandstof had de snelheid binnen enkele seconden opgevoerd tot bijna Mach één en legde ruim driehonderd meter per seconde af voor de booster opgebrand raakte en zich van de raket los maakte. Hiermee gingen ook de op de staart gemonteerde vleugels verloren. De turbinestraalmotor van de raket nam nu de aandrijving over en inmiddels was de hoogte waarop het boven de Oostzee vloog afgenomen tot tussen de tien en twintig meter. Het ruim zes meter lange projectiel activeerde zijn radar en infrarood geleidingsapparatuur om het doel te lokaliseren. Binnen een paar kilometer van de Russische oorlogsschepen, daalde de raket verder, tot het nog maar vijf meter boven de golven vloog. Geprogrammeerd om zich op de waterlijn van het doel te richten.

Het doel, waarvan de bemanning niet van plan was om dit ongestraft te laten gebeuren, was te langzaam om aan de naderende YJ-82 te kunnen ontkomen. Overal werden deuren gesloten en vergrendeld om het schip in talloze compartimenten op te delen. De schade moest beperkt blijven als de raket daadwerkelijk zou inslaan. Op de brug kwamen uit de compartimenten de snel elkaar opvolgende meldingen binnen dat ze waren afgesloten. Het gebeurde nog sneller dan tijdens oefeningen het geval was geweest, maar geen enkele officier was verheugd over dit feit. De bemanning van een PK-2 decoy dispenser geladen met tientallen raketten meldde een technisch mankement. De andere functioneerde wel, maar de bemanning ervan reageerde te traag. De afgevuurde tegenmaatregelen kwamen te laat om de raket nog te kunnen misleiden.

Om te voorkomen dat de raket hen werkelijk zou treffen beschikte het oorlogsschip over diverse systemen, waaronder de AK-630M. Het wapensysteem reageerde geheel volautomatisch op de door de MP-123 radar geregistreerde dreiging. Waarna de MR-123-02 vuurleidingsradar het zonder tussenkomst van een bemanningslid had overgenomen. De door de AK-630M afgevuurde 30-mm granaten vlogen massaal het naderende projectiel tegemoet. Per minuut verlieten vijfduizend van dergelijke granaten de zes lopen van het kanon, maar zoveel tijd zou er nooit verstrijken. De destroyer had slechts seconden om de situatie meester te worden. Vanaf de brug konden de officieren slechts met gebalde vuisten toekijken, maar de redding kwam van het fregat Pylkiy. De bevelhebber van het escorterende oorlogsschip bracht zich bewust in de baan van de raket. De Nastoychivy vervloekend toen het fregat aan bakboord werd getroffen door het vlaggenschip afgevuurde granaten, maar de vloek stierf op de lippen van de kapitein toen de raket aan stuurboordzijde insloeg. De kracht van de explosie deed het schip overhellen. Bemanningsleden werden tegen de grond geworpen.

Aan boord van de destroyer keken bemanningsleden met een mengeling van verbittering en opluchting naar het inmiddels al zware slagzij makende fregat. Zwarte rookwolken stegen op van de aan boord uitgebroken brand. De Nastoychivy voer op onverminderd vermogen door. Achter hen kapseisde de Pyliy. Het had met zijn opoffering het vlaggenschip van de Baltische vloot voor vermoedelijk hetzelfde lot behoed.

 

Antonov An-71M 780361

De elektronische signalen bewogen dichter naar elkaar toe. Fluisterend telde de Dutchman het aantal vliegtuigen dat ze op radar waarnamen. Vanuit zijn ooghoek zag hij de Chinese operator een onhoorbare zucht van opluchting slaken. De man kon terecht tevreden zijn. Alle vliegers waren van de vlucht boven de Oostzee teruggekeerd. De meeste gevechtsvliegtuigen waren boven het vasteland bezig zich te hergroeperen, voor de terugreis naar het vliegveld werd hervat. Slechts een paar piloten verkeerden in problemen en moesten op zoek naar een alternatief, daar kwam de luchtverkeersleider hen bij te hulp. Hij had vanuit de lucht een beter overzicht dan menig luchtverkeersleider op de grond.

"We brengen Baltiysk van jullie komst op de hoogte."

Zodra de Dutchman wist op welk vliegveld ze zouden landen begon hij te bellen. "Met mij. Er landen straks Chinezen op Baltiysk. Laat de vliegers apart zetten voor onmiddellijk verhoor en breng de generaal daarvan meteen op de hoogte en daarna mij, begrepen?"

De door de bevelen overrompelde officier van dienst in de ondergrondse commandocentrale bevestigde het. Het was voorlopig het laatste wat hij van de Nederlander vernam, want deze had al weer de verbinding verbroken.

De Dutchman besloot niet langer meer te wachten op het verlossende telefoontje van zijn superieur, maar zijn eigen netwerk in te schakelen om informatie te vergaren. Het delegeren ging hem daarbij heel gemakkelijk af. Als de Chinezen nog meer van plan waren, dan verkeerden zij in de grootste problemen. Hij was er zo druk mee bezig, dat hij nauwelijks meer aandacht had voor de passerende formatie van Chinese gevechtsvliegtuigen.

"Svetlana, waar ben je?"

Het had voor de operators opeens weinig weg meer van een spel. De elektronische signalen op de schermen kwamen heel dicht in de buurt van de Antonov en haar escorte.

"Beschrijf me wat je ziet."

De Chinezen lieten hen ongemoeid en de afstand werd weer groter. De stewardess glimlachte weer.

"Hoeveel donkere rookwolken tel je en kan je de schepen ook zien?", onderbrak Sander de opgewonden journaliste. Ze had een nieuw primeur voor vandaag en hij gunde het haar van harte, maar de fantasie van de vrouw raakte verstrengeld met de feiten. "Ik word gebeld. Ik zet je in de wacht." De protesten negerend deed hij wat hij haar had gezegd. De majoor-generaal begon meteen te praten en de Dutchman luisterde. "Verwelkomen we hen als helden of krijgen ze hetzelfde ontvangst als de Russen, meneer?"

Het was voor de stewardess alsof de tijd stil stond. De glimlach op haar gelaat was vervaagd. Ze had de Chinese operator overeind zien komen en er was iets in zijn hand verschenen. Voor ze besefte wat het was, klonk er een schot. De roodharige luitenant zakte in elkaar. Hij had de handen naar zijn hals gebracht, maar het bloed gulpte met elke hartslag tussen zijn vingers door.

Het pistoolschot werd vrijwel meteen overstemd door het gegil van de stewardess. De Dutchman draaide zich met een ruk om. Hij zag de mensen de handen naar de oren brengen. De majoor-generaal had zijn eigen verhaal onderbroken en informeerde op dringende toon wat er aan de hand was. Het eerste wat de Dutchman zag was de flits uit het compacte wapen voor de trommelvliezen opnieuw werden geteisterd door het ontladende wapen.

Naar adem snakkend lag hij op de vloer, zonder te beseffen hoe hij daar was beland. Iemand kreunde zwaar. Hij zag de stewardess over hem heen leunen. Haar gezicht vertrokken in angst en bezorgdheid. Haar witte blouse was rood gekleurd en kleefde aan haar lichaam. Ze hield hem vast en praatte, maar het koste hem moeite om zich te concentreren op wat ze zei. Elke ingeademde teug adem veroorzaakte pijn.

"U bent geraakt."

Het lag zo voor de hand, dat hij hier niet eens op reageerde. Eigenlijk had hij het wel gewild, maar een felle pijnscheut van de borstkas verdreef elke sarcastische gedachte naar de verre uithoeken van zijn geest. Plotseling besefte hij dat het vliegtuig in een steile duikvlucht was verwikkeld. Het vliegtuig stortte neer! Op een onnavolgbare wijze moest hij meteen aan zijn zwijgzame vader denken. Een man aan wie hij veel te danken had, maar het was ook iets dat hij zelden had uitgesproken. "Telefoon."

"Wat?"

"Telefoon. Ik ben mijn telefoon kwijt."

Hoofdschuddend keek de stewardess om zich heen. Zelfs nu dacht hij nog aan zijn werk! Tot haar verbazing zag ze de gevallen satelliettelefoon over het gangpad naar hen komen schuiven. Tot het vliegtuig weer begon recht te trekken, de telefoon zijn snelheid verloor en tenslotte stil kwam te liggen. Ze kon er nog net bij met haar hand.

"Hier. We zijn lager gaan vliegen, omdat we druk verliezen."

De Dutchman keek haar verrast aan. "Help me overeind."

"Nee, u bent tweemaal neergeschoten."

Hij kon zich het tweede schot niet meer herinneren. Kreunend ritste de Dutchman de jas open, waaronder het kogelwerende vest was schuil gegaan. Hij zag de stewardess met grote ogen op het vest neer kijken.

"Ja, ik was er ook niet zeker van of het ging werken." Voorzichtig duwde hij haar opzij en zag de Chinese operator op de grond liggen. Het gerochel was van hem afkomstig, omdat de man nog altijd leefde. Hij stak een hand naar de stewardess uit. "Help me overeind."

 

vliegveld Chernyakhovsk

Het landingsgestel van een Sukhoi Su-30MKK klapte uit. Het gebeurde al op ruime afstand van de landingsbaan. Het adrenalinepeil was na de aanval op de Russische Oostzeevloot gezakt, maar de piloot voelde deze in het zicht van de betonnen baan weer toenemen.

Eveshka liet haar verrekijker zakken en haar blik over de kinderlijke gezichten van de vier artilleristen om haar heen glijden. De kanonslopen van het ZSU-23/2 geschut waren op haar bevel lager gericht dan normaal het geval was. Het was hen bekend dat het dubbelloops luchtdoelkanon ook tegen gronddoelen kon worden ingezet, maar de training had hier niet in voorzien. Toch probeerde Eveshka geen enkele twijfel in haar stem te laten doorklinken. Voor de eerste maal ervaarde ze de eenzaamheid van leiderschap. Steeds vroeg de zeventienjarige zich in gedachten af hoe de Dutchman het zou aanpakken. Over de telefoon had zijn zware stem geruststellend geklonken. Hij had haar gewaarschuwd, voor hij op autoritaire wijze eiste om haar meerdere te spreken te krijgen.

"Daar heb je Kisa."

Ze keek om en zag het laatste lid van haar toe vertrouwde artilleristen arriveren met zoveel reservelopen als het meisje in staat was om te dragen. Eveshka glimlachte en klopte haar bemoedigend op de tengere schouders. "Goed gedaan."

De hele eenheid trof voorbereidingen op wat ging komen. De aanwezigheid van zoveel Chinezen op de basis dwong de Kaliningraders omzichtig te werk te gaan. Eveshka had haar commandant met andere officieren zien overleggen, voor hij deze er op uit stuurde om het nieuws mondeling verder te verspreiden. De Dutchman had haar gezegd dat er soldaten onderweg waren, maar ze wist niet hoe lang het zou duren voor de versterkingen arriveerden. Een korte vuurstoot deed haar beseffen dat de onderweg zijnde soldaten zich zouden moeten haasten. Wild zwaaiend kwam de commandant aanrennen, maar wat hij wilde kwam ze nooit te weten. De ZSU-23/2 naast hen vuurde nu ook en overstemde alles wat uit de wijd open gesperde mond van de man kwam.

"Vuur", schreeuwde Eveshka zo hard als ze kon om boven het geratel uit te komen.

Ze zag de naderende Sukhoi de landingsbaan raken, voor de piloot gas gaf in een wanhopige poging om weer van de grond los te raken. De 23-mm granaten reten de romp open. Het vliegtuig stortte van een tiental meters naar beneden. Het landingsgestel klapte in elkaar en het vliegtuig schoof al draaiende over de baan. Stukken braken van het toestel af. Het spoor van kerosine ontbrandde. Ze zag de piloot bewegingloos voorover hangen in de cockpit, maar de wapenofficier worstelde met zijn riemen om los te komen, voor de snel uitdijende vuurbal het toestel en de mensen erin verzwolg.

Een eerder nog naast de landingsbaan wachtende brandweerwagen reed er met loeiende sirene langs heen. Wat de chauffeur bezielde wist niemand. De verschijning van de opvallend rood gekleurde voertuig met reflecterende strepen deed schutters van beide partijen aarzelen. Honderd, tweehonderd meter kwam de chauffeur ver, zonder dat er een schot op de brandweerwagen werd gelost, en toen raakte zijn geluk op. Granaten vlogen dwars door het ongepantserde voertuig heen. De blauw gekleurde lichtbalk versplinterde. Een tiental meters verder kwam de brandweerwagen tot stilstand. Het had nu wel iets weg van een vergiet, zoveel gaten als de artilleristen konden tellen. Eveshka zag een deur open zwaaien, maar niemand stapte meer uit. Lekkende olie, water en bloed raakte onder de brandweerwagen met elkaar vermengd.

De horizontaal gerichte lopen van de ZSU-23/2 draaiden tot de naast hen gelegen batterij grond-luchtraketten in het vizier verscheen. De geheel door Chinezen bemande eenheid was het volgende doelwit van de jeugdige artilleristen. Eveshka herinnerde zich de neerbuigende opmerkingen van deze militairen over de jeugdige leeftijd van de Kaliningradse verdedigers. Het gaf haar een zekere voldoening om de Chinezen alle kanten op te zien vluchten. De slimmeren onder hen doken naar de grond waar ze stonden. De granaten reten de lichamen van de rennende mannen letterlijk uit elkaar. Ze zag los geschoten ledematen door de lucht vliegen. Het had iets onwerkelijks, alsof ze midden in een film was beland. Iemand greep haar vast.

"Kisa?"

Het meisje staarde haar met grote ogen aan, voor ze in elkaar zakte. Er was geen kreet van pijn over de lippen van het veertienjarig meisje gekomen.

"Kisa!"

Eveshka staarde naar het bloed op haar handen. Het had opeens niets meer weg van een film.

 

Antonov An-71M 780361

De elektronische signalen op de schermen waren met elkaar verstrengeld geraakt. Het 689e luchtregiment was de strijd met Chinezen boven het vliegveld aangegaan. In gedachten zag de Dutchman de scherp manoeuvrerende jagers voor zich in de luchtslag die was ontstaan. Ze hadden de Sukhoi Su-27SM's en Shenyang J-11's naar de vijand geleid en daarna een veilige afstand bewaard. De Chinezen verkeerden in de grootste problemen. De Republiek Kaliningrad was vijandelijk gebied geworden. Het vliegveld waarop ze hadden willen landen was onveilig geworden. Vluchten naar een neutraal buurland was voor hen ook geen optie. Zelfs als ze daarvoor nog genoeg brandstof aan boord hadden en dat laatste betwijfelde de Nederlander momenteel. Geërgerd keek hij in de richting van de Chinese operator. Blijkbaar was de pijn steeds moeilijker voor de man om in stilte te kunnen verdragen en er waren geen medicamenten of pijnstillers aan boord. Te laat waren ze er achter gekomen dat er zelfs een verbanddoos ontbrak. Het provisorische verband bestond uit kapot gescheurde kledingstukken. Het bleek in ieder geval te weinig te zijn om het leven van de roodharige luitenant te redden. Het uniform van de officier was doordrenkt van de plas bloed, waarin hij lag te verstijven.

"Hou je bek toch eens dicht", snauwde de Dutchman.

Geschrokken keken de operators naar de Nederlander. Ook zij hadden last van het luidruchtiger geworden gekreun. Het was verschrikkelijk om te horen. De stewardess zat zelfs al geruime tijd met de handen tegen haar oren gedrukt in de hoek, voor Oxana letterlijk naar de cockpit was gevlucht.

"We hebben boven Chernyakhovsk luchtoverwicht bereikt, meneer", deelde de luchtverkeersleider hem met een bleek gelaat mee. De doordringende geur van bloed had hem misselijk gemaakt. De man had herhaaldelijk moeten overgeven, maar verrichte ondanks dat toch zijn werk.

"Wat weten we van de gevechten op de grond?"

Hier moest de luchtverkeersleider hem het antwoord schuldig op blijven. Woedend balde de Dutchman zijn hand tot een vuist. Hij had tientallen gevechtsvliegtuigen tot zijn beschikking staan, maar zonder communicatie met iemand op de grond konden de vliegers geen ondersteuning vanuit de lucht bieden. Het gaf hem een machteloos gevoel.

"Laat de jagers over het vliegveld vliegen."

"Meneer?"

"We moeten de Chinezen ervan doordringen dat verder vechten zinloos is, tenzij ze ver van huis graag willen sterven."

"En als ze nog over grond-luchtraketten en luchtdoelgeschut beschikken?"

"Op deze vraag hebben we dan meteen een antwoord", luidde de laconieke reactie.

De luchtverkeersleider perste zijn lippen op elkaar en hield zelfs zijn hand voor de mond. De Dutchman zag het en wendde het gezicht af. Overtuigd dat de man zich niet zou kunnen inhouden. Even later kon hij de luchtverkeersleider opnieuw horen overgeven.

"Zo gaat het niet langer", mompelde hij voor zich uit, voor zijn blik langdurig op de Chinees bleef rusten.

Het gaf de luchtverkeersleider in ieder geval een benauwd gevoel. De aanwezigheid van de Nederlander was voor hem de belangrijkste reden waarom hij het voorbeeld van de stewardess niet had gevolgd. De grijsgroene ogen van de man konden je zo doordringend aan kijken, alsof geen gedachte voor hem veilig was.

Hij wilde beslist niet weten waar de gedachten van de Nederlander momenteel naar uitgingen, want deze beloofden in ieder geval weinig goeds te zijn.

 

regeringsgebouw

De pen in de hand van de president bracht geen enkel geluid meer voort. Shurik was opgehouden met het indrukken van de knop aan de bovenzijde. Iets waar Borya bijzonder mee was ingenomen. Het horen van de voortdurende klikken werkte nog meer op zijn zenuwen dan de plotselinge ommekeer, die in de oorlog had plaats gevonden. Het moeizame en clandestiene bondgenootschap met de Chinezen lag praktisch gezien in scherven.

"Hij heeft wat gedaan?"

"Voor verraad bestaat geen diplomatieke aanpak, meneer de president."

"Wat heeft de Dutchman gedaan?", drong de president aan en legde de pen neer. Het was moeilijk geweest om zich te concentreren, maar bij de Nederlander had hij meer dan wat vluchtige beelden in zijn geest. De intuïtie van de kapitein was correct geweest, maar ze hadden daarmee de aanval op de Oostzeevloot niet kunnen verhinderen.

"Aan boord van de Antonov bevond zich een Chinese operator. De Dutchman heeft zich in de lucht van de man ontdaan." Borya had een zakelijke toon aangeslagen, alsof het slechts een onschuldige mededeling betrof.

"Ontdaan? Je bedoeld..."

Langzaam knikte de officier. "Hij heeft de betreffende Chinees boven het vliegveld uit het vliegtuig gegooid."

Onthutst staarde de president de majoor-generaal aan. De officier begreep wat er door de man moest heen gaan. Ook hij had gedurende enige seconden zijn spraak verloren, na het vernemen van het nieuws.

"Kort daarna hebben de Chinezen hun verzet op het vliegveld gestaakt. De krijgsgevangenen worden, terwijl we hier praten, overgebracht voor verhoor."

Waarschijnlijk net zo onder de indruk van wat er met hun landgenoot was gebeurd als ik. De president kon deze gedachte maar moeizaam kwijt raken. "Haal hem hier naar toe."

"Ik kan hem daar boven nu heel goed gebruiken, meneer", zei de majoor-generaal, met een knik naar het plafond. Borya vreesde de Russische wraak voor de chaos en vernietiging die de Chinezen op de Oostzee te weeg hadden gebracht. De luchtmacht van de Russische Federatie was het ultieme wapen om deze vergeldingsactie uit te voeren. Filmpjes ervan, die met mobiele telefoons waren gemaakt door bemanningsleden van civiele schepen en oorlogsschepen van de NAVO werden veelvuldig op Youtube bekeken. Het had de majoor-generaal verbijsterd hoe snel het nieuws van de luchtaanval zich verspreidde, maar hij had er ook gebruik van gemaakt om informatie te vergaren. Het was zelfs bruikbaarder dan wat zijn eigen staf tot zover had weten te verzamelen.

"Het was geen vraag en ik wil niet wachten tot het einde van zijn patrouille. Ik ben de opperbevelhebber en je doet wat ik heb gezegd."

De kil uitgesproken woorden hadden de majoor-generaal als een cadet overeind gebracht. "Ja, meneer de president."

"Ik denk dat je gelijk hebt wat betreft de Dutchman", vervolgde Shurik op een minder bruuske toon.

"Meneer?"

"Je wilde toch zij aan zij met hem werken?"

"Ik weet niet meer zeker of dat idee van mij wel zo goed was. Het is een monster, meneer de president. Je gooit niet iemand uit een vliegtuig om op een betonbaan te pletter te laten vallen."

"We zullen er snel genoeg achter komen, zodra hij hier is. Ons lot kan wel eens in handen van deze moordenaar liggen, Borya." De man zuchtte diep. "De geschiedenis van vele landen is immers bepaald door moordenaars."

"Wilt u de Republiek Kaliningrad tot dit illustere rijtje gaan rekenen?"

"Als ik daarmee haar voortbestaan kan verzekeren..." De stem van de president stierf weg en tenslotte haalde hij zijn schouders op. Shurik wist het ook allemaal niet meer, evenmin als zijn raadgevers. De levensvisie van de Dutchman was in bepaalde gevallen geheel van kleur ontdaan en hij hoopte dat het meer uitkomst zou bieden.

'