Gladheidsbestrijding periode 6 februari tot 9 februari. 

Algemeen: 

Bij kans op gladheid en bij sneeuwval zorgt de Gemeente Altena ervoor dat belangrijkste wegen zoveel mogelijk begaanbaar blijven. We strooien volgens een plan, en een vaste hoofdroute. 

  1. Belangrijkste wegen en fietspaden. De hoofdroute is zo gekozen dat weggebruikers binnen 350 meter van hun woning op een bestrooide weg kunnen komen. Buiten de bebouwde kom is de afstand soms groter.
  2. Openbare voorzieningen als scholen, verpleeg- en verzorgingshuizen, hulpdiensten, gemeentehuis, milieustations en winkelcentra.

 

De hoofdroute is onderverdeeld in elf routes waarbij het strooiende materieel aangepast is op de route. Zo worden wegen in het buitengebied (tussen de kernen) met vrachtwagens gestrooid en routes binnen de kernen of fietspaden met kleiner materieel. Bij extreem weer zoals sneeuw heeft de hoofdroute de hoogste prioriteit. Daarna komen overige locaties en knelpunten in beeld. De gladheidsbestrijdingsploeg bestaat voornamelijk uit medewerkers van de Gemeente. Een vaste kern van 31 personen (chauffeurs, bijrijders en coördinatoren) aangevuld met ingehuurde aannemers (5 chauffeurs waarvan 3 met tractie) en 15 extra aannemers die over geschikt materieel beschikken om in te zetten bij extreme weersomstandigheden. 

Om de gevaren van gladheid te voorkomen of weg te werken, kan men op verschillende momenten strooien: 

Preventief strooien: wanneer de weersverwachtingen slecht worden, kan men preventief strooien om de eerste gladheid tegen te gaan. Als de temperatuur niet al te laag wordt en de neerslag beperkt blijft, is preventief strooien veelal genoeg. Door de gevoelige oppervlaktes preventief te bestrooien, krijgen sneeuw en ijzel minder kans om zich te hechten aan de ondergrond. 

Curatief strooien: strooien vanaf het ogenblik dat het sneeuwen of ijzelen is begonnen, met als doel om de ondergrond begaanbaar te houden of zo snel mogelijk opnieuw begaanbaar te maken. 

Repressief strooien: strooien nadat het glad is geworden. Voor toekomstige neerslag werkt dit ook preventief. 

Wij houden een preventief strooibeleid aan wat inhoud dat we zoveel mogelijk strooien voordat de gladheid op zal treden. Daarvoor gebruiken wij wegdeksensoren, computersystemen en staan onze gladheidscoördinatoren in direct contact met een meteoroloog. Daarnaast strooien we curatief en repressief bij bijvoorbeeld ijzel en sneeuw. 

 

Een terugblik: 

In de avond/nacht van zaterdag 6 februari naar zondag 7 februari is de temperatuur onderuitgegaan en is regen, die in de middag was ontstaan, overgegaan in sneeuw. Deze weersfactoren bij elkaar op dat moment vormden het begin van de situatie die is ontstaan. Bij regen is strooizout veel minder effectief door verdunning en uitspoeling. Het heeft dan vaak ook geen zin om te strooien als het regent of als er in de avond voor een gladheidsverwachting regen voorspeld wordt. Preventief strooien was in de situatie van afgelopen zaterdag niet mogelijk. 

-Vanaf het moment dat er op zaterdag 6 februari een overgang was van regen naar sneeuw is de Buitendienst een strooiactie gestart om 21.30 uur tot zondag 7 februari ongeveer 0.30 uur om zout onder de sneeuw te krijgen. 

Strooizout is een dooimiddel. Het zorgt ervoor dat het vriespunt van water wordt verlaagd. Het zout mengt zich met het aanwezige water (ijs of sneeuw) en vormt zo pekel. Doordat pekel een lager vriespunt heeft dan water, zal dit minder snel bevriezen zodat minder gladheid optreedt. Na het strooien moet er voldoende verkeer zijn om een goede menging te krijgen. De combinatie van het moment en tijdstip met daarbij de geldende avondklok en beperkingen door corona hebben ervoor gezorgd dat er vrijwel geen verkeer was en er haast geen menging van zout kon plaats vinden. Door de sterk dalende temperatuur binnen korte tijd van lucht en wegdek maar het ontbreken van voldoende zout en menging heeft het aanwezige water en sneeuw een ijslaag kunnen vormen. De bovenste laag sneeuw is dan wel weg te krijgen maar daar blijft het dan bij. Bij steeds lagere temperaturen wordt strooizout minder effectief. Bij temperaturen onder de -6 °C verliest het zout bijna geheel zijn werking. Het spreekt voor zich dat de temperaturen in deze periode van zowel s’ nachts als overdag niet in ons voordeel werken om het sneeuw en ijs weg te krijgen. 

-Op zondag 7 februari om 7.00 uur is de Buitendienst met alle extra aannemers gestart met het schuiven van de sneeuw. Omstreeks 14.30 uur heeft een nieuwe ploeg de vorige afgewisseld en is doorgereden tot 19.00 uur tot het beeld acceptabel was onder de omstandigheden.  

-In de nacht van zondag naar maandag werden de coördinatoren niet zozeer door nieuwe sneeuw maar door de harde wind verrast. Hierdoor verplaatste zich sneeuw wat op plekken op het wegdek terecht kwam. Vanaf maandag 8 februari om 5.00 uur zijn er daarom aannemers ingezet om sneeuw te schuiven en vanaf 7.30 uur tot 16.00 uur is ook de Buitendienst met alle middelen op pad gegaan om de wegen schoner te krijgen. Die avond is er tussen 20.00 uur en 23.00 uur weer een strooironde geweest. 

-Op dinsdag 9 februari is er verder schoongemaakt waarbij een gedeelte van de aannemers ingezet zijn om vooral de wegen in het buitengebied schoon te maken. De eigen Buitendienst heeft zich meer gericht op de wegen binnen de kernen en de openbare voorzieningen zoals o.a. de begraafplaatsen. 

 

Conclusie 

Terugkijkend naar de afgelopen dagen is de conclusie dat de weersomstandigheden ervoor hebben gezorgd dat er geen goede start mogelijk was. Er is door de regen minder zout onder de sneeuw gekomen en door het geringe verkeer heeft het zout zich niet kunnen mengen. Het zout is door sneeuw ingekapseld en door de koude ondergrond is er een ijslaag ontstaan. Er is voldoende inzet geweest om de sneeuw weg te krijgen en maar als ijs zich gevormd heeft op het wegdek zal een schuif daar gewoon overheen glijden. De lage temperaturen zorgen er verder voor dat het zout zijn werking verliest. Door de harde wind hebben er verplaatsingen van de sneeuw plaats gevonden. Door al deze factoren is alle inzet nodig geweest om de hoofdroute zo schoon mogelijk te krijgen. De onderste ijslaag is alleen weg te krijgen door wat hogere temperaturen en verkeer om het zout te laten werken. De verwachting is dat dit onder de huidige omstandigheden ook niet snel zal verbeteren. Het weer is onvoorspelbaar en kan plaatselijk erg verschillen. Dat geldt zeker ook voor het grote gebied binnen onze gemeentegrenzen. De Buitendienst heeft alle middelen die nodig waren maximaal ingezet en geprobeerd om, met inachtneming van de werk en rusttijden, zo veel mogelijk de weg op te gaan om de situatie onder controle te krijgen.