Tot over elke grens heen

'

6e luchtregiment, 2e luchtdivisie jagers, PLAAF, Volksrepubliek China

De Chinese piloot voerde een laatste controle uit van zijn jager. Het gebeurde geconcentreerd en zonder haast. De donkere ogen van Zhu Jia-Xun bleven kort op het serienummer 16039 rusten. De cijfers waren in een opvallend rode kleur uitgevoerd. Het vliegtuig waar hij spoedig in zou gaan vliegen was een voor de export ontwikkelde variant van het Russische Sukhoi Su-27 gevechtsvliegtuig. Zhu was blij met deze van hogerhand gekomen beslissing. In zijn beleving was het een fantastisch vliegtuig. Zelfs al waren de capaciteiten ervan in vergelijking met de Su-27 gevechtsvliegtuigen die de Russen zelf in gebruik hadden minder. Het had de Chinezen er niet van weerhouden om er tientallen van deze toestellen aan te schaffen. Later was de regering nog een stap verder gegaan door de Su-27SK onder de nieuwe aanduiding Shenyang J-11 in licentie te gaan produceren voor de People's Liberation Army Air Force. Helaas waren er nog altijd te weinig van aanwezig om de twee overige luchtregimenten van de divisie er volledig mee uit te rusten. De piloten van deze eenheden vlogen om deze reden nog met de oudere J-7. Dit jachtvliegtuig was eveneens van een Russisch type afgeleid, namelijk de MiG-21. Het deerde Zhu echter weinig. De jeugdige Chinees was trots op de J-11 en de luchtmacht waarin hij diende. Hij popelde van verlangen om te bewijzen waar hij tegen de Taiwanezen of Amerikanen toe in staat was. Als hem daarvoor een gelegenheid werd geboden, dan was Zhu bereid om deze kans met beide handen aan te grijpen. De gretigheid van de piloot was zijn superieuren wel bekend. Het kwam geen moment bij Zhu op dat zijn wens op het punt stond om in vervulling te gaan. Hij was met zijn gedachten nog bij de te maken patrouillevlucht, terwijl ergens een naamloze bureaucraat een map met gebundelde formulieren met zijn naam erop op een stapel van papier legde. Het betrof de dossiers van andere vliegers, mannen en vrouwen. Allemaal geselecteerd om in het geheim naar een oorlogsgebied te worden gestuurd hier ver vandaan.

Zhu liet zich in de cockpit zakken. Hij werd geholpen bij het vastmaken van de riemen, voor hij begon met het doorlopen van de controlelijst. Iets wat inmiddels routine voor hem was geworden. Ook nu nam hij er weer de tijd voor om een paar minuten later naar de startbaan te taxiën.

Aanmerkelijk dichterbij, maar verder landinwaarts werden al voorbereidingen getroffen voor uitzending, maar deze waren van geheel andere aard. Civiele medewerkers van de Shaanxi Aircraft Corporation werkten grotendeels zwijgend aan de ontmanteling van een radome op de romp van een Shaanxi Y-8CE vliegtuig. De twee roterende antennes, die achter het glasfiber verborgen ging, moesten voorzichtig worden verwijderd. Het viermotorige toestel maakte deel uit van de verschillende projecten die door de Chinezen waren gestart om een eigen AEW&C te ontwikkelen.

Het was allemaal terug te leiden naar een jaren geleden door de Amerikanen gedwarsboomde overeenkomst voor de aanschaf van een A-50 met een Israëlische radar. Vernederd voor het oog van de hele wereld moesten de Chinezen woedend, maar tegelijk ook machteloos toekijken hoe het bijna voltooide vliegtuig door de Israëliërs weer werd ontmanteld. Nog voor de A-50 was terug gekeerd waren de Chinezen in eigen land al aan de slag gegaan om zelf een vliegend radarplatform te bouwen. Er waren meerdere projecten gestart om de kans van slagen te vergroten. Één ervan had veel gemeen met de KJ-200, maar project 021 was in tegenstelling tot dit type uitgerust met een conventionele radome. Zonder deze radarkoepel had het prototype met het serienummer T0518 veel weg van een normaal transportvliegtuig en dat was ook precies de bedoeling. De zorgvuldig geplande internationale vlucht voor het vliegtuig mocht geen ongewenste aandacht trekken van zowel de Russische Federatie als de NAVO. De eerste etappe van de reis zou door de luchtruimen van Pakistan en Iran worden afgelegd. Het bereik van de Y-8 moest de bemanning vervolgens in staat stellen de Republiek Kaliningrad te bereiken, zonder dat er een geplande tussenlanding op een Europees vliegveld aan te pas kwam.

 

28 januari, Oostzee

Het oorlogsschip had na het passeren van de Baltyisk Straat zelfs nog meer vaart geminderd, ondanks de hogere golfslag op de Oostzee waar het schip zich door heen moest werken. Toch achtte de kapitein het reduceren van de snelheid noodzakelijk om zijn opdracht tot een goed einde te kunnen brengen. De bemanning van de ORP Flaming werkte zorgvuldig, ondanks dat de route al was geveegd. Om risico's uit te sluiten zochten ze alles tussen het wateroppervlak en de bodem nauwkeurig met behulp van de sonarapparatuur af. De gezagvoerder vertrouwde geen van beide bij het conflict betrokken partijen. De Russen konden heel goed nieuwe mijnen hebben gelegen, terwijl iedereen zich angstvallig afvroeg wat de Kaliningraders nog meer konden bedenken om in de strijd te kunnen werpen. Ze bleken de Russen al menig verrassing te hebben bezorgd en allemaal in negatieve zin. Al waren er ook mensen, die er smadelijk om konden lachen. De kapitein rekende zich zelf absoluut niet tot deze groep. De creativiteit van de Kaliningraders had deze wateren juist zo gevaarlijk gemaakt. De laatste maal was zijn bemanning ongewild er getuige van geworden hoe de bemanning van een Russische marinehelikopter werd overrompeld door de verschijning van een laagvliegende Sukhoi straaljager. De als lokaas fungerende U.A.V. had zijn werk uitstekend verricht en de Russische helikopterbemanning had geen schijn van kans gemaakt tegen het gevechtsvliegtuig. De door de Polen gestarte reddingsoperatie was er slechts in geslaagd om een enkel lichaam te bergen. Hij werd er weer bijna misselijk van toen hij er aan terug dacht. Het natte lichaam had in een tot voor kort voor hem nog onmogelijk gehouden houding op het dek gelegen. De linkerarm was er bijna afgerukt en slechts met een paar pezen aan het lichaam bevestigd.

Een luitenant liet de hoorn in de hand zakken. "We hebben een onderzeeër met de sonar gepeild, meneer. Het bevind zich veertienhonderd meter voor ons uit."

Even stokte de ademhaling van de kapitein, maar al snel volgde een stroom van bevelen. Het water achter de mijnenveger begon te kolken. Het duurde lang naar de zin van de kapitein voor hij het schip achteruit voelde gaan. Hij wilde meer afstand tot de onderzeese dreiging bewaren. Er was voor de Polen echter weinig manoeuvreerruimte met aan bakboord zandbanken waarop de mijnenveger kon vastlopen en aan stuurboord het mijnenveld.

"Weet je zeker dat het geen wrak is?"

Gedurende de twee voorbije wereldoorlogen waren diverse schepen in deze wateren verloren gegaan. Veel wrakken waren al in kaart gebracht, maar het zand op de bodem kon een nog onontdekt wrak prijs hebben gegeven.

"Ja, meneer. Het is een dieselelektrische onderzeeër, ze houdt zich stil en afgaande op de afmetingen behoord deze tot de Kilo-klasse."

Het was de kapitein nog onduidelijk hoe lang de boot daar al was, maar ze waren ruim binnen bereik van de aan boord van de onderzeeër mee gevoerde torpedo's. Liggend op de bodem hadden de sonaroperateurs van de onderzeeër vast aandachtig geluisterd naar de rustig dichterbij komende mijnenveger. Vast hopend dat de Polen voorbij zouden varen zonder hen te ontdekken. "Van wie is het?"

Hier had niemand op de brug met zekerheid een antwoord op.

"Neem contact op met Gdynia."

Het was de plaats waar het hoofdkwartier van de marine was gevestigd. Zonder middelen om iets tegen de onderzeeër te ondernemen wilde de kapitein om nadere instructies vragen.

"Meneer?"

Snel draaide de kapitein zich naar de officier toe.

"De onderzeeër is in beweging gekomen en maakt rechtsomkeert."

De kapitein slaakte en zucht van opluchting. "Blijf hen met de actieve sonar bestoken." Het was blijkbaar meer dan de bemanning ervan verdragen kon. Gebruikmakend van zijn accu's, maakte de Kilo zich vrijwel geruisloos uit te voeten. De Poolse sonaroperateur had al snel moeite om de boot te kunnen blijven volgen en gaf het tenslotte op.

"We zijn haar kwijt geraakt, kapitein. Ik denk dat het een Rus was."

"Het blijven voor mij allemaal Russen", snauwde de kapitein, in plaats van te vragen hoe de officier tot deze conclusie was gekomen. Ongeduldig wachtte hij op instructies, maar tegen de tijd dat hij deze kreeg waren ze allang achterhaald. De ORP Flaming vervolgde zijn koers met een nog altijd humeurige kapitein op de brug.

 

Hotel Paraiso

Voor Nadenka was het de eerste maal dat ze de Nederlander verslagen zag kijken. Bij de receptie had ze al het ergste gevreesd. De receptioniste had zichtbaar getrild toen ze vertelde wat er was gebeurd. Een groep mannen met knuppels en bijlen waren volgens de jonge vrouw eerder op de dag het hotel binnen gelopen. Bij het zien van de open gebroken voordeur had ze haar vrees bewaarheid zien worden. Voor de mensen die de hotelkamer waren binnen gedrongen was er weinig te halen geweest, maar het had hen er niet van weerhouden om de nodige vernielingen aan te richten. Het weinige wat hij aan persoonlijke eigendommen bezat was door de onbekenden vernield. De kleren aan flarden gesneden en in het midden van de woonkamer op een hoop gegooid. Naar de geur te beoordelen was er zelfs op geürineerd. Ook Sander had het geroken. Ze zag de trekken van zijn gezicht verharden. Het was een vernedering die ze hem liever bespaard zag.

"Ga weg." Ze zag Sander naar haar omkijken en gebaarde naar de met grafitti bekladde muren. "Dat staat er geschreven", verklaarde ze. "Het is een waarschuwing."

Een diep gegrom ontsnapte uit zijn keel. Het voelde aan als verraad. Hij was gewond geraakt en had zelfs makkelijk kunnen sneuvelen. Dit was dus de dank voor zijn inzet.

"Ze mogen dit recht in mijn gezicht zeggen." Hij draaide zich zo plotseling naar haar toe dat ze ervan schrok. "Ben jij ook bedreigd?"

Ze schudde het hoofd en bespeurde zijn opluchting. Verrast door zijn prioriteiten, bijna alsof het er niets toe deed wat er met hem of zijn spullen gebeurde. "Wat ga je nu doen?"

"Deze rotzooi opruimen."

"En dan?"

Nadenka zag hem de schouders ophalen, maar ze had het gevoel alsof hij het wel wist. Hij was er de persoon niet voor om het hierbij te laten zitten. Ze zag hem naar zijn telefoon grijpen zodra deze over ging en begon hem zwijgend te helpen met het opruimen. Tot ze zijn hand op haar schouder voelde.

"Laat maar. De generaal wil me zien."

"Ga je hem dit vertellen?"

"Het is mijn probleem."

"Hij zal er niet blij mee zijn als hij dit pas achteraf hoort. Je hebt bescherming nodig."

"Ik zal er over nadenken."

Ze knikte begrijpend. Sander liet zich niet verleiden tot het nemen van een snelle beslissing als er tijd was om alle opties te overwegen.

"Wanneer arriveert de politie?"

"Waarom denk je dat de receptioniste de politie heeft gebeld? Zij kunnen toch niets voor je doen."

Het gebrek aan vertrouwen dat de Kaliningraders in de politie hadden was iets dat Sander al eerder was opgevallen. Het leek bijna alsof de mensen hier ermee waren opgevoed. Ze wilden het liever zelf opknappen dan de politie in te schakelen.

"Bel hen en zeg tegen de politie dat ze mij moeten bellen zodra het onderzoek is afgerond."

"Waarom denk je dat ze voor vandalisme een onderzoek zullen starten?"

"Ik heb misschien geen vrienden bij de maffia, maar ik ken wel mensen in hoge posities, waaronder de president zelf. Breng hen hier maar van op de hoogte als ze moeilijk besluiten te doen. Ze mogen hun uniform dan verruilen voor een militaire variant en het land op een andere wijze gaan dienen."

"Met plezier."

Het klonk gemeend. Sander schudde zuchtend het hoofd. Het leek haar werkelijk een plezier te doen om de ongelukkige agent, die ze te spreken zou krijgen, voor het blok te zetten als hij ook maar even zou tegensputteren.

 

2 februari, Parijs, Frankrijk

De verdeeldheid over een militair optreden tegen de Russische Federatie gedurende de oorlog in Georgië was tot ergernis van de Franse president onveranderd gebleven tegenover het nieuwe conflict in de Oostzeegebied. Zelfs ondanks de ontstellende reacties op Russische aanvallen op wat door velen nog steeds als een Russische provincie werd beschouwd. Albertin had met enig succes bemiddeld tussen de Georgiërs en de Russen, maar het was twijfelachtig geworden of hij dit succes kon herhalen. De Verenigde Naties vond hij als organisatie te log om hem hierbij tot steun te zijn. Voleunje vertrouwde meer op de door hem naar Oost-Europa uitgezonden functionarissen. Daar was de angst voor de Russen nog altijd in sterke mate aanwezig. Frankrijk kon hier een belangrijke rol spelen. De industrie van zijn eigen land kon hij er zelfs van laten profiteren als hij deze landen wapens wist te verkopen. Natuurlijk zou hij zich daarmee onderscheiden van de politici in Europa, die nog steeds op overleg aandrongen. Het liet hen zelfs besluiteloos overkomen op de burgers in zowel Frankrijk als daar buiten. Een brede glimlach verscheen op het gelaat van de charismatische man. Hij zag kansen waar anderen slechts obstakels zagen. Als het lukte dan versterkte het tegelijk zijn eigen positie voor de komende presidentsverkiezingen.

Albertin wilde Europa een ander gezicht geven en met de getoonde terughoudendheid van de Verenigde Staten van Amerika beschouwde hij dit als een unieke kans voor Frankrijk. Om zijn overwicht op politiek niveau in dit gebied te behouden en zelfs nog uit te breiden was hij nog verder gegaan. Het vliegdekschip Charles de Gaulle was met diens escorte al uren geleden van koers veranderd. Alles aan boord van het oorlogsschip werd gereed gemaakt voor de lancering van de enige twee aan boord bevindende Grumman E-2 AEW-vliegtuigen. De bemanningsleden van de toestellen hadden van de commandant opdracht gekregen al hun persoonlijke spullen in te pakken. Het was een raadselachtige opdracht en omdat er ditmaal geen vragen gesteld mochten worden leidde dit aan boord tot vele geruchten.

De gevolgen van de beslissing om deze vliegtuigen een nieuwe bestemming te geven strekten zich zelfs helemaal uit tot de in Zuid-Bretagne gelegen luchthaven Lorient, waar het enige andere vliegtuig van het 4e flottila gereed werd gemaakt voor onmiddellijk vertrek naar het vliegdekschip. Zelfs als dat betekende dat het zorgvuldig opgestelde onderhoudsschema van de drie vliegtuigen in de prullenbak kon verdwijnen.

Het waren in ieder geval geen zorgen die de Franse president deelde. Hij was met zijn gedachten bij de brigade Franco-Allemande. De over Frankrijk en Duitsland verspreidde eenheden van de gemechaniseerde brigade hadden een gezamenlijke bestemming gekregen. Het materiaal werd via de weg en rails naar Litouwen getransporteerd om slijtage aan voornamelijk de pantservoertuigen te voorkomen. De Franse en Duitse militairen volgden spoedig. Zij ontvingen daarvoor instructies uit het in Straatsburg gelegen hoofdkwartier van het Eurocorps. In Litouwen moesten deze eenheden zich verenigen tot een brigade van vijfduizend militairen. De aanwezigheid van een Eurocorps werd door de Franse president van groot belang geacht. Het werd al spoedig duidelijk dat andere deelnemende landen aan het Eurocorps geneigd waren de toegezegde eenheden nog in eigen land te houden, tot er een gezamenlijke doelstelling was overeengekomen. Iets waar in Parijs al rekening mee was gehouden, maar het weerhield Albertin Voleunje er niet van om zijn plannen door te zetten. Zelfs nu hij niet langer meer voorzitter was van de Europese Unie. Tijdens de jaarwisseling had hij deze aan zijn opvolger uit Tsjechië moeten overdragen. Het was iets dat Albertin met tegenzin had gedaan, maar hij was trots op wat hij gedurende het afgelopen halfjaar had gepresteerd. De Tsjech opzadelend met het oplossen van de problemen, die door zijn successen waren veroorzaakt.

 

B-800 Kaluga, Noordelijke vloot

Het was stil aan boord. Alle overbodige apparatuur was uitgeschakeld en als er werd gesproken dan gebeurde het steeds fluisterend. De operateurs hadden met behulp van de MGK-400 sonar geluiden opgevangen die aan de B-806 konden toebehoren. In de boeg van de dieselelektrische onderzeeër werden voorbereidingen getroffen voor de lancering van TEST 71 torpedo's. Deze torpedo's waren speciaal ontworpen voor de bestrijding van andere onderzeeërs. Één van de taken waarvoor de klasse, waar de B-800 toe behoorde, voor was ontworpen. Uitgerust met in totaal zes lanceerbuizen in twee, horizontale rijen met vier buizen in de onderste rij. De buitenste buizen van deze rij waren geschikt voor de lancering van de TEST 71 torpedo.

"We horen ze de accu opladen."

De kapitein zag in zijn gedachten al de snorkelende onderzeeër voor zich. De B-806 bevond zich in een kwetsbare positie. De Kaliningradse sonaroperateurs aan boord moesten wel last ondervinden van de draaiende dieselmotor. Het gaf hen de kans om onopgemerkt dichterbij te komen. Nieuwe bevelen kwamen over zijn lippen. Verscheidene officieren keken verrast op.

"Deze koers leid ons het mijnenveld in, meneer."

De kapitein knikte. Het was een risico dat hij bereid was te nemen om de B-806 binnen bereik van zijn torpedo's te brengen.

"Als de Kaliningraders hun accu's hebben opgeladen dan duiken ze onder en dan is het maar de vraag of we hen ooit nog terug kunnen vinden."

Het bleek te weinig te zijn om de mensen om hem heen te overtuigen. De kapitein kon het van de gezichten aflezen.

"Wij weten waar onze marine mijnen heeft gelegen."

"De Kaliningraders hebben ook mijnen gelegd, meneer."

"Zouden zij de enige onderzeeër waar ze over beschikken midden in een mijnenveld laten rond varen. Het is onzinnig, tenzij ze weten dat er geen gevaar is."

Te laat was de kapitein gaan beseffen dat hij zich tot een discussie had laten verleiden. Om er een einde aan te maken en de hiërarchie aan boord te laten gelden herhaalde hij het eerder gegeven bevel op snauwende toon. Gevolgd door de instructie om de rompluiken te openen. Bevangen door de jacht was de kapitein vastbesloten om zijn carrière een nieuwe stimulans te geven. Zelfs als hij daarvoor de levens van de tweeënvijftig bemanningsleden in gevaar moest brengen.

"De sonaroperateurs vangen geluiden van kettingen op, meneer."

"Een boei", zei de kapitein zelfverzekerd, alsof hij in staat was met eigen ogen te zien wat het geluid had veroorzaakt.

"Of verankerde mijnen."

"Ik heb je gehoord."

De luitenant zweeg met een verbeten gezicht. Het was hem wel duidelijk geworden dat de kapitein geen tegenspraak wenste. Een explosie schudde de onderzeeër heftig door elkaar. Binnen stromend water vulde razendsnel een afgesloten compartiment van de onderzeeër. De daar aanwezige bemanningsleden maakten geen schijn van kans.

"Blaas de ballasttanks leeg", schreeuwde de kapitein.

Onderweg naar de oppervlakte begon de onderzeeër over te hangen. De zeemijn had behalve een gat in de romp ook de ballasttanks aan een kant beschadigd. Als een gewonde walvis kwam de Kaluga te midden van schuimend en kolkend water boven. Een matroos opende het luik en haastte zich naar buiten, terwijl het water al naar binnen begon te stromen. Hij hoorde het geschreeuw van de achterblijvers. In paniek geraakte mannen die zich allemaal naar de ladder haastte om eruit te komen. De onderzeeër begon al kapseizend weg te zakken. Nog een tweede bemanningslid worstelde zich naar buiten. De twijfelachtige veiligheid van het koude zeewater was aanlokkelijker dan de jongeman ooit in zijn leven had kunnen bedenken. De zwarte romp van de B-800 verdween onder water en de twee overlevenden zwommen er met krachtige slagen vandaan om niet naar de diepte te worden meegezogen. Vijftig landgenoten hadden minder geluk.

De ketting waarmee de boei aan de bodem was verankerd bewoog met elke golfslag. Er onder was een waterdichte recorder aan bevestigd. De apparatuur had zojuist de band afgespeeld en begon weer met een vooraf ingestelde herhaling ervan. De door de kapitein vermoedde B-806 was er in geen mijlen ervan te bekennen.

 

3 februari, Regeringsgebouw

Sander stond voor het raam met de handen op zijn rug. Het was een afwachtende houding, die hij de laatste tijd steeds vaker aannam. De oorlog was in een stroomversnelling beland en nu was er geen weg meer terug naar de onderhandelingstafel. Daar geloofden alleen nog de raaskallende experts in, die door opportunistische televisieprogrammamakers werden uitgenodigd om hogere kijkcijfers te scoren. Wie van de beide partijen nu het eerst op nieuwe onderhandelingen zou aandringen had al op voorhand verloren. Om de Russen zover te krijgen moest er eerst nog een heleboel bloed worden vergoten. De grote vraag was of dit hen kon gaan lukken. De middelen waarover ze beschikten waren beperkt en de voorraden tot een gevaarlijk niveau geslonken.

"Het is goed om de kop van de slang af te slaan met de hand van uw vijand."

Hij wierp een blik op de officier naast hem, alsof hij het de ander kwalijk nam hem te hebben gestoord in zijn overpeinzingen.

"Een Chinees gezegde", verklaarde Borya ongevraagd.

Sander keek weer voor zich uit. Hij had geen enkele interesse voor Chinese spreuken. "Hebben we nu spreekwoorden nodig om deze oorlog te winnen?"

Het sarcasme kon Borya onmogelijk zijn ontgaan, maar de man glimlachte slechts. Hij klopte de jongere man op de schouder. "Er komt nog meer uit het land waar deze zegswijze vandaan komt."

Het klonk raadselachtig, maar Sander stelde geen vragen. Hij had zich omgedraaid. Een jonge vrouw in uniform was op enkele meters afstand van hen blijven staan. Hij had haar hakken op de vloer horen tikken. Sander kneep zijn ogen half dicht. Ze had duidelijke Aziatische trekken en kort geknipt, zwart haar. Op het gezicht van Borya lag een brede grijns, die hem was gaan irriteren. De man wist duidelijk meer over wat er gaande was dan hij. Toch weigerde Sander koppig om het te vragen. Hij zou wachten en het nodige proberen af te leiden uit wat hij zou vernemen.

"Wilt u mij volgen, heren?"

Sander wisselde een snelle blik met Borya. Het Russisch was zeker niet de moedertaal van deze vrouw. Hij was hier op gaan letten in dagelijks gesprekken met mensen om hem heen, sinds hij probeerde zijn eigen accent te maskeren. Het was een uitdaging voor hem om het Russisch vloeiend te leren spreken en hij kampte blijkbaar niet alleen met dit probleem.

Ze leidde hen langs de presidentiële werkkamer heen naar de volgende deur in de gang. Qiu hield deze deur voor hen open. Het gaf Sander even de tijd om haar gezicht in zich op te nemen. Tot zijn verrassing maakten ze direct oogcontact, die ze onmiddellijk weer verbrak door haar ogen neer te slaan. Hij liep langs de jonge vrouw heen. Ze was bijna een hoofd kleiner dan hem. Eenmaal in de kamer werd de deur weer gesloten. De president was aanwezig. Net als een man die Sander nog niet eerder had gezien, maar eveneens Aziatische trekken vertoonde. Inwendig zuchtend wendde de Dutchman zich naar de bezoeker. Hij vroeg zich af wat dit te betekenen had, maar kreeg al een vermoeden toen de president de oudere man aan hem voorstelde. De Chinees bleek behoorlijk hoger in rang te zijn dan zijn burgerkleding deed vermoeden. Hij was als een toerist het land binnen gekomen om zijn militaire kennis en contacten beschikbaar te stellen. De Republiek Kaliningrad had een onverwachtse bondgenoot gekregen. Een ver weg gelegen land toonde zich bereid om hen te hulp te komen.

 

4 februari, Beriev A-50U AWACS 37 Rood

De paraatheid van de Poolse luchtmacht was de afgelopen weken herhaaldelijk op de proef gesteld. Steeds opnieuw werden er jagers de lucht in gestuurd, zodra er Russische toestellen naderden. Deze activiteiten waren niet aan de Russen ontgaan. Ze wisten inmiddels hoe snel de Polen konden reageren. Het was informatie die hen misschien in de toekomst nog weleens van pas kon komen. De operateurs van de A-50 hielden de elektronische signalen op de radarschermen nauwlettend in de gaten. Een aantal van hen bestond uit burgers, werkend voor Beriev Aircraft Compagnie. Het gemoderniseerde vliegtuig bevond zich nog altijd in de testfase, die pas op tien september 2008 van start waren gegaan. De directie en het ministerie van defensie waren echter overeen gekomen dat de huidige situatie zich uitstekend leende voor een operationele test boven de Oostzee. Ze wilden zien wat de reeds gedane investeringen in de praktijk waard waren. Een paar betrokken officieren hadden hier tegen geprotesteerd. Zij hadden aangedrongen om het prototype alleen boven Wit-Rusland in te zetten, waar het toestel veilig was voor tegenmaatregelen. Alleen waren ze te gering in aantal om merkbare invloed te hebben.

Een mengeling van Amerikaanse F-16 en Russische MiG-29 gevechtsvliegtuigen, allen bemand door Poolse vliegers, patrouilleerden met terugkerende regelmaat dicht langs de grens. Hoever ze hiermee konden gaan leken vandaag vier piloten te willen bewijzen. Op de beeldschermen van de operateurs bewogen vier signalen zich op het voor het oog onzichtbare grens die de luchtruimen van beide landen scheidde. De hoogste officier aan boord van het Russische vliegtuig vernam de informatie met grimas. In het verleden was dit nog onvoorstelbaar geweest, maar de Kaliningraders vertegenwoordigden niet langer het grootste land in de wereld en de Polen leken dit maar al te goed te beseffen. Het maakte hen brutaler dan voor de Kaliningraders acceptabel moest zijn. Toch ondernamen de laatsten, tot ergernis van de luitenant-generaal, hier helemaal niets tegen. Deze gedachte stierf een spoedige dood toen het laatste nieuws hem bereikte. De vier toestellen waren van koers veranderd en bevonden zich nu duidelijk boven grondgebied van de Republiek Kaliningrad en zouden over enkele seconden al boven zee zijn.

"Verstuur een waarschuwing aan al onze toestellen."

"Generaal?", vroeg een ingenieur in duidelijke verwarring.

"Het zijn geen Polen", schreeuwde de luitenant-generaal nu. "We worden aangevallen."

De Kaliningraders waren van tactiek veranderd en in het offensief gegaan. Hun verschijning veroorzaakte een ware schokgolf onder de Russen. Over de radio vroegen vliegers massaal om nieuwe orders en overbelaste het systeem. Het dwong een aantal van hen zelf beslissingen te nemen nadat duidelijke bevelen uitbleven. Een formatie bommenwerpers maakte rechtsomkeert, net als de A-50U. Een aantal jagers vlogen juist de Kaliningraders tegemoet. Om geen incidenten met de NAVO te veroorzaaken waren de jachtpiloten door politici gedwongen de vijand visueel te identificeren voor ze het vuur mochten openen. Deze bemoeienis vanuit Moskou eiste boven de Oostzee spoedig zijn tol.

Niet gehinderd door deze voorschriften lanceerden de Kaliningradse gevechtsvliegtuigen een salvo radar geleidde raketten in de richting van de nog onzichtbare vijand en troffen voorbereidingen op het lanceren van een tweede salvo. De piloten ervan hadden juist instructies gekregen om luchtgevechten op korte afstand te vermijden en aanvaarde al weer de thuisreis. De raketten moesten het werk zelfstandig opknappen. De piloten in het ongewis latend of zij werkelijk iets hadden getroffen, maar de vijand zeker in grote wanorde achterlatend.

Het was ook zichtbaar aan boord van de A-50U, waar veel burgers pas nu beseften hoe gevaarlijk het werk was dat ze verrichte. Misschien had de ontstane paniek er aan bij gedragen dat een aantal digitale systemen, die in plaats van de verouderde, analoge apparatuur was geïnstalleerd, het gelijktijdig begaven. Onmiddellijk werd een koortsachtig onderzoek gestart naar de oorzaak.

Voor de luitenant-generaal was het een onthutsende ervaring. Hij had de controle verloren en het ergste was dat de officier dit ook besefte. De bleek gekleurde ingenieur rende met een hand tegen de mond gedrukt langs hem heen in de richting van de toiletten. Het sanitair maakte eveneens deel uit van de modernisering. De A-50 was intussen onderweg om een nieuwe positie in te nemen. Hoofdschuddend luisterde de Rus naar de talrijke stemmen op de radio. Iedereen praatte door elkaar. Het was een kakofonie van geluiden. Tot er plotseling nog slechts een enkele stem was te horen, die vrijwel iedereen tot zwijgen had gebracht.

"Ik ben geraakt. Ik ben geraakt. Ik… O, God. Ik spring." Een onsamenhangende kreet van de piloot volgde uit de luidsprekers en wat resteerde was slechts ruis.

Het was voor de luitenant-generaal en medewerkers van de Beriev Aircraft Compagny veel angstaanjagender om naar te luisteren. De officier slikte de ontstane brok in zijn keel weg. Hij had nog geprobeerd om zijn meerderen te overtuigen ervan af te zien het vliegtuig naar wat hij als het front beschouwde te sturen. Als de Kaliningraders de aanval hadden doorgezet in plaats van meteen weer rechtsomkeerd te maken dan was het nog maar de vraag of ze aan hen hadden kunnen ontkomen. De vertraging die het moderniseringsprogramma dan zou oplopen interesseerde hem in dit geval veel minder.

"Meneer, we ontvangen een noodsignaal."

De luitenant-generaal zag zijn grootste angst bewaarheid worden. Ze hadden minstens één vliegtuig verloren, maar een jachtpiloot had opgewonden een parachute gemeld. Misschien leefde de piloot nog. "Geef de positie onmiddellijk door aan de marine. "

De reddingsoperatie ging al van start nog voor de ongelukkige piloot het water raakte. Alle militairen die de radio hadden afgestemd op dit radiokanaal luisterden gespannen mee.

 

regeringsgebouw

President Dostrovalyn klonk hartelijk door de telefoon, maar zodra hij had opgehangen veranderde de uitdrukking op zijn gezicht volledig. Zijn collega van de Oekraïne had toestemming gegeven aan het ontwerpbureau Antanov voor de uitgelekte verkoop van de Antanov An-71. Shurik was er blij mee, maar hij wist dat er onderhandelingen tussen Rusland en de Oekraïne aan vooraf waren gegaan, met als inzet de levering van olie en gas voor volgend jaar. Als de rollen waren omgedraaid dan zou hij precies hetzelfde hebben gedaan. Alleen was hij geen president van de Oekraïne. Het stemde hem daarom ook bitter. Shurik kon op weinig steun rekenen uit het buitenland, waar ze zo van afhankelijk waren. Het opbouwen van een eigen wapenindustrie zou jaren aan tijd kosten en er zou enorm veel geld mee gemoeid zijn. Iets waar het de Kaliningraders beide aan ontbrak. Noodgedwongen hadden ze zich daarom moeten wenden tot mazen in de wet en zelfs de illegaliteit om zich te bewapenen. De An-71 was hier een goed voorbeeld van. Het vliegtuig stamde nog uit de tijd van de Sovjet-Unie en was afgeleid van een reeds lang beproefd vrachtvliegtuig, de An-72. Voor de installatie van de NPO Vega-M radar was het ontwerp van het gehele staartstuk door de Oekraïners op radicale wijze herzien. Het had van de NAVO de verdiende aanduiding Madcape opgeleverd. Er waren drie prototypes van de Airborne Warning And Control Systems gebouwd, maar uiteindelijk ging de voorkeur van het Sovjet ministerie van defensie uit naar een compleet nieuw ontwerp van het Russische ontwerpbureau Yakolev. De twee functionerende prototypes van de An-71 stonden op een vliegveld bij de hoofdstad Kiev, waar niemand er nog naar om keek. Af en toe kwamen bezoekers het creatieve ontwerp bewonderen. In 1995 was er door het ontwerpbureau Antonov nog wel een vergeefse poging gedaan om buitenlandse investeerders aan te trekken voor een verdere ontwikkeling van het type. Officieel mocht de beide vliegtuigen volgens de gesloten overeenkomst de resterende dagen van hun bestaan als een attractie in de Republiek Kaliningrad door gaan brengen. Deel uitmakend van de inventaris van één van de vele museums, die het kleine land telde. De Oekraïners konden heel goed leven met deze leugen. Ze hadden een contract, waarachter ze zich konden verschuilen als er lastige vragen zouden worden gesteld. Ze beschuldigden de Kaliningraders liever van contractbreuk, dan hen openlijk te steunen met het zenden van militair materieel. Iets wat ze bij Georgië wel hadden gedaan, maar wat de betrokken mensen de nodige hoofdpijn had opgeleverd nu het land een nederlaag tegen de Russen had geleden.

"Ik hoop dat je tevreden bent?"

De woorden waren gericht aan de slanke militair tegen over hem.

"Dat zal ik pas zijn als de twee toestellen hier zijn geland, meneer de president."

De president knikte begrijpend en wendde zich tot de met de generaal mee gekomen Nederlander. Hij had deze onrustig zien bewegen.

"Je hebt een vraag?"

"Ja, wie is Boris Berezovski eigenlijk?"

Shurik leunde naar achteren, terwijl zijn blik door de werkkamer dwaalde. "Een Russisch zakenman in ballingschap. Hij steunt ons vanuit Londen met financiën en we maken gebruik van zijn connecties in de Oekraïne en andere landen. Toen ik de minister van defensie op televisie een oproep voor donaties voor de strijdkrachten liet doen was hij één van de mensen die hierop positief reageerde."

Het klonk allemaal heel patriottisch, maar Sander had daar momenteel weinig belangstelling voor. Aan elke hulp was een prijskaart verbonden, zoals hij heel goed wist.

"We zullen niet meer van uw tijd in beslag nemen, meneer de president", kwam de majoor-generaal tussenbeide, voor de nieuwsgierige Nederlander nog meer vragen kon stellen. Borya stond op en Sander volgde automatisch het voorbeeld van zijn meerdere. De president kwam trager overeind en schudde beide mannen krachtig de hand. Op de gang aangekomen schudde de majoor-generaal bezorgd het hoofd.

"De president ziet er moe uit."

"Ik heb er ook wel eens beter uitgezien", reageerde Sander zuur.

Hij ontving een daverende klap op zijn schouders van de in lachen uitgebarste majoor-generaal.

 

6 februari, CNN, Atlanta, Georgia

Groetend stak de gast in het programma zijn hand op naar een op hem gerichte camera, terwijl hij door de presentatrice in het programma werd verwelkomd. Professioneel, ondanks dat de groet van de man in de richting de verkeerde camera was geweest, schudde de vrouw hem glimlachend de hand. De man had waarschijnlijk zijn beste pak aangetrokken, maar zelfs daarin maakte de professor een stoffige indruk.

"We hebben u vanwege uw expertise uitgenodigd om over Kaliningrad te praten."

"Dank u, daarvoor."

De presentatrice glimlachte ditmaal breder, alsof ze hoogst persoonlijk verantwoordelijk was voor zijn aanwezigheid in de studio.

"Kaliningrad, de typische underdog in dit conflict, bijt flink van zich af."

De expert veroorloofde zich nu een glimlach. Rusland en de door de Russen bedreven politiek waren bekendere terreinen voor hem om over te praten, dan de media.

"De oorlog die in het Oostzeegebied woed wordt in Washington beschouwd als een binnenlands conflict, omdat zij de zelfstandigheid van de Republiek Kaliningrad niet hebben erkend. Veel regeringen gebruiken deze reden om niet te hoeven ingrijpen. Een aantal van deze regeringsleiders keken ook toe hoe Rusland het veel kleinere Georgië overrompelde. Vertonen Georgië en de Republiek Kaliningrad veel gelijkenis?"

De inleiding en de snelheid waarmee de vrouw sprak hadden voor de man weinig weg van de studenten waarmee hij normaal te maken had. Hij moest elk woord afwegen met zoveel camera's op hem gericht.

"De provincie Kaliningrad is ruim viermaal zo klein als het land Georgië en telt ook ruim viermaal minder inwoners. De ligging en geschiedenis..."

De presentatrice besefte dat de professor hier dieper op in ging en er over begon uit te wijden, maar de zendtijd was niet onbeperkt.

"Zijn heel belangrijk voor het heden", maakte ze glimlachend de zin af. "Ondanks deze verschillen moesten de Georgiërs al na een paar dagen de strijd staken, terwijl de Kaliningraders de Russen nog buiten de deur weten te houden."

"De Russen zijn bezig de druk op deze provincie met zowel politieke als militaire middelen geleidelijk op te voeren."

De man haalde adem om zijn verhaal af te kunnen maken, maar de vrouw tegenover hem maakte direct gebruik van deze kleine pauze om het gesprek over te nemen.

"Is dat een bewuste strategie van Moskou of verkeren de Russen gewoon in problemen, professor?"

"Hier is geen eenvoudig antwoord op te geven. Het Russische leger speelde in Georgië een doorslaggevende rol, maar oorlogsschepen en gevechtsvliegtuigen zijn nu bezig om in het geval van Kaliningrad deze rol op zich te nemen. Geen enkel conflict is met deze middelen alleen te beslissen. Hoe graag de politici en generaals in Moskou het ook zouden wensen."

"Ik heb me laten vertellen dat de Russen ook over mariniers beschikken."

"Net als wij", bevestigde de professor, "maar het besluit om deze mariniers daadwerkelijk in te zetten is een politieke keuze. Veel mensen beschouwen Kaliningraders nog steeds als Russen. De vrouw van de Russische premier is zelfs in Kaliningrad geboren. Het maakt de zaken nogal gecompliceerd."

"Wat een amfibische landing vast ook gecompliceerd maakt is het mijnenveld, dat de Russen zelf voor de kust hebben gelegd. Dank u voor uw aanwezigheid, professor."

Glimlachend wendde de presentatrice zich naar de camera. Onzeker over zijn uitgespeelde rol keek de professor nog enige seconden naar de vrouw.

 

F-15C gevechtsvliegtuig

Het squadron telde oorspronkelijk slechts vier jagers, maar de eenheid was inmiddels op volle sterkte gebracht. Het verblijf van de expeditionaire eenheid had eigenlijk met de jaarwisseling afgelopen moeten zijn, maar was nu voor onbepaalde tijd verlengt. De Amerikaanse bijdrage bestond er nog steeds voornamelijk uit om voor iedereen zichtbaar aanwezig te zijn. Een kapitein voerde deze opdracht uit door langs de zuidelijke grens van het gastland Litouwen te vliegen. Af en toe lokte het een reactie van de Kaliningraders uit, maar vandaag bleek niet één van deze dagen te zijn. De Amerikaanse jachtpilote moest zich erbij neer leggen.

"Zo, dit is dus Sukhoi Alley?", hoorde ze haar vleugelman over de radio vragen. "Ik zie hier zelfs nog geen vogel."

In een andere tijd en hier ver vandaan was een gebied door geallieerde vliegers MiG-Alley gedoopt. Waar de rivier Yalu in het noordwesten van Noord-Korea in de Gele Zee uit kwam, om precies te zijn. Daar vonden de eerste luchtgevechten tussen straaljagers plaats en de MiG-15 speelde daar een hoofdrol in.

Jennifer begon te grinniken. "Het is in ieder geval spannender dan boven Irak rondjes vliegen."

"Daar is nog weinig van te merken." De vleugelman was nauwelijks uitgesproken of Jennifer liet al weer van zich horen, maar nu op een veel zakelijkere toon: "We krijgen gezelschap." Geschrokken controleerde de vleugelman zijn instrumenten, maar was al snel gerustgesteld. Zelfs een beetje teleurgesteld. Hij had graag eens een Kaliningradse Sukhoi in actie gezien. De naderende toestellen hadden hun identiteit prijs gegeven als Poolse MiG-29's. Litouwen deelde ook een deel van zijn grens met het buurland Polen. De via de radio uitgezonden hartelijke begroeting van de kapitein bleef echter onbeantwoord.

"Misschien een ander radiokanaal proberen", stelde de luitenant lachend voor.

De kleine, grijze stippen in de verte groeiden als snel uit volwaardige Mikoyan MiG-29 gevechtsvliegtuigen. Tot verrassing van beide Amerikanen activeerden de Poolse piloten hun vuurleidingsradar en maakten zich schijnbaar gereed voor de lancering van raketten. De kapitein koos als vluchtleider van de kleine formatie voor een snelle aftocht, nadat alle oproepen onbeantwoord bleven.

"Wat krijgen we nou? We staan toch aan dezelfde kant?" Het lachen was de piloot compleet vergaan.

"Vind je het boven Irak nog altijd spannender?", vroeg Jennifer met een snel kloppend hart. Ook zij was geschrokken door de agressieve houding van de Polen, maar het was iets heel anders om het ook toe te geven. Als een vrouwelijke militair wilde ze voor geen enkele man in uniform onder doen. Ze besloot het zwijgen van haar vleugelman als een bevestiging te beschouwen. "Je zal hier nog met wel meer verrassingen te maken krijgen."

"Wat bedoel je daarmee?"

Ze vond hem anders klinken. Minder zeker van zich zelf in ieder geval dan hij was geweest bij de kennismaking. "Ik vertel je er wel over aan de bar", zei Jennifer afwezig. Zij dacht aan de door het 493e squadron opgevangen gesprekken tussen piloten. Het was geen geheim dat de Kaliningraders buitenlandse gevechtspiloten inzetten, maar over de nationaliteit van deze vrijwilligers waakten ze, alsof het een staatsgeheim betrof. Wat misschien ook wel het geval was, nu ze er langer over nadacht. De gesprekken werden minder in het Russisch gevoerd, dan eigenlijk wel verwacht mocht worden. Volgens sommige geruchten werd er af en toe zelfs Mandarijns gesproken. Wat ze altijd had afgedaan als een mythe, maar wel had ze een enkele keer een Engelse stem in een vreemd dialect gehoord. Ze was bereid onder het genot van een drankje haar vleugelman er deelgenoot van te maken.

 

7 februari, E-2C Hawkeye 2000 nr 1, Flottille 4

Het had voor de twee vliegers en drie operateurs nog altijd iets onwerkelijks. Vlak voor vertrek was aan elke piloot van de twee AEW-vliegtuigen een verzegelde envelop overhandigd, die ze pas na het opstijgen mochten openen. Op papier waren de laatste instructies, de uiteindelijke bestemming van de vliegtuigen getypt en op de laatste pagina onder aan enkele inspirerende woorden door de commandant persoonlijk geschreven. De opgelegde radiostilte verbood de vliegers om hun meerdere hiervoor te bedanken. Al was het aan boord niet bepaald stil gebleven. De enkele vlucht boven internationale wateren naar Polen had de nodige rumoer onder de bemanningen veroorzaakt, maar ook de geheimzinnigheid waarmee alles was georganiseerd. Het Poolse ontvangst was voor de vliegers en operateurs dan ook een overweldigende ervaring. Het was groots opgezet, met ontstellend veel journalisten. Een breed lachende Lech Aleksander Kaczyński schudde voor de camera ieder van hen de hand en van de vrouw van de president ontvingen ze een kus. De Fransen hadden elke minuut van de feestelijkheden genoten. Het was hen de volgende ochtend dan ook zwaar tegen gevallen om vroeg uit bed te moeten komen, maar ze hadden een belangrijke taak te vervullen.

In plaats van het gebruikelijke water onder zich te zien, werd de Fransen nu een blik gegund op het Poolse landschap. Het was voor de marinevliegers een minder vertrouwd beeld dan de Charles de Gaulle, maar het vliegdekschip opereerde momenteel ver van de Oostzee vandaan. Om veiligheidsredenen, vanwege het gebrek aan ruimte, had de Franse admiraliteit ervan afgezien het oorlogsschip naar deze binnenzee te sturen. Toch weerhield de onbekendheid met het terrein de Franse bemanning er niet van om efficiënt hun taken te vervullen. De Lockheed Martin AN/APS-145 radar was hiervoor het belangrijkste systeem aan boord, maar het werd ondersteund door een IFF, een militair identificatiesysteem, en een AN/ALR-73 passief detectie systeem om het beeld van het luchtruim te completeren. De in de Verenigde Staten van Amerika ontwikkelde E-2C vormde binnen de Franse marineluchtvaart een buitenbeentje. Alle toestellen binnen deze organisatie met militaire taken waren van Franse afkomst. Zo neerbuigend veel Fransen reageerden op buitenlandse technologie, zo enthousiast hadden ze zich getoond over de aanschaf van E-2 en E-3 met radarapparatuur uitgeruste vliegtuigen. De E-2C had aan de strenge eisen van de marineluchtvaartdienst voor een AEW-vliegtuig voldaan. Ze waren zelfs de enige klant van de Amerikanen, die ook met het toestel vanaf een vliegdekschip opereerden. De herkomst van het in eind 1998 overgedragen vliegtuig speelde voor de bemanning momenteel geen rol van betekenis.

Wat hen meer zorgen baarde was de samenwerking met de MiG-29 gevechtsvliegtuigen van het gastland. Het coördineren van een onderschepping in het door hen bewaakte luchtruim moest, bij gebrek aan een tactische data link in het van oorsprong Russische toestel, met behulp van een radio op de oude manier plaats vinden. Alle informatie moest op mondelinge wijze worden overgebracht naar de Poolse jachtpiloten in de MiG's. De communicatie met de Poolse F-16 vliegtuigen verliep via data links veel soepeler.

Voor de Polen was het een teleurstellende ervaring dat de NAVO weigerde om zelfs maar één van haar zeventien grotere E-3 AEW&C naar het Oostzeegebied te zenden. Het had vermoedelijk alles te maken met de getoonde agressiviteit van Russische jachtpiloten. De bemanning van een Amerikaans RC-135U spionagevliegtuig was zelfs gedwongen geweest uit te wijken naar het Zweedse luchtruim. In plaats daarvan moesten de Polen genoegen nemen met de veel kleinere AEW-vliegtuigen uit Frankrijk. Een land dat wel nauwe banden met de NAVO onderhield, maar er geen lid van was. De instinctief genomen beslissing van Albertin Voleunje om Polen te hulp te schieten was dankbaar aanvaard. Het was ook de reden waarom ze de hele wereld er getuige van wilden laten zijn door massaal de media uit te nodigen.

In Parijs hief Albertin breed grijnzend zijn rijkelijk gevulde glas op naar de televisie. Trots op het politieke succes dat hij op eenvoudige wijze had behaald. De beelden waar hij naar keek zou de komende dagen nog talloze malen herhaald worden. Hij wist dat de Polen zelfs openlijk waren gaan twijfelen aan de waarde van artikel 5 van het Noord-Atlantische Verdrag. Het vormde de kern van het hele verdrag en kwam er op neer dat een aanval op één van de leden moest opgevat worden als een aanval op alle lidstaten.

 

Baltiysk

De stad had weinig van zijn geslotenheid verloren. De bewoners waren voor hun inkomen grotendeels afhankelijk geweest van de marinebasis. Een deel ervan was tegelijk met de Russen vertrokken en anderen waren naar de hoofdstad getrokken om daar ander werk te zoeken. De aanwezigheid van zoveel bomen en ander groen rondom en in de stad had haar passagier onderweg misschien nog kunnen bekoren, maar de in de auto wachtende Nadenka besloot haar aandacht op de Cosmopolitan te richten. Ze bladerde er door heen, zonder meer oog voor haar omgeving te hebben. De mobiele telefoon had ze naast zich op de stoel gelegd, terwijl ze wachtte op een seintje van de Nederlander. De UAV-3907 had ze schuin voor het meters hoge standbeeld van Peter de Grote geplaatst. Het was één van de vele monumenten die in de stad was terug te vinden. Bijna allemaal verbonden met het verleden van de Russische marine. Even keek Nadenka op in de richting van voormalige hoofdkwartier van de Oostzeevloot. Het was een imposant gebouw om te zien. Al was het eerder het geluid van een claxon, die haar aandacht had getrokken. In een buitenspiegel zag ze een groepje kinderen weg rennen. Een jongetje met een bal in zijn handen keek geschrokken naar de langs rijdende bus. De chauffeur ervan reed sneller dan verstandig was. De voor Nadenka onbekende man bleek ook brutaal te zijn en geen rekening met andere mensen te willen houden. Hij parkeerde nog veel dichter bij het gebouw dan zij had gedaan. De chauffeuse legde de Cosmopolitan neer. "Maffia", mompelde Nadenka.

Een bewaker liep al schreeuwend en druk gebarend op hen af. Zoals hij eerder bij Nadenka ook had gedaan. Om na haar heftige repliek en een vernietigende blik van de Dutchman weer snel af te druipen. De soldaat had er blijkbaar niets van geleerd.

Onwillekeurig moest ze denken aan het kogelvrije vest in de kofferbak. Sander had deze voor haar geregeld. Hij sleepte het oncomfortabele ding al met zich mee sinds hij de beschieting op het vliegveld had meegemaakt. Onzeker of ze moest toegeven aan haar instinct om het kogelvrije vest te gaan pakken, besloot ze te wachten. Waarop kon Nadenka met geen mogelijkheid zeggen, maar toen de eerste schoten klonken wist ze het. De bewaker zag ze op de trap in elkaar zakken om de laatste treden naar beneden te rollen, waar hij roerloos bleef liggen. De mannen behoorde niet tot de maffia! Vloekend greep Nadenka de telefoon, terwijl ze de geüniformeerde mannen de trap op zag rennen. Het gebeurde op een gecoördineerde wijze, die veel training verraadde. Ze had meteen naar haar gevoel moeten luisteren. Net zoals Sander zo vaak deed. Zoals ze ook herhaaldelijk pas later begrip kreeg voor zijn soms onnavolgbare handelswijze. Een enkele druk op toetsknop twee en ze hoorde de telefoon overgaan. Nadenka had de Dutchman onder een sneltoets gezet. Een groot deel van haar werk bestond uit wachten. Deze tijd had ze benut om haar mobiele telefoon te programmeren, tot het geheel naar haar zin was. Iets wat minder moeilijk bleek te zijn dan ze altijd had aangenomen. "Neem nou toch op." Het ongeduld klonk in haar stem door.

 

Marine hoofdkwartier

"Waarschuw de politie, het leger of wie dan ook." Licht hijgend verbrak Sander de verbinding. Opgezadeld met een boodschap waarvan de majoor-generaal het te gevaarlijk vond om het via de telefoon of het internet over te brengen, was hij in gezelschap van Nadenka naar Baltyisk afgereist. De stad en haar weelderige groen hadden hem aangenaam verrast. Zoiets vond hij niet terug in een stad als Amsterdam. Hij keek om naar een jeugdige luitenant. De man maakte deel uit van de verbindingseenheid, die na het vertrek van de Russen in het gebouw was gevestigd. Het was een luxe omgeving in vergelijking met de barakken waar de militairen eerder waren gehuisvest. Af en toe moesten een paar van hen een uniform van een stafofficier dragen en buiten rondlopen of een keer voor een raam gaan staan. De indruk wekkend dat het gebouw nog altijd als een hoofdkwartier in gebruik was.

"Zeven of acht man zijn er binnen gedrongen. We worden aangevallen."

De luitenant rolde met zijn ogen toen hij de Nederlander het voor de hand liggende hoorde zeggen. De schoten klonken nu luider. Net als het geschreeuw. "Ze komen dichterbij."

Plotseling ook verlangend naar een wapen keek Sander toe hoe de officier een zwart metalen pistool uit zijn holster haalde. "Heb je er toevallig eentje over?"

De luitenant boorde alle hoop van de Nederlander met het schudden van zijn hoofd in de grond. Hij zag de man wat onverstaanbare woorden mompelend naar de gang lopen. "Waar ga je naar toe?"

Sander keek om. Het koste hem moeite om zijn ademhaling onder controle te krijgen en begon tot tien te tellen. Steeds langzamer tot hij weer in staat was om na te denken. Er was geen sprake meer van een vuurgevecht, al werd er nog wel geschoten. Hij kon iemand horen smeken voor zijn leven, tot een schot er een einde aan maakte. "Hier weg." Hij had het meer gezegd om zijn stem te testen. Hoe klonk hij normaal eigenlijk? Het antwoord op deze vraag was plotseling belangrijk voor hem geworden. "Ik moet een wapen hebben." Hij liep terug naar het bureau en pakte de daar liggende schaar. Het zag er als wapen belachelijk uit en zo voelde hij zich eerlijk gezegd ook. Het alternatief was de strijd met zijn blote handen aan te gaan en dat was nog veel minder aantrekkelijk.

"Wacht, ik ga mee."

Sander keek naar het pistool in de trillende hand van de luitenant. De officier leek niet van plan om voorop te gaan, maar hij wilde hier ook niet blijven wachten tot ze zouden worden gevonden. In beweging blijven leek hem nog de beste optie. Hier in het kantoor kon hij zich nergens verbergen. Voorzichtig trok hij de deur open en gluurde om de hoek. "Schiet me niet in de rug."

Voor de luitenant in staat was te antwoorden zag hij de Nederlander het kantoor verlaten. Haastig ging hij achter hem aan. Het had zijn ouders gerustgesteld dat hij achter een bureau werkte. Het gevaarlijkste wat hem nu kon overkomen was een nietje in zijn hand, had zijn broertje nog gegrapt. "Was het maar waar."

"Wat?", vroeg de omkijkende Sander.

"Niets, meneer."

De Nederlander fronste een keer. "Als je een beter idee hebt, dan is dit wel het moment om te gaan praten."

"Nee, meneer."

 

790e commando- en controlecentrale

Een stroom van bevelen volgde op het laatst binnen gekomen nieuws. De majoor-generaal probeerde rust uit te stralen, terwijl iedereen om hem heen in rep en roer was. De aanval op het hoofdkwartier van de marine was nog steeds gaande. Wapens werden in de commando- en controlecentrale uitgereikt. Versterkingen naar alle toegangen van het bunkercomplex gedirigeerd. Het bij Baltyisk gelegen vliegveld had meerdere raketten te incasseren gekregen, maar verder was de stad door de Russen nog ongemoeid gelaten. Het nieuws van de aanval had dan ook iedereen overrompeld.

"Weten we al of het Russen zijn of terroristen?" De majoor-generaal weigerde het woord partizanen in de mond te nemen. Deze hadden een speciale status voor hem, vanwege hun bijdrage aan de Grote Vaderlandse Oorlog. De militairen om hem heen schudde ontkennend het hoofd. Het was belangrijk voor de majoor-generaal om te weten of de aanval het werk was van een lokale verzetsbeweging of uitgevoerd door Russische commando's. Al was het twijfelachtig of deze laatsten zonder hulp van de plaatselijke bevolking konden opereren.

"Weten we dan wel wat over Sander?"

Ook hier moesten de mensen hun meerdere het antwoord op schuldig blijven. Hij gebaarde de dichtstbijzijnde soldate om te komen.

"Loop eens naar zijn kantoor en vertel me wat je op zijn bureau ziet liggen."

"Meneer?", vroeg Eveshka niet begrijpend. De tiener wist wie Sander was, omdat ze de Nederlander al meerdere malen had gezien. De man verkeerde veel in wat zij als hoog gezelschap beschouwde. Voor de rest had de Nederlander zich bijzonder zwijgzaam getoond en dat had de stroom geruchten gevoed die al de ronde over hem deed. Hij sprak deze vreemd genoeg niet tegen noch bevestigde hij ze, als ze hem ter oren kwamen.

"Doe het gewoon."

Gehoorzaam liep het meisje weg. Geronseld voor de strijdkrachten had haar leven, nadat ze het uitgereikte uniform had aangenomen, al snel een andere wending gekregen. Gewend aan de vrijheid op de straat moest ze nu volgens strenge regels werken en zelfs leven. Ze was ondergebracht in één van de barakken van de 6610e wapenopslagplaats. Samen met andere meiden, waaronder veel artilleristen, was Eveshka erin geslaagd om de barak wat huiselijker te maken. Ze bleef aarzelend bij de deur staan en klopte aan. Volgens de generaal was hij weg, maar om zonder aankondiging de deur te openen durfde Eveshka niet. Na verscheidene seconden, zonder dat er iets gebeurde, duwde ze deze voorzichtig open. "Is er iemand?"

Eveshka schrok van het horen van haar eigen stem. Tot haar opluchting was er inderdaad niemand aanwezig. Het vertrek zag er opvallend spartaans uit. Het bureau werd niet zo opgeruimd achtergelaten, zoals ze andere officieren wel zag doen. Ze pakte de telefoon. Zodra het meisje de zware stem van Borya hoorde, begon ze te vertellen wat ze voor zich zag liggen. Tot Eveshka bij het pistool was aangekomen, dat op een stapel formulieren lag.  De majoor-generaal bedankte haar. "Ik had nog zo tegen hem gezegd dat hij zijn wapen binnen handbereik moest houden." Bezorgd schudde de man het hoofd, voor hij de verbinding verbrak.

 

marine hoofdkwartier

"Het is net een film. Het is net een film", mompelde Sander. Zonder te beseffen dat hij in herhaling verviel. Hij hield een Kalashnikov AK-74M stevig tegen zijn borst gedrukt. Het was de enige manier waarop hij het trillen van zijn handen kon onderdrukken.

Een naast hem zittende soldaat was gewond geraakt en hield een hand met even veel kracht tegen zijn buik gedrukt. Bloed sijpelde tussen zijn vingers door. Het haastig aangebrachte verband was al reeds verzadigd. Hij zag de Nederlander verstijven en het wapen schouderen. "Weet u het zeker, meneer?"

"Worden we nu opeens kieskeurig?", gromde Sander.

De soldaat haalde zijn schouders op. Hij had zijn aanvalsgeweer aan de man met de schaar afgestaan en vervolgens uitleg gegeven over hoe je met een AK-74 kon schieten. Het versterkte niet bepaald het vertrouwen dat hij in de ander had. Het was hem wel duidelijk dat de man een bureaufunctie vervulde. Wie anders kwam gewapend met een schaar zijn kantoor uit lopen?

Gespannen richtte Sander het wapen op de in de schaduw verblijvende persoon.

"Het is er één van ons", riep de luitenant en kwam uit zijn dekking te voorschijn om de onbekende soldaat te waarschuwen voor de in zijn beleving schietgrage Nederlander.  

Sander ontspande met moeite zijn vinger aan de trekker. De soldaat was uit de schaduw gestapt en droeg hetzelfde uniform als hen, maar met een blauwe zakdoek om de hals. Het oorverdovende lawaai van geratel vulde de gang. Geschokt staarde Sander naar de kreunende luitenant op de vloer. Een geluid dat hij niet meteen kon plaatsen deed hem opkijken. Een handgranaat kwam stuiterend hun kant op. Hij liet zich vallen. Vloekend toen het aanvalsgeweer hem daarbij in de weg zat. De handen tegen de oren drukkend en de mond open gesperd. De explosie ging grotendeels aan hem voorbij. Het verminkte lichaam van de luitenant bewoog niet meer. Kogels vlogen door het gangpad. De commando kwam zijn werk afmaken. Hijgend wierp Sander met tranende ogen een blik op de gewonde soldaat en zag dat deze het bewustzijn had verloren. Hij benijdde hem hierom!

"Als ik ga, dan neem ik er eentje met me mee." Het was een hardop uitgesproken belofte aan zich zelf. Het was alsof de rest er voor hem helemaal niets meer toe deed. Het verleden en toekomst van Sander hadden geheel hun betekenis verloren. Het enige wat telde was dit ene moment. Hij schouderde het wapen opnieuw en beantwoorde het vijandelijke vuur. De houten kolf voelde hij elke keer bij het overhalen van de trekker tegen zijn schouder stoten. De onbekende commando verdween uit het zicht. Teleurgesteld moest Sander bij zich zelf bekennen dat de vraag van de soldaat misschien wel terecht was geweest. Het enige wat hij had geraakt waren de vloer, de wanden en waarschijnlijk ook nog het plafond. De commando had zich ongehinderd terug getrokken. "Ik ben een waardeloze schutter." Vloeken mompelend verving Sander het lege magazijn voor een volle. In films leken magazijnen nooit zo snel leeg te raken als bij hem het geval was geweest. De soldaat droeg nog vier magazijnen met zich mee en hij eigende zich deze allemaal toe. Na elke handeling steeds om zich heen kijkend. Zijn nek begon er pijn van te doen. Ook vond hij in één van de zakken van de gewonde een doos met kogels. Alles wat hij dacht te kunnen gebruiken stopte hij bij zich.

"Denk na, hufter. Wat moet ik nu doen?" Na enige seconden begon hij het leeg geschoten magazijn te vullen met dertig kogels. Zich gereed makend voor de volgende ronde.

 

Baltiysk

Zwarte rookwolken stegen op van in brand geschoten auto's en bus op de parkeerplaats. De stam van een grote conifeer was zo vaak geraakt, dat het halverwege was afgebroken. Het standbeeld van Peter de Grote was zijn linkerarm kwijt geraakt, maar kogels hadden weinig zichtbare schade aan het bronzen lichaam kunnen aanbrengen. De omgeving van het hoofdkwartier was in een slagveld veranderd. Ook het gebouw zelf had de nodige treffers te verduren gekregen. De witte kozijnen en de roze geverfde muren vertoonden talrijke kogelgaten. Het waren er inmiddels al zoveel dat ze niet meer te tellen waren. Nadenka hoorde met elke stap die ze zette het glas onder haar schoenen knarsen. De auto, waarachter ze dekking had gezocht, beschikte over geen enkele intacte ruit meer. Bezorgd hield ze de raamopeningen in de gaten waaruit op hen was geschoten. Achter andere ramen kon ze felle flitsen zien. Ook binnen werd er nog door gevochten. Het gaf haar enige hoop dat Sander nog in leven was. De telefoon in haar hand kwam tot leven. Ze luisterde naar de stem en slaakte een zucht van opluchting.

"Ik heb nog geprobeerd je te bellen." Ze luisterde hoofdschuddend naar zijn reden waarom ze hierin had gefaald en slaagde er maar net in om een diepe zucht te onderdrukken. "In het menu kan je de telefoon op trilstand zetten", probeerde ze uit te leggen, terwijl ze gebukt naar een groepje officieren rende. Er was op straat een tijdelijke commandopost op korte afstand van het marine hoofdkwartier opgericht.

Militaire versterkingen waren gearriveerd voor de op afstand gebleven politieagenten. Een doorzeefde politieauto en bloed op de straat waren daar een goede reden voor. De agenten van het voertuig waren geen partij voor de zwaar bewapende commando's geweest, maar dankzij hen hadden de Russische militairen wel hun plannen voor een snelle aftocht drastisch moeten herzien. Een soldaat hield haar op bruuske wijze tegen. Hij probeerde wat tegen haar te zeggen, maar ze leek het niet eens op te merken. "Ik heb de Dutchman aan de lijn", schreeuwde ze.

Verscheidene officieren keken in haar richting. "Laat haar door", beveelde één van hen.

De soldaat deed onmiddellijk een stap voor haar opzij. De leidinggevende officier had behoefte aan meer informatie en nam de telefoon van haar over. Nadenka hoorde de man talrijke vragen stellen, terwijl de officieren om hem heen meeluisterden.

"Houd stand. We komen eraan. Hij wil jou weer spreken."

Nadenka kreeg de telefoon terug en luisterde naar de stem voor ze begon te praten. "Je gaat naar het menu toe..."

De officier begon direct een paar wijzigingen aan te brengen in het aanvalsplan. Hij was er nog mee bezig toen Nadenka opnieuw zijn aandacht wist te trekken. Ze wees naar het gebouw. Een vuile hand wapperde met een doek. Deze had wel geen witte kleur, maar de boodschap kwam over.

"Het is voorbij. Ze geven zich over. Het is voorbij", schreeuwde Nadenka in de telefoon.

Een Russische commando kwam met opgeheven armen naar buiten. De verwarring was van zijn gezicht te lezen, toen hem van verschillende kanten instructies werden toe geschreeuwd. Tot iemand met een portofoon iedereen wist te overstemmen.

Het gebeurde allemaal veel te chaotisch naar de zin van Nadenka. Ze zag meer commando's verschijnen. "Vijf, zes.. Waar is de zevende? En zeven."

Een aantal van hen ondersteunden gewonde kameraden. Tientallen gewapende soldaten en agenten omsingelden hen, terwijl anderen het hoofdkwartier binnen gingen. Zonder enig verzet te bieden lieten de commando's zich boeien. Al toonden ze zich allemaal bezorgd om de gewond geraakte teamleden. Deze kregen pas hulp, nadat ze ook geboeid waren.

"Wacht, het is nog niet veilig om naar binnen te gaan", waarschuwde een agent.

"Dat zijn ze allemaal", wierp Nadenka tegen. Niemand toonde zich bereid om naar haar te luisteren. Het hele gebouw moest doorzocht worden en voorlopig werd haar de toegang nog ontzegt. Ongeduldig ijsbeerde Nadenka op en neer, terwijl dit gebeurde.

 

790e commando- en controlecentrale

De majoor-generaal keek naar de met bloed besmeurde envelop, die Sander naar Baltiysk had gevoerd. De Nederlander had het ongeopend weer mee terug genomen en op zijn bureau gelegd. De officier aan welke deze was gericht was gesneuveld. Langzaam hief Borya het hoofd op. De verschijning van de Nederlander had hem geschokt. Even had hij gedacht dat de ander gewond was geraakt, maar het bloed op zijn vuile uniform behoorde aan iemand anders toe.

"Ga naar het hotel om uit te rusten."

Nadenka schraapte haar keel luid genoeg om door iedereen gehoord te worden, maar begon pas te praten toen de generaal haar vragend aan keek. "Ik denk niet dat hij daar veilig zal zijn, meneer."

De majoor-generaal keek van de chauffeuse naar de Nederlander en weer terug. "Waar heb je het over?"

"Ze hebben bij hem ingebroken en alles overhoop gehaald."

"Nadenka...", siste Sander haar toe.

De majoor-generaal keek hem bezorgd aan voor een verklaring.

"Ik heb toch geen kleren meer nodig", Sander pakte tussen wijsvinger en duim de stof van zijn uniform beet, "nu dit in de mode is gekomen."

De majoor-generaal kon er niet om lachen, maar de poging van de Nederlander om er een humoristische draai aan te geven kon hij wel waarderen. "Zoek een andere plek om uit te rusten, luitenant."

Sander knipperde verrast zijn ogen nu hij met een rang werd aangesproken. "Luitenant?"

"Je hebt het verdient en daarvoor ben ik bereid de regels te negeren. Rust goed uit want ik heb je nog hard genoeg nodig."

"Ik zal wel een veilige plek voor hem vinden, meneer", zei Nadenka.

Sander wierp de vrouw een moordlustige blik toe. Het voelde aan alsof hij als een onnozel kind behandeld werd. Ze hield de deur voor hem open. Knarsetandend liep hij voor haar het vertrek uit. Waar nieuwsgierige mannen en vrouwen hem aanstaarden en het werk achter de bureau's geheel stil kwam te liggen. Het was bij zijn aankomst ook gebeurd. "Hebben jullie geen werk te doen?", snauwde hij hen toe.

Geschrokken werd het werk door de militairen direct hervat. Een op de punt van het bureau zittende majoor, die in gesprek was verwikkeld met de secretaresse, kwam haastig overeind. Onzeker hoe hij hier op moest reageren. De tijd die hij nodig had om tot een besluit te komen was de Dutchman al weer meters van hem vandaan.

Een meisje begon snel de papieren op het gangpad bij elkaar te zoeken, die ze in haar ontsteltenis had laten vallen. Eveshka kromp in elkaar toen de Nederlander vlak langs haar heen liep, maar tegelijk ook blij dat ze hem niet in de ogen hoefde te kijken.

Sander was de eerste om te bekennen dat deze mensen het niet hadden verdiend. Hij voelde zich moe en vies. Hij moest echter zijn frustratie kwijt en daar had hij deze onschuldigen voor gebruikt.

"Was dat nou echt nodig?", vroeg Nadenka, nadat ze in de auto waren ingestapt en ze de motor had gestart. Ze zag hem in de binnenspiegel het hoofd schudden. In zijn ogen bespeurde ze een afwezige blik. Voor ze haar woning had bereikt was haar uitgeputte passagier al in een onrustige slaap gevallen.

 

8 februari, flatgebouw

Genietend van het ontbijt op bed nam Sander een slok van de vers geperste sinaasappelsap. Nadenka zat aan het voeteinde. Ze had de nacht door gebracht in de logeerkamer, maar in alle vroegte was ze opgestaan om het ontbijt voor te bereiden. Hij leek de gedane moeite erg te kunnen waarderen en het smaakte hem zichtbaar. Al was ze minder te spreken over zijn tafelmanieren. Misschien was het in Nederland heel gewoon om met een volle mond te praten, maar het zag er vanaf haar plek weinig verfijnd uit.

"Ik heb er eens over nagedacht en ik weet het nu zeker, het leger is niets voor mij. Ik ga nog liever de lucht in met een vliegtuig. Op deze manier is de oorlog..." Zoekend naar de juiste woorden was Sander in gepeins verzonken. "Afstandelijker, maar ook schoner, begrijp je?"

"Ik denk het wel. Je zag er laatst nogal stoffig uit."

Hier moest Sander om grinniken, terwijl hij bezig was om een gekookt ei uit de schaal te lepelen.

Het verraste Nadenka. Gedurende de verstreken tijd die de Nederlander in haar land had doorgebracht was hij al een paar maal aan de dood ontkomen. Voor iemand anders zou het een goede reden zijn om de Republiek Kaliningrad voorgoed te verlaten. Ze had het zelfs verwacht. Wankelend had ze hem het marine hoofdkwartier zien verlaten. De hand vasthoudend van een soldaat op een brancard. Ze had de tranen over zijn met stof bedekte wangen zien stromen. De opgedane ervaringen maakten nu voorgoed deel uit van zijn leven. Het had weinig overeenkomsten vertoond met de frisse en opgewekte soldaten die ze op de wervingsposters overal in de stad had zien hangen.

"Weet je zeker dat je niet mee wilt eten?" Hij zag haar knikken en haalde zijn schouders op.

"Je kleren heb ik te drogen gehangen." Ze zag zijn gezicht betrekken.

"Ja, bloed wast lastig uit."

"Volgens mij kan je wel wat verlof gebruiken en ik ook."

"Is dat een uitnodiging om nog langer hier te blijven?" Hij zag haar kleuren en opvallend snel van hem weg kijken.

"Het lijkt me trouwens beter dat je toch blijft werken", corrigeerde ze zich zelf. "Het zorgt voor meer afleiding." Onzeker keek Nadenka hem weer aan. De twinkeling in zijn ogen was terug. Ze bespeurde het met enige verademing.

"Ik kan ermee leven."

Haar opluchting was nu compleet. "Het zou alles maar gecompliceerd maken."

"Ik hou van complexe situaties, maar in dit geval is het nu veel eenvoudiger, nietwaar?" Hij zag haar knikken. "Zoals ik dus al zei, ik kan ermee leven." Er viel een stilte. "Ik ben geen makkelijk mens in omgang", zei hij tenslotte.

"Hoe kom je daar nou bij?"

Sander haalde zijn schouders op. "Tijdens de schietpartij bedacht ik me opeens dat ik steeds meer weg heb van iemand met wie ik heb gewerkt. De gedachte kwam uit het niets bij me op. Het is geen plezierig persoon in omgang en ik ben bang dat ik zoals haar word. Zij stelde zich zelf doelen en wilde deze ten koste van alles en iedereen realiseren. Zij zit waarschijnlijk ook achter mijn ontslag in Nederland."

"Ik ken de vrouw niet waarover je praat, maar jij bent anders dan zij."

"Hoe kan je dat zo met zekerheid zeggen?"

"Zou zij zich zelf onder de loep nemen?"

Het gezicht van Sander betrok. "Nee."

"Jij bent dus anders. Misschien niet altijd makkelijk in omgang met andere mensen, maar je spreekt wel je waardering uit voor mensen wanneer ze iets goeds hebben gedaan in jouw ogen."

Hij glimlachte. Het stelde hem geruster dan zij zich waarschijnlijk voor zou kunnen stellen.

"En de generaal is blij met je."

"Ik wilde helemaal geen indruk op hem maken."

"Ik weet het."

Hij keek haar verwonderd aan. "Hoe?"

"Je bent een serieus mens. Ik zie je nooit lachen."

Hier dacht hij even over na, voor de hem zo typische grijns verscheen.

Ze lachte met hem mee. "Dat is een grijns en geen lach."

"Ik kan me ontspannen als je dat soms bedoeld." Sander zag dat ze hier aan twijfelde. "Echt." Hij schudde het hoofd. "Nou klink ik alsof ik me zelf wil overtuigen."

"Je hebt je best gedaan."

"Maar wel gefaald", vulde hij aan.

Ze lachte en zag zijn grijns nog breder worden. Nadenka geloofde wel dat hij in staat was zich te ontspannen, maar niet hier of nu. De oorlog had hem gewekt. Haar lach verflauwde. Huiverend voor de grens waar hij op balanceerde. Waarschijnlijk verafschuwde Sander wat hij had moeten doen om te overleven, maar ze had de verandering in hem bespeurd. Hij had het geweld als een noodzakelijk kwaad geaccepteerd waarmee beslissingen in een oorlog werden geforceerd. Hoe geavanceerd een oorlog ook mocht worden uitgevochten, het ging gepaard met een zekere barbarisme. De oorlog gaf op een primitieve manier zijn leven zin. Zij wilde de vervagende scheidslijn tussen goed en kwaad nooit overschrijden, maar van hem was ze niet helemaal meer zeker. Geconfronteerd met geweld was ze bang dat het zover zou kunnen komen dat hij er aan gewend zou raken en zelfs zou leren om ervan te genieten. Het was voor haar een extra reden om te wensen dat deze oorlog snel voorbij was.

 

9 februari, Sukoi Su-27SM

De Russische formatie had met sterke storingsactiviteiten zijn komst al van te voren aangekondigd. Waarnemers op de grond hadden in de verte tientallen wolkensporen gesignaleerd en via mobiele telefoons doorgegeven. De vijandelijke vliegtuigen naderden hen op grote hoogte. Al deze informatie was op de commandocentrale binnen gekomen en naar belangrijkheid gecategoriseerd. Samen met gegevens van andere bronnen, zoals bijvoorbeeld verscheidene vissersboten op de Oostzee, die de overkomende vliegtuigen via een openbaar kanaal hadden gerapporteerd.

De majoor-generaal had zijn tactiek gewijzigd. Ditmaal werden alle beschikbare piloten in de strijd geworpen. Leonty had verbaasd om zich heen gekeken. In plaats van alleen of in paren op een overmacht te worden afgestuurd, beloofde het vandaag anders te worden. De toestellen waren door een bewuste spreiding van verschillende vliegvelden en autowegen opgestegen om de confrontatie met de vijand aan te gaan. De Kaliningrader telde en constateerde verrukt dat vrijwel het hele squadron de lucht in was gestuurd. Hier had hij al langer op aangedrongen en eindelijk was er geluisterd. Deze vreugde bleek van korte duur te zijn. Een stem met een prettig, zangerig dialect was over de radio te horen. De stem behoorde toe aan Indiase officier, voor wie de Su-27SM duidelijk mindere kwaliteiten had dan de Su-30MKI, waar hij tot vervelens toe over opgeschepte. Leonty bevestigde de instructies. Wat hij persoonlijk ook van de man mocht vinden, om de leiderskwaliteiten van de piloot kon hij eenvoudig niet heen. De Indiër had in zijn thuisland de leiding gehad over het 30e squadron. De tweede eenheid van de Indiase luchtmacht, die de Sukhoi Su-30MKI drie jaar geleden in ontvangst had mogen nemen. Hier had Tarak voldoende geleerd om het bij KD Avia toe te kunnen passen. De Kaliningraders bleken hem echter ook ruimte te bieden om enige van zijn ideeën in de praktijk te testen.

De jachtpiloten bereidde zich opnieuw voor een aanval op lange afstand, waarmee ze in het verleden zoveel succes hadden geboekt. Vele aanvallende formaties waren uiteen geslagen, voor de Russische vliegers hun opdrachten hadden kunnen voltooien. Ook waren er vliegers die hun bomlading losten om beter manoeuvrebel te zijn. Al mochten ze zich niet meer boven de Oostzee begeven, omdat ervaringen hadden uitgewezen dat de grondgebonden luchtverdediging nauwelijks onderscheid maakte tussen de vliegtuigen waarop ze schoten.

Kort na de lancering van een salvo R-77 raketten zag Leonty op zijn scherm dat de vijand eveneens raketten hadden gelanceerd. Het was de eerste maal dat de Russen de voorzichtigheid, waarmee politici de oorlog bedreven, overboord gooiden. Ze schoten met behulp van de radar op de nog steeds visueel onzichtbare vijand. Enigszins bezorgd bereidde de Kaliningrader zich voor op het volgende salvo van het squadron. Tot zijn opluchting klonk de Indiër nog steeds rustig en beheerst. De man was van top tot teen professioneel in zijn vakgebied. Leonty selecteerde, na een nieuw salvo te hebben gelanceerd, R-73 raketten voor de korte afstand en bereidde zich mentaal voor op wat komen ging. Als de Russen de aanval echt doorzette, dan zou hij vandaag zelfs gebruik moeten maken van het 30-mm kanon.

 

790e commando- en controlecentrale

De kwantitatieve superioriteit van de Russen was de majoor-generaal maar al te goed bekend. Het vooruitzicht dat de Chinezen hadden toegezegd de geleden verliezen te willen compenseren had hem doen besluiten om minder voorzichtig te opereren. Tot grote vreugde van zijn vliegers. De Oekraïners hadden echter iets soortgelijks gezegd en zij hadden bewezen dat het veel lastiger was gebleken om het na te komen. Hij wierp een korte blik op Zhu Jia-Xun en koesterde de hoop dat het ditmaal anders zou zijn. De man droeg een vliegersoverall. Borya zag de Chinese waarnemer zijn vuisten ballen. Raketten van beide partijen hadden al hun eerste slachtoffers opgeëist, maar de koers van de Russische formatie bleef ongewijzigd. Ook de grondgebonden luchtverdediging was inmiddels in actie gekomen. Diverse eenheden beschoten met grond-luchtraketten de vliegtuigen die zich boven de territoriale wateren bevonden, maar elk moment de kust konden bereiken.

"Ik kan elke piloot goed gebruiken."

Zhu aarzelde een moment, de generaal was nergens te bekennen. Hij zag He waarschuwend het hoofd schudden. Het was misschien verstandiger om haar waarschuwing niet te negeren, maar hij kon het aanbod eenvoudig niet weerstaan en knikte. De saaie taak waar hij aan gebonden was verruilde hij graag voor de cockpit van een Sukhoi. "Jij kan de generaal ook adviseren."

Kort na aankomst was hij al bij het 689e luchtregiment op bezoek geweest. Hij had in de cockpit van een Su-27SM mogen zitten en constateerde dat de Shenyang J-11 ervan verschilde wat de inrichting van de cockpit betrof. Tot zijn verrassing waren de Kaliningraders zelfs bereid geweest om hem ermee te laten vliegen. Al ging hiervoor wel een vlucht met een Su-27UB aan vooraf. Na enige discussie mocht na zijn landing ook de met hem meegekomen He Xiaoli in het trainingstoestel stappen. Zij mocht daarna echter niet met een Su-27SM de lucht in. De Kaliningraders waren daar heel duidelijk in en He accepteerde het gelaten. De pilote had nog niet zo lang geleden haar eerste solovlucht met de Chengdu J-10 achter de rug en geen enkele ervaring met een tweemotorig gevechtsvliegtuig als de Su-27. Jaloers had ze moeten toekijken hoe haar landgenoot was opgestegen, zich in stilte afvragend of Zhu zo makkelijk was geaccepteerd, omdat hij een man was.

"Dutchman, zorg dat hij een vliegtuig krijgt."

Onmiddellijk de belangrijkheid ervan beseffend greep Sander zijn mobiele telefoon en gebaarde met zijn andere hand naar de Chinees om hem te volgen. Zhu haastte zich achter hem aan.

De majoor-generaal keek weer naar het grote scherm, waarop het luchtgevecht zich als een oorlogsspel ontwikkelde met snel bewegende, elektronische signalen. Het was makkelijk om te vergeten dat elk signaal een bemand vliegtuig met één of meerdere mensen aan boord vertegenwoordigde.

"Waar is Jia-Xun?"

De majoor-generaal gebaarde naar een deur, zonder zijn blik van het scherm los te maken.

"Volgens mij moest hij naar het toilet", loog hij onbeschaamd tegen de Chinese generaal.

"Ik kom daar net vandaan."

He concentreerde zich net als de Kaliningradse generaal op het scherm. In geen geval wilde ze hier bij betrokken raken. Zhu mocht zelf zijn eigen daden gaan verantwoorden.

"Misschien was het iets anders."

Ontevreden dat de jachtpiloot op een moment als deze afwezig was zocht de generaal zijn stoel weer op. Hij had de kennis van de piloot goed kunnen gebruiken om hem te vertellen wat er momenteel in het luchtruim van de Republiek Kaliningrad gebeurde. Alles beschouwde de generaal van belang, omdat zijn landgenoten konden profiteren van de door anderen geleerde lessen. Noodgedwongen wendde hij zich tot He Xiaoli. De pilote had net als zijn eigen dochter als dekmantel gefungeerd voor de Chinezen om als toeristen het land binnen te komen. Stelletjes zouden volgens de verwachtingen minder aandacht trekken, dan een groep mannen nou eenmaal deed.

 

Sukhoi Su-27SM

Zonder middelen om de raket te stoppen kon Leonty slechts machteloos toekijken hoe de door een MiG-29SMT afgeschudde R-73 raket de grens over ging. De Russische piloot had alles uit de motoren gehaald wat er aan vermogen was te vinden. Zelfs als het betekende dat hij daardoor zijn tanks zou droog vliegen. Het was een risico, maar wel eentje die in zijn geval goed had gewerkt. De Rus was de achtervolgende raket kwijt geraakt. Het projectiel was het luchtruim van Polen binnen gedrongen en had een nieuw doelwit gevonden in de patrouillerende F-16 gevechtsvliegtuigen. De Poolse gevechtspiloten hadden zich dichter bij de grens gewaagt, dan de gebruikelijke tien kilometer. Bereid om de neutraliteit van het land met geweld af te dwingen, als het nodig moest zijn. In plaats daarvan werden de Polen gedwongen om het hoofd te bieden aan het naderende gevaar.

De Russische bommenwerpers hadden de haveninstallaties van Baltyisk en daar afgemeerde schepen van grote hoogte gebombardeerd, voor ze rechtsomkeert hadden gemaakt. De MiG-29SMT vloog, in gezelschap van andere escorterende jagers, achter hen aan. De Russische piloot had inmiddels gas terug genomen om kerosine te sparen. Het kwam voor Anechka te laat om de Russische Federatie nog te kunnen bereiken, maar het moest voldoende zijn om een tanker boven de Oostzee te vinden. Anechka keek gespannen om zich heen. De achtervolgende vijand moest op een afstand worden gehouden. Kleurrijke parachutes bewezen dat niet iedereen de reis naar huis kon volbrengen en de piloot had geen enkele behoefte om deel van deze groep uit te maken. Het luchtruim behoorde weer volledig aan de Kaliningraders toe. Ze mochten het hebben, wat hem betrof. Anechka wilde alleen nog maar veilig thuis komen. De rest was voor hem van geen enkel belang meer. Het enige waar hij waarde aan hechte was de brandstofmeter in de cockpit. Elke keer als hij het luchtruim naar dreigingen had afgezocht bleven zijn ogen er kort op rusten.

Donkere rookwolken onttrokken de stad Baltyisk grotendeels aan het zicht, maar daar had Leonty geen oog meer voor. Hij had eveneens vaart terug genomen, om getuige te kunnen zijn van zijn eigen flater. De raket had één van de uit elkaar gegane F-16's getroffen, alle ontwijkende manoeuvres en genomen tegenmaatregelen van de betrokken piloot ten spijt.

"Gebruik je schietstoel toch", mompelde Leonty. Hij juichte toen dit gebeurde.

Het Poolse gevechtsvliegtuig explodeerde een tel later in de lucht. Brandende wrakstukken regende naar beneden. Leonty zag de parachute er door getroffen worden. De parachute scheurde open en versnelde de val van de piloot. Leonty hoopte op de verschijning van de reserveparachute, maar dit bleef uit. Hij vreesde het ergste voor de piloot. Waarschijnlijk was de Pool ook geraakt door een wrakstuk. Misschien was het zelfs beter als de piloot dodelijk was getroffen. Het zou hem de angstige emoties gedurende de rest van de val besparen. Leonty beet op zijn onderlip. Hij schrok van zich zelf dat hij de onbekende vlieger dood wenste, voor hij te pletter zou vallen. Het deed zijn eerdere opwinding geheel te niet. De stroom adrenaline was uitgewerkt. Ongewild had hij de neutraliteit van het buurland geschonden.

 

regeringsgebouw

Geconfronteerd met de politieke consequenties van de neergehaalde F-16 had de president de hoogste officieren bij elkaar geroepen. Het onderzoek was nog gaande, maar het had de Poolse politici er niet van weerhouden om voor de camera dreigende taal te uiten richting beide partijen. Het laatste wat de Kaliningraders konden gebruiken was dat de Polen zich echt neutraal zouden gaan opstellen. Als zij de grens zouden sluiten, dan zouden de Litouwers naar verwachting snel volgen. Pas dan kreeg de Russische blokkade werkelijk een groot effect op het dagelijkse leven van de bewoners. De steun onder de bevolking aan de overgangsregering zou dan geheel weg vallen. Een leven in ballingschap was bepaald geen prettig vooruitzicht voor de president, maar genoot nog zijn voorkeur boven een verblijf in de gevangenis.

"De Polen zijn razend en willen bloed zien."

"Kunnen we onze betrokkenheid ontkennen?", vroeg Borya hoopvol, maar zag de president het hoofd schudden.

"Betaal ze." Sander was nauwelijks uitgesproken of voelde alle ogen op zich gericht. Het was waarschijnlijk de bedoeling van de majoor-generaal geweest dat hij in de achtergrond zou opgaan. Hij zag Borya nauwelijks merkbaar het hoofd schudden. Sander begreep de hint. Hij had slechts weinig tijd nodig om een afweging te maken. Het spijt me. Hij ging iets verzitten. "Geef ze als schadevergoeding de B-806."

"Wat doet de Dutchman eigenlijk hier?", snauwde een marineofficier, voor wie het voorstel te bespottelijk was om serieus te nemen. "Het is onze enige offensieve wapen en hij wil het gewoon weggeven alsof het een bos bloemen is."

"Sander is hier omdat hij de bij het incident betrokken piloot heeft gesproken", verklaarde Borya nors, "de onderzeeër is een onbruikbaar wapen, dat we verborgen houden voor de Russen. De normale patrouilleduur voor deze klasse bedraagt vijfenveertig dagen en deze zijn bijna verstreken. De geloofwaardigheid ervan is al in het geding."

"De Russen zoeken er nog steeds naar", beweerde de marineofficier en bekrachtigde deze woorden door eens luidruchtig te snuiven. "De NAVO, waar Nederland ook deel van uit maakt, zal natuurlijk heel graag de B-806 voor de technologie aan boord in handen willen krijgen."

Sander voelde zich zelf kleuren. "Beschuldigd u mij ergens van?"

Borya nam de jongere officier in zich op. Sander was oud voor zijn rang. Te oud als je carrière wenste te maken binnen de strijdkrachten, maar daar leek de Nederlander zich weinig om te bekommeren.

"Het was ons plan om de onderzeeër te laten onderduiken", bracht de protesterende majoor-generaal er tegenin.

"Hij suggereerde het met een goochelaar en zijn trucs."

De president boog zich naar voren. De donkere ogen leken zich op de Nederlander te hebben vast gezet. De bron van de ontstane spanning in zijn werkkamer. Het was de marineofficier niet ontgaan en tevreden leunde hij naar achteren met de armen over elkaar.

"Dus jij hebt bedacht waar anderen de eer voor hebben ontvangen. Misschien heb ik de kwaliteiten van een aantal mensen hier overschat."

Onzeker of er nu een reactie van hem werd verwacht zweeg Sander. Al hoorde hij wel de marineofficier de keel schrappen om de aandacht van de opperbevelhebber te trekken. Langzaam draaide Shurik het hoofd naar de in het blauwe uniform gestoken man.

"Ik heb wat overdreven dat het idee van hem afkomstig is, meneer de president." De formele toon die de marineofficier plotseling was gaan hanteren kon niemand ontgaan.

De president keek hem hoofdschuddend aan. "We kunnen wel wat vrienden binnen de NAVO gebruiken, lijkt me zo."

Woedend wierp de marineofficier een blik op de luitenant. Behalve de onderzeeër was hij nog iets veel belangrijkers kwijt geraakt en dat was de steun van de president voor zijn marine. Het minst succesvolle onderdeel van de strijdkrachten tot nu toe. Zelfs als kustwacht leek het niet te kunnen voldoen.

 

flatgebouw

Nadenka keek met vernauwde ogen naar de man naast haar. Minutenlang was ze al aan het woord geweest voor de vrouw zich begon af te vragen of er ook maar een enkel woord tot hem was door gedrongen. Hij leek meer te genieten van het uitzicht dat het balkon hem bood. Ze dook onder één van zijn naar de reling uitgestrekte armen door om tussen hem en datgene te komen staan waar hij naar keek. Tot haar verrassing deed hij geen enkele stap naar achteren en evenmin liet hij de reling los.

"We moeten praten", zei Nadenka zacht. Ze had daarbij haar ogen neergeslagen om niet in de grijsgroene ogen te hoeven kijken. Slechts een decimeter van haar vandaan met de haar zo bekende kraaienpootjes. "Ze praten over ons", kwam Nadenka ter zake. Probeerde ze althans, maar haar stem klonk gesmoord in zijn nabijheid.

Langzaam ademde Sander uit. Verrast door haar impulsiviteit had hij zich voelen verstijven en nu hij er over na had kunnen denken bleef hij nog steeds in dezelfde houding staan. Onzeker over wat Nadenka nu van hem verwachtte, probeerde hij zich te concentreren op wat ze had gezegd, maar niet alleen met woorden. Het was moeilijk, met haar zo heel dichtbij. Haar geur bedwelmde hem. Wist ze wat ze met hem deed?

"Over elk van ons?" Klonk hij altijd zo schor als hij praatte?

"Ze praten over ons beiden." Nadenka had hem daarbij weer aangekeken.

Sander schraapte een keer zijn keel. "Het zal daarbij vast meer over jou gaan, want over mij zijn ze inmiddels wel uit gepraat."

"Ze zien ons veel samen."

"Dat breng het werk met zich mee." Het was er norser uitgekomen dan de bedoeling was. Sander liet de reling los. Het moment was vervluchtigd. Hij besefte het en bespeurde haar opluchting. De teleurstelling verbergend keek hij over haar schouder naar de andere gebouwen. Vanachter hoeveel ramen werden zij in de gaten gehouden?

De tegenzin waarmee ze hem naar het balkon was gevolgd kon nu op zijn begrip rekenen. Ze had liever binnenshuis met hem hierover gepraat, maar hij had geen idee gehad dat ze een dergelijk onderwerp wilde aansnijden.

"Je kan zonder er over te liegen vertellen wat we hebben gedaan. Waarom maak jij je zorgen over wat de mensen denken?", hij keek om zich heen voor zijn ogen weer op haar bleven rusten, "laat ze toch allemaal dood vallen."

Hoofdschuddend keek Nadenka hem aan. Geschokt, omdat hij werkelijk leek te menen wat hij had gezegd. "We hebben allemaal mensen om ons heen nodig."

"Hmmnn."

"Ook jij."

Het was haar wel duidelijk door de manier waarop hij haar aan keek dat hij er een ander standpunt op na hield. Gebeurtenissen uit het verleden hadden zijn mening hierover gekleurd. Ze vroeg zich in stilte af wanneer het moment zou aanbreken dat hij met haar hierover zou gaan praten, maar al snel besefte ze dat het in ieder geval niet vandaag zou zijn.

Sander had het glas opgeheven en keek haar triomfantelijk aan. "Op ons."

Geschrokken keek ze in een soort automatisme om zich heen of iemand hem gehoord had. Beschaamd om haar reactie voelde ze zich nog dieper kleuren.

"Er is helemaal geen ons", siste Nadenka boos. Te laat beseffend dat ze zich op de verkeerde persoon afreageerde.

"Volgens jou hebben we mensen om ons heen nodig en op dit moment ben ik het dichtste bij. Jij hebt mij dus nodig."

Nadenka wilde hier tegenin gaan, maar besefte dat het geen enkele zin had. Ze was hem naar buiten gevolgd om met hem te kunnen delen wat haar dwars zat. "Wat moeten we nu doen?"

"Als mij iets gevraagd wordt dan ga ik vertellen dat we een vakantie hebben geboekt voor je over zes maanden gaat bevallen van ons kind."

Ze verborg haar gezicht in haar handen. Betwijfelend of het wel een goed idee was geweest om het hier te bespreken. Hij leek er juist plezier in te beleven alles nog erger te maken dan het al was.

"En hoe help je mij daarmee?", vroeg ze nauwelijks hoorbaar,

Hij haalde zijn schouders op.

Ze liet haar handen zakken toen er geen antwoord kwam. "Nou?", snauwde Nadenka. Het was haar ernst.

"Overdrijven maakt het ongeloofwaardig. Het brengt mensen aan het twijfelen over wat ze eerder hebben gehoord. Denk er eens over na voor je meteen begint met tegen te sputteren."

Ze hield haar lippen stijf op elkaar. Het koste haar de nodige moeite, maar ze besloot er echt over na te denken. Al was het alleen maar om duidelijk te maken dat hij het verkeerd had. Ze kon best een redelijk persoon kon zijn en toonde zich altijd bereid om naar anderen te luisteren. De Nederlander daarin tegen bekeek soms op een heel andere manier de problemen waar zij mee worstelde. Een eigenaardig perspectief die haar op sommige momenten volkomen wereldvreemd overkwam.

Ze zag hem zijn handen weer op de reling leggen en naar de omgeving kijken.

"En als ze vragen blijven stellen?"

"Vraag of ze hier huizen in de buurt te koop weten te staan. Het liefste een gezinswoning met vijf slaapkamers."

Ze wilde het eigenlijk niet, maar slaagde er niet in om haar glimlach voor hem verborgen te houden. "Jij kan echt erg zijn."

Onverschillig zag ze hem de schouders ophalen, maar uit ervaring wist zij dat Sander zich echt wel iets aan trok van wat haar bezig hield. Het was ook de reden waarom ze op het zo goed met elkaar konden vinden. Te goed blijkbaar, volgens een aantal collega's.

"Ik zal eens op zoek gaan naar een echte gezinsauto in plaats van onze terreinwagen en wat papieren laten rond slingeren."

"Je vind het leuk!"

"Ik beschouw het als een compliment."

Nadenka zuchtte diep. "Leg dat me eens uit."

"Blijkbaar vinden de mensen om ons heen het voor mij tijd worden dat ik eens een gezin ga stichten en jou beschouwen ze als een overspelige vrouw."

"En dat is een compliment?"

"Ik zei niet dat het voor ons allebei gold." Grijnzend keek hij haar aan. De kraaienpootjes rondom zijn ogen waren dieper dan ooit te voren.

 

10 februari, Zalew Wiślany

Een duiker bewoog zich van de onderzeeër vandaan om naar de oppervlakte terug te keren. In zijn rechterhand hield hij een zware sleutel vast. Hij had het gereedschap gebruikt bij gebrek aan iets beters om daarmee op de romp te slaan. Het was een voor de bemanning bestemd bericht in morse geweest, die hij met krachtige slagen, ondanks de remmende kracht van het water, had overgebracht.

Om de bodem te bereiken had de onderzeeër door het openen van de kleppen aan de bovenzijde van de ballasttanks de lucht uit de tanks laten ontsnappen. Het vaartuig was geleidelijk onder water verdwenen, terwijl het steeds zwaarder begon te worden. De bemanning had spoedig hetzelfde gewicht bereikt als het water dat de onderzeeër verplaatste. De wet van Archimedes was voor even in werking getreden tot de B-806 meer water innam, de ontstane balans verstoorde en daarmee de daling voortzette. Tot het vaartuig op de zanderige bodem in Poolse territoriale wateren tot rust kwam. De onderzeeër had het haf nooit verlaten. Een ongemakkelijke tijd was voor de uit Polen en Kaliningraders bestaande bemanning aangebroken. Afgesloten van de buitenwereld konden ze slechts fantaseren over het verloop van de oorlog. Al durfde geen enkele Kaliningrader te beweren dat ze aan de winnende hand waren. Na de eerste week was de kennismaking allang voorbij. De mannen wisten inmiddels meer van elkaar dan weleens wenselijk was. Het werk dat ze moesten verrichten begon ook al snel routine te worden. Een voor vertrek aan boord gesmokkeld krat sterke drank bood na een paar weken uitkomst. Het had de sfeer aan boord opmerkelijk verbeterd, maar de door de Kaliningraders in een torpedobuis verstopte contrabande raakte tenslotte ook op. Daarna restte de bemanning slechts weinig meer dan het saaie werk. De verveling sloeg toe. Tot ze allen zich wezenloos schrokken van de tikken op de romp. Gespannen keken de mannen naar de weinigen onder hen die morse kenden. Letter voor letter werd ontcijferd en op haastig bij elkaar gescharreld schrijfgerei en papier ontstond langzaam een bericht. Verlangend naar nieuws wachtte iedereen in spanning. De mannen hadden de zorgen over achtergebleven familieleden met elkaar gemeen, maar de duiker was niet gekomen om deze zorgen weg te nemen. In plaats daarvan was hij met nieuwe instructies voor de bemanning gearriveerd. De officieren keken elkaar verbaast aan. Ze controleerden elkaars berichten om te zien of ze het verkeerd hadden gedecodeerd, maar dat was niet het geval. De onderzeeër moest in Polen blijven en had zelfs bevel gekregen om naast de ORP Orzel af te meren. Niemand wist wat er voor onderhandelingen tussen de politieke leiders in Kaliningrad en Warchau aan vooraf was gegaan. Het interesseerde de bemanning zelfs weinig als ze er wel van op de hoogte waren gehouden. Spoedig zouden ze weer thuis zijn en met hun gezinnen en andere familieleden worden herenigd.

Nu moest het proces omgekeerde plaats vinden om de B-806 te laten stijgen. De kleppen van de ballasttanks waren reeds gesloten en de compressietanks bliezen lucht in de tanks. Steeds meer water werd door de openingen aan de onderzijde naar buiten gestuwd. Te midden van bruisend water rees de donkere romp onderzeeër omhoog. De van periscopen, antennes, snorkel en radar voorziene toren van de B-806 het eerst. Het ontgrendelde luik zwaaide open. De Polen en Kaliningraders ademden de van buiten komende zilte lucht diep in. Het was een onbeschrijfbaar genot voor de mannen, ongeacht de nationaliteit.

 

Kaliningrad, Ulitsa Tyulenina

De UAV-3907 was met piepende remmen tot stilstand gekomen. Geschrokken keek Nadenka naar de op straat ontstane vechtpartij. De politie en actievoerders waren verstrengeld geraakt in een massa van mensen. Het was geen grote protestactie, maar zelfs de kleine rel dreigde voor het militaire wervingsbureau uit de hand te lopen. Een gebouw dat aan de voorzijde slechts de voorbije jaren van glorie uitstraalde. Een rood en wit lint was gebruikt om een deel van het trottoir af te zetten, vanwege vallend puin. In de nauwe straat was keren met de auto geen optie. Ze keek om toen ze de deur open hoorde gaan. Tegen haar gevoel in over wat er moest gebeuren was de Nederlander uitgestapt. Haastig draaide ze de raam van het portier open. Ze zag hem kalm met een politiefunctionaris praten, voor deze zijn megafoon aan hem overhandigde.

"Ik wil jullie vragen op te houden met vechten."

Nadenka rolde met haar ogen. Dacht Sander nu werkelijk dat ze naar hem zouden luisteren? Ze keek naar achteren. Eigenlijk hoorde ze gebruik te maken van de spiegels om achteruit te rijden. De steeds strenger wordende rantsoeneringen op brandstof had een zichtbaar effect op het dagelijkse leven. Overal stonden geparkeerde auto's. Alleen de militairen, hulpdiensten, leden van de regering en burgers met connecties met de maffia konden nog vrij gebruik maken van de wegen. Ze zag nog meer agenten naderen en een politiebus blokkeerde inmiddels de enige uitweg. De versterking voor de politie was gearriveerd.

"Alsjeblieft, niet op deze dag. Ik ben jarig vandaag."

Haar mond zakte letterlijk van verbazing open toen zowel politieagenten als actievoerders naar hem keken. Allemaal hadden ze opgehouden met waar ze mee bezig waren. Ze zag een jeugdige actievoerder naar hem toe lopen en zijn hand naar hem uitsteken om deze hartelijk te schudden. Het duurde een paar seconden voor de sprakeloze politiefunctionaris het voorbeeld volgde en Sander eveneens de hand schudde.

"Het is toch niet te geloven", mompelde Nadenka verwonderd.

Meer mensen kwamen naar de Nederlander toe om hem te feliciteren. Het moment werd door omstanders met mobiele telefoons, maar ook fotografen van de pers vastgelegd. Tot ieders verbazing verscheen er later zelfs een man met een taart. Nadenka stapte uit toen ze de mannen elkaar zag omhelzen. Voor de eerste maal kon ze de tranen in de ogen van de Nederlander zien.

"Mag ik ook een stukje?"

Sander keek op. Hij was ter plaatse bezig om de taart in kleine stukken te snijden. Het zakmes bleek daar niet bepaald een geschikt middel voor te zijn. Borden en bestek ontbrak verder, maar het leek niemand te kunnen deren. Er was slechts een paar happen voor elke aanwezige, maar ook dat vormde geen probleem. Het leek iedereen uitstekend te smaken. "Je bent net op tijd."

Ze kwam schuchter naast hem staan. "Ik wist helemaal niet dat je jarig was."

"Ik kan me niet eens meer herinneren wanneer het de laatste keer was dat ik mijn verjaardag heb gevierd."

"Wat klinkt dat treurig." Ze kuste hem op de wang. "Van harte gefeliciteerd."

Hij nam de kus met een brede grijns in ontvangst. Waarschuwend hief hij een vinger op naar een baardige demonstrant. "Jij mag me niet kussen. Het prikt te veel."

Het werd met gelach ontvangen.

"Jij bent een dankbaar onderwerp om over te schrijven."

Verrast keek Sander naar de zich naar voren gewerkte Svetlana. Hij vermoedde dat het met de nodige elleboogstoten gepaard was gegaan. "Jij hier?"

"Het is mijn werk." Ze haalde daarbij haar schouders op, alsof ze er niets aan kon doen. Sander grijnsde toen de vrouw hem vol op de mond kuste.

"Valt dit ook onder je werk?", vroeg Nadenka misprijzend.

Svetlana knipoogde naar Sander. "Het onderhouden van sociale contacten is belangrijk voor mijn werk." Ze zag de Nederlander een politieman de hand schudden en richtte zich nu tot Nadenka. "Je rijd hem de hele dag rond en jij kwam er nu pas achter dat hij jarig was? Praten jullie wel eens met elkaar in de auto?"

"Hij is niet zo spraakzaam over wat zijn eigen leven betreft", zei Nadenka ontwijkend. Het klonk voor haar zelf als een zwak excuus.

"Wat verschrikkelijk saai. Jullie lijken wel mensen die te lang met elkaar zijn getrouwd en zoveel van elkaar weten dat alles al gezegd is", reageerde Svetlana en hervatte haar werk. In haar gedachten gaf ze het nog te schrijven artikel al vorm. Zonder nog aandacht te besteden aan de in diepe gedachten verzonken Nadenka.

 

T0518, Shaanxi Y-8CE, China Electronics Technology Group Corporation

Voor mensen die er weinig bekend mee waren kon het Chinese prototype moeiteloos doorgaan voor een Antonov An-12. Het 398e squadron beschikte over een dergelijk vliegtuig, dat een belangrijke rol had gespeeld in het slagen van de hele operatie. Het transportvliegtuig was door de overgangsregering voor groot onderhoud naar de Oekraïne gestuurd. Het gebeurde in alle openheid en om de Polen niet voor het hoofd te stoten werd bij hen tijdig een vluchtplan ingediend. Een groot deel van de vlucht vloog de bemanning immers boven het buurland van de Republiek Kaliningrad. De Polen namen de bewaking van het luchtruim heel serieus en dat bewezen verscheidene jachtpiloten door links of rechts van het transportvliegtuig op te duiken, de door hen meegevoerde bewapening te tonen en na een korte uitwisseling van formele groeten weer te verdwijnen.

De bemanning had er geen weet van dat de Chinezen gebruik maakten van het later ingediende vluchtplan voor de thuisreis, terwijl de Antonov nog altijd in een hangar stond geparkeerd in de Oekraïne. De verwachting was dat het werk aan het toestel verscheidene weken in beslag zou nemen.

Het koste de Chinezen minder tijd om op de vliegbasis Chernyakhovsk de radarapparatuur en radome weer op de Shaanxi Y-8CE te installeren en het toestel volledig inzetbaar te verklaren. De voorbereidingen voor de eerste operationele vlucht werden van enige afstand gade geslagen door Leonty. De jachtpiloot was verrast door de verschijning van het Chinese vliegtuig op de militaire basis. Wat hem echter verbluft deed staan was de transformatie die het toestel gedurende de afgelopen dagen had ondergaan. Het had in zijn ogen plotseling weinig meer gemeen met het hem welbekende Antonov An-12 propellervliegtuig.

"Dat is een AEW&C."

Grijnzend keek Leonty de Indiër aan. "Iets wat jouw land nog niet heeft, hè?"

De man had de voor hem lastige overstap van een Su-30 naar een Su-27 gemaakt. Al was hij er nadien zich altijd over blijven beklagen dat het werk beter over twee bemanningsleden kon worden verdeeld, zoals bij een Su-30MKI wel het geval was.

"Wat mijn land over een paar maanden krijgt is groter en beter", beweerde Tarak stellig.

"Ja, natuurlijk", mompelde de al niet langer meer luisterende Leonty afwezig. De Kaliningrader hoorde de Indiër uitwijdden over de verwachtte capaciteiten van de A-50EI, maar hij had zijn aandacht weer naar het op de Y8F-400 gebaseerde platform verlegd.

Op het kielvlak was het vliegtuigservicenummer overgeschilderd, maar de oorspronkelijke in rood aangebrachte letter en reeks cijfers was onder de nieuwe laag verf nog altijd vaag zichtbaar. Het blauw en witte kleurschema had het vliegtuig behouden om tijdens de lange reis die in China was gestart voor een civiel toestel door te gaan.

"T0518", las Leonty hardop.

"Luister je eigenlijk wel?", klonk het klaaglijk. In India...

"Ja, ja. Je had het over het coördineren van reddingswerk."

"Het is slechts één van de taken die een dergelijk toestel kan uitvoeren. Veel belangrijker voor ons is dat een AEW ook aanvallen en onderscheppingen coördineert. We zijn niet langer meer voor informatie afhankelijk van de radarstations op de grond. Weet je..."

Leonty draaide zich snel om naar de Indiër en tikte hem venijnig met een vinger op de borst. "Als jij het in je hoofd mocht halen om iets met die Chinezen uit te halen vanwege rivaliteit met jouw land dan schiet ik je hoogstpersoonlijk neer."

Geschrokken schudde Tarak het hoofd. Hij voelde dat de Kaliningrader het meende. Misschien wachtte Leonty slechts op de eerste beste gelegenheid om zijn woorden in daden om te kunnen zetten en de leiding over het squadron op zich te kunnen nemen. De onder normale omstandigheden zo breedsprakige Indiër wist eenvoudig niet hoe hij op het dreigement moest reageren en deed er het zwijgen toe. Tevreden over zich zelf keek Leonty weer naar de bedrijvige Aziaten rondom de AEW&C. Eindelijk had hij de man de mond weten te snoeren. Het was een onbedoeld, maar plezierig neveneffect.

'