Een tweede kans

Het was zwaar voor de vrouw om in de man aan de keukentafel haar zoon van vroeger te zien. Chase had bloed aan zijn handen. Het was geen echt bloed dat ze op het houten tafelblad kon zien druppelen, maar in haar hart wist ze het. Ze geloofde elk woord van de jonge vrouw tegenover haar. Het bevestigde namelijk wat ze reeds wist. Hij daarin tegen had niets gezegd om haar waar het nodig was aan te vullen. Onbewogen had Chase voor zich uit gekeken. Het was zelfs moeilijk te zeggen of hij wel meeluisterde of in zijn gedachten het verleden herbeleefde. Iets wat na zijn thuiskomst van zijn eerder afgebroken vakantie elke nacht leek te gebeuren, als hij schreeuwend wakker werd om pas tegen de ochtend weer in slaap te vallen. De jonge vrouw legde haar hand op die van haar zoon om hem stralend aan te kijken.

"Ik heb mijn leven aan hem te danken."

 

Het had een vakantie moeten zijn. Een welverdiende rustpauze om te bekomen van alles wat er gedurende het jaar was gebeurd, maar het was hem niet gegund geweest. Het speet de moeder voor haar zoon, omdat Chase het werkelijk verdiend had. Hij had in plaats daarvan zijn handen om de hals van een man moeten slaan en knijpen tot er geen leven meer in was geweest. Het was deze man van wie haar zoon zeker wist dat hij hem had gedood. Het levenslicht in de op hem gerichte ogen zien doven, terwijl de aderen in de bruine ogen knapten en het bloed zich verspreidde tot er geen oogwit meer was te zien geweest. Haar zichtbaar verbleekte man was daarop met de handen tegen zijn oren gedrukt de slaapkamer uit gelopen, maar zij was zittend op het bed naar hun enig kind blijven luisteren. Tranen waren geluidloos over haar wangen gerold.  

Hij praatte verder alsof het niet tot hem door was gedrongen dat zijn vader inmiddels was weggelopen. Het had een gedenkwaardige expeditie moeten zijn en dat was het ook geweest als je de honderden foto's zag die hij van wilde dieren, planten, de omgeving en natuurlijk zijn  vrouwelijke gids had gemaakt. Op de foto's hadden ze samen gemakkelijk voor een stelletje kunnen doorgaan. Daar was misschien wel de kiem gelegd voor wat er later tussen hen was opgebloeid. Vanaf de zesde dag wat een zevendaagse expeditie had moeten worden had hij echter geen opnamen meer gemaakt. Het was de dag dat ze op het drugslaboratorium waren gestoten en de levens van alle betrokken mensen een drastische wending had gemaakt. De expeditie was ontaard in een strijd op leven en dood. Tot in haar diepste ziel geschokt had ze geluisterd hoe Chase met een emotieloze stem verklaarde op andere mensen te hebben geschoten om hen te zien neervallen. Soms was het gepaard gegaan met bloedstollend geschreeuw en andere keren had haar zoon na de geloste schoten niets meer gehoord. Zonder om te kijken of zelfs aan zijn slachtoffers te willen denken rende hij dan weer verder als het opgejaagde wild dat hij was geweest. Bang om zijn metgezel kwijt te raken in het oerwoud. Zonder haar zou hij als stadsmens geen schijn van kans hebben gehad om het te overleven. Hij had zijn ergste vrees bewaarheid zien worden. De eerste keer had hij nog haar naam geroepen. De in wilde weg op zijn stemgeluid afgevuurde kogels waren in de bomen rondom hem ingeslagen. De stukken bast waren als een hagelbui op hem neer geregend. Diep voorovergebogen was hij verder gerend om letterlijk over zijn gids te struikelen. Zij had beter dan hij geweten wanneer je dekking moest zoeken. Hand in hand waren ze verder gerend, maar de begroeiing was dichter geworden en hij was gedwongen geweest om haar los te laten. Gedurende de nacht was het hem opnieuw overkomen. Zacht haar naam roepend was hij rondgedwaald. Voor zijn gevoel waren er uren verstreken, maar in werkelijkheid slechts minuten voor de gids had ontdekt dat hij niet langer meer dicht achter haar had gelopen en was terug gekeerd. Het was toen dat hij zijn moeder had aangekeken en voor de eerste maal met een trillende stem had verklaard zo verschrikkelijk bang te zijn geweest. In de slaapkamer had ze zich niet langer in kunnen houden en haar armen om hem heen geslagen. Ze hadden samen gehuild tot hij in een onrustige slaap was gevallen en zelfs toen was ze bij hem gebleven. Haar handen voortdurend over zijn hoofd strijkend, terwijl ze in de duisternis zacht snikkend voor zich uit had gestaard. Het had voor een ommekeer gezorgd. In de nachten daarop had hij langer geslapen en was beter uitgerust wakker geworden. Hij had de vage plannen die waren gemaakt voor hij op vakantie was gegaan weer opgepakt. Hij had ze van het figuurlijke stof ontdaan en met meer daadkracht dan ooit tevoren gerealiseerd. Het was moeilijk voor haar geweest om hem voorgoed het huis uit te zien gaan om op zich te gaan wonen.

 

"Ik weet het", zei de moeder zacht.

De jonge vrouw knikte begrijpend en de glimlach vervaagde. "Ik heb er nooit met mijn ouders over kunnen praten. Nog steeds niet. Steeds als ik er over begin dan praten ze snel over iets anders." Ze was gaan fluisteren en staarde nu stil gevallen naar haar kopje lauw geworden thee.

De blik in haar ogen veranderde zodra ze zijn andere hand op de hare voelde. De vrouw tegenover haar zag het gebeuren en wierp vanuit haar ooghoek een korte blik op haar nu glimlachende zoon. Het stelde haar op een bepaalde manier geruster dan iemand anders ooit kon bereiken met woorden alleen.

"Vertel het haar maar."

Het waren de eerste woorden die de moeder haar zoon sinds de hartelijk uitgesproken begroeting deze ochtend hoorde zeggen.

"We gaan samenwonen."

Chase wist dat ze voor de spiegel talloze keren had geoefend om het tegen zijn moeder te zeggen. Steeds in andere woorden tot ze een heel verhaal tegen haar spiegelbeeld had te vertellen. Alles wat ze had willen zeggen leek echter uit haar geheugen te zijn gewist tot het ene zinnetje dat samenvatte wat werkelijk van belang was om over te brengen.

"We gaan samenwonen", herhaalde ze en knikte er ditmaal bij.

"Oh, wat fantastisch", zei de vrouw stralend. Kijkend van de jonge vrouw tegen over haar naar haar zoon en weer terug. Onzeker wie ze nu als eerste moest feliciteren. Het was haar zoon die haar deze beslissing uit handen nam door op te staan. Ze deed precies hetzelfde en omhelsde hem. "Ik ben zo blij voor je. Voor jullie", corrigeerde ze zich haastig zelf en liep om de tafel heen naar de nu ook overeind gekomen jonge vrouw. In zijn onverwachte metgezel in een land hier zo ver vandaan had hij een partner gevonden. Iemand die ze graag wilde verwelkomen in de familie.

"Oh, ik hoop dat jullie gelukkig worden. Jullie verdienen het. Jullie verdienen het zo erg om gelukkig te worden."

Ze sloeg haar armen om de jonge vrouw heen en drukte haar stevig tegen zich aan. Het was het moment waarop ze de ander kon horen snikken en ook in haar ogen verschenen tranen.