hoofdstuk 3

a

licht vrachtschip Tormen

Volledig geconcentreerd op haar werk voerde luitenant Veerle een laatste controle van de instrumenten uit. Ze had haar plaats achterin raptor 438 vrijwillig verwisseld voor dat van de ruimere brug aan boord van de Tormen. Wat ze nu deed kwam grotendeels overeen met de taken van een tactisch officier aan boord van grote oorlogsschepen, met uitzondering van het aansturen van de offensieve en defensieve bewapening. Het vrachtschip was immers ongewapend. Het had in het verleden op zijn snelheid en wendbaarheid moeten vertrouwen om aan piraten te ontkomen en de lading, verdeeld over een paar grote onder de romp mee gevoerde containers en het interne laadruim, tijdig op de bestemming af te leveren. De containers waren groot voor de omvang van het schip, maar de vrachtbrief had voor de shuttlepiloot een teleurstelling betekend. Hij had zijn prioriteiten aan de situatie aangepast.

"Alles gereed voor de sprong?"

Voor ze zag wie deze vraag had gesteld was Wick haar al voorbij gelopen om zich in een versleten, leren stoel te laten vallen. Elke keer als hij er op plaats nam brokkelde het leer verder af en vielen er stukjes van op de vloer. De indeling van de stoelen voor de piloot en de navigator maakte het hen beiden moeilijk om bij elkaar te kijken omdat ze rug aan rug werkten. Naast de stoel van de piloot was met bijna drie meter er tussen nog een stoel aangebracht voor de kapitein. Deze bleef nu leeg. Ze waren met zijn tweeën overgebleven sinds de anderen waren overgestapt op de raptors.

"Ik wacht tot luitenant Diana begint met aftellen."

Er verscheen een frons op het voorhoofd van Wick. Hij wachtte ongeduldig tot hij de stem van haar meerdere kon horen. Het duurde wat hem betrof allemaal veel te lang.

"Tien, negen..."

"Één", zei Wick vlakbij haar oor. Ze schrok ervan omdat ze hem niet had horen opstaan.

Verbijsterd keek ze naar de hand op haar hand waarmee hij de hendel had overgehaald. De wereld om haar heen leek te krimpen voor het schip op een andere plaats in de ruimte weer zijn huidige vorm aannam.

"Wat heb je..."

"DRADIS?", onderbrak hij haar voor de tweede maal.

Hoofdschuddend controleerde de jeugdige luitenant het beeldscherm schuin boven haar hoofd. Ze had het bereik ervan terug geschroefd om te voorkomen dat de Cylons hen vroegtijdig zouden kunnen detecteren.

"Het is voor mij onmogelijk een raider van de vele wrakstukken te kunnen onderscheiden. Ik betwijfel of ik onder deze omstandigheden zelfs in staat zal zijn om een basestar te signaleren. De grote hoeveelheid metaal stoort de DRADIS."

"We hebben een enkeltje geboekt en geen retour. Waar liggen de meeste wrakken bij elkaar?"

"Koers 363 carom 217."

"Dank je. Het is tijd om de knoppen om te zetten. Ik hoop dat je niet bang bent voor het donker."

Op het moment dat de meeste instrumenten aan boord van de Tormen werden uitgeschakeld materialiseerden raptors 431 en 438 zich in de ruimte van Caprica. Wick kon zich voorstellen dat de militaire vliegers hun eigen controles van de omgeving uitvoerden terwijl hij vrijwel blind de wrakken naderde. Gebruikmakend van de snelheid, die het schip met de sprong had mee gekregen.

"Ik ga dit rapporteren", klonk het achter hem.

"Adama zal het vast aandachtig gaan lezen."

Woedend leunde ze ver opzij en draaide haar hoofd om een goed zicht naar voren te kunnen hebben. Hij leek het niet eens op te merken. Boos vanwege zijn onverschilligheid over de regels binnen de koloniale marine, waar zij juist zoveel waarde aan hechtte. Ze opende haar mond, maar over haar lippen kwam geen enkel woord. Een langzaam rond draaiend wrakstuk was zichtbaar geworden in de nabijheid van het schip. De shuttlepiloot reageerde te traag naar haar zin, maar slaagde er toch op soepele wijze in een botsing te voorkomen. Ze ging weer normaal zitten met haar ogen gericht op de zwarte beeldschermen en concentreerde zich op haar versnelde ademhaling. Als de Cylons op de hoogte waren van hun komst dan was er voor hen geen ontsnapping mogelijk. Pas nu leek dit tot haar door te dringen.

 

raptor 431

"Koppeling voltooid."

Het ontbreken van een hangar aan boord van het vrachtschip had luitenant Diana gedwongen om aan de brede rand van het afgeplatte, cilindervormige voorschip vast te koppelen. Boven een reparatieluik, waardoor eerder al de passagiers de raptor hadden verlaten. Luitenant Reitze had het geluk gehad eerder terug te zijn en raptor 438 op het aan de achterzijde uitgeschoven landingsplatform neer te kunnen zetten. Nieuwsgierig keek ze vanuit de cockpit naar een persoon in een ruimtepak. Het was moeilijk te zeggen of het nu een man of een vrouw was. Tot haar verbazing begon de onbekende met de op de rug mee gedragen apparatuur in de romp te snijden.

"Wat zijn ze daar aan het doen?"

Luitenant Veerle verscheen achter haar. Ze had haar plaats op de brug van het vrachtschip weer verlaten nadat luitenant Stijn knorrig te kennen had gegeven aan rust en een maaltijd toe te zijn.

"Ze maken een opening."

Diana rolde met haar ogen. Ze had niemand nodig om haar dit te vertellen.

"Waarom maken ze daar een opening?", vroeg ze op scherpe toon.

"Wick kan u dit vast wel vertellen."

Het was waarschijnlijk waar, maar ze meed de shuttlepiloot op het moment liever. Ze had woedend gereageerd op het voortijdige vertrek van de Tormen. Het leek weinig indruk op de burger te hebben gemaakt. In tegenstelling tot luitenant Veerle, die stijf in de houding en transpirerend alles had aangehoord.

Zonder over een plan te beschikken was hij vervolgens op zoek gegaan naar alles wat op zijn lijst voor kwam. Om onderweg deze lijst, waar Hendrik voor had gezorgd, nog verder uit te breiden. Het bergen van wat hij allemaal vond was slechts moeizaam op gang gekomen. De marinevliegers bleken hierbij van onschatbare waarde te zijn omdat zij als enigen van de overlevenden over de training en uitrusting beschikten om hem hierbij te kunnen helpen. Gaandeweg kwamen hier enige passagiers met geheel verschillende achtergronden bij, die nog tijd nodig hadden om met het werk bekend te worden. Daarvoor hadden ze eerst hun afkeer moeten overwinnen om de beschermende uitrusting aan te trekken van gesneuvelde militairen. Waarbij Wick zich ook onverwachts van een geheel andere zijde had laten zien nadat Marlieke na het zien van een uit elkaar gereten lichaam in haar helm overgaf. Het braaksel had de zuurstoftoevoer verstopt, haar zicht tot bijna nul gereduceerd en begrijpelijke paniek bij de vrouw veroorzaakt. Hij had haar geholpen. Bezorgd bijna, maar dan wel op een bijzondere manier. Iedereen had mee kunnen luisteren. Waarbij zelfs zij een glimlach vanwege zijn sarcastische humor niet had kunnen onderdrukken. Al was het twijfelachtig of de computerprogrammeur het erg had kunnen waarderen. Ze was gaan douchen en had haar vuile kleren ingewisseld door een uniform, waarvan ze spoedig de rang verwijderde.

Luitenant Diana daalde de ladder af en zag dat de decrompressiedeuren de gang hadden afgesloten. Zenuwachtig liep Hendrik op en neer met een haastig geschetste bouwtekening in zijn handen. Eerder was hij nog blij geweest toen hij kon bewijzen hoe nuttig hij zich kon maken, maar Wick had hem veel meer verantwoording gegeven dan waar hij ooit op gerekend had en hij voelde dit als een zware last op hem drukken.

"Waar zijn jullie mee bezig?"

"We maken een gat in de romp."

Al de hele dag vertelden mensen haar dingen die ze al wist en het koste Diana moeite om rustig te blijven.

"Waarom?"

"We brengen een extra luik en ladder aan."

Hij hield de tekening voor haar omhoog, waar ze geen enkele interesse in toonde.

"Maar waarom dan?"

Luitenant Veerle fronste haar smalle wenkbrauwen. De jonge vrouw was inmiddels ook de ladder afgedaald en hoorde de frustratie in de stem van haar meerdere.

"Voor de raptor."

"De vier drie acht", zei luitenant Diana. Ze knikte begrijpend tot ze de kalende man het hoofd zag schudden.

"Nou, dat kan natuurlijk wel, maar het is eigenlijk bedoeld voor de andere raptor", hij haalde nog meer papieren te voorschijn uit een van de vele zakken van zijn overall, die hij ergens had opgescharreld, "waar staat het nummer ervan nou?"

"Welke andere raptor?"

"Die we geborgen hebben. Ik had het nummer hier ergens opgeschreven."

"Hebben ze een raptor gevonden?"

"Ja, daarom heeft Wick me gevraagd het ontwerp van het schip aan te passen. We maken nu ook de lanceerbuis voor de ontsnappingscapsule als toegang geschikt voor als we nog een raptor of shuttle vinden."

"Waar is Wick?"

"Buiten."

Een diepe zucht ontsnapte uit de mond van luitenant Diana. Het had er steeds meer van weg dat hij haar ook was gaan mijden.

"Slaapt hij wel eens?", vroeg luitenant Veerle bezorgd.

"Als we dood zijn kunnen we nog lang genoeg onze ogen sluiten", snauwde luitenant Diana.

"O, zoiets zei Wick ook al", zei Hendrik, maar zweeg geschrokken zodra hij de moordlustige blik in de ogen van de luitenant zag. De man haalde in een hulpeloos gebaar zijn schouders op. In zijn ogen hadden deze twee mensen meer met elkaar gemeen dan elk van hen bereid was om toe te geven. In ieder geval nooit hardop, althans.

 

licht vrachtschip Tormen

Het groot aantal wrakken maakte het werk voor de zich zelf tot bergers ontwikkelende overlevenden gemakkelijk. Het gaf hen ook weer de nodige hoop. Luitenant Diana bespeurde de kleine en grote veranderingen om haar heen terwijl ze onderweg was naar de brug. De houding van de mensen veranderde. De gebogen, onderdanige houding van rouwende mensen werd steeds rechter. Ook droegen steeds meer mensen een verscheidenheid aan uniformen nadat in de meeste gevallen hun eigen kleren vies waren geworden. Ze kwam een jonge vrouw tegen in het uniform van een marinier. De korte rok die ze eerder had gedragen was waarschijnlijk ergens in een kastje verdwenen. Het enige waar ze wel consequent in leek te zijn was de zwarte kleur van haar kleding en de uitdagende manier waarop ze deze droeg. Luitenant Diana keek haar hoofdschuddend na. Een echte marinier kon van zijn meerderen een reprimande verwachten als deze er zo had bijgelopen. Ze wierp in het voorbij lopen een blik door de openstaande deur van een kajuit. Aan weerskanten van de deur waren stapelbedden aangebracht met minder privacy dan de oorspronkelijke bemanning van het schip in het verleden had. Voor haar iets gewoons geworden aan boord van de battlestar, maar het kon geen enkele vergelijking doorstaan met de luxe verblijven aan boord van Cloud 3. De deur van de volgende kajuit was gesloten. Emotioneel of lichamelijk uitgeput hadden daar verscheidene mensen hun toevlucht gezocht. De laatste kajuit was de helft kleiner en telde slechts een enkele rij van stapelbedden, maar werd al spoedig gebruikt voor opslag. Het deed haar in gedachten stil staan bij de eerdere opmerking van luitenant Veerle. Wanneer sliep Wick eigenlijk? Ook zijn lichaam had geregeld rust nodig. Net als haar eigen lichaam. Tot het plotseling tot haar doordrong. Het was de verantwoording, die hem zo rusteloos maakte. Ze begon hem nu hoger aan te slaan. Al had ze meteen voorgenomen hier geen openlijk blijk van te geven. Op de brug aangekomen zag ze een op de vloer zittende, gebrilde vrouw met in een staart gebonden haar opkijken. Na slechts een kort en smerig geëindigd uitstapje in de ruimte had de vrouwelijke computerprogrammeur een nieuwe rol voor zich zelf gevonden. Eentje waarbij haar opleidingen en ervaringen op een efficiëntere wijze werden benut. Ook de brug leek momenteel een renovatie te ondergaan. Uit het CIC van een battlestar was een hoge tafel meegenomen om de kapiteinsstoel in te nemen en daarboven was een dubbele rij monitoren komen te hangen. Het plafond lag nog open en er bungelden allerlei gekleurde kabels naar beneden.

"Hoe gaat het hier?"

Marlieke keek weer naar de behuizing van de computer waar ze haar handen in gestoken had. Om er makkelijk bij te komen had ze een paneel moeten verwijderen.

"Ik ben bezig met het vervangen van verschillende insteekkaarten van de interne hardware."

"O."

Even was het stil, maar Diana had het gevoel dat ze iets moest zeggen in een poging om interesse te tonen waar de vrouw mee bezig was.

"Lukt het?"

"Moet ik precies gaan uitleggen wat ik doe of laat je me ongestoord werken?"

Luitenant Diana draaide zich om. Het werd de hoogste tijd om de brug te verlaten. Slechts enkele meters van de brug vandaan kwam ze Wick op de smalle gang tegen. Hij droeg in de ene hand een tas en de andere hand een handpalmcomputer, welke hij omhoog hield.

"Een cadeautje voor Marlieke", verklaarde hij ongevraagd.

"En de tas?"

"Ik heb geen enkel idee. Het lijkt een beetje op de dingen die Marliek me allemaal heeft laten zien. Ik hoop dat ik het goed begrepen heb van wat ze me allemaal vertelde voor ik boodschappen voor haar moest gaan doen."

Ze bespeurde zijn twijfel en luitenant Diana begon onverwachts te grinniken.

"Succes", zei ze en klopte hem bemoedigend op de schouder terwijl ze aan de humeurige vrouw dacht, die ze op de brug had achtergelaten, "je zal het nodig hebben."

 

raptor 438

Het langere achterschip met een geringere diameter van de Tormen had een nog geen afgeronde metamorfose ondergaan waarin het steeds minder gemeen had gekregen met het originele ontwerp. Aan de buitenkant waren cilinders van verschillende grootte bevestigd waarin tylium was opgeslagen. Voor het oog van luitenant Reitze zag het geheel er rommelig en erg amateuristisch uit, maar hij gokte dat daarmee het bereik van het schip minstens moest zijn verdrievoudigd. Het dichtgemaakte gat in de romp was daarmee onzichtbaar geworden. Het was de plaats waar een vijandelijke raket had ingeslagen. Het projectiel was na impact in stukken gebroken zonder te exploderen. De meegevoerde brandstof had daarbij voor brand aan boord gezorgd.

Luitenant Reitze behoorde tot de groep mensen die geloofde dat daardoor de oorspronkelijke bemanning het schip in paniek had verlaten, terwijl de giftige rook zich door de gangen en vertrekken verspreidde. Door het gat in het achterschip was echter ook alle aanwezige zuurstof in de ruimte verdwenen. Kort daarna moest het vuur van zelf zijn gedoofd. Van de bemanning ontbrak elk spoor. Hij had de raptor op het uitgeschoven landingsplatform neer gezet. In een snel tempo werd de lading achter hem gelost en kwam er eindelijk ruimte vrij om het toestel te verlaten. Geamuseerd keken verscheidene bemanningsleden toe hoe de piloot op een drafje naar het toilet verdween. Hij keerde als een opgelucht man weer terug.

"Waar zijn jullie mee bezig?", vroeg Reitze verwonderd terwijl hij met een gehandschoende duim over zijn schouder naar achteren wees.

"We verplaatsen de lading naar de containers", antwoordde een vrouwelijke stem.

Luitenant Reitze keek om. Alles wat eerder nog in het interne laadruim was opgeslagen moest om een voor hem onbekende reden plaats maken voor andere zaken.

"Waarom?"

"We kunnen niet leven van honderden speelballen voor de piramide-spelen en de andere container bevatte spiegels, rollen plastic en televisies."

"Wat is ermee gebeurd?", vroeg hij, maar luitenant Reitze vermoedde het antwoord al te weten. De gedeeltelijk door brand aangetaste goederen in het interne laadruim waren voor de sprong eenvoudig door Wick in de ruimte achtergelaten. Het was zonder enig overleg met de militairen gebeurd.

"We hebben alles wat onbruikbaar was gedumpt."

"Die lading was vele duizenden cubits waard", protesteerde luitenant Reitze op een zeer verontwaardigde toon, "tienduizenden cubits."

"Ik kan mijn honger en dorst niet met cubits stillen", luidde het laconieke antwoord.

Voor Nadia was de waarde van geld gekelderd tot een niveau die ze nog maar een paar dagen geleden nooit voor mogelijk had gehouden. Ze tilde de laatste doos op en verliet daarmee de raptor. Achter haar trof de nog steeds boze piloot reeds voorbereidingen om te vertrekken.