Geen tweede conferentie van Potsdam

'

28 februari, begraafplaats, Kaliningrad

De rij mensen schoof enkele stappen op. Angelika maakte deel uit van de rij. Voor deze trieste gelegenheid had ze zich in haar beste uniform gestoken. Zelfs Sander had ongewoon veel aandacht geschonken aan hoe hij er voor de spiegel uit zag. Zich gereed makend voor een laatste eerbetoon. Haar ogen bleven een moment op zijn brede schouders rusten, voor ze weer naar buiten keek.

In plaats van het prachtige weer van de afgelopen dagen hield de zon zich vandaag schuil achter de donkergrijze wolken. Het gebeurde tegen alle weersvoorspellingen voor vandaag in. Er viel gelukkig nog geen sneeuw, maar het leek wel zo passend bij een begrafenis. Op deze dag hadden de aanwezige mensen geen oog voor hoe mooi de natuur kon zijn. In de meeste gedachten was alleen het beeld van Nadenka, een verloren dierbare. Herinneringen aan haar werden opgehaald of juist diep weg gestopt. Een jonge vrouw in de rij keek naar wat haar voorganger in het condoleanceregister had geschreven. Na een mislukte poging te hebben ondernomen om het te lezen, draaide ze zich half om. De verbazing was van haar gelaat te lezen. Ze zag de Dutchman zonder haast van haar vandaan lopen, maar even werd opgehouden door een rokende bezoeker in de toegang.

"Is er iets?", hoorde Angelika achter zich vragen. Het klonk oprecht bezorgd, maar Angelika negeerde het. Veel van de aanwezige mensen had ze daarvoor geen enkele maal in het ziekenhuis gezien. Nadenka's besmetting met het retro-virus had de familiebanden beschadigd en er ook voor gezorgd dat vrienden vervreemd waren geraakt. Nadenka had het leren accepteren, maar zij kon dit eenvoudig niet. Ze pakte haar telefoon om met behulp van de camera een foto te maken van wat hij in zijn moedertaal in het condoleanceregister had achtergelaten. Het was twijfelachtig of iemand van de aanwezigen de in een krachtig handschrift achtergelaten tekst kon lezen. Voor de zekerheid maakte ze meerdere opnamen.

"Nee, niets", antwoordde Angelika tenslotte en pakte na het opbergen van de telefoon een pen.

Ze trof de Dutchman op de parkeerplaats aan. Waar hij geduldig op haar stond te wachten.

Leunend tegen de wagen. De vochtige blik in de grijsgroene ogen op oneindig. Niets in zijn gezicht gaf nog enig blijk van het verdriet, dat hij zeker moest ervaren. De sporen van tranen waren weg geveegd. Angelika betwijfelde zelfs of hij haar had opgemerkt. Onzeker over wat er nu van haar verwacht werd schraapte Angelika haar keel. Het hoofd bewoog en de grijsgroene ogen waren nu op haar gericht.

Een korte blik van herkenning, gevolgd door een knik. "We gaan", beval hij kortaf.

Gedienstig hield ze het portier voor hem open, gehoorzaam haar rol van chauffeuse vervullend. Angelika keek om. Zoekend of ze hier vandaan het grafsteen met de afbeelding van Nadenka erop nog zou kunnen zien. Angelika wilde zich haar herinneren, zoals ze op de foto stond afgebeeld, maar het beeld van het ziekenhuis overschaduwde alles. Ze had moeten huilen toen ze de glimlachende vrouw op de marmeren steen zag. Ook de Dutchman had zijn tranen laten vloeien, maar dan zonder gesnotter en schokkende schouders. Het liefst had ze haar armen om hem heen geslagen, maar iets had haar ervan weerhouden om het ook werkelijk te doen. Hij was immers haar meerdere. Een laatste zucht, voor Angelika instapte.

 

regeringsgebouw, Kaliningrad

Woedend sloeg de president met een tot en vuist gebalde hand op het bureau. Het had het gewenste effect en voor Shurik betekende dit een abrupt einde van de ontstane discussie. Hij keek naar de Nederlandse vrijwilliger. "We kunnen dit onmogelijk winnen. Moet ik er soms een tolk bij gaan halen om het je te laten begrijpen?"

Het was een onnodige sneer, dat de Dutchman de ander vergaf. Hij probeerde zich niet eens voor te stellen onder welke spanning deze man moest leven. Het koste hem zelfs moeite om zich te concentreren. Steeds opnieuw dwaalden zijn gedachten af naar de met kerkelijke ceremoniën omgeven begrafenis van Nadenka. Hij was meteen vanaf de begraafplaats hier naar toe gereisd. "Als wij verliezen betekent het niet automatisch dat zij winnen, meneer de president."

De president hervond met de grootste moeite zijn kalmte.

Borya zweeg. Hij had er geen behoefte aan om bij de ontstane twist betrokken te raken.

"Wat bedoel je?", vroeg Shurik.

Sander leunde naar voren. De man achter het bureau strak in de ogen kijkend. "Zet alles in waar we over beschikken. U heeft geen andere keuze."

"Hoeveel mensen moeten er nog sterven, voor we ons overgeven?"

"Zoveel als nodig zijn om onze vrijheid te behouden."

De president staarde de buitenlander aan. De drijfveer van de ander werd steeds moeilijker voor hem om in te schatten. Sander was uiterlijk nog steeds dezelfde man als de toerist op doorreis, maar er was sindsdien veel gebeurd. "Wat zullen de mensen denken?"

De generaal sloot zijn ogen zodra hij de stem hoorde. Natuurlijk was het de Nederlander die het waagde om hier een antwoord op te geven.

"De kijkcijfers van de Russische televisiestations dalen nu de mensen met eigen ogen kunnen zien wat er om hen heen gebeurd. De Russische propaganda wordt steeds ongeloofwaardiger. We hoeven er niets tegen de ondernemen, meneer de president. Ze werken juist in ons voordeel."

"Ben je nu onze expert in communicatie?"

"Journalisten kennen mijn naam", gaf Sander toe.

De president knikte. Hij had al eerder vernomen dat de Dutchman contacten met de pers onderhield. Het visitekaartje van de Nederlander was weinig in het oog springend, maar het maakte hem wel bereikbaar.

"Ik ben één van je visitekaartjes tegen gekomen." Shurik trok een lade open om het kleine papier eruit te halen en wierp het met verachting van zich af. Het dwarrelde als de blad van een boom naar beneden. Hij zag het de Nederlander van de vloer oprapen en rustig bij zich steken.

"Het soldaat zijn is een baan zoals een slager, meneer de president. Het kan in tegenstelling tot alle beweringen geen enkele vergelijking doorstaan met sport. Wie verliest sneuvelt, beland in krijgsgevangenschap of overkomt iets ergers." Sander keek met fonkelende ogen naar de man achter het bureau. "Ik doe mijn werk en als u ontevreden over me bent dan kan u me ten alle tijden naar huis toe sturen, u bent immers de opperbevelhebber."

Het kalm uitgesproken ultimatum kalmeerde de overrompelde president enigszins. De man stuurde iedereen het vertrek uit, met uitzondering van twee mannen. Tot ongenoegen van Borya moest hij eveneens blijven.

"Wat zou jij doen als je op deze stoel zat?"

De generaal besefte dat de vraag niet aan hem was gericht. Huiverig voor het antwoord wachtte hij af.

"U wilde de Kaliningraders toch een eigen identiteit geven, meneer de president?"

"De onderhandelingen en plannen daarover verlopen bijzonder moeizaam."

De Dutchman wuifde de woorden van de opperbevelhebber weg alsof hij daar geen argumenten voor nodig had. "Sta hen debatten op televisie toe over de naam van het land en de hoofdstad." Hij zweeg even om na te denken over de volgende stap. "Gevolgd door een aangekondigd referendum. De naam Kaliningrad is hen in het verleden opgedrongen vanuit Moskou. Kalinin heeft zelfs nog nooit een stap in deze stad gezet en diens verleden..." De Dutchman schudde het hoofd, alsof hij daar eigenlijk niet eens over wilde beginnen. "Het maakt het voor mij waard om voor te vechten."

Shurik en Borya zagen de Dutchman opstaan. Het was hen wel duidelijk dat de Nederlander nog iets te zeggen had en gespannen wachtte ze.

"Laat alle gesneuvelde mannen en vrouwen niet voor niets zijn gestorven", voegde hij er zacht aan toe, "meneer, de president."

"En als de uitkomst daarvan weer Königsberg zal zijn?", vroeg de president bezorgd, terwijl zijn gedachten daarbij uitgingen naar vooral de oudere bewoners en de Russische nationalisten in het land. Een volksraadpleging zou ongetwijfeld tot rellen in het land gaan leiden.

"Dan is het onze taak om te voorkomen dat Königsberg hetzelfde lot als in 1945 ondergaat."

Shurik vond het allemaal zo simpel klinken uit de mond van de Nederlander.

"Voor ons geen tweede conferentie van Potsdam", viel Borya hem bij. Hopend dat hij net zo vastberaden klonk als de Dutchman er nu uit zag.

De president keek naar de opgeheven vuist van de majoor-generaal en knikte. "Geen tweede conferentie van Potsdam", herhaalde hij toonloos en zette met deze woorden de oorlog tegen beter weten in voort.

 

kust, Republiek Kaliningrad

Svetlana keek naar de golven. Het had een kalmerende effect op haar om deze op het strand uiteen te zien slaan. De Oostzee verloor haar kracht, maar er kwam al reeds een nieuwe golf aanrollen. De jonge vrouw ademde de zilte lucht uit en rilde. Het was koud, ondanks deze prachtige ochtend. Ze stapte van de vleugel, waar ze op had gestaan, terwijl de cameraman nog bezig was zijn apparatuur op te stellen. Ze voelde haar schoenen in het natte zand wegzakken en haastte zich naar het drogere gedeelte van het strand. Ze was hier niet alleen met haar cameraman. Tientallen journalisten uit waarschijnlijk evenveel verschillende landen hadden zich hier om het wrak verenigd. Soms haatte de vrouw wat ze deed. Svetlana keek naar de regeringsfunctionaris. Het was haar bron bij het ministerie van defensie die haar van het neergestorte toestel op de hoogte had gebracht. Deze man had ze hier slechts aangetroffen in gezelschap van een paar soldaten. Hij leek in zijn pak hier volkomen misplaatst.

"Is dit de enige?"

"Kunt u in uw vraagstelling wat specifieker zijn?"

Het was in ieder geval geen directe afwijzing, zoals ze was gewend, maar veelbelovend had het nou ook niet bepaald geklonken. Svetlana besloot een nieuwe poging te wagen. "Goed dan. Ik vraag me af of alleen dit vliegtuig door onze luchtverdediging is neergeschoten of zijn er tot zover bekend nog meer toestellen boven de Oostzee neergeschoten?"

"Ik heb geen idee wat u nu tracht te suggereren dat er is gebeurd."

Ze verbeet met moeite een diepe zucht. "Afgelopen nacht heeft er een luchtaanval plaats gevonden. We zagen de granaten boven ons ontploffen. Ook zagen we explosies op de grond en nu staan we bij dit wrak."

"U legt verbanden die er misschien helemaal niet zijn."

"De explosies werden veroorzaakt door bommen en dit is één van de vliegtuigen die ze vervoerde. Gisteren stond dit als multifunctioneel bekend staand gevechtsvliegtuig nog ergens op een vliegveld in Rusland geparkeerd en nu ligt het hier. Wilt u soms beweren dat we het niet hebben neergeschoten en dan heb ik het alleen nog maar over het vliegtuig dat we beiden hier kunnen zien liggen?"

De regeringsfunctionaris haalde onverschillig de schouders op. "De aanwezigheid van een Russische Su-30 op onze kust kan aan brandstof te kort of een mechanisch mankement te wijten zijn. Misschien ondervond de piloot last van slecht weer."

Ze liep naar de staartstuk van het toestel en wees op de rafelige gaten. Een dichtbij het vliegtuig exploderende raket zou andere schade hebben veroorzaakt. Deze gaten waren veroorzaakt door granaten van een licht kaliber. Tot voor kort had ze nog nooit over deze kennis beschikt, maar er waren boven de Republiek Kaliningrad in een paar maanden al meer toestellen neer gestort dan in een heel decennium ervoor het geval was geweest. Bijna al deze locaties had ze bezocht om de wrakken of stukken ervan op camera vast te laten leggen.

"Hoe verklaard u dit?"

"Een vogel?"

"Dan was het zeker een specht?"

"Ik sluit niets uit tot het onderzoek is afgerond."

Ze was onder de indruk van hoe makkelijk de man zich ervan losmaakte. "Kunt u voor mij verklaren waarom onze overgangsregering blijft ontkennen dat er zich luchtgevechten in ons luchtruim afspelen?"

"Ongefundeerde berichten over luchtgevechten kunnen op een negatieve wijze de vredesonderhandelingen beïnvloeden en dat is voor alle betrokken partijen ongewenst."

Hoofdschuddend draaide ze zich om en zag verscheidene journalisten de schouders ophalen. Ook zij hadden geen enkel sensationeel nieuws aan de regeringsfunctionaris kunnen onttrekken. Het was uiterst merkwaardig waarom er door de regering over deze successen werd gezwegen. Het Russische ministerie van defensie daarentegen maakte wel de verliezen bekend, die zij de strijdkrachten van de Republiek Kaliningrad hadden toegebracht. Al weigerden steeds meer mensen om nog enige waarde te hechten aan de overdreven claims van de Russen. Het 149e squadron moest volgens de Russische berekeningen al meer vliegtuigen hebben verloren, dan het 689e luchtregiment ooit op volle sterkte had geteld. Het squadron kon, volgens de algemene opinie, niet als een feniks als zijn eigen as herrijzen. Een belangrijke reden dus om aan de Russische propaganda te twijfelen.

"We moeten opschieten", riep de cameraman.

Ze zag hem naar de duinen wijzen, waar een colonne van militaire voertuigen zichtbaar was geworden. Ook de andere journalisten hadden nu haast gekregen. Deze militairen zouden niet wachten tot de journalisten klaar waren met de reportages, maar meteen met de ontmanteling van het vliegtuig beginnen. Alles wat nog bruikbaar was moest onmiddellijk worden gered. De logistieke problemen waarmee de Kaliningraders kampten waren Svetlana, maar ook de overige verslaggevers, bekend. Ze kon dan ook wel begrip tonen voor deze kannibalisme. Het verklaarde voor haar waarom haar landgenoten nog altijd in staat waren een aanzienlijk aantal van geavanceerde Su-27 gevechtsvliegtuigen in de lucht te houden. Iets wat terecht als een prestatie van formaat mocht worden beschouwd.

 

790e commando- en controlecentrale

Angelika staarde naar de mobiele telefoon in haar hand. Ze had een willekeurige toets ingedrukt om de foto op het kleine scherm waar op te laten lichten. "Ik wist niet dat engelen konden sterven", zei de jonge vrouw hardop en voelde hoe er een arm teder om haar heen werd geslagen. Geschrokken keek Angelika om, voor ze weer opgelucht haar ingehouden ademen liet ontsnappen. Ze legde de telefoon neer.

"Wat zei je daar nou, Angel?", vroeg de glimlachend Eveshka, kijkend naar de laptop, die de chauffeuse opvallend snel had dicht geklapt. Ze liet de rugzak die ze met zich mee had gedragen op de vloer vallen.

"Iets wat iemand had opgeschreven", zei Angelika.

De behoefte bij Angelika om duidelijker te zijn ontbrak. Er waren momenten waarop ze gewoon met rust gelaten wilde worden en dit was er zo één. Het had geen zin om aan Eveshka te vertellen over de woorden die haar zo hadden geraakt. Een bekentenis of een vraag die het lot voor de Nederlander had beantwoord? Ze wist van zich zelf dat ze nooit de lef zou kunnen opbrengen om hem er naar te vragen.

"Moet je van de Dutchman soms voor postbode gaan spelen?" Ze griste een envelop van het bureau voor Angelika het haar kon verhinderen.

"Geef terug."

"Wie woont er op dit adres?", vroeg de met de envelop wapperende Eveshka.

"Nu!"

"Wie!"

Angelika liet haar hoofd weer zakken. "Haar ex."

Zwijgend gaf Eveshka de envelop terug en zag Angelika deze zorgvuldig opbergen. De chauffeuse was vastbesloten om de belofte aan haar vriendin te houden. Later, waar zij en Nadenka in het ziekenhuis dezelfde betekenis aan hadden toegekend, zou ze hem opzoeken. Angelika had een stapel foto's om aan hem te overhandigen. In het ziekenhuis, waar ze elkaar leerden kennen, had de vroegere onderwijzeres deze aan haar laten zien. Voor haar gevoel een eeuwigheid geleden. In werkelijkheid waren er sindsdien slechts drie weken verstreken. Bijna alsof haar voorganger had geweten dat ze in het ziekenhuis opgenomen zou worden om haar leven nog dit jaar te eindigen. De foto's stamden uit de tijd voor Nadenka het had uitgemaakt, maar nog belangrijker was de bijgesloten envelop met een brief van haar vriendin. Nadenka was altijd van hem blijven houden. Zozeer zelfs dat ze hem de pijn en verdriet van wat ging komen had willen besparen.

"Dat is Nederlands", zei Eveshka, naar de GSM op het bureau wijzend. Het was eerder een gok, dan ze het met zekerheid wist, maar het klonk voor Angelika overtuigend genoeg. De chauffeuse klapte met een zucht de laptop open, een vertaalprogramma verscheen op het scherm.

"Hij heeft dit in haar condoleanceregister achtergelaten."

Ze hoorde Eveshka de woorden fluisterend herhalen, die ze eerder nog had uitgesproken.

"Mijn God." De rest slikte Eveshka met grote moeite weg.

"Ja, volgens mij hield hij van haar."

"Heeft hij het haar ooit gezegd?"

Angelika lachte vreugdeloos. "Ik weet het niet. Je hebt het hier wel over twee mensen die heel goed in staat waren om geheimen te bewaren. Ik weet de helft van de tijd niet waar de Dutchman mee bezig is en naar de rest moet ik vaak gissen omdat hij steeds maar een beetje verteld."

Hier kon Eveshka slechts knikkend mee instemmen. Ze zag Angelika naar haar opkijken.

"Ze is altijd van haar ex blijven houden, dat weet ik wel." De chauffeuse zuchtte een keer diep. "Wat kwam je eigenlijk hier doen?"

Eveshka pakte haar rugzak weer op. "Ik kwam vertellen dat ik vertrek."

"Waar ga je naar toe?"

"Chernyakhovsk, daar vangt mijn training aan. De generaal heeft een goed woordje voor mij gedaan en me opgegeven voor de opleiding tot stukcommandant. De rest zal daar van mij zelf afhangen."

"Heb je de Dutchman al gesproken?"

"Ja, hij heeft me een idioot genoemd en me toen het beste toe gewenst."

Angelika stond op en omhelsde lachend Eveshka. "Als je dit echt wilt, dan wens ik je ook heel veel succes." Ze kuste de ander op de wang. "Idioot."

Eveshka lachte nu ook.

 

Navigator hotel, Kaliningrad

De gehele bovenste verdieping van het hotel verkeerde in een opperste staat van chaos. Buiten stond een colonne wagens gereed. De chauffeurs keken met gemengde gevoelens naar de waakzaam om zich heen kijkende lijfwachten. Verscheidene etages boven hen werd er hard gewerkt om het onverwachtse vertrek van de hertogen mogelijk te maken. Tientallen koffers werden door het personeel ingepakt. Natuurlijk kregen ze daarbij aanwijzingen van de eigenaresse en zoals was te voorzien deed niemand het in haar ogen helemaal goed.

"Hij was nooit van plan om de monarchie te herstellen", de vrouw had zich omgedraaid om de boodschapper van de president verbitterd aan te kijken, "en jullie wisten het allemaal."

Als het haar bedoeling was geweest om een reactie bij de officier uit te lokken, dan faalde ze compleet. De Dutchman keek haar met een ondoorgrondelijk gezicht aan. Ik had precies hetzelfde gedaan. Het was echter niet de plaats en zijn rol om deze gedachte met hen te delen. Bovendien liet de toekomst van haar familie hem totaal onverschillig. "Nee, hare keizerlijke hoogheid groothertogin Maria Vladimirovna van Rusland."

Haar zoon keek hem geschokt aan. "Het is mijn geboorterecht."

Ditmaal vertrok het gezicht van de officier tot een grimas. Minachtend keek de Dutchman hem aan. Hij had al tijdens de kennismaking de hooghartigheid van de ander kwalijk genomen en daar was later geen verbetering meer in gekomen. De jongeman had een onvergeeflijke fout begaan door de Nederlander op zijn gebrek aan kennis over etiquette te wijzen. Het was voor hem een verbijsterende ervaring geweest toen de Dutchman ongevraagd zijn eigen mening over deze regels had gegeven.

"Het spijt me, zijne keizerlijke hoogheid groothertog Georgi Mikhailovich van Rusland, voor degenen die jouw onderdanen worden."

Bij de laatste woorden zag hij de woede in de ogen van de jongeman ontvlammen. Het was heerlijk om deze mensen van adel met hun belachelijke titels te prikkelen. Hij droeg de aristocratie geen warm hart toe, eigenlijk pas sinds hij in contact was gekomen met deze Russische familie.

"Wie denk je wel dat je bent?", schreeuwde de jongeman met overslaande stem.

Sander legde kalm een hand op het machinepistool aan zijn zij en schoof het verder naar de borst. Hij hoefde er niet eens naar te kijken, zo natuurlijk als dit gebeurde. Hij droeg in tegenstelling tot vele officieren geen pistool in een lederen holster, dat zo gebruikelijk was voor deze rangen. Sander ging voor het praktische, met veel vuurkracht op korte afstand en dat was in zijn ogen de PP-91.

"De man met het wapen." De vingers gleden over het zwarte metaal van het wapen, dat zijn oorsprong vond in Rusland.

Een lijfwacht kwam dichterbij. Een hand omklemde de kolf van het pistool. Gereed om het wapen te trekken, maar overtuigd dat hij toch te laat zou zijn. Maria kwam haastig tussenbeide en duwde haar zoon met zachte dwang van de Nederlander vandaan. "We zullen het niet vergeten. Nooit."

Zonder de handen van het machinepistool te halen wendde de Dutchman zich tot de vrouw. De lijfwacht die tussen hen in was komen staan leek hij niet eens op te merken. Hij had zijn gezicht weer in plooi getrokken. "Ik evenmin, hare keizerlijke hoogheid groothertogin Maria Vladimirovna van Rusland."

Onbewogen keek de Dutchman toe hoe ze haar zoon nog verder met zich mee trok. De lijfwacht had zijn wapen weer los gelaten.

Maria keek naar de mannen en vrouwen van het hotel, die geschokt de werkzaamheden hadden onderbroken. Even onzeker als zij zelf was over waar deze Nederlander allemaal toe in staat was. Na een snauw van Maria werd het werk hervat, maar het verliep nog moeizamer dan er voor het geval was geweest.

De chauffeurs bij de toegang van het hotel maakten het zich ondertussen zo gemakkelijk mogelijk. Zij hadden alle tijd.  

 

Kaliningrad

Sander was de barak binnen gestapt met in zijn kielzog zijn chauffeuse. Hij wisselde een groet uit met de aanwezige militaire agenten, voor hij een blik wierp in de richting van de kinderlijke gezichten.

"Dus dit zijn ze?"

"Ik heb hun eisen hier, meneer."

Hij nam het papier aan om deze zonder er zelfs een blik op te werpen meteen aan Angelika te overhandigen. "Wat staat erin?", vroeg hij fluisterend aan haar. Hij kreeg niet meteen antwoord, maar wachtte geduldig tot zijn chauffeuse klaar was met lezen.

"Ze willen om te beginnen passende uniformen en schoenen, meneer. Verder verlangen ze..."

Hij onderbrak haar voor ze de hele lijst af kon gaan. "Vind je de gestelde eisen absurd?"

Ze schudde na enige aarzeling het hoofd. Hij knikte en wendde zich tot de kindsoldaten in opleiding.

"Vandaag word de training weer hervat. Volgende week zullen jullie merken dat we aan de slag zijn gegaan met jullie opmerkingen."

"Waarom niet vanaf morgen?", riep iemand van achteren vandaan.

"Ik kan niet toveren", snauwde Sander.

Een meisje stak haar hand op. "Meneer", begon ze voorzichtig, "er zijn ons al eerder toezeggingen gedaan."

Het was wat ze achterwege liet dat Sander deed beseffen waarom hij was gevraagd om te komen bemiddelen. De officieren van het kamp werden niet langer meer vertrouwd en als hij dit meisje moest geloven dan kon hij het ook wel begrijpen. Ze hadden waarschijnlijk geprobeerd de kinderen voor te liegen.

"Ik geef je mijn woord." Hij zag het meisje dankbaar knikken. Het roerde hem meer dan hij voor mogelijk had gehouden. "Maak jullie gereed voor vertrek."

"En als we dat niet doen?" Het was opnieuw van achteren gekomen. Vermoedelijk door dezelfde persoon die al eerder iets had geroepen.

Angelika zag de Nederlander zijn ogen vernauwen.

"Hebben jullie de boeken van Harry Potter gelezen?"

Bevreemd keek de chauffeuse hem aan. Ze wist niet precies wat ze van hem kon verwachten, maar dit leek helemaal niets met de jeugdige soldaten te maken te hebben. Het was eerder alsof hij met de kinderen praatte en geen van hen meer een uniform droeg. Ze hoorde het de jongens en meisjes ontkennen. Het zou haar ook hebben verbaast als iemand hier wel deze boeken had gelezen.

"Als jullie niet luisteren naar je meerderen zal ik verraden waar het volgende deel over gaat voor je de film ooit te zien krijgt, begrepen?"

Angelika kon de ontzetting van de gezichten aflezen. Misschien hadden ze zich geestelijk wel voorbereid op de dreigementen over de krijgsraad, maar waarmee ze werden geconfronteerd was van een heel ander niveau. Het raakte de fantasie waar elk kind zo rijkelijk mee was begiftigd.

"Ik vroeg of jullie het begrepen hadden?"

Het werd op luide toon bevestigd, zoals zelfs de militaire agenten nog nooit eerder hadden gehoord.

"Ik kom terug."

Hij liet zijn ogen over de aanwezige militairen glijden, voor hij naar Angelika een beweging met zijn hoofd maakte. Ze begreep de hint en samen verlieten ze de barak.

"Het laatste wat je zei kwam niet uit de serie van Harry Potter."

"Quote ik soms een acteur?"

Ze knikte. "Het kwam wel uit een reeks films van een heel ander genre. Misschien heb je ook boeken over de Terminator gelezen.

"Klonk ik soms als Arnold Schwarzenegger?"

"Voor hen vast wel."

Hij was hier heel tevreden over. Ze kon het aan hem zien.

"Je bent een bijzondere man", zei Angelika hoofdschuddend.

"In positieve of negatieve zin?"

"Beledig ik je als ik allebei zeg?"

"Nee."

"Zoiets dacht ik al." Angelika lachte plotseling en bespeurde zijn verbazing. "Ik vind je echt bijzonder."

"Neem je me nu in de maling?", klonk het nors.

Haastig ontkende ze het, maar het lukte haar echter niet om te stoppen met lachen.

"Lach je me nu uit?"

"Ik lach je toe." Het was eruit voor ze besefte wat ze had gezegd. Het was bovendien iets dat ze hem ook wel eens had horen zeggen. "Dat is iets heel anders, toch?" Het laatste kwam er wat ongelukkig uit, maar hij bleek er genoegen mee te nemen.

"Je kan beter een bekende acteur of actrice quoten dan mij. Niemand let op wat ik zeg."

Het was iets waar ze het beslist niet mee eens was en de verleiding was groot om hem op de kinderen te wijzen, die wel naar hem zouden luisteren. Vooral na het door hem geuite dreigement. Zelfs waarschijnlijk ongeacht wat voor onzinnig bevel hij ook voor hen zou hebben. Angelika hoorde zijn telefoon overgaan en besloot er echter vanaf te zien om met hem hierover te discussiëren.

 

1 maart, Stockholm-Bromma vliegveld, Zweden

Het op twee na grootste vliegveld van Zweden, als er over de term van passagiersaantallen werd gesproken, had een geschiedenis die in 1936 was begonnen. De oude luchtvaartgebouwen werden om deze reden ook tot cultureel erfgoed gerekend, maar het was niet de reden waarom het vliegveld in het nieuws was gekomen.

De Russische ambassadeur keek om en zag dat de met hem meegekomen piloot nieuwsgierig om zich heen kijken. De man leek ervan te genieten.

"Het is geen vakantieuitje."

Het was onnodig om de jachtpiloot hieraan te herinneren. "Ja, meneer."

Hij droeg een tas met zich mee waarin zijn vliegerspak en helm zich bevond. Meer had de Rus niet mee te hoeven nemen tijdens zijn eerste vliegreis naar het buitenland. Tot zijn teleurstelling zou hij niet lang in Zweden mogen blijven. Hij zag dat ze werden opgewacht door een man in een maatpak, die de uitgestapte ambassadeur vriendelijk lachend de hand schudde.

"Burgers in de omgeving hebben diverse klachten over geluidsoverlast ingediend over de MiG-31."

"Natuurlijk mijn excuses hiervoor", zei de ambassadeur nog altijd vriendelijk tegen de naast hem lopende regeringsfunctionaris.

De Zweed knikte begrijpend voor hij plotseling stilstond. "We zijn er."

"Waar is het vliegtuig?" In de verwachting het hier aan te treffen keek de ambassadeur om zich heen. Ook de piloot draaide zijn hoofd om te zien of hij ergens de supersonische onderscheppingsjager kon ontdekken. De MiG-31 was bepaald geen klein gevechtsvliegtuig.

"Een landgenoot van u is er al mee weg gevlogen." De Zweed probeerde daarbij zo onschuldig mogelijk te kijken. Hij haalde een papier te voorschijn uit zijn aktetas. Het was een kopie van het paspoort van de betrokken piloot.

De ambassadeur keek verbaasd naar het hem overhandigde papier. "Hier weet ik niets van. Waar is het vliegtuig nu?"

"Ik neem aan dat ze naar het dichtstbijzijnde vliegveld zijn gevlogen."

"Ik heb hier niets van vernomen. Weet u welk vliegveld?"

"De dichtstbijzijnde vliegvelden bevinden zich in de Russische Federatieve Republiek Kaliningrad. Ik neem aan dat ze daar naar toe zijn gevlogen, meneer."

Sprakeloos staarde de ambassadeur de Zweedse regeringsfunctionaris aan. Het duurde verscheidene seconden voor hij weer in staat was te praten. "Jullie hebben onze MiG-31 overgedragen aan de Kaliningraders?", vroeg hij beschuldigend.

"We zijn een neutraal land, ambassadeur, en wij hebben de soevereiniteit van de Republiek Kaliningrad nooit erkend. Voor ons maakt het nog steeds deel uit van de Russische Federatie. Dit moet geen verrassing zijn voor u."

Het was de ambassadeur inderdaad bekend welke neutrale positie Zweden innam, zoals het ook met regelmaat in het verleden had gedaan tijdens gewapende conflicten.

"Jullie zouden het vliegtuig aan ons overdragen."

"De piloot in kwestie beschikte over een identiek Russisch paspoort, meneer. We hebben er een kopie van gemaakt als onderdeel van de officiële overdracht."

"Waarom heb je me dan hier naar toe gebracht?"

"U kunt nu persoonlijk namens uw land excuses voor de veroorzaakte geluidsoverlast van de MiG-31 aan onze burgers overbrengen." De Zweed gebaarde naar een groepje burgers. Ze stonden met de armen over elkaar op de Russen te wachten.

Woedend keerde de ambassadeur hen de rug toe. "Hier zullen jullie voor boeten", snauwde hij.

"Betekend het geen excuses naar onze burgers voor de problemen die door jullie zijn veroorzaakt?", vroeg de Zweed. "Er is ook nog een openstaande rekening voor de brandstof te bespreken." Het koste hem de grootste moeite om zijn gezicht in plooi te houden. Hij zag dat de piloot was blijven staan. Onzeker wat er nu van hem werd verwacht. Een grauw van de ambassadeur en de Rus rende op een drafje achter de man aan. Hij was onder de indruk van het politieke steekspel dat Zweden had gespeeld. In de media was er furieus gereageerd op de bereidheid van de Zweedse regering om het toestel zo kort na de ongeplande landing weer te willen laten terug keren. Al hadden ze zich wel bereid getoond om de gedeserteerde piloot asiel te verlenen. Binnen enkele uren zou de stemming in de media geheel overslaan tot er alleen nog met bewondering over de Zweden werd gesproken. De aanwezigheid van zoveel Russische oorlogsschepen en vliegtuigen in de nabijheid had de autoriteiten geprikkeld om een duidelijke boodschap aan de Russische Federatie af te geven. Zweden zou zijn neutraliteit handhaven, maar wel volgens de door het land zelf opgestelde regels.

vliegbasis Chernyakhovsk, Kaliningrad

Het nationale prestige van de Russische Federatie stond op het spel door de Zweedse als stommiteit uitlegbare overdracht. De MiG-31 werd binnen enkele uren opgespoord. De Kaliningraders hadden geen enkele poging gedaan om het toestel te camoufleren en dat had de argwaan van de Russische militairen opgewekt. Ze waren echter gebonden aan de instructies uit Moskou, het toestel moest onmiddellijk vernietigd worden. Een geplande luchtaanval werd zelfs hiervoor afgelast om over voldoende vliegtuigen te kunnen beschikken voor deze geïmproviseerde operatie.

Op het tot doelwit bestempelde vliegveld werd er hard gewerkt door Chinese technici. Eerder hadden ze hun Kaliningradse collega's nog geholpen bij het verwijderen van de radar en andere elektronische apparatuur. De zwaar beladen vrachtwagens hadden in konvooi het vliegveld reeds verlaten en nu was het de beurt aan de Chinezen om alles wat nog bruikbaar was uit de Russische onderscheppingsjager te halen. Regelmatig wierpen ze daarbij een blik naar de lucht. Het was geen pretje om in de open lucht te werken en te weten dat ze volledig onbeschermd waren. Iedereen in de groep werkte zo snel als hij kon. Er werd slechts minimaal gepraat. Ze waren nog bezig met de tweede Soloviev D30-F6 motor toen ze allen de sirene van het luchtalarm hoorden. Verlangend keken ze naar hun meerdere, maar over zijn lippen kwam geen bevel om het werk te staken. Al zagen ook zij dat hij af en toe een blik over zijn schouder wierp.

Qiu draaide zich om. Ze wilde niet langer naar de mensen kijken, die zij verder liet werken alsof er geen gevaar dreigde. Het gebeurde in opdracht van haar vader, maar tegelijk voelde zij zich verantwoordelijk. De generaal hoefde immers niet te horen hoe de teamleider smeekte om zijn mensen te mogen terugtrekken.

"Je hebt je orders", had ze met een hese stem gezegd.

Het gezicht van de man was volkomen uitdrukkingloos geworden, maar ze had hem zijn handen in machteloze woede zien ballen. De officier verliet daarop zijn veilige positie om zich aan dezelfde gevaren bloot te stellen als de mensen die onder zijn leiding moesten blijven doorwerken. Qiu kon er slechts bewondering voor opbrengen. Ze liet haar hoofd hangen. De Soloviev D30-F6 aandrijving werd door uiteenlopende passagiers- en transportvliegtuigen gebruikt, maar deze versie ervan alleen door de MiG-31 en de experimentele Sukhoi Su-47. Daarvoor was haar vader bereid de levens van al deze mensen te riskeren. Voor de versnelling van technologische ontwikkelingen in een land, dat opeens zo ver van haar vandaan voelde. Een land waarin haar dochter zou opgroeien om later een eigen gezin te stichten. Ze draaide zich met een ruk weer om. De eerste grond-luchtraketten zag ze met een rookspoor achter zich aan omhoog vliegen.

Ze rukte de deur open. "Terugtrekken", schreeuwde ze. Geen enkel land mocht het offer van deze moedige mensen waard zijn.

De officier was nog maar net bij zijn mensen gearriveerd toen hij haar hoorde roepen. Hij twijfelde geen moment aan de noodzaak ervan. Net als de mannen onder zijn commando. Sommigen van hen probeerden nog het gereedschap in veiligheid te brengen of onderdelen van de motor mee te nemen, maar anderen lieten gewoon vallen wat ze in hun handen hadden. Om hen heen klonk nu ook het geratel van luchtdoelgeschut.

"Laat liggen en rennen." Hij hoefde het bevel niet te herhalen. Als laatste begon nu ook de officier te rennen om zich in veiligheid te brengen.

 

Kaliningrad

"En ik kan hier blijven staan om te verhongeren", zei Sander in zelfbeklag en keek zuchtend in de richting van zijn chauffeuse. Ze was blijven staan bij twee in geheel zwart gekleedde vrouwen. Het waren nonnen van de orthodoxe kerk, maar deden hem door de kledij meer denken aan sommige moslima's in zijn eigen land. Alleen de gezichten en handen waren nog zichtbaar. Nu stonden deze zusters in de weg tussen hem en de broodjes vis die Angelika had gekocht. Hij voelde en hoorde zijn maag rommelen. Als hij wat regelmatiger at dan had hij nou niet zo'n honger gehad. De verleiding was groot om er naar toe te lopen. Misschien kon hij de plastic tas uit haar hand pakken en terug keren naar de auto zonder in het gesprek betrokken te worden. In zijn gedachten bekeek hij deze mogelijkheid van verschillende kanten voor het werd verworpen. Hij begon de sneeuw op de dak van de auto bij elkaar te vegen om zich zelf wat afleiding te bezorgen en stopte ermee. Een brede grijns verscheen op zijn gezicht.

Eerst was er de dof klinkende klap die de aandacht van Angelika trok. Ze keek voorzichtig langs de zuster heen naar het huis. Het volgende moment spatte de sneeuw in haar gezicht. Geschrokken staarde de chauffeuse enkele seconden naar de non, die proestend de sneeuw uit haar gezicht veegde. De zuster naast haar sloeg geschrokken een hand voor de mond. Ook voor haar was de sneeuwval vanuit het niets gekomen. Angelika draaide zich met een ruk om. "Dutchman!"

Hij stond onschuldig leunend tegen de auto met de armen over elkaar, grijnsde en keek naar de lucht alsof hij de daar de hiervoor verantwoordelijke zocht.

"Al het goede komt van boven."

Voor de chauffeuse in staat was hier iets op te zeggen zag ze hem in elkaar duiken. Een fractie van een seconde later spatte een sneeuwbal tegen de auto uit elkaar. Niet begrijpend keek Angelika om. Beide nonnen stonden voorover gebukt om meer sneeuwballen te maken. Ontzet keek het meisje toe hoe de zusters lachend het sneeuwballengevecht aangingen met de militair bij de auto. Ze slaakten korte gilletjes als ze werden getroffen. Het ging het voorstellingsvermogen van Angelika te boven dat deze vrouwen, die heel hun bestaan wijdde aan God, bereid waren deze kinderachtige strijd aan te gaan. De sneeuwbal tegen haar achterhoofd maakte een einde aan deze illusie. De chauffeuse liet de plastic tas vallen en koos onmiddellijk partij voor de nonnen.   

"Dit gelooft niemand als ik het vertel", mompelde ze en gooide. Tot haar frustratie ondernam de Nederlander zelfs geen enkele poging om de sneeuwbal te ontwijken. Zover ging deze over hem heen. Ze bukte zich om een nieuwe poging te wagen.

Het was tenslotte Sander die het onderspit delfde. Hij zwaaide met een uit zijn broekzak getrokken zakdoek. Het was weliswaar olijfgroen van kleur, maar representeerde voor deze gelegenheid als de witte vlag.

"De volgende ronde win ik."

De zusters lachten en liepen weg. Hij veegde de sneeuw van zijn borst en keek naar de naderende chauffeuse. Ze overhandigde hem de tas, maar weigerde hem aan te kijken.

"Zoiets doe je nooit meer."

"Jij begon."

Pas nu keek ze hem aan. "Ik?" Alle verontwaardiging wist ze in dit ene woord te leggen.

"Jij liet me wachten."

Ze wees in de richting naar de zusters die inmiddels om de hoek waren verdwenen. "Je gooit toch geen sneeuwballen naar een non?"

"Zij hadden mij de wang toe moeten keren of zoiets. Dat leren zij toch?"

Hoofdschuddend stapte ze in. Het was niet de plaats of het juiste moment om hierover een gesprek met de Dutchman aan te gaan.

"Jij zal zelfs in de hel nog plezier kunnen maken."

"Zei je iets?", klonk het onschuldig vanaf de achterbank.

"Niets."

Zwijgend nam ze het broodje aan dat haar werd aangegeven.

 

Moskou

Een oudere vrouw opende de koffer op het bed. Ze liep naar de kast, waar de deuren al reeds van open stonden, om daar minutenlang te blijven staan. Twijfelend of ze aan haar impulsiviteit moest toegeven of het verstand laten zegevieren. Ze stelde de beslissing met elke ademhaling uit, tot ze lucht langzaam uit haar longen liet ontsnappen. Gasha pakte een jurk. Een handeling die haar besluit definitief maakte. Ze maakte zich geen zorgen dat haar plannen voortijdig zouden uitlekken, omdat er verder niemand in huis was. Ze had de huishoudster vrij gegeven en haar man… Gasha verstarde zodra ze aan haar man dacht. Lang geleden was ze blij geweest en zelfs trots dat Kirill de politiek was ingegaan. De vastbeslotenheid van haar man om het land weer groots en vrij van corruptie te maken had haar vertrouwen in de toekomst gegeven. Het gevoel was ze inmiddels kwijt geraakt. Net als haar man. Het werk slokte al zijn tijd op. Ergens in zijn agenda stond vast haar naam genoteerd, maar dergelijke afspraken kwamen met terugkerende regelmaat te vervallen. Het veel gebruikte excuus dat er iets belangrijks tussendoor was gekomen was steeds opnieuw een pijnlijke voor haar geweest. Ze pakte met korte, rukkerige bewegingen meer kledingstukken uit de kast. Nog altijd woedend, omdat ze helemaal niets had terug gezien van aan haar man meegegeven goed bedoelde adviezen. Gasha was geboren en opgegroeid in de Russische Federatieve Republiek Kaliningrad. Voor haar gevoel wist ze beter wat de mensen in deze voormalige provincie van de Russische Federatie bezig hield, dan de politici en hun adviseurs in het Kremlin. Ze kende bovendien de president. De keren dat ze elkaar spraken was Matfei altijd bereid geweest om te luisteren. Niet dat hij al haar voorstellen inwilligde, maar hij nam het tenminste wel mee in zijn afwegingen. Kirill negeerde haar gewoon. Voor hem hoorde de vrouw van een premier zich buiten het bedrijven van politiek te houden. Het was de belangrijkste reden voor Gasha om het huis te verlaten. Haar dochters waren volwassen en bouwden al een eigen leven op. Een leven dat ze de meiden van harte gunde, omdat het vrij bleef van de aandacht van de media. Het was te danken aan Kirill, maar het was makkelijker voor Gasha om daar aan voorbij te zien. Boos vouwde ze haar kleren op, om meer in de koffer te kunnen krijgen dan mogelijk was. "Dat ding is veel te klein."

Verlangend keek ze naar de andere koffers, die in de kast op de vloer stonden. De verleiding was groot om deze ook allemaal in te pakken, maar het zou vermoedelijk haar lijfwachten alarmeren. Zuchtend begon ze uit te pakken om opnieuw te bepalen wat ze mee zou nemen naar de Republiek Kaliningrad. Ze moest giechelen bij de gedachte aan de ontzetting die het bij haar man teweeg zou brengen, zodra hij het nieuws vernam. Er was geen andere manier waarop ze aan iedereen kon duidelijk maken wat ze van het huidige beleid van de regering dacht. Als Kirill de media er niet van kon weerhouden hier enige ruchtbaarheid aan te geven dan zou er vast een schok door het hele land gaan. Het was precies wat ze wilde bereiken. Beter gehumeurd dan voor heen het geval was pakte Gasha de koffer weer in.

 

Antonov An-71 780151

"Ik ben de co-piloot, meneer. Ik moet eigenlijk nog meer ervaring opdoen onder leiding van een gezagvoerder."

"Ja, ja, ja," zei Sander ongeduldig. "Kan jij dit vliegtuig laten opstijgen, vliegen en weer laten landen zonder dat we allemaal omkomen? Ja of nee?"

De vrouw voelde het zweet haar poriën uitstromen, voor ze knikte. "Ja, meneer."

"Zoek dan een co-piloot om je te helpen en laten we dan opstijgen. Oh, ja, ik hoef geen piloten aan boord met een zwakke maag. Hij hoeft dus niet meer terug te komen."

Sascha keek de Nederlander met een open mond verbijsterd na. De piloot had zich op het laatste moment ziek gemeld. Hij had volgens zeggen voedselvergiftiging opgelopen en dat dreigde het vertrek van het vliegtuig te vertragen. Al bleek dit voor de Dutchman een onacceptabel gegeven te zijn, punctueel als hij kon zijn.

"Wat moeten we nu doen?"

De boordwerktuigkundige haalde de schouders op. "Het is jouw beslissing", zei hij en schoof met deze woorden de verantwoordelijkheid geheel af op de tengere schouders van de vrouw. "Jij hebt toch tegen de Dutchman gezegd dat je het kan."

Het klonk niet echt als een motiverende aansporing, maar ze moest het ermee doen. Sascha wilde contact opnemen met de verkeerstoren, maar werd tot haar verbazing al opgeroepen. De verkeersleider gaf haar toestemming om onmiddellijk te vertrekken. De vrouw verbleekte zodra ze daar de reden voor vernam. De Russen waagden zich verder landinwaarts dan ooit te voren. Er was nu geen enkele aarzeling meer bij haar te bekennen.

"Ga naast me zitten."

"Ik ben geen co-piloot."

"Je kan toch lezen?" Zonder een antwoord af te wachten, overhandigde ze hem de controlelijst. De boordwerktuigkundige nam vloekend naast haar plaats. De controlelijst werd in een snel tempo afgewerkt. De opgedane ervaringen vertelden de leidinggevenden van zowel het Nationaal luchtverdedigingscommando als KD Avia inmiddels dat er meer waardevolle vliegtuigen op de grond verloren gingen dan daadwerkelijk uit de lucht werden geschoten. De burgerluchtvaartmaatschappij verstuurde ook meteen instructies aan een nog onderweg zijnde Boeing 737 om meteen rechtsomkeert te maken. Het passagiersvliegtuig moest boven Polen blijven cirkelen tot het weer veilig genoeg was om de reis voort te zetten of vanwege brandstof te kort gedwongen was ergens anders te landen.

De Dutchman was opnieuw in de deuropening van de cockpit verschenen. Hij vroeg zich al lopende af waarom de pilote via de intercom iedereen had verzocht plaats te nemen en de gordels om te doen. Had ze zijn woorden soms zo letterlijk opgenomen dat ze zelfs geen co-piloot de tijd gunde om aan boord te komen? Hij zag haar omkijken.

"De Russen komen. Ga zitten en doe je gordel om."

Gehoorzaam nam de Dutchman plaats op de nog warme stoel van de boordwerktuigkundige en gespte zich vast. De pilote had hem geen kans gegeven om iets te zeggen of een vraag te stellen. Het gaf hem een ongemakkelijk gevoel om slechts getuige te kunnen zijn van wat er om hem heen gebeurde. Starend naar de tientallen meters op het instrumentenpaneel, waar hij helemaal niets wijs uit kon worden. De Antonov reed de startbaan op. Het geluid van de twee Progress D-436K straalmotoren werd steeds luider naarmate de snelheid toenam. Het einde van de baan kwam opmerkelijk snel in zicht en de Dutchman kreeg het benauwde gevoel dat Sascha werkelijk te weinig ervaring genoot om met een type als de An-71 op te kunnen stijgen. De vorm van het vliegtuig had een merkbare invloed op de handelbaarheid ervan door een piloot of pilote in dit geval. Het vliegtuig kwam los van de grond, enkele seconden voor het einde van de baan was bereikt. De boordwerktuigkundige liet met enige moeite de leuningen van de stoel los. Hij keek om en zag dat de Dutchman zich al los gespte.

"Je had het ook zonder snauwen tegen me kunnen zeggen, hoor."

De pilote keek nu ook om en zag nog net zijn rug, voor de Nederlander uit het zicht verdween. Hij had humeurig geklonken.

"Ik dacht even dat we het niet zouden gaan halen", hoorde ze de boordwerktuigkundige zwakjes mompelen.

"Ja," bevestigde Sascha, "en ik heb volgens mij de Dutchman beledigd." Ze schoot plotseling in de lach vanwege het absurde ervan. Het vliegtuig was bijna neergestort, maar waar ze zich echt zorgen over maakte, was de gemoedstoestand van de Dutchman.

De boordwerktuigkundige legde een hand op haar schouder en knikte haar goedkeurend toe. "Laten we maken dat we hier weg komen", zei hij en nam weer plaats op zijn eigen plek.

"Een uitstekend idee", beaamde ze.

 

Boven het Koerse Haf

De formatie van Mikoyan MiG-31 onderscheppingsjagers was in het zicht van de vijandelijke hoofdstad uit elkaar geslagen. De linie van grijs gekleurde gevechtsvliegtuigen vertoonde al snel de eerste gaten. De spanning en angst had de piloten de opgestelde protocollen over het gebruik van de radio op slag doen vergeten. Ze praatte door elkaar heen, terwijl ze allemaal poogden om de naderende grond-luchtraketten te ontwijken. Eerder hadden ze nog geloof gehecht aan de verhalen over de uitgeputte voorraden van de Kaliningraders. Nu waren ze daar aanmerkelijk minder van overtuigd geraakt. De inmiddels bij de Russische luchtmacht berucht geworden 183e brigade had hen verwelkomd met de lancering van talrijke raketten.

Het deprimerende ontvangst op het vliegveld, hadden de piloten van het 530e luchtregiment eerder nog lachend afgedaan als een macabere grap van de veteranen. Ze hadden een lange reis achter de rug, die ver in het oosten van de Russische federatie was begonnen en hen helemaal naar Europa had gevoerd. Van de gegunde nachtrust was weinig terecht gekomen. Opgewonden hadden ze er naar uitgekeken om zich te kunnen meten met de piloten van de Republiek Kaliningrad. Bang dat er al te veel vliegtuigen van het 689e luchtregiment waren neergeschoten om de eenheid nog een bedreiging voor hen te laten vormen. Iedere jachtpiloot verlangde er naar om een aas te zijn. Zoveel andere kansen om zich te bewijzen waren er niet voor hen. De Amerikanen waren immers verstandig genoeg om geen verkenningsvliegtuigen meer het Russische luchtruim in te sturen, maar spioneerde nu door dicht langs de grens te vliegen en de rest werd overgelaten aan satellieten.

De opwinding van de jachtpiloten was intact gebleven, maar van de rest was boven het grootste strandmeer van de Oostzeekust inmiddels weinig meer over. Een enkele MiG-31 had inmiddels rechtsomkeert gemaakt, met een rookspoor achter zich aan. Verscheidene vliegers benijdde de bemanning!

Wat volgde zou Kazimir na zijn terugkeer beschrijven als een gigantisch flipperkast. Om buiten bereik van de rond Kaliningrad opgestelde lanceerinstallaties te geraken had hij de snelheid opgevoerd. Om al snel een waarschuwing van de man in de stoel achter hem te ontvangen, dat er ongeïdentificeerde vliegtuigen naar hen onderweg waren. De Pulse-Doppler radar had de snel hoogte winnende toestellen veel te laat waar genomen. Gevolgd door een melding van de WSO over nog meer raketten, maar ditmaal waren het lucht-luchtraketten. Deze informatie was afkomstig van een andere MiG-31 en was via een APD-518 datalink met hen gedeeld. De link met het betreffende jachtvliegtuig werd abrupt verbroken. Een afgebroken schreeuw en vervolgens ruis op de radio. Kazimir zag een brandende MiG-31 naar de grond tuimelen. De Rus kon niet lang genoeg blijven kijken om te zien of er parachutes zouden verschijnen. Als de twee bemanningsleden het al overleefden, dan zouden ze vermoedelijk de rest van de oorlog in gevangenschap moeten doorbrengen. Hij en zijn WSO moesten zich volledig concentreren op het luchtgevecht, waar ze ongewild in terecht waren gekomen. De angst van de vliegers dat ze het 689e luchtregiment zouden mislopen was volkomen misplaatst. De wendbaarheid van de opponenten had de vliegers van het 530e luchtregiment geen probleem hebben moeten opleveren. Het was de bedoeling geweest om de vijandelijke toestellen van grote afstand te beschieten, maar de Su-27SM waren pas verschenen toen niemand ze meer verwachtte. Te dichtbij naar de zin van de piloot om het oorspronkelijke plan te kunnen laten slagen. Een bedrieglijk lang moment had Kazimir het gevoel gehad dat zij het luchtruim beheersten. Misleid door de propaganda van de eigen regering. Nu moest hij zich aanpassen aan een heel ander scenario, dan hem was voorgespiegeld. De nadelen van de MiG-31 en de door hen meegevoerde S-37 lucht-luchtraketten gaven de doorslag tijdens het luchtgevecht op korte afstand. Iets waarvoor de toestellen absoluut niet waren ontworpen.

 

Su-27SM jager

Ontevreden vloog Leonty van het strijdtoneel vandaan. De Kaliningrader was door zijn raketten heen en had zelfs een paar granaten op een langs razende MiG-31 afgevuurd, maar de Russische piloot had zich met een indrukwekkende snelheid in veiligheid gebracht en tegelijk ook in nieuwe problemen. De NAVO zou zich nu moeten gaan bekommeren om de indringer in het luchtruim van Litouwen.

Zo luidde in ieder geval de theorie, maar het aantal door Russen begane grensoverschrijdingen van Litouwen, maar ook bij de andere Baltische landen nam alleen maar toe. De bij de Verenigde Naties en andere organisaties ingediende klachten daarover leken bitter weinig uit te halen. De Russen beloofden steeds beterschap en verbraken even vaak dezelfde dag nog deze gemaakte belofte. De Polen waren een geheel ander verhaal. De Poolse jachtpiloten bewaakten fanatiek de grens en hadden zelfs al een paar schoten op indringers gelost. De Russische piloten bleven daar wel uit de buurt of de noodzaak daarvoor was echt.

Leonty ging op zoek naar een veilige uitwijkbasis om opnieuw bevoorraad te worden. Hij wilde weer zo snel mogelijk terugkeren naar het ontstane luchtgevecht. Het enthousiasme over nieuwe behaalde overwinningen werden getemperd door het feit dat er meer Russische gevechtsvliegtuigen onderweg waren en dat hij zijn vleugelman al vrijwel meteen was kwijtgeraakt. De gevolgen van de aanval werden al snel duidelijk. De grondgebonden luchtverdediging stond onder zware druk. De vliegvelden in de omgeving van de hoofdstad waren gesloten voor luchtverkeer. De verdedigers daar schoten momenteel op ieder vliegtuig dat in hun vizier verscheen. Communicatie werd ernstig bemoeilijkt. Op goed geluk besloot Leonty richting de vliegbasis Chernyakhovsk te vliegen. Hij was er al eens eerder geweest. Het was voor hem dan ook geen enkel probleem om het te vinden. De Kaliningraders probeerde een ander kanaal en begon te glimlachen zodra hij de vrouwelijke stem hoorde. Iemand anders probeerde ook via de radio contact te leggen. Hij beantwoordde de oproep en kon weldra de opluchting in haar stem horen.

"We zullen aan Chernyakhovsk doorgeven dat je onderweg bent", deelde ze hem mee.

"Bedankt, voor ze de kist onder mijn kont vandaan schieten."

Het was een mislukte poging om de spanning te doorbreken. Hij hoorde de vrouw er niet om lachen. Eerder had ze zonder succes nog getracht om hem op andere gedachten te brengen, omdat er een aanval op het vliegveld verwacht werd. Een korte blik op de brandstofmeters had hem echter overtuigd dat hij inmiddels geen andere keuze meer had dan door te vliegen naar Chernyakhovsk.

"Succes en pas goed op."

Leonty schudde het hoofd. Op de grond trok hij met zijn vliegersoverall, overal waar hij verscheen, de nodige aandacht, maar tijdens de gesprekken met vrouwen ging het steeds opnieuw fout. Zijn openingszinnen betekenden vaak ook meteen het einde van wat een gesprek had moeten worden. Hoe hij ooit een vriendin had gekregen, was hem een raadsel geworden. Misschien had zij hem wel versierd, in plaats van dat hij haar het hof had gemaakt. Het was bepaald geen gedachte die hem zinde. Daarom was hij van tactiek veranderd. Hij kon beter aan de bar de zwijgzame luchtheld uithangen, daarmee boekte Leonty meer succes.

 

Antonov An-71 780151

"We hebben het contact met de T0518 verloren, meneer."

De Dutchman staarde naar de kleurloos geworden monitoren. De link was zonder waarschuwing verbroken. Het was iets dat echter al vaker was gebeurd.  

Het Chinese toestel was, in tegenstelling tot de KongJing-200, uitgerust met een conventionele rotodome. Een versie waar de Chinezen in de media bijzonder zwijgzaam over waren. Vreemd genoeg was uit zijn onderzoek gebleken dat het ook niet bij het 76e regiment van PLAAF in gebruik genomen. Het had bij de Dutchman het vermoeden doen rijzen dat de T0518 was ontstaan, omdat de Chinezen onzeker waren of de KJ-200 wel daadwerkelijk te realiseren was. Al had hij hier geen zekerheid over.

"Probeer het contact te herstellen."

Pogingen om met de Chinese bemanning in contact te komen leidde ook tot niets. Al weerhield het de radiotelegrafiste er niet van om te blijven proberen. De operators konden slechts meeluisteren en hopen dat de beeldschermen weer spoedig tot leven zouden komen. De laatste beelden hadden ongeïdentificeerde, elektronische signalen boven Chernyakhovsk weer gegeven. De Russen hadden het vliegveld bereikt. De aanwezige mensen gebruikten hun fantasie om de leemten met pessimistische gedachten in te vullen. Zo ook de Dutchman. De weigering om de pas geïnstalleerde Russische Myech coherent Pulse-Doppler radar te activeren en zelfstandig het luchtruim te scannen was van hem afkomstig geweest. Hij wilde geen ongenode aandacht op het vliegtuig vestigen.

"Laat Sascha naar de laatst bekende positie van de Chinezen vliegen."

Nieuwsgierig keken de operators en de stewardess toe hoe de Nederlander een kleine reistas te voorschijn haalde.

"Ik heb dit pak overgehouden aan mijn eerdere trip naar Polen", verklaarde hij ongevraagd. Ook Sander maakte zich zorgen. Als ze noodgedwongen moesten uitwijken naar een buurland, dan wilde hij geen uniform dragen, om internering te voorkomen. Het was echter twijfelachtig of deze verkleedpartij dit echt zou kunnen voorkomen. Hij moest voor de Polen inmiddels een bekend gezicht hebben.

"U werkt voor KD Avia?", vroeg de stewardess verwonderd.

De Dutchman was nog bezig met het dichtknopen van het witte overhemd. Over zijn schouders hing een nog ongestrikte stropdas, met het logo van de vliegtuigmaatschappij erop afgedrukt. "Jij toch ook?"

"Het uniform..."

De Dutchman knikte met een grimmige uitdrukking op zijn gelaat. "Ik werk voor KD Avia wanneer dit in het belang van het land is."

Onzeker van hoe ze hier op moest reageren zag de stewardess hem een worsteling aangaan met de stropdas. Een onderdeel van het pak dat hij herhaaldelijk op bijna hartstochtelijke wijze vervloekte. Het leek voor hem zelfs de hele oorlog naar de achtergrond te verdringen. Ze benijdde hem erom. Zelf moest ze voortdurend denken aan het bereik van de Russische lucht-luchtraketten.

"Je kan ophouden met hen oproepen. De Chinezen handhaven radiostilte of ze zijn dood."

De radiotelegrafiste bevestigde de opdracht van de Nederlander. Zo dicht bij de grens zou de NAVO ongetwijfeld meeluisteren en hieruit ongewenste conclusies kunnen trekken. Als de Chinezen eindelijk zouden antwoorden, misschien zelfs een link leggen tussen de Volksrepubliek China en het in Europa woedende conflict. Het moest tegen elke prijs worden voorkomen, omdat het gegarandeerd zou gaan leiden tot het verlies van een belangrijke bondgenoot.

De intercom kwam tot leven. Vanuit de cockpit kwam het dringende verzoek aan de Dutchman om te komen.

"Wat is er aan de hand?", informeerde de Dutchman bij de vliegers.

De pilote wees als antwoord naar de zwarte rookkolom. "Volgens mij hebben we de Chinezen gevonden." Pas nu keek Sascha om en knipperde verrast met haar ogen. De Dutchman zag er opmerkelijk anders uit, zo zonder uniform. Al bleek het weinig invloed te hebben op zijn besluitvaardigheid.

"Hoe snel kan je Polen bereiken?"

"Binnen een paar minuten, meneer, als het nodig is", antwoordde de pilote.

"Doe het en doe het snel."

"Ja, meneer."

Ze voerde het vermogen van de motoren op en zette een lichte duikvlucht in.

"Ik laat de NAVO waarschuwen over onze bedoelingen." Na deze woorden verdween de Dutchman weer naar achteren. Er moest nog meer gebeuren, maar daar wilde hij de pilote niet mee lastig vallen.

"Begin met het wissen van de computers. Helemaal niets mag naar de Chinezen leiden."

De operators kwamen onmiddellijk in beweging. Voor de radiotelegrafiste had de Dutchman een andere taak.

 

SA-10 batterij

Bezorgd schudde Stannes het hoofd. Hij had al herhaalde malen het zweet van het voorhoofd geveegd. De Russische luchtmacht wierp de vliegtuigen in opeenvolgende aanvalsgolven in de strijd om zijn kwantitatieve overmacht uit te buiten. De Slowaak besefte dat de verdediging overbelast raakte en de batterij waar hij deel van uitmaakte was inmiddels weer onderweg. Bezorgd had Stannes het raam van zijn portier open gedraaid om half naar buiten hangend naar de lucht te turen. Het was alsof hij elk moment een aanval uit de lucht verwachtte. Het maakte in ieder geval zijn chauffeur zenuwachtig. Hij wist uit ervaring dat de eenheid pas een halfuur na te zijn gearriveerd op de nieuwe locatie weer gereed was om in de strijd te worden geworpen. In een snel verlopende luchtoorlog duurde een halfuur onvoorstelbaar lang. In een halfuur kan een Su-24 een maximale afstand van 657 kilometer afleggen. In een halfuur kan een Tu-22 een maximale afstand van 760 kilometer afleggen. In een halfuur kan een Tu-160 een maximale afstand van 1110 kilometer afleggen. In een halfuur kan een MiG-29 een maximale afstand van 1200 kilometer afleggen. In een halfuur kan een Su-27 een maximale afstand van 1250 kilometer afleggen. In een halfuur… De Slowaak schudde de opsomming van deprimerende gedachten van zich af. In dit korte tijdsbestek was er gewoon te veel mogelijk, luidde zijn conclusie.

De colonne voertuigen kwam tot stilstand. Stannes keek naar de chauffeur, maar deze haalde zijn schouders op. Vloeken mompelend stapte de Slowaak uit om een onderzoek in te stellen. Hij kwam al snel terug. De chauffeur kon zien dat de man haast had.

"We zijn er."

De chauffeur knikte, wachtend op verdere instructies nu de batterij op de plaats van bestemming was gearriveerd. De Slowaak keek hem enkele seconden aan, voor hij besefte dat het initiatief geheel van zijn kant moest komen. Vergezeld van de nodige vloeken kwamen de eerste orders over zijn droge lippen. Het bracht de chauffeur in beweging.

Hij had niet zoveel haast om weer bij de strijd betrokken te geraken. Regelmatig wierp de chauffeur een blik op de verkreukelde foto, die hij met een elastiek op de zonneklep had bevestigd. Soms streek de Kaliningrader er met zijn vingers over heen, als hij dacht dat niemand keek. Hij zou het nooit hardop zeggen, dat hij verlangde naar het moment waarop hij zijn vrouw weer in de armen kon nemen.

Voor dit alles hadden Stannes en de andere officieren binnen de eenheid weinig oog. Zij hadden een taak te vervullen en spoorden de lagere militairen in rang aan om sneller te werken dan ze al deden. De batterij moest op kort termijn weer een bijdrage kunnen leveren aan de verdediging van het land. Daarbij zouden de Kaliningraders en de enkele Slowaakse adviseur gebruik maken van HongQi-15 projectielen. Uiterlijk vertoonden deze raketten veel gelijkenis met de S-300PS grond-luchtraketten. De eenheid was oorspronkelijk met dit type uitgerust, maar de oorlog had de aanwezige voorraden spoedig uitgeput. Een  paar van de in reserve gehouden raketten waren later nooit meer gelanceerd. In plaats daarvan had de Volksrepubliek China ze opgeëist voor nader onderzoek. In ruil daarvoor, voorzagen ze de Republiek Kaliningrad van de HongQi-15. Al bleven de Chinezen begerig in hun kennis naar de resultaten van het gebruik van de van S-300PMU-1  afgeleidde raketten onder operationele omstandigheden. De verdediging van de Volksrepubliek China had de hoogste prioriteit en daar konden de ervaringen van de Kaliningraders in belangrijke mate aan bijdragen.

 

LUKoil Izhevskoye geïntegreerde olieterminal

De op één na grootste oliemaatschappij van Rusland, LUKoil, had belangen in de Republiek Kaliningrad. In tegenstelling tot de concurrent Gazprom. De reeds gedane investeringen en bezittingen waren door de verzelfstandiging van de provincie in gevaar gekomen. De geruststellingen van Russische politici konden niet verhullen dat de trouw van het management aan Moskou een deukje had opgelopen. Tot het hoofdkwartier een telefoontje kreeg uit Kaliningrad, die het management van alle zorgen verloste. De overgangsregering had geen plannen om tot nationalisatie over te gaan. Het management had weinig tijd nodig om in te stemmen met de door de Kaliningrader hieraan verbonden voorwaarden. Deze afspraken waren echter uitgelekt of het vermoeden daarvoor bestond in ieder geval. De bezetting van het D-6 platform in de Oostzee had er in de praktijk toe geleid dat er geen olie meer stroomde naar het LUKoil Izhevskoye geïntegreerde olieterminal. Geen enkele tanker kon vanwege de zeeblokkade het strandmeer meer binnen komen of verlaten. LUKOIL-Kaliningradmorneft betekende voor de oliemaatschappij vanaf dat moment een verliespost. Er werd nog wel onderhoudswerkzaamheden verricht, maar geen inkomsten meer geboekt. Toch zag het management de situatie met vertrouwen tegemoet. Als het conflict was beëindigd, dan verkeerde alles in een uitstekende staat om het werk weer op te starten. Tot bleek dat de olieterminal op de lijst van doelwitten voor de Russische luchtmacht was verschenen. Het moest de Kaliningraders afleiden van het werkelijke doelwit, de MiG-31.

De enorme, wit geschilderde opslagtanks waren voor de bemanningsleden van de naderende Tupolev Tu-22M3 bommenwerpers een gemakkelijk herkenbaar doelwit. De toestellen konden zelfs op grote hoogte blijven vliegen. Elk vliegtuig in de formatie vervoerde een indrukwekkende wapenlading van tweeënveertig FAB-500 bommen. Er was noodgedwongen afgezien van het geplande gebruik van de FAB-500S-E bom. De GLONASS satellieten waren nog te gering in aantal om boven de Republiek Kaliningrad de bommen naar de juiste coördinaten te leiden en de Amerikanen schakelden op onregelmatige momenten het Global Positioning System boven een selectief gebied uit, dat onder andere de Republiek Kaliningrad omvatte, waardoor de Russen er geen gebruik meer van konden maken en met hen ook andere, veelal civiele gebruikers in de regio.

De eerste explosies veroorzaakten geen enkele schade aan de olieterminal. Werknemers staakten de werkzaamheden om te zien wat er aan de hand was. Meer ongeleide bommen sloegen in, maar ditmaal dichterbij. Elke exploderende bom joeg tientallen kubieke meters grond de lucht in en liet een grote krater in de grond achter. Fragmenten van elke bom vlogen met dodelijke snelheden in het rondte. De weinige verstandigen onder de mensen zochten meteen een goed heenkomen. De ruime meerderheid keek met ontzag vervuld naar het naderende geweld, voor de paniek toesloeg. De vrijgekomen luchtdruk sloeg mensen letterlijk tegen de grond. Getroffen door fragmenten van de bommen zakten verscheidene mensen in elkaar. Sommige lichtgewonden schreeuwden luid om hulp, maar vele anderen lagen rochelend op de grond te sterven. Voor de overlevenden veranderde de wereld in een hel. Gebouwen stortte in. De wit geschilderde opslagtanks werden open gereten. De opgedroogde residu van olie op de bodem van de tanks vatte vlam. Verstikkende, zwarte rookwolken stegen op, alsof deze vluchtige pilaren de wolken met de aarde verbonden. Wanhopig zochten de nog in leven zijnde Kaliningraders een uitweg.

Achteraf constateerden experts dat het veel erger had kunnen zijn, als de witte tanks nog olie in opslag had bevat.

 

790e commando- en controlecentrale

"We hebben een probleem, meneer. De Dutchman is met een Antonov in Polen geland."

De majoor-generaal accepteerde het nieuws met een hoofdknik. Hij had de afgelopen uren al zoveel te verwerken gekregen dat niets hem meer leek te kunnen schokken.

"Dan is hij nu het probleem van de Polen geworden."

De stafofficier aarzelde even. Hij had niet verwacht dat zijn meerdere het nieuws zo luchtig op zou nemen. "Er is ook een meningsverschil met de Chinezen ontstaan, meneer."

"We hebben onenigheid met de Chinezen gekregen?" De majoor-generaal voelde zijn humeur nog verder afnemen.

"Het goede nieuws is dat we een aantal MiG-31's hebben neergeschoten en minstens nog een BRLS-8B Zaslon radar vrijwel intact in handen hebben gekregen. Natuurlijk moet alles nog getest worden, maar het ziet er tot zover goed uit."

"Sofiya zal me hier waarschijnlijk voor omhelzen", mompelde Borya. Hij had de ingenieur al via een lagere officier op de hoogte laten brengen van het eerder in hun handen gevallen exemplaar en ze was volgens de blozende luitenant heel blij met het nieuws geweest. De generaal kon slechts raden wat ze zou doen zodra ze vernam dat ze er nu twee hadden. "Wat is dan het slechte nieuws?"

"De Chinezen willen het naar hun land verschepen."

"En ons met lege handen achterlaten", voegde Borya er somber aan toe. "De radar blijft hier. Als de Chinezen daar een probleem mee hebben dan staat mijn deur altijd voor hen open om er over te praten. Nee, nee, nee", sprak hij zich zelf vrijwel meteen weer tegen, "vertel hen maar dat ze daarvoor bij de Dutchman moeten zijn."

"Maar de Nederlander is toch in Polen?" Het duurde verscheidene seconden voor de officier het door had. "Ik begrijp het, meneer."

"Iedereen heeft recht op zijn eigen problemen", verklaarde de majoor-generaal met een brede grijns.

De stafofficier betwijfelde of de majoor-generaal deze quote zelf had bedacht. Het klonk meer alsof het uit de mond van de Nederlander afkomstig was. Toch was hij blij dat de majoor-generaal verheugd had geklonken. "Verwacht u dat hij nog  terug komt, meneer?"

"Het is geen deserteur, als je dat soms bedoeld. Hij had vast geen andere keuze dan uit te wijken naar Polen. Waarschijnlijk om het vliegtuig voor een vrijwel zekere vernietiging te behoeden. "

De majoor-generaal zag de man kleuren. De kapitein wist immers ook dat de Chinezen een gevoelig verlies hadden geleden en zij zouden daarvan ook spoedig de gevolgen ondervinden. Het maakte de Antonovs bovendien nog belangrijker dan ze reeds waren en momenteel hadden ze er nog maar één van in eigen land.

"Het spijt me, meneer."

"Desertie is van alle tijden." Meer wilde de majoor-generaal er niet over kwijt. Hij had zich er vanaf het begin al zorgen over gemaakt en deze ook tegen de president uitgesproken. Het verleden van de Russische strijdkrachten telde genoeg voorbeelden van deserteurs. De redenen voor desertie waren velen bekend en Borya hoopte van harte dat zij erin waren geslaagd om deze weg te nemen. Ook hij had met het beruchte Dedovsjtsjina te maken gehad, al speelde het bij de Russische luchtmacht echter minder dan bij de marine en vooral in het leger het geval was. De Oost-Europeanen hadden hier veel invloed op gekregen. Een ruime meerderheid van deze vrijwilligers was oud genoeg om het Warchaupact te hebben meegemaakt. Ze waren ouder, beschikten veelal over rangen vanaf sergeant en hoger en waren door de NAVO goed getraind. De Kaliningradse dienstplichtigen kregen van hen eveneens een goede en degelijke behandeling.

"Al hoef ik bij de Dutchman hier niet bang voor te zijn."

"Hoe kan u hier zo van overtuigd zijn, meneer?"

"Ik weet het gewoon. Hij zal hier zijn om de afloop van de oorlog mee te maken, tenzij hij voor die tijd sneuvelt."

De stafofficier knikte een keer, maar behield zijn twijfels er over. De oppositie groeide en de Russen hadden al triomfantelijk bekend gemaakt dat diverse leden van de overgangsregering waren overgelopen. Het waren er in ieder geval voldoende om in Moskou een regering in ballingschap tot stand te brengen. Als de oorlog eindigde dan was de algemene verwachting dat de vele initiatieven van de president door deze collaborateurs zouden worden teruggedraaid. Het was een reden voor de man om te blijven vechten. Hij had de president nooit horen beweren dat ze de oorlog konden winnen, dus teleurgesteld hierover kon hij niet worden. De overmacht waar tegen ze vochten was eenvoudig te groot. Hij wilde gewoon behouden wat hen maanden geleden vanuit Moskou was toegezegd en dat was volledige autonomie voor de Republiek Kaliningrad. Het betekende onder leiding van een president die bereid was hervormingen door te voeren. Hij beschouwde deze als noodzakelijk voor de toekomst van het land, voor hem en zijn zwangere vrouw. Hij had geen andere reden nodig om zijn taak uit te blijven voeren.

 

2 maart, Szczytno-Szymany vliegveld, Polen

De pilote wierp een ongeruste blik op de Dutchman. De Antonov werd aan een grondig onderzoek onderworpen. Sascha zag geüniformeerde mensen voortdurend in en uit het vliegtuig lopen. De bemanning van een op het vliegveld gestationeerde E-2 wilden hun nieuwsgierigheid eveneens bevredigen door middel van een bezoek. De Franse bemoeienis leek niet erg op prijs te worden gesteld door de Polen. Ze had een aantal van de bewakers eerder wild zien gebaren naar de vliegers om afstand te bewaren. De Dutchman zat aan de tafel, met zijn rug naar het raam. Hij moest even nieuwsgierig zijn als haar. De pilote keek naar de mannen tegenover hem en besefte dat de Nederlander andere prioriteiten had. Hij was zelf ook het middelpunt van een onderzoek geworden.

"We hebben helaas niet het budget en de tijd om een echte EAW&C aan te schaffen", hoorde ze hem met een verbijsterende openhartigheid verklaren. "Daarom hebben we de radarapparatuur van een jager gebruikt. Eigenlijk hebben de Russen de grootste bijdrage aan ons civiele programma geleverd."

De pilote keek weer naar buiten. "De Antonov An-71 is toch een Oekraïens ontwerp?", hoorde ze een Pool vragen. Sascha keek naar het vliegtuig en vergeleek het onwillekeurig met de verderop geparkeerde E-2, van Amerikaanse makelij. Het Oekraïense toestel was groter en zag er ook robuuster uit. Al deden de heldere kleuren van de vliegtuigmaatschappij dit weer volledig te niet.

"Gebouwd in opdracht van de Russen."

"Voor ze hun voorkeur uitspraken voor de Yak-44, omdat het afkomstig was van een Russische ontwerper."

Het was iets waar de Dutchman geen weet van had en hij had er ook geen zin in om er naar te raden. "Wij bewijzen dat ze toen een verkeerde keuze hebben gemaakt", beweerde hij op een zelfverzekerde toon.

Hier stemden de Polen grinnikend mee in. Al bleek één van hen wat sceptischer te zijn gestemd. "Het is toch bepaald geen bijzondere prestatie wat jullie hebben gedaan."

De Dutchman keek naar de man, die de hele tijd met een pakje sigaretten had gespeeld. De Pool had tijdens de ontmoeting gevraagd of hij een sigaret op mocht steken. Het bleek een onaangename verrassing te zijn toen de Nederlander hier negatief op reageerde.

"Wat hebben jullie zelf tot zover bereikt? Voortdurend horen we jullie voor hulp aankloppen bij de NAVO en het enige wat we zagen na onze landing waren een paar bij jullie vrouwen rondhangende Fransen. Waar zijn de Amerikanen?"

"De NAVO bestaat niet alleen uit Amerikanen", wierp een Pool tegen.

Sander schudde het hoofd. "Het lidmaatschap van de NAVO is geen waarborging voor veiligheid. De Kaliningraders weten langer stand te houden tegen de Russen dan de Georgiërs en geen van beiden kan op jullie militaire steun rekenen, met uitzondering van wat vrijwilligers. Laat alle schamele opmerkingen over wat wij bereikt hebben dus maar achterwege. In ieder geval tot jullie echt iets hebt gereikt, zoals wij met de Antonov."

Op het gelaat van de pilote verscheen een glimlach. De Dutchman was in zijn element. De vriendelijkheid waarmee hij had gesproken kon het sarcasme onvoldoende camoufleren.

"U maakt merkwaardige sprongen in uw carrière", ging de andere man haastig verder.

De Dutchman zag hem een aantal krantenartikelen te voorschijn halen, waarop hij in uniform stond afgebeeld. Nieuwsgierig boog Sander zich naar voren om deze te bestuderen, voor hij ze tenslotte weer van zich afschoof.

"Allemaal propaganda."

"En je wapenfeiten?"

"Ik heb geen idee waar je het allemaal over hebt, maar het zal zonder twijfel zwaar overdreven zijn. Kijk eens naar mij. Zie ik er echt uit als een soldaat?"

De Polen keken elkaar aan. Ze vroegen zich af hoe een echte soldaat er volgens deze Nederlander uit hoorde te zien. Wat zij zagen was een man, wiens grijsgroene ogen hen kalm en onverstoorbaar opnamen. De harde, bijna hoekige lijnen van het gezicht straalden een soort onverzettelijkheid uit, waarvan ze moeite hadden om het onder woorden te brengen. Hij zag er ook enigszins gehavend uit, met de herstellende wond van zijn wang. De Polen konden zich heel goed voorstellen dat het beeld van een vechtjas, wat de media schetste, juist was. Ook al sprak de Nederlander dit volledig tegen.

"Het lijkt me tijd om een pauze in te lassen. Ik zal zorgen dat er koffie wordt gebracht."

"Voor mij thee, alsjeblieft. Wat voor smaken hebben jullie allemaal?", vroeg de Dutchman.

De overeind gekomen Polen keken elkaar opnieuw aan.

"Ik zal kijken wat ik voor u kan doen", beloofde één van hen.

De pilote wachtte tot ze de deur dicht hoorde vallen.

"Ze hebben gelijk dat het een doodlopende ontwikkeling is om de radar van een Sukhoi te gebruiken voor vroegtijdige detectie."

"Ben jij altijd zo positief of heb je te veel met onze ingenieur hierover gepraat?"

Sascha draaide zich om. Hij had zorgeloos geklonken, maar ze wist inmiddels dat er achter de grijsgroene ogen een ziel schuilde, die zich wel degelijk zorgen maakte. "Wat als ze jou in hechtenis nemen?"

"Dan keren jullie zonder mij met het vliegtuig terug."

"Ja, maar wat gebeurt er dan met jou?"

Het was een Fransman die de Dutchman er voor behoedde om een antwoord te geven. Ze hoorden iemand kloppen en er verscheen een man in de deuropening met een dienblad.

"Mijn naam is Jean-Pierre Chatry", stelde hij zich voor. "Mijn Poolse collega's hebben geen verdere vragen meer en jullie zijn vrij om te vertrekken."

De pilote keek verheugd naar de Dutchman, maar de aandacht van de Nederlander leek meer uit te gaan naar wat zich op het dienblad bevond. Het liefst was ze naar buiten gerend. Het enige wat haar hiervan weerhield was een man, die met een afkeurende blik op zijn gezicht te vergeefs naar zijn favoriete smaak thee zocht.

"Mag ik vragen wat de reden is voor deze plotselinge ommekeer?", hoorde ze hem vragen. Het gebeurde op dezelfde kalme manier, die haar steeds zo nerveus maakte. Hij was beter te doorgronden voor haar als hij boos was.

"Een juridische", verklaarde de Fransman schouderophalend. "Er is nog geen regelgeving voor wat betreft medewerkers van particuliere militaire bedrijven, zoals KD Avia gedeeltelijk is geworden."

Het antwoord stemde de Dutchman volledig tevreden. De vliegtuigmaatschappij beschermde slechts haar bezittingen, zoals eigenlijk Gazprom en Transneft al sinds juli 2007 vrijelijk mochten doen. Al kon dit wat hem betrof niet worden gezegd over de thee. Na het nemen van de eerste slok vertrok zijn gezicht. "Waarom komen uw Poolse collega's ons niet vertellen dat we vrij zijn om te vertrekken?"

"Op mijn verzoek."

Nieuwsgierig keken de Dutchman en Sascha de man aan voor een verklaring.

"Hebben jullie al het nieuws over Gasha Nevavarina gehoord?"

"Ik ben eigenlijk meer benieuwd waarom jij ons komt vertellen dat we mogen vertrekken", reageerde de Dutchman, voor hij voorzichtig een volgende slok van de thee nam.

"De vrouw van de Russische premier heeft aan de grens om politiek asiel verzocht."

"Ik bekommer me niet om politiek", luidde de reactie van de Nederlander.

Jean-Pierre zag dat de pilote hier heel anders over dacht en dichterbij komen om te luisteren wat hij daarover te vertellen had.

 

In stomme verbazing staarde de Fransman naar de apparatuur die achter het door hem losgemaakte paneel was schuil gegaan. Hij keek om naar zijn Poolse collega en begon opgewonden te praten.

Sander deed geen enkele poging om te volgen wat er precies werd gezegd. De Franse taal was en bleef voor hem een groot mysterie. Hij had wel een vaag idee van wat er werd besproken, maar honderd procent zeker kon hij er nooit van zijn. Het verlangen was ook sterk om hen met een snauw te onderbreken. In plaats daarvan wendde hij zich naar de vrouw aan zijn zij. "Wat zeggen ze?", vroeg hij fluisterend aan Oxana.

"Zij hebben het over link-11, maar dat zegt mij niets."

De betekenis was Sander wel bekend en grijnzend kwam hij dichterbij. De Fransman en de Pool waren opgehouden met praten en keken hem argwanend aan. "We hebben alles gewist", verklaarde hij. "Ik zal het zeer op prijs stellen als jullie de software weer kunnen installeren. Jullie zullen er aanzienlijk sneller mee klaar zijn dan de Kaliningraders. Het kost hen veel tijd met de oude apparatuur die ze tot hun beschikking hebben."

Nerveus en verontrust begonnen de Fransman en de Pool weer met elkaar te praten voor één van hen tenslotte op stond en ontkennend het hoofd schudde.

"Het spijt me, maar we kunnen jullie niet helpen."

Kunnen of willen ze niet helpen? Een vraag die Sander slechts kort bezig hield. Hij had ook niet verwacht dat ze bereid zouden zijn om de software te installeren. De brutaliteit van het verzoek had hen zichtbaar zenuwachtig gemaakt.

De militairen hadden zojuist een schokkende ontdekking gedaan. Om het nog erger te maken verlangde deze Nederlander iets volkomen ongehoords van hen, alsof de miljoenen regels aan computercode geen geheimhouding meer nodig hadden. De Fransman knikte naar zijn op de vloer geknielde collega. Het paneel werd weer vastgemaakt en de Fransen vertrokken op een drafje.

Nagekeken door een verbaasde Oxana. "Wat had dat allemaal te betekenen?"

"Het is een datalink dat de NAVO en nog een paar andere bondgenoten van de Amerikanen gebruiken. Ze zijn er nu achter gekomen dat wij er ook over beschikken, althans de hardware." Hij begon breed te grijnzen. "Misschien zijn ze kwaad dat wij geen licentie daarvoor hebben."

"Hebben wij het via spionage verkregen?" Ze was weer gaan fluisteren.

"Je bedoeld de Russen en het antwoord is nee. We hebben de hardware te danken aan onze vrienden van verder weg."

"Hebben zij het dan via spionage verkregen?"

"Nee, het is uit de lucht recht in hun schoot komen vallen."

Sceptisch hierover keek Oxana hem aan, maar het was wel duidelijk dat hij er verder niets over los wilde laten. Al zat hij dichter bij de waarheid dan ze kon vermoedden. In 2001 maakte een tijdens een botsing in de lucht beschadigde EP-3E surveillance vliegtuig van de Amerikaanse marine een noodlanding op het eiland Hainan. De bemanning had zijn best gedaan om alle gevoelige documenten, data en apparatuur te vernietigen, maar de tijd voor een succesvolle afronding ervan was te kort geweest. Het leverde vermoedelijk een belangrijke bijdrage aan het ontstaan van de Chinese data link W. In zekere zin een kopie van link-11 en zij hadden tot voor kort over een bruikbaar exemplaar ervan beschikt.

 

Antonov An-71 780151

De pilote wiste het zweet van haar voorhoofd. Sascha had gezelschap gekregen van een oudere man, die als haar co-piloot fungeerde. Een functie waar de Kaliningrader bepaald niet gelukkig mee bleek te zijn. Het moment waarop hij zijn ongenoegen hierover kenbaar maakte was ook nog eens alles behalve beschikt hiervoor. Het was al inspannend genoeg om in een nauwe formatie met de escorterende Dassault Rafale gevechtsjagers te vliegen.

"Ben je het met me eens dat ik meer vlieguren en dus meer ervaring heb?"

Zelfs de mee luisterende boordwerktuigkundige, bepaalde geen fan van Sascha, schudde het hoofd. Hij liet zijn hand even aarzelend boven de schakelaars hangen, voor hij met een vinger één ervan overhaalde. Verwachtingsvol wierp hij een blik in de richting van de deuropening en hij werd niet teleurgesteld. Tot zijn verrassing verscheen in plaats van de verwachtte Dutchman de stewardess. Ze liep langs hem heen en boog zich tussen de stoelen van de vliegers voorover, alsof ze hem voor zijn stiekeme daad wilde belonen met een langdurige blik op haar achterwerk.

"De Dutchman wil graag weten of een val vanaf deze hoogte dodelijk is voor een mens zonder parachute."

De pilote bevestigde het. Onzeker keek Sascha de stewardess aan voor een toelichting op deze onzinnige vraag. Het voor de hand liggende antwoord moest hem immers ook bekend zijn. Alleen had de stewardess haar aandacht voor de pilote verloren en concentreerde Oxana zich volledig op de co-piloot. "De Dutchman vraagt u hier goed aan te denken als u nogmaals uw beklag doet over de geldende hiërarchie in de cockpit," deelde de stewardess vriendelijk glimlachend aan de man mede. De vrouw richtte zich op en verliet de cockpit, zonder een antwoord van de rood aangelopen co-piloot af te wachten. De boordwerktuigkundige haalde snel opnieuw de schakelaar over om de intercom uit te schakelen. Hij probeerde zo onschuldig mogelijk te kijken en zijn schouders op te halen toen de co-piloot een blik naar achteren wierp. Dankbaar wisselde de pilote een knipoog met hem uit.

"Laten we ons concentreren op deze rondvlucht", zei Sascha glimlachend. Opgetogen over het vertrouwen dat de Dutchman in haar had.

In het laadruim was het niet zo stil als de Dutchman het graag had willen hebben, ondanks de geluidswerende isolatie. Hij had voor een moment de koptelefoon afgezet. De afgelopen uren waren zijn oren pijn gaan doen van de voortdurende druk erop. Hij zag de radiotelegrafist haar hand op steken en hij zette opnieuw de koptelefoon op. Voor even was de pijn van de oren weer voelbaar, maar de stem van de vrouwelijke radiotelegrafist drong deze naar de achtergrond.

"Meneer", begon de vrouw formeel, "we hebben een bericht van de Hawkeye ontvangen. De Russen zijn uit ons luchtruim vertrokken."

"Waarschuw onze piloten en de escorte dat we de grens gaan oversteken. Oh, vraag ook eens bij de Fransen na waar de Russische AEW&C zich momenteel bevind." Het laatste kwam enigszins achteloos uit zijn mond, alsof de informatie voor hem van weinig belang was.

Het was slechts de bedoeling van de Fransman geweest om er voor te zorgen dat de strijdkrachten van zijn land positief in het nieuws kwamen. Sander had hier echter veel meer mogelijkheden in gezien en de man met allerlei ideeën bestookt, die spontaan bij hem waren opgekomen. Hij werkte graag mee om de Antonov weer in het nieuws te krijgen. Al kon de bekendheid van de Madcap nooit de prestaties van de Shaanxi Y-8CE overschaduwen. Sofiya had hem, zoals hij eerder had voorspeld, bewust gemaakt van de beperkingen die het gebruik van de Russische Phazotron N001 Myech radar met zich meebracht. Ze zouden de ondersteuning van de Chinese radar, waarover de Dutchman tegen zowel de Polen als de Fransen gezwegen had, hard missen. Het bereik ervan was aanzienlijk groter geweest, dan waar zij zich nu mee moesten zien gaan te redden. Bovendien was tijdens de nadering van het Poolse vliegveld per ongeluk te veel informatie van de computersystemen gewist, waardoor zelfs de Russische radar momenteel onbruikbaar was geworden. Het voordeel was wel dat de Polen en Fransen weinig wijzer waren geworden over de capaciteiten ervan.

De pilote zag de Dassault Rafale gevechtsvliegtuigen, nadat de vliegers ervan een laatste groet met haar hadden uitgewisseld, scherp weg draaien. "Eindelijk kunnen we naar huis."

Zo dacht de Dutchman er ook enigszins over. "Het word tijd dat de Russen weten dat we er weer zijn." Nieuwsgierig keken de aanwezige mensen hem aan. "Roep de Beriev A-50 eens op, vermeld hun locatie en vraag hen of ze van koers kunnen veranderen. Het maakt ons duizelig om hen steeds hetzelfde patroon te zien vliegen."

De operator keek hoofdschuddend naar het zwarte scherm, waarop geen enkel elektronisch signaal was te zien. Ze waren compleet blind voor wat zich daar buiten bevond. De Nederlander ging hierbij volledig af op wat hij via de Fransen had vernomen. Tot haar grote verrassing kwam er tenslotte een kennisgeving van ontvangst terug. De Russen hadden het bericht ontvangen en een beleefde militair aan boord van het vliegtuig had het zelfs bevestigd. De Dutchman nam de vibrerende satelliettelefoon op. De stem van Jean-Pierre schalde door de ruimte en veiligheidshalve hield de Nederlander het toestel decimeters van zijn oor vandaan. Het werd heel snel duidelijk dat de Fransman allerminst was ingenomen over wat er was gebeurd.

"Hebben de Russen gehoor gegeven aan mijn verzoek?"

Grommend werd het door de Fransman bevestigd. Hij had nog meer willen zeggen. Waarschijnlijk veel meer, maar de Dutchman wist genoeg en verbrak de verbinding.

"Stuur de Russen een bedankje."

De operator zag een brede grijns op het gezicht van de Dutchman verschijnen. De glinsterende ogen hadden iets aanstekelijks, alsof hij een kwajongensstreek had uitgehaald. Voor even leek de oorlog slechts een spel.

 

vliegbasis Chernyakhovsk

Geduld was niet zijn sterkste kant en Sander was ook bereid om dit toe te geven. Hij kon begrijpen dat zijn chauffeuse niet op hem stond te wachten. Ze hadden zelf niet eens geweten wanneer ze weer zouden terug vliegen naar de Republiek Kaliningrad, maar wat hem bijzonder irriteerde waren de Chinezen op het vliegveld. Goed, de aanwezigheid van Qiu maakte veel goed en ook Eveshka moest hier ergens rond zwerven, maar de Chinese had zijn gevoel hierover niet weten weg te nemen. Het begon er steeds meer op te lijken alsof hij zich op een vliegveld ergens in de Volksrepubliek China bevond, zoveel van haar landgenoten zag hij hier. Het had hem ook bijzonder weinig tijd gekost om in conflict te komen met hun bondgenoten.

"Je bent anders nooit zo nieuwsgierig."

"Zolang jullie mij niet dwars zitten", pareerde hij de zalvende woorden van de naast hem staande Qiu. De Chinese kwam nog dichter bij hem staan. Een hand gleed kort over zijn bovenarm. "Wat hebben wij gedaan om jou dwars te zitten?", vroeg ze zacht.

Hij wees naar de streng bewaakte hangars. "Zij hebben mij de toegang tot deze hangars ontzegd."

Qiu schudde zuchtend het hoofd. Schijnbaar had haar aanraking hem volledig onberoerd gelaten. Veiligheidshalve keek ze om zich heen. "We hebben met een voor Antonov Airlines vast en zeker lucratief contract afgesloten voor een transportvlucht naar mijn land. Je weet bijvoorbeeld dat de Russen niet bereid waren om bommenwerpers aan ons te verkopen. Deze hangars bevatten genoeg onderdelen om grotendeels een Tupolev Tu-22 te kunnen reconstrueren." Ze zweeg bewust over de afkomst van deze onderdelen. Sommige waren afkomstig van neergehaalde toestellen, maar ook de 150e werkplaats bij het vliegveld Chkalovsk was door de Chinezen geplunderd. De werknemers waren veelvuldig en soms zelfs hardhandig ondervraagd, als ze weigerden mee te werken. De kennis van deze mensen wilden de Chinezen zich graag eigen maken.

"En daarom kreeg ik de loop van een Kalasjnikov in mijn maag gedrukt?"

"Je negeerde de orders van de bewaker."

"Ik verstond hem niet." De reactie lag zo voor de hand dat hij erbij fronste.

"Zou je werkelijk van hem vandaan zijn gelopen, als je de bewaker wel had verstaan?"

Hij had geen tijd nodig om hier over na te denken. "Nee."

Verrast door zijn eerlijkheid schudde Qiu glimlachend het hoofd. Ze was ondanks alles toch blij om hem weer te zien. "Wil je iets doen nu je hier toch bent?", vroeg ze, om van onderwerp te veranderen.

"Hoe lang denk je dat ik hier eigenlijk blijf? Het is hier bovendien bepaald geen pretpark."

"Angelika is nog onderweg."

"Dat heb ik een uur geleden ook al gehoord."

"Ze zal er vast een goede reden hebben," klonk het vanaf onverwachte zijde.

Sander en Qiu draaiden zich gelijktijdig om.

"Daar ga ik ook vanuit, Eveshka", reageerde Sander, terwijl hij haar nieuwsgierig in zich opnam. "Je komt vast niet speciaal naar ons toegelopen om alleen dit te zeggen."

Eveshka knikte gedienstig. "Ik dacht dat je het op prijs zou stellen als ik meteen kwam melden dat ze er is en de president ook."

Het meisje hoefde slechts naar het gezicht van de Dutchman te kijken om te weten dat ze hierin gelijk had.

 

Bewonderend liep Sander om de gepantserde wagen heen. Tot zijn opluchting had Angelika niet in de donker gekleurde BMW gereden. De president hield er nog altijd een eigen chauffeur op na en gedurende de hele rit had ze als een passagier naast hem gezeten. "Er is aardig in uw veiligheid geïnvesteerd." Onderzoekend keek hij hierbij Shurik aan. Zich bezorgd afvragend of er hier een reden voor was en als hij hierin gelijk had dan wilde Sander ook graag weten welke dat was of waren. Hij kon er moeiteloos genoeg bedenken en de één was nog zorgwekkender dan de voorgaande. Misschien had hij op dit gebied gewoon te veel fantasie.

Grinnikend schudde de president het hoofd en las de verbazing van het gezicht van de Nederlander. "Er is zelfs geen cent van ons belastinggeld aan verspild. Deze wagen is door de politie na een inval in beslag genomen."

"Deze BMW is van de maffia?"

"Geweest", benadrukte de president en trok de deur voor hem open. "Stap maar eens in."

"Ik begin ervan te houden hoe jullie denken", zei de grinnikende Sander. Nieuwsgierig keek hij naar binnen, voor hij daadwerkelijk ging zitten.

Qiu, Eveshka en Angelika keken elkaar aan toen ze de mannen hoorden praten. De techniek die achter deze auto schuilde interesseerde hen geen van drieën ook maar iets. Toch luisterden ze geduldig mee, interesse veinzend wanneer het van hen werd verwacht.

"Laten we dit moment vereeuwigen."

Het voorstel van Qiu kon onmiddellijk op de instemming van de president rekenen en ook dat van de anderen. Al behield Sander de bedenkelijke uitdrukking op zijn gezicht. Hij probeerde het zelfs af te houden. De moeite die Qiu deed om er verandering in te brengen hadden maar weinig succes. Hij ontweek haar pogingen met een diplomatie waar ze hem slechts om kon bewonderen. Hulpzoekend keek ze naar de anderen, maar ze zag Eveshka meteen haar aandacht ergens anders op vestigen en Angelika haalde gewoon haar schouders op. Van geen van beiden kon Qiu assistentie verwachten, maar iemand anders kwam haar wel bijstand verlenen.

"Ik kan het je bevelen, weet je. Ik ben namelijk president en daarmee jouw opperbevelhebber."

Zuchtend draaide Sander zich om. Hij gaf zich met tegenzin gewonnen. "Geef hem het fototoestel", zei hij, knikkend naar de presidentiële chauffeur. "Als ik op de foto moet, dan moeten jullie er ook bij."

Hij zag de glimlachende Qiu haar fototoestel aan de man overhandigen met de bijbehorende uitleg. Eveshka en Angelika kwamen al meteen bij hen staan. Enthousiast over het feit dat ze op de foto mochten met de president. Even later gevolgd door de eveneens lachende Qiu.

De chauffeur keek de Nederlander aan. "Lachen", probeerde hij nogmaals en trok een clowneske gezicht. Het had meer effect op de giechelende vrouwen, dan op de grimmig kijkende Nederlander, die hij aan het lachen probeerde te krijgen.

Qiu zag vanuit haar ooghoek Sander zich naar Eveshka buigen om haar iets toe te fluisteren en de artilleriste overhandigde hem prompt haar voor zelfverdediging aangeschafte PSM pistool. Ze hoorden allen het geluid waarmee het wapen op scherp werd gezet.

"Als je me nog één keer vraagt om te lachen, dan schiet ik je neer." Het klonk als een belofte waar hij van plan was zich aan te houden. De zichtbaar verbleekte chauffeur begreep het onmiddellijk. De grijns van de president werd nog breder. De Dutchman deed zijn reputatie weer eens volledig eer aan.

'